FILATELIE De drie van de ge f, f ZATERDAG 13 APRIL 1963 Erbij PAGINA VIER m IW? HH m Mr. Ed. Spanjaard i4Zm.y ...iü.iüj B. Dukel Ferdinand Langen De Paashaas komt Nunnie Wiemeyer WEST-BERLIJN. In de serie „Oud Berlijn" zal op 26 april een aanvullings- waarde van 15 pf. (donkerblauw en blauwgrijs) worden uitgegeven. De «i.itti.ihiflhiitim zegel brengt de Mauerstrasse, omstreeks 1780in beeld. Het ontwerp is van H. Hiller, vervaardigd naar een gravure van Johann Georg Rosenberg (1739 1808). FRANKRIJK. Op 26 april a.s. zal een serie van vijf waarden in omloop wor den gebracht, waarop vijf beroemde mannen uit de landen van de Europese Economische Gemeenschap zijn afge beeld en wel op de 0.20 fr. Ludwig von Beethoven (Duitsland), op de 0.20 fr. Emïle Verhaeren (België), op de 0.20 fr. Guiseppe Mazzini (Italië), op de 0.20 fr. Emïle Mayrisch(Luxemburg) en op de 0.30 fr. Hugo de Groot (Nederland). KONGO (LEOPOLDSTAD). Een serie van vier anti-hongerzegels, 5 2 fr., 9 4 fr., 12 6 fr. en 20 10 fr., is verkrijgbaar gesteld. De zegels verto nen drie korenaren en drie vrouwen met manden met koren op hun hoofd. De druk geschiedde bij Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem naar een ontwerp van de Belgische kunstenaar Jean van Noten. Oplage: 100.000 series. EGYPTE. Ter gelegenheid van de wereldkampioenschappen lawn-tennis, gehouden in Egypte is een postzegel van 10 mills (grijs, zwart en bruin) ver schenen met als voorstelling een tennis spelers in actie en de wereldbol. POLEN. Honden van verschillend ras komen voor op een serie van negen waarden. De 20 gr. toont de cocker- spaniel, de 40 gr. de boxer, de 50 gr. de airedale terrier, de 60 gr. de Franse bulldog, de 1 zl. de poedel, de 6.50 zl. de Deense dog. De 30 gr., 2.50 zl. en 3.40 zl. laten honden zien die in Polen worden gefokt. ARGENTINIË. Ter viering van het 75-jarig bestaan van de Argentijnse industriële Unie is een postzegel van 4 pesos (grijs, rood en zwart) verkrijg baar gesteld. De zegel laat drie tand wielen zien, waarvan er een het em bleem van de Unie draagt. De oplage bedraagt twee miljoen stuks. BELGIE. Driehonderdvijftig jaar ge leden werd door de aartshertogen Al- bertus en Isabella een oorkonde ver leend waarbij het Gentse Schermers- gilde. St. Michiels officieel wérd erkend. Dit feit is herdacht door de uitgifte van drie postzegels. De 1 fr. (rood en licht blauw) stelt twee edellieden uit de 17e eeuw voor die in een duel gewikkeld zijn, beiden houden in hun linkerhand een rapier en in hun rechterhand een dolk, op de 3 fr. violet en geelgroen ziet men twee floretschermers en op de 6 fr. (zwart, goudgeel, blauw en rood) het wapenschild van de koninklijke en ridderlijke gilde van St. Michiels. ENGELAND. Ter gelegenheid van de Nationale natuurweek, die van 18 tot 25 mei wordt gehouden, zal op 16 mei een serie van twee zegels verschijnen. Op de 3 d. komen boterbloemen en madeliefjes, alsmede een bij die honing verzamelt voor en op de 4llt d. een das, een jong hert, een specht, een boom leeuwerik, een langstaartje, een citroen vlinder, een dwergmuis, een wilde arenskélk, korenaren, beuk- en tong- varen. Beide zegels zijn in drie kleuren gedrukt naar ontwerpen van S. D. Scott (3 d.) en Michael Goaman (4%h d.). COOK-EILANDEN. Op deze eilan dengroep in Polynesië, behorende tot Nieuw-Zeeland, zal op 4 juni a.s. een nieuwe serie frankeerzegels van elf waarden in roulatie komen met ver schillende voorstellingen. De waarden lopen van 1 d. tot en met 5 sh. JEUGD IN SLEM. Sedert het vorige jaar kent de Neder landse Bridgebond een kampioenschap voor gemengde paren, een evenement waarin de paren moeten bestaan uit dame met heer. De toeloop voor dit gebeuren is zeer groot, vermoedelijk omdat er open inschrijving is en dus ook de minder sterke paren eens kunnen meedoen in een aan trekkelijke serie wedstrijden, waaraan ook vele zeer sterke spelers deelnemen. Dat de sterkeren tegen de zwakkeren niet altijd aan het langste einde trekken, toont het onderstaande spel dat in de eer ste ronden van genoemd kampioenschap in Utrecht werd gespeeld: A 10 O A B 8 6 4 2 O H 10 A H 3 Wit: Kc3, Dd3. Zwart: Ka5, Rd8-e8, pion: a3-a4-a6-b6- e5-e7-f7. Hoewel het aantal stukken voor een miniatuur te groot is, valt het op dat wit slechts over een dame beschikt. Het is duidelijk dat wit een dreiging moet inlei den met zijn eerste zet, gezien de vele mo gelijkheden welke zwart heeft. Zo komt men tot de sleutelzet 1) Dd3-d2! welke 2) Kc4 mat dreigt en zwart bovendien nog een vluchtveld geeft. De verschillende va rianten zijn duidelijk. De auteur van deze tweezet, welke nota bene in 1909 met een eerste prijs werd bekroond, is onbekend! 765 ORV1095 O B 9 8 7 3 - V B 9 8 973 O A V 6 4 2 V 5 H 4 3 2 - O 5 B 10 987642 Het jeugdige NZ-paar dat dit spel tegen de kampioenen 1962 (mevr. Hoogenkamp de heer Kornalijnslijper) moest spelen, bereikte een mooi contract. Zuid opende met drie klaveren, west paste, de char mante speelster op de noordplaats wilde aan de voorzichtige kant blijven met een bod van vijf klaveren oost paste doch zuid, vermoedelijk de spreuk „alles of niets" in zijn wapenschild voerende, liet de jeugd voor 12 slagen contracteren door een bod van zes klaveren. Kornalijnslijper (west), nog steeds geen helderziende die de ruitenuitkomst kon vinden, speelde normaal hartenheer voor en zuid had geen moeite zijn onderneming met succes te bekronen. De score bleek voor OW slecht te zijn, daar slechts één ander NZ-paar eveneens 6 klaveren geboden en gemaakt had. Ver der waren er natuurlijk diverse Sansjes in NZ op de scorelij st te bewonderen en min der succesrijk bleek een NZ-paar, waar van de heer op de zuidplaats de hoffelijk heid zóver had doorgedreven, dat hij zijn partner (mevrouw noord) in vier harten had laten modderen. Kijkt men even naar het westspel, dan begrijpt men dat vier harten voor NZ niet het ideale eindcon- tract was. Het is een prestatie van de heer G. Zeeuwe (lid van de Haarlemse Damclub) om in het briefspel tot de eindstrijd om de wereldtitel door te dringen. Hier laten wij een fraaie en korte winstpartij op de Fransman Raymond Picard (zwart) volgen. 1) 34-29 16-21. 2) 31-26 11-16. 3) 37-31 6-11. 4) 31-27 1-6. 5) 36-31 19-24. 6) 41-37 14-19. Het briefspel leent zich uitstekend voor onderzoekingstochten in de opening. Beide spelers zijn vol ondernemingslust. 7) 46-41 20-25. 8) 29x20 25x14. 9) 40-34 15-20. 10) 44-40 20-24. 11) 50-44 10-15. 12) 41-36 5-10. 13) 33-28 18-23. 14) 38-33 15-20? Stand na 15-20? RAYMOND PICARD (Frankrijk) OCOOCOOOOOOOOOOOCOOOOCOOOOOOOOOOOCOOOCOOCOOOOOCOCOOOOCO" Wit: Ke4, Del. Zwart: Ke6, pion c3-d6-d7-e7-f6-f7-g3. Een symmetrische stelling, die na de sleutelzet 1) Del-e3! symmetrisch blijft. De varianten zijn 1) c2. 2) Db3t enz. of 1) d5t. 2) Kf4f Kd6. 3) Db6 mat en evenzo aan de rechterzijde. Auteur K. A. L. Kubbel 1908. ^300000000000000000000000000000000000000000C Wit: Kcl, Ra3. Zwart: Kal, Pdl, pion a2. De zwarte koning zit in de hoek gevan gen. Na een loperschaak op de lange diago- Nog slechter had het voor OW kunnen naal is hij in één of twee zetten mat. Maar aflopen, als NZ in het contract van zes njet aIle loperzetten leiden tot het doel, kfeVében bij'een-uitkomst tnet'hartfeiM rnatJn -vier. Het charmante is, dat,slechts heer dë besté "speelwijze sêVolgd zoTiderj Ka3-f8! dit kan bewerkstelligen. Na hebben. Natuurlijk" is het? verteidelijkl 1)^-f. Phief Pc3 volgt 2).Kol-cS: en zwprt direct op hartenaas van tafel in zuid de kan 3> R§7t en mat op de vierde zet niet ruiten vijf te parkeren, doch dit leidt voorkomen. Alle andere loperzetten zijn slechts tot 12 slagen. Het betere speelplan echter foutief. Zie: is de eerste harten in noord klein te spelen en in zuid af te troeven. In slag 2 met klaver naar de heer gaan en wéér een is §een mat in twee. harten van noord in zuid aftroeven. Hier na naar noord terug met troefaas, harten aas incasseren (zuid ruiten weg), harten uit noord aftroeven in zuid. Nog steeds is de hartenboer niet vrij gekomen doch de tafel (noord) heeft twee entrees: eerst kan noord aan slag worden gebracht met a) 1) Rb4? Pb2! 2) Kc2 Pa4 (of dl) en er b) 1) Rc5? Pc3! 2) Kc2 Pb5 (of e2). c) 1) Rd6? Pb2! 2) Kc2 Pc4 (of d3). d) 1) Re7? Pc3! 2) Kc2 Pd5 (of e4). Het leerzame is, dat men bij zo 'n loper- paardduel de raadsheer zover mogelijk weS moet zetten, om dit stuk buiten bereik schoppenaas, waarna harten acht in zuid van het paard te brengen. Curieus is voorts wordt getroefd, daarna incasseert zuid dat de stelling, in 1928 gecomponeerd door schoppen heer, troeft vervolgens een derde h. Hultberg. in 1949 onafhankelijk hiervan (kleme) schoppen af met klaver drietje en 0ok werd ontdekt door dr. K. Dittrich. kan nu zijn laatste verliesslag uit eigen hand (schoppentje) weggooien op harten boer. Het is praktisch zonder risico het spel zo te spelen zou oost bijv. de tweede harten uit noord al kunnen voortroeven met klavervrouw, dan kan zuid altijd nog zijn ruitentje opruimen en blijven er twee troeven in noord over om zuids verliezen de schoppens af te troeven. Leerzaam is ook, dat het minder goed is direct harten aas te nemen en een harten af te troeven. Gaat zuid hierna met troef naar tafel en speelt hij een derde harten, dan kan oost klavervrouw maken. De historie heeft voor NZ geen happy ending; ondanks het mooie zesbod scoorde de jeugd te weinig om de volgende ronde te halen. OW konden de schok net verdragen en klasseerden zich wel, zodat dit slem bij hen een niet al te bittere nasmaak achter liet. oooooooooooooocooooooooooooooooooooooooooooooooooocooooo G. ZEEUWE (Nederland) Zwart: 2, 3, 4, 6 tot en met 14, 16, 17, 19, 20, 21, 23, 24. Wit: 26, 27, 28, 31 tot en met 37, 39, 40, 42, 43, 44, 45, 47, 48, 49. De laatste zet van zwart, 15-20, is niet sterk. Wit kan met 34-29 en 40x29 uitste kend spel veroveren. De gespeelde zet 15) 34-30 is zeer kans rijk. Op 15)23-29 wint wit een stuk in de positie na 16) 30-25 29x38. 17) 42x33 en zwart moet steeds stuk verliezen. Na 15) 34-30 kon 20-25? ook niet wegens de vol gende afwikkeling: 16) 42-38 25x34 17) 40x20 14x25. 18) 33-29 23x34. 19) 39x30 25x34. 20) 28-22 17x28. 21) 32x5 21x41 5x46 In de partij maakte wit damzet door: 15) 34-30 12-18? 16) 28-22 17x28. 17) 26x17 11x22. 18) 33-29 23x25. 19) 32x1 en zwart gaf ineens op. Maar boeiend blijft het spel voor onder zoek in deze opsluitingspartij als de stelling na 15) 34-30 wordt voorgeschoteld. Na 10- 15 42-38 mag immers niet 20-25? wegens de ongewone uitval 28-22. Interessant om na te gaan! De heer Zeeuwe wensen wij in dit zwaar bezet toernooi veel succes. ooooooooocoocooooooocoocooooooooccooooooocoooo Wit: Kcl, Rb4. Zwart: Kal, Tc8, Rdl, pion a2-c2. PAASEIEREN ZOEKEN De uitgever Walter Rau uit Dusseldorf zond ons ter bespreking: 1) Unzicker, vierzig eigene Partien, DM 6.20; 2) Guttmann, Minimalprobleme, DM 6.40. Nu de kranten volstaan met toppartijen tussen Botwinnik en Petrosjan, willen we ten aanzien van het eerste boek volstaan met te vermelden, dat daarin onder andere Unzicker's overwinning op Botwinnik te Oberhausen 1961 geanalyseerd wordt. Uit het tweede werk hebben wij vijf paaseieren geput en deze verstopt/ De lezer zoeke zelf en zal er zeker intense vreugde aan be leven. Het is allemaal niet zo moeilijk en juist daarom zo boeiend. OPLOSSINGEN H. XV. Filarski Hier zien we een soortgelijk duel tussen loper en toren. Weer is er maar één goede oplossing. Wit moet er in het bijzonder op toezien, dat de toren niet op de b-lijn komt, omdat dan Tblf aan alle illusies een einde maakt. Sleutelzet 1) Rb4-d6! Tc8-e8. 2) Rd6-c5! en nu: a) 2)Td8. 3) Re7! enz. of b) 2)Te4. 3) Ra3 enz. Liefhebbers van het briefspel voor bin nen- en buitenland kunnen inlichtingen krijgen bij de heer P. Hovmgh, Jan Voer manstraat 68 III in Amsterdam-West, tele foon 135452. In het officieel orgaan van de Canadese Dambond, Jeu de Dames, te Montreal, lezen wij met veel plezier, dat de in Neder land bekende oud-wereldkampioenen Da- genias en Deslauriers nog bijzonder sterk spelen, zowel op de 144 als 100 ruiten. De grootste speelkracht van deze Frans sprekende Canadezen gaat uit van het offerspel. Daarin zij ze waarlijk meesters! Hieronder een voorbeeld, hoe Dagenias een partij won. DAGENIAS HET GING NIET GOED met de paashaas van de stad Bouillon. Ja renlang had hij in zijn gebied trouw voor gepast paasvermaak jezorgd. En zijn gebied omvatte niet alleen de stad Bouillon, maar ook het na bijgelegen Vermicallidorp, het aan grenzende Gehaktgehucht en boven dien nog de hele Tomatenbuurt. Dat was geen wissewasje. Hij was er oud van geworden, moe en stram en lust te zelfs geen soep meer. Hoe nu? Wie kon er dit jaar voor zorgen dat in de stad Bouillon en omstreken mooie gekleurde paaseie ren verstopt werden onder struiken en stoepen, onder stoelen en onder banken? Gelukkig had de paashaas van Bouillon drie nietsnutten van zoons. En misschien is nu dan de tijd aangebroken dat zij zich eindelijk eens ten nutte kunnen maken, dacht hij. De oude paashaas riep zijn oudste nietsnut bij zich en zei: „Hier heb je een zak met gekleurde eieren. Zo gauw het donker wordt, ga je er mee op stap. Je verstopt de eieren, waar je ze maar verstoppen kunt. Denk er om, kijk goed uit naar plaatsjes waar je iets heel mooi kunt verstoppen. En hij kwam een heleboel van die mooie plekjes te gen. En overal verstopte hij paaseie ren. Hij kwam zoveel van die mooie plekjes tegen om iets te verstoppen dat, toen hij eindelijk bij Bouillon was, er geen paasei meer in izijn zak zat. Zijn zak was helemaal leeg! MAAR OMDAT HIJ natuurlijk niet zomaar weer naar zijn hol kon gaan, begon hij in Bouillon maar andere dingen te verstoppen. Mutsen, die hij uit de huizen haalde, verstopte hij in het rulle zand onder de heggen. Hoe den, die hij óók uit de huizen haalde, begroef hij onder tuinaarde en blade ren. En onder de stoepen vond hij mooie plekjes voor vulpennen, pijpen en lepels en vorken. In het Vermi- cellidorp verstopte hij zelfs een mooi klein gouden horloge in een hooiberg en in het Gehaktgehucht liet hij alle schoenen die hij vinden kon in de wa terput verdwijnen. Dat was een mooie verstopplaats! Heel tevreden over zijn werk kwam hij bij de oude paashaas terug, die heel diep lag te slapen. De oude paashaas werd pas de volgende mor gen wakker door een geweldig kabaal. Het rumoer kwam van de kant van de stad Bouillon, het Vermicellidorp, het Gehaktgehucht en de Tomaten- buurt. Driftig schreeuwende stemmen van mensen die hun mutsen, hun hoe den, hun lepels en vorken, hun schoe nen, jazelfs hun horloge kwijt waren. DE PAASHAAS riep zijn oudste nietsnut bij zich „Wat heb je ge daan?" vroeg de paashaas. „Precies wat je gezegd heot", zei de oudste nietsnut. En hij vertelde alles. Boos en uit zijn humeur trok de paashaas zich diep terug in zijn hol. Hij was voor niemand meer te spreken. De avond daarop zei hij tegen zijn middelste nietsnut: Ga jij het maar overdoen. Hier heb je een zak met Deze compositie van dr. O. T. Blathy uit 1886 vormt een aardig pendant van de vorige. RENé DUSSAULT 500oooo<^ooc<>^oooccöococooooooooocx90ooccoococoooocooooo: SOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOCOOOOOOOOOr OOÖOOCOOOOOOOOOOOOOOGOOOOOOOOOOOOOOOOOCOCOOOOO Wit: Kb6, Tb2. Zwart: Ka4. Kan het simpeler dan deze stelling? Toch maken wij ons sterk, dat velen de mat voering in zes zetten niet vonden. In zeven zetten kan iedereen het, maar in zes? Dat gaat als volgt: 1) Tb5! Ka3. 2) Ka5! Ka2. 3) Ka4 Kal. 4) Kb3! De pointe. Zwart kan nu nog even ontsnappen. 4)Kbl. 5) Tc5! Kal. 6) Tel mat. Een dartel paashaasje! vw/ Wwy/ t/Ztw XXX50COOOOCOOOOQOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOCOOOOOCOOOOOCX JEAN OUY MOREAU Zwart: 10 stukken op 7, 8, 9, 10, 12, 13, 15, 20, 26, 27. Wit: 23, 28, 35, 36, 37, 38, 39, 43, 44, 49. Het spelverloop was: 1) 35-30 20-25. 2) 39-33 25x34. 3) 44-39 34-40. 4) 23-19 13x24. 5) 28-22 27x18. 6) 37-31 26x37. 7) 38-32 37x 28. 8) 33x11 12-17. 9) 11x22 40-45. 10) 39-33 24-29 en 45-50 en zwart won. De dure damzet, die de witspeler nam, getuigt, dat in de overblijvende stelling Moreau de situatie uitstekend had be rekend. Mogelijk, dat een onzer lezers een remise kan ontdekken. ^oc»ÖaDooood^^Éooooo(^^ixxxx^^ioax5<^^^)0(X)C^ JEAN OUY MOREAU Zwart: 3, 6, 8, 11, 13, 16, 18, 19, 23, 24, 26. Wit: 22, 27, 28, 30, 32, 33, 35, 36, 37, 38, 43. Wit aan zet won als volgt: 1) 33-29 24x31. 2) 30-24 19x30. 3) 28x19 13x24. 4) 22x2 31x22 5) 43-39 3-9. 6) 39-34 30x39. 7) 2x43 9-13. 8) 32-27 22x31. 9) 36x27 13-18. 10) 35-30 18-22. 11) 27x18 26-31. 12) 43-48 31-36. 13) 48-37 16-21. 14) 18-13 21-27. 15) 37-14 11-17. 16) 13-9 17-22. 17) 9-4 22-28. 18) 37x21 36-41. 19) 21-32 en wit wint. De Canadezen bereiden zich er in hun land ernstig op voor zo goed mogelijk met de wereldkampioenschappen 1964 voor de dag te komen. nieuwe paaseieren. En denk er aan goed verstoppen." De middelste nietsnut ging op weg Toen hij in de stad Bouillon kwam had hij honger gekregen. Hij hac; trouwens altijd honger, want hij was een geweldige veelvraat. Hij at een van de paaseieren op. „Die zijn lek kerder dan ik dacnt", zei hij, „daar lust ik nog wel eentje van." En hij at er nog eentje op. „Bovendien", zei hij, „als ik ze zelf opeet, dan zijn ze pas goed verstopt, zeg! In mijn maag vindt niemand ze." En hij a alle paaseieren op. Heel tevreden kwam hij bij de oude paashaas terug. De oude paashaas sliep dit keer niet. Toen hij zijn mid delste nietsnut waggelend, dik en rond, aan zag komen, begreep hij meteen wat er was gebeurd. Hij was verschrikkelijk boos en trok zich tot de volgende avond heel diep terug in zijn hol. De volgende avond gaf hij zijn jongste nietsnut een zak vol paaseie ren mee. „Doe jij het nu goed", zei hij, „want dit is onze laatste kans. Door je nietsnutten van broers heb ben we al twee paasdagen verspeeld en meer dan drie paasdagen zijn er nooit. Dus goed verstoppen, dat is al les." DE JONGSTE NIETSNUT trok met de zak paaseieren naar Bouillon „Goed verstoppen", dacht hij, „goed, ik ga goed verstoppen." En in Bouii- lon verstopte hij met zijn paaseieren alle wastafels die hij zag en alle goot stenen en elk bad. In het Vermicelli dorp verstopte hij zelfs de gasleiding en in het Gehaktgehucht alle putten, alle dakgoten, en alle afvoerpijpen. „Dat is nog eens goed verstoppen" zei hij. Heel tevreden ging hij naar de oude paashaas terug. De paashaas sliep diep en werd pas de volgende morgen wakker door een geweldig kabaal. Ogenblikkelijk riep hij de jongste nietsnut bij zich. „Wat heb je gedaan", vroeg hij dreigend. „Alles verstopt", zei de jongste nietsnut en vertelde alles heel trots. De oude paashaas stopte zijn poten in zijn oren van ellende. Hij riep zijn drie nietsnutten bij el kaar en zei: „Ik kan aan jullie ook niets, niets nuttigs overlaten. Geluk kig zijn er nooit vier paasdagen, want anders zou ik nu zelfs nog met mijn oude stramme poten op stap moeten. Luister nou eens goed naar me, niets nutten. Jullie moeten nu kiezen. Jul lie gaan voortaan het pad der deugd en dan worden jullie misschien op den duur een evengoede paashaas als ik. Of jullie gaan verder op het pad van de ondeugd en dan.en dan. ja dan.Van de kant van de stad Bouillon klonken geweldig boze stem men. En die boze stemmen kwamen steeds dichter bij. „Jullie hebben nu nog te kiezen", zei de oude paas haas, „welk pad jullie op willen Nou, de drie nietsnutjes hoefden niet lang na te denken. Ze kozen vlug het hazepad. En de oude paashaas? Toen de boze stemmen nóg dichter bijkwa men, koos hij ook maar.Nee, niet het hazepad, dat kun je niet van een paashaas verwachten. Hij koos hei paashazepad. Paashaas huppelthopla hop En gooit al zijn eitjes op Rood en groen en blauw en geel O!wat heeft hij er al vèèl.1 En hij zwaait met zijn penselen, Om de kleuren te verdelen Want met Pasen moet het klaar, Dus vooruit!h&rd werken maar Paashaas huppelthopla hop.1 Schudt zijn oren flip-flap-flop Elle eieren op een rij Klaar is Kees wat is hij blij Nu de kinderen gauw gaan foppen. Waar zal hij ze gaan verstoppen In de kamer? In de tuin In de kast of in het duin Paashaas huppelthopla hóp Heeft de Lènte in zijn kop Gauw om ieder ei een strik O.' Wat is hij in zijn schik Gauw maar jongensga maar zoeken Kijk vooral in alle hoeken... Bim... Bam Bom... de Paasklok luidt Zoeken jongens.kom.vóóruit.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 20