FILATELIE
De drie
van de
ge
f,
f
ZATERDAG 13 APRIL 1963
Erbij
PAGINA VIER
m IW? HH
m
Mr. Ed. Spanjaard
i4Zm.y ...iü.iüj
B. Dukel
Ferdinand Langen
De Paashaas komt
Nunnie Wiemeyer
WEST-BERLIJN. In de serie „Oud
Berlijn" zal op 26 april een aanvullings-
waarde van 15 pf. (donkerblauw en
blauwgrijs) worden uitgegeven. De
«i.itti.ihiflhiitim
zegel brengt de Mauerstrasse, omstreeks
1780in beeld. Het ontwerp is van H.
Hiller, vervaardigd naar een gravure
van Johann Georg Rosenberg (1739
1808).
FRANKRIJK. Op 26 april a.s. zal een
serie van vijf waarden in omloop wor
den gebracht, waarop vijf beroemde
mannen uit de landen van de Europese
Economische Gemeenschap zijn afge
beeld en wel op de 0.20 fr. Ludwig von
Beethoven (Duitsland), op de 0.20 fr.
Emïle Verhaeren (België), op de 0.20
fr. Guiseppe Mazzini (Italië), op de 0.20
fr. Emïle Mayrisch(Luxemburg) en op
de 0.30 fr. Hugo de Groot (Nederland).
KONGO (LEOPOLDSTAD). Een serie
van vier anti-hongerzegels, 5 2 fr.,
9 4 fr., 12 6 fr. en 20 10 fr., is
verkrijgbaar gesteld. De zegels verto
nen drie korenaren en drie vrouwen
met manden met koren op hun hoofd.
De druk geschiedde bij Joh. Enschedé
en Zonen te Haarlem naar een ontwerp
van de Belgische kunstenaar Jean van
Noten. Oplage: 100.000 series.
EGYPTE. Ter gelegenheid van de
wereldkampioenschappen lawn-tennis,
gehouden in Egypte is een postzegel van
10 mills (grijs, zwart en bruin) ver
schenen met als voorstelling een tennis
spelers in actie en de wereldbol.
POLEN. Honden van verschillend ras
komen voor op een serie van negen
waarden. De 20 gr. toont de cocker-
spaniel, de 40 gr. de boxer, de 50 gr.
de airedale terrier, de 60 gr. de Franse
bulldog, de 1 zl. de poedel, de 6.50 zl.
de Deense dog. De 30 gr., 2.50 zl. en
3.40 zl. laten honden zien die in Polen
worden gefokt.
ARGENTINIË. Ter viering van het
75-jarig bestaan van de Argentijnse
industriële Unie is een postzegel van
4 pesos (grijs, rood en zwart) verkrijg
baar gesteld. De zegel laat drie tand
wielen zien, waarvan er een het em
bleem van de Unie draagt. De oplage
bedraagt twee miljoen stuks.
BELGIE. Driehonderdvijftig jaar ge
leden werd door de aartshertogen Al-
bertus en Isabella een oorkonde ver
leend waarbij het Gentse Schermers-
gilde. St. Michiels officieel wérd erkend.
Dit feit is herdacht door de uitgifte van
drie postzegels. De 1 fr. (rood en licht
blauw) stelt twee edellieden uit de 17e
eeuw voor die in een duel gewikkeld
zijn, beiden houden in hun linkerhand
een rapier en in hun rechterhand een
dolk, op de 3 fr. violet en geelgroen
ziet men twee floretschermers en op de
6 fr. (zwart, goudgeel, blauw en rood)
het wapenschild van de koninklijke en
ridderlijke gilde van St. Michiels.
ENGELAND. Ter gelegenheid van de
Nationale natuurweek, die van 18 tot
25 mei wordt gehouden, zal op 16 mei
een serie van twee zegels verschijnen.
Op de 3 d. komen boterbloemen en
madeliefjes, alsmede een bij die honing
verzamelt voor en op de 4llt d. een das,
een jong hert, een specht, een boom
leeuwerik, een langstaartje, een citroen
vlinder, een dwergmuis, een wilde
arenskélk, korenaren, beuk- en tong-
varen. Beide zegels zijn in drie kleuren
gedrukt naar ontwerpen van S. D. Scott
(3 d.) en Michael Goaman (4%h d.).
COOK-EILANDEN. Op deze eilan
dengroep in Polynesië, behorende tot
Nieuw-Zeeland, zal op 4 juni a.s. een
nieuwe serie frankeerzegels van elf
waarden in roulatie komen met ver
schillende voorstellingen. De waarden
lopen van 1 d. tot en met 5 sh.
JEUGD IN SLEM.
Sedert het vorige jaar kent de Neder
landse Bridgebond een kampioenschap
voor gemengde paren, een evenement
waarin de paren moeten bestaan uit dame
met heer. De toeloop voor dit gebeuren
is zeer groot, vermoedelijk omdat er open
inschrijving is en dus ook de minder sterke
paren eens kunnen meedoen in een aan
trekkelijke serie wedstrijden, waaraan ook
vele zeer sterke spelers deelnemen.
Dat de sterkeren tegen de zwakkeren
niet altijd aan het langste einde trekken,
toont het onderstaande spel dat in de eer
ste ronden van genoemd kampioenschap
in Utrecht werd gespeeld:
A 10
O A B 8 6 4 2
O H 10
A H 3
Wit: Kc3, Dd3.
Zwart: Ka5, Rd8-e8, pion: a3-a4-a6-b6-
e5-e7-f7.
Hoewel het aantal stukken voor een
miniatuur te groot is, valt het op dat wit
slechts over een dame beschikt. Het is
duidelijk dat wit een dreiging moet inlei
den met zijn eerste zet, gezien de vele mo
gelijkheden welke zwart heeft. Zo komt
men tot de sleutelzet 1) Dd3-d2! welke
2) Kc4 mat dreigt en zwart bovendien nog
een vluchtveld geeft. De verschillende va
rianten zijn duidelijk. De auteur van deze
tweezet, welke nota bene in 1909 met een
eerste prijs werd bekroond, is onbekend!
765
ORV1095
O B 9 8 7 3
-
V B 9 8
973
O A V 6 4 2
V 5
H 4 3 2
-
O 5
B 10 987642
Het jeugdige NZ-paar dat dit spel tegen
de kampioenen 1962 (mevr. Hoogenkamp
de heer Kornalijnslijper) moest spelen,
bereikte een mooi contract. Zuid opende
met drie klaveren, west paste, de char
mante speelster op de noordplaats wilde
aan de voorzichtige kant blijven met een
bod van vijf klaveren oost paste doch
zuid, vermoedelijk de spreuk „alles of
niets" in zijn wapenschild voerende, liet
de jeugd voor 12 slagen contracteren door
een bod van zes klaveren.
Kornalijnslijper (west), nog steeds geen
helderziende die de ruitenuitkomst kon
vinden, speelde normaal hartenheer voor
en zuid had geen moeite zijn onderneming
met succes te bekronen.
De score bleek voor OW slecht te zijn,
daar slechts één ander NZ-paar eveneens
6 klaveren geboden en gemaakt had. Ver
der waren er natuurlijk diverse Sansjes in
NZ op de scorelij st te bewonderen en min
der succesrijk bleek een NZ-paar, waar
van de heer op de zuidplaats de hoffelijk
heid zóver had doorgedreven, dat hij zijn
partner (mevrouw noord) in vier harten
had laten modderen. Kijkt men even naar
het westspel, dan begrijpt men dat vier
harten voor NZ niet het ideale eindcon-
tract was.
Het is een prestatie van de heer G.
Zeeuwe (lid van de Haarlemse Damclub)
om in het briefspel tot de eindstrijd om
de wereldtitel door te dringen. Hier laten
wij een fraaie en korte winstpartij op de
Fransman Raymond Picard (zwart) volgen.
1) 34-29 16-21. 2) 31-26 11-16. 3) 37-31 6-11.
4) 31-27 1-6. 5) 36-31 19-24. 6) 41-37 14-19.
Het briefspel leent zich uitstekend voor
onderzoekingstochten in de opening. Beide
spelers zijn vol ondernemingslust.
7) 46-41 20-25. 8) 29x20 25x14. 9) 40-34
15-20. 10) 44-40 20-24. 11) 50-44 10-15. 12)
41-36 5-10. 13) 33-28 18-23. 14) 38-33 15-20?
Stand na 15-20?
RAYMOND PICARD (Frankrijk)
OCOOCOOOOOOOOOOOCOOOOCOOOOOOOOOOOCOOOCOOCOOOOOCOCOOOOCO"
Wit: Ke4, Del.
Zwart: Ke6, pion c3-d6-d7-e7-f6-f7-g3.
Een symmetrische stelling, die na de
sleutelzet 1) Del-e3! symmetrisch blijft.
De varianten zijn 1) c2. 2) Db3t enz.
of 1) d5t. 2) Kf4f Kd6. 3) Db6 mat en
evenzo aan de rechterzijde. Auteur K. A. L.
Kubbel 1908.
^300000000000000000000000000000000000000000C
Wit: Kcl, Ra3.
Zwart: Kal, Pdl, pion a2.
De zwarte koning zit in de hoek gevan
gen. Na een loperschaak op de lange diago-
Nog slechter had het voor OW kunnen naal is hij in één of twee zetten mat. Maar
aflopen, als NZ in het contract van zes njet aIle loperzetten leiden tot het doel,
kfeVében bij'een-uitkomst tnet'hartfeiM rnatJn -vier. Het charmante is, dat,slechts
heer dë besté "speelwijze sêVolgd zoTiderj Ka3-f8! dit kan bewerkstelligen. Na
hebben. Natuurlijk" is het? verteidelijkl 1)^-f. Phief Pc3 volgt 2).Kol-cS: en zwprt
direct op hartenaas van tafel in zuid de kan 3> R§7t en mat op de vierde zet niet
ruiten vijf te parkeren, doch dit leidt voorkomen. Alle andere loperzetten zijn
slechts tot 12 slagen. Het betere speelplan echter foutief. Zie:
is de eerste harten in noord klein te spelen
en in zuid af te troeven. In slag 2 met
klaver naar de heer gaan en wéér een is §een mat in twee.
harten van noord in zuid aftroeven. Hier
na naar noord terug met troefaas, harten
aas incasseren (zuid ruiten weg), harten
uit noord aftroeven in zuid. Nog steeds is
de hartenboer niet vrij gekomen doch de
tafel (noord) heeft twee entrees: eerst kan
noord aan slag worden gebracht met
a) 1) Rb4? Pb2! 2) Kc2 Pa4 (of dl) en er
b) 1) Rc5? Pc3! 2) Kc2 Pb5 (of e2).
c) 1) Rd6? Pb2! 2) Kc2 Pc4 (of d3).
d) 1) Re7? Pc3! 2) Kc2 Pd5 (of e4).
Het leerzame is, dat men bij zo 'n loper-
paardduel de raadsheer zover mogelijk
weS moet zetten, om dit stuk buiten bereik
schoppenaas, waarna harten acht in zuid van het paard te brengen. Curieus is voorts
wordt getroefd, daarna incasseert zuid dat de stelling, in 1928 gecomponeerd door
schoppen heer, troeft vervolgens een derde h. Hultberg. in 1949 onafhankelijk hiervan
(kleme) schoppen af met klaver drietje en 0ok werd ontdekt door dr. K. Dittrich.
kan nu zijn laatste verliesslag uit eigen
hand (schoppentje) weggooien op harten
boer. Het is praktisch zonder risico het
spel zo te spelen zou oost bijv. de tweede
harten uit noord al kunnen voortroeven
met klavervrouw, dan kan zuid altijd nog
zijn ruitentje opruimen en blijven er twee
troeven in noord over om zuids verliezen
de schoppens af te troeven. Leerzaam is
ook, dat het minder goed is direct harten
aas te nemen en een harten af te troeven.
Gaat zuid hierna met troef naar tafel en
speelt hij een derde harten, dan kan oost
klavervrouw maken.
De historie heeft voor NZ geen happy
ending; ondanks het mooie zesbod scoorde
de jeugd te weinig om de volgende ronde te
halen. OW konden de schok net verdragen
en klasseerden zich wel, zodat dit slem bij
hen een niet al te bittere nasmaak achter
liet.
oooooooooooooocooooooooooooooooooooooooooooooooooocooooo
G. ZEEUWE (Nederland)
Zwart: 2, 3, 4, 6 tot en met 14, 16, 17, 19,
20, 21, 23, 24.
Wit: 26, 27, 28, 31 tot en met 37, 39, 40,
42, 43, 44, 45, 47, 48, 49.
De laatste zet van zwart, 15-20, is niet
sterk. Wit kan met 34-29 en 40x29 uitste
kend spel veroveren.
De gespeelde zet 15) 34-30 is zeer kans
rijk.
Op 15)23-29 wint wit een stuk in de
positie na 16) 30-25 29x38. 17) 42x33 en
zwart moet steeds stuk verliezen. Na 15)
34-30 kon 20-25? ook niet wegens de vol
gende afwikkeling: 16) 42-38 25x34 17)
40x20 14x25. 18) 33-29 23x34. 19) 39x30
25x34. 20) 28-22 17x28. 21) 32x5 21x41 5x46
In de partij maakte wit damzet door: 15)
34-30 12-18? 16) 28-22 17x28. 17) 26x17
11x22. 18) 33-29 23x25. 19) 32x1 en zwart
gaf ineens op.
Maar boeiend blijft het spel voor onder
zoek in deze opsluitingspartij als de stelling
na 15) 34-30 wordt voorgeschoteld. Na 10-
15 42-38 mag immers niet 20-25? wegens de
ongewone uitval 28-22. Interessant om na
te gaan!
De heer Zeeuwe wensen wij in dit zwaar
bezet toernooi veel succes.
ooooooooocoocooooooocoocooooooooccooooooocoooo
Wit: Kcl, Rb4.
Zwart: Kal, Tc8, Rdl, pion a2-c2.
PAASEIEREN ZOEKEN
De uitgever Walter Rau uit Dusseldorf
zond ons ter bespreking:
1) Unzicker, vierzig eigene Partien,
DM 6.20;
2) Guttmann, Minimalprobleme, DM 6.40.
Nu de kranten volstaan met toppartijen
tussen Botwinnik en Petrosjan, willen we
ten aanzien van het eerste boek volstaan
met te vermelden, dat daarin onder andere
Unzicker's overwinning op Botwinnik te
Oberhausen 1961 geanalyseerd wordt. Uit
het tweede werk hebben wij vijf paaseieren
geput en deze verstopt/ De lezer zoeke zelf
en zal er zeker intense vreugde aan be
leven. Het is allemaal niet zo moeilijk en
juist daarom zo boeiend.
OPLOSSINGEN
H. XV. Filarski Hier zien we een soortgelijk duel tussen
loper en toren. Weer is er maar één goede
oplossing. Wit moet er in het bijzonder op
toezien, dat de toren niet op de b-lijn komt,
omdat dan Tblf aan alle illusies een einde
maakt. Sleutelzet 1) Rb4-d6! Tc8-e8. 2)
Rd6-c5! en nu: a) 2)Td8. 3) Re7! enz.
of b) 2)Te4. 3) Ra3 enz.
Liefhebbers van het briefspel voor bin
nen- en buitenland kunnen inlichtingen
krijgen bij de heer P. Hovmgh, Jan Voer
manstraat 68 III in Amsterdam-West, tele
foon 135452.
In het officieel orgaan van de Canadese
Dambond, Jeu de Dames, te Montreal,
lezen wij met veel plezier, dat de in Neder
land bekende oud-wereldkampioenen Da-
genias en Deslauriers nog bijzonder sterk
spelen, zowel op de 144 als 100 ruiten.
De grootste speelkracht van deze Frans
sprekende Canadezen gaat uit van het
offerspel. Daarin zij ze waarlijk meesters!
Hieronder een voorbeeld, hoe Dagenias een
partij won.
DAGENIAS
HET GING NIET GOED met de
paashaas van de stad Bouillon. Ja
renlang had hij in zijn gebied trouw
voor gepast paasvermaak jezorgd.
En zijn gebied omvatte niet alleen
de stad Bouillon, maar ook het na
bijgelegen Vermicallidorp, het aan
grenzende Gehaktgehucht en boven
dien nog de hele Tomatenbuurt. Dat
was geen wissewasje. Hij was er oud
van geworden, moe en stram en lust
te zelfs geen soep meer.
Hoe nu? Wie kon er dit jaar voor
zorgen dat in de stad Bouillon en
omstreken mooie gekleurde paaseie
ren verstopt werden onder struiken
en stoepen, onder stoelen en onder
banken? Gelukkig had de paashaas
van Bouillon drie nietsnutten van
zoons. En misschien is nu dan de
tijd aangebroken dat zij zich eindelijk
eens ten nutte kunnen maken, dacht
hij.
De oude paashaas riep zijn oudste
nietsnut bij zich en zei: „Hier heb
je een zak met gekleurde eieren. Zo
gauw het donker wordt, ga je er
mee op stap. Je verstopt de eieren,
waar je ze maar verstoppen kunt.
Denk er om, kijk goed uit naar
plaatsjes waar je iets heel mooi
kunt verstoppen. En hij kwam een
heleboel van die mooie plekjes te
gen. En overal verstopte hij paaseie
ren. Hij kwam zoveel van die mooie
plekjes tegen om iets te verstoppen
dat, toen hij eindelijk bij Bouillon
was, er geen paasei meer in izijn
zak zat. Zijn zak was helemaal leeg!
MAAR OMDAT HIJ natuurlijk niet
zomaar weer naar zijn hol kon gaan,
begon hij in Bouillon maar andere
dingen te verstoppen. Mutsen, die hij
uit de huizen haalde, verstopte hij in
het rulle zand onder de heggen. Hoe
den, die hij óók uit de huizen haalde,
begroef hij onder tuinaarde en blade
ren. En onder de stoepen vond hij
mooie plekjes voor vulpennen, pijpen
en lepels en vorken. In het Vermi-
cellidorp verstopte hij zelfs een mooi
klein gouden horloge in een hooiberg
en in het Gehaktgehucht liet hij alle
schoenen die hij vinden kon in de wa
terput verdwijnen. Dat was een mooie
verstopplaats!
Heel tevreden over zijn werk kwam
hij bij de oude paashaas terug, die
heel diep lag te slapen. De oude
paashaas werd pas de volgende mor
gen wakker door een geweldig kabaal.
Het rumoer kwam van de kant van
de stad Bouillon, het Vermicellidorp,
het Gehaktgehucht en de Tomaten-
buurt. Driftig schreeuwende stemmen
van mensen die hun mutsen, hun hoe
den, hun lepels en vorken, hun schoe
nen, jazelfs hun horloge kwijt waren.
DE PAASHAAS riep zijn oudste
nietsnut bij zich „Wat heb je ge
daan?" vroeg de paashaas. „Precies
wat je gezegd heot", zei de oudste
nietsnut. En hij vertelde alles. Boos
en uit zijn humeur trok de paashaas
zich diep terug in zijn hol. Hij was
voor niemand meer te spreken.
De avond daarop zei hij tegen zijn
middelste nietsnut: Ga jij het maar
overdoen. Hier heb je een zak met
Deze compositie van dr. O. T. Blathy uit
1886 vormt een aardig pendant van de
vorige.
RENé DUSSAULT
500oooo<^ooc<>^oooccöococooooooooocx90ooccoococoooocooooo:
SOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOCOOOOOOOOOr
OOÖOOCOOOOOOOOOOOOOOGOOOOOOOOOOOOOOOOOCOCOOOOO
Wit: Kb6, Tb2.
Zwart: Ka4.
Kan het simpeler dan deze stelling? Toch
maken wij ons sterk, dat velen de mat
voering in zes zetten niet vonden. In zeven
zetten kan iedereen het, maar in zes? Dat
gaat als volgt: 1) Tb5! Ka3. 2) Ka5! Ka2.
3) Ka4 Kal. 4) Kb3! De pointe. Zwart
kan nu nog even ontsnappen. 4)Kbl.
5) Tc5! Kal. 6) Tel mat.
Een dartel paashaasje!
vw/ Wwy/ t/Ztw
XXX50COOOOCOOOOQOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOCOOOOOCOOOOOCX
JEAN OUY MOREAU
Zwart: 10 stukken op 7, 8, 9, 10, 12, 13,
15, 20, 26, 27.
Wit: 23, 28, 35, 36, 37, 38, 39, 43, 44, 49.
Het spelverloop was: 1) 35-30 20-25. 2)
39-33 25x34. 3) 44-39 34-40. 4) 23-19 13x24.
5) 28-22 27x18. 6) 37-31 26x37. 7) 38-32 37x
28. 8) 33x11 12-17. 9) 11x22 40-45. 10) 39-33
24-29 en 45-50 en zwart won.
De dure damzet, die de witspeler nam,
getuigt, dat in de overblijvende stelling
Moreau de situatie uitstekend had be
rekend. Mogelijk, dat een onzer lezers een
remise kan ontdekken.
^oc»ÖaDooood^^Éooooo(^^ixxxx^^ioax5<^^^)0(X)C^
JEAN OUY MOREAU
Zwart: 3, 6, 8, 11, 13, 16, 18, 19, 23, 24, 26.
Wit: 22, 27, 28, 30, 32, 33, 35, 36, 37, 38, 43.
Wit aan zet won als volgt: 1) 33-29 24x31.
2) 30-24 19x30. 3) 28x19 13x24. 4) 22x2 31x22
5) 43-39 3-9. 6) 39-34 30x39. 7) 2x43 9-13.
8) 32-27 22x31. 9) 36x27 13-18. 10) 35-30
18-22. 11) 27x18 26-31. 12) 43-48 31-36.
13) 48-37 16-21. 14) 18-13 21-27. 15) 37-14
11-17. 16) 13-9 17-22. 17) 9-4 22-28. 18) 37x21
36-41. 19) 21-32 en wit wint.
De Canadezen bereiden zich er in hun
land ernstig op voor zo goed mogelijk met
de wereldkampioenschappen 1964 voor de
dag te komen.
nieuwe paaseieren. En denk er aan
goed verstoppen."
De middelste nietsnut ging op weg
Toen hij in de stad Bouillon kwam
had hij honger gekregen. Hij hac;
trouwens altijd honger, want hij was
een geweldige veelvraat. Hij at een
van de paaseieren op. „Die zijn lek
kerder dan ik dacnt", zei hij, „daar
lust ik nog wel eentje van." En hij
at er nog eentje op. „Bovendien", zei
hij, „als ik ze zelf opeet, dan zijn ze
pas goed verstopt, zeg! In mijn
maag vindt niemand ze." En hij a
alle paaseieren op.
Heel tevreden kwam hij bij de oude
paashaas terug. De oude paashaas
sliep dit keer niet. Toen hij zijn mid
delste nietsnut waggelend, dik en
rond, aan zag komen, begreep hij
meteen wat er was gebeurd. Hij was
verschrikkelijk boos en trok zich tot
de volgende avond heel diep terug in
zijn hol.
De volgende avond gaf hij zijn
jongste nietsnut een zak vol paaseie
ren mee. „Doe jij het nu goed", zei
hij, „want dit is onze laatste kans.
Door je nietsnutten van broers heb
ben we al twee paasdagen verspeeld
en meer dan drie paasdagen zijn er
nooit. Dus goed verstoppen, dat is al
les."
DE JONGSTE NIETSNUT trok met
de zak paaseieren naar Bouillon
„Goed verstoppen", dacht hij, „goed,
ik ga goed verstoppen." En in Bouii-
lon verstopte hij met zijn paaseieren
alle wastafels die hij zag en alle goot
stenen en elk bad. In het Vermicelli
dorp verstopte hij zelfs de gasleiding
en in het Gehaktgehucht alle putten,
alle dakgoten, en alle afvoerpijpen.
„Dat is nog eens goed verstoppen"
zei hij. Heel tevreden ging hij naar
de oude paashaas terug. De paashaas
sliep diep en werd pas de volgende
morgen wakker door een geweldig
kabaal. Ogenblikkelijk riep hij de
jongste nietsnut bij zich. „Wat heb je
gedaan", vroeg hij dreigend. „Alles
verstopt", zei de jongste nietsnut en
vertelde alles heel trots. De oude
paashaas stopte zijn poten in zijn
oren van ellende.
Hij riep zijn drie nietsnutten bij el
kaar en zei: „Ik kan aan jullie ook
niets, niets nuttigs overlaten. Geluk
kig zijn er nooit vier paasdagen, want
anders zou ik nu zelfs nog met mijn
oude stramme poten op stap moeten.
Luister nou eens goed naar me, niets
nutten. Jullie moeten nu kiezen. Jul
lie gaan voortaan het pad der deugd
en dan worden jullie misschien op
den duur een evengoede paashaas als
ik. Of jullie gaan verder op het pad
van de ondeugd en dan.en dan.
ja dan.Van de kant van de stad
Bouillon klonken geweldig boze stem
men. En die boze stemmen kwamen
steeds dichter bij. „Jullie hebben nu
nog te kiezen", zei de oude paas
haas, „welk pad jullie op willen
Nou, de drie nietsnutjes hoefden niet
lang na te denken. Ze kozen vlug het
hazepad. En de oude paashaas? Toen
de boze stemmen nóg dichter bijkwa
men, koos hij ook maar.Nee, niet
het hazepad, dat kun je niet van een
paashaas verwachten. Hij koos hei
paashazepad.
Paashaas huppelthopla
hop
En gooit al zijn eitjes op
Rood en groen en blauw en geel
O!wat heeft hij er al vèèl.1
En hij zwaait met zijn penselen,
Om de kleuren te verdelen
Want met Pasen moet het klaar,
Dus vooruit!h&rd werken
maar
Paashaas huppelthopla
hop.1
Schudt zijn oren flip-flap-flop
Elle eieren op een rij
Klaar is Kees wat is hij blij
Nu de kinderen gauw gaan foppen.
Waar zal hij ze gaan verstoppen
In de kamer? In de tuin
In de kast of in het duin
Paashaas huppelthopla
hóp
Heeft de Lènte in zijn kop
Gauw om ieder ei een strik
O.' Wat is hij in zijn schik
Gauw maar jongensga maar
zoeken
Kijk vooral in alle hoeken...
Bim... Bam Bom... de
Paasklok luidt
Zoeken jongens.kom.vóóruit.