Uitgestelde „kerstsalon" in Amsterdams Doelenzaa Tante Patent en buurman Bezig PANDA EN DE JACHT OP JANSEN O ÉIS Ons per volg ver haai NEW YORK KRIJGT DEZE ZOMER GEREGELDE AQUAVIONDIENST O Rokende vrouwen, kleinere baby's 11 WOENSDAG 17 APRIL 1963 EEN OORSPRONKELIJKE ROMAN DOOR KLAAS VAN DER GEEST Nieuwe aanwinsten Rijtuigmuseum - <!<>- ■«.r - - Sub-atoomdeeltjes ontdekt 0-16 ii) Maar hij hield het voor zich. Het was beter niet over zoiets te begin nen, niet zolang ze nog maar weinig kans hadden om er het levend af te brengen. Ten slotte was Cor de Vos zelfs met zijn twaalf dienstjaren, bij hem, Chris Bos vergeleken, nog maar een jongetje. En het kwam er ook niet op aan of hij ooit een fat soenlijk meisje had gehad. „Chris en Chrisje..." In zijn ver beelding zag hij het nog staan op de muur van de school. Met grote, sche ve letters. Hij had de jongens, die het daar opkalkten, nog net betrapt en vlas ze meteen aangevlogen. Een van die jongens was bijna twee keer zo groot als hij, maar hij had hem op zijn gezicht geslagen. Hij kon er na al die jaren om lachen. Het was een van de weinige herinneringen, waarom hij kon lachen „Chrisje..." Ze moest met de zoon van een klein boertje getrouwd zijn en zou het wel niet gemakkelijk heb ben gehad... een hoop kinderen waar schijnlijk en geen inkomen, maar het zou hem erg verbazen als hij ooit hoorde, dat ze niet tevreden was. „Eigenlijk is het net alsof we een vrije dag hebben en voor ons plezier een beetje zijn gaan zwemmen," hoorde hij Krijn van 't Hof zeggen. „Voor ons plezier..." merkte ma troos Verstuyt op. Achter die woor den voelden ze de verzwegen angst en ook het moeizaam verdrongen ver driet om al hun kameraden, die ze daar ergens op de oceaan achterge laten hadden. „We gaan verder," zei kwartier meester De Vos, kortaf, bijna wreve lig. Meteen liet hij er, min of meer vergoelijkend, op volgen: „We zullen zien, dat we thuis komen, jongens." „Thuis..." dacht korporaal Bos. Het was een vrij schampere gedach te. Thuis betekende voor hem een vrouw, die hem al die jaren vreemd was gebleven, die naar alle waar schijnlijkheid nooit naar hem ver langd en misschien zelfs nu niet eens aan hem gedacht had, maar zich ook in de oorlog op haar manier wel zou vermaken. „Kom je, Chris!" riep kwartier meester De Vos. „Ik kom, ja..." Chris Bos had niet gemerkt, dat de anderen al verder ge gaan waren. Hij wilde zich voorover keren en hen achterna gaan. Opeens zag hij een lichtje. Heel even maar. Een paar korte schitteringen. Voor hij zich er goed rekenschap van kon geven, had hij al geroepen: „Daar! Daar wordt geseind, man nen. Een boot! Een boooooot." Er verliepen enkele ogenblikken voor ze alle vier beseften, wat dit be tekende. De K-XII lag met langzaam draaiende dieselmotoren te slingeren op de golven, de luiken open om de lucht te verversen terwijl het machi- nekamerpersoneel de accumulatoren bijlaadde ,toen de uitkijk in het schijn sel van de maan een donkere schim laag op het water zag. Onmiddellijk liet de commandat de machines stoppen en fluisterend gaf hij bevel de gevechtsposten te bezet ten. Geruisloos bewogen de mannen zich op hun kousen of op bote voeten over het dek. Wie op de brug stond hield de adem in en tuurde vooruit. Die lage schim kon niet anders zijn dan een onderzeeboot en vermoedelijk was het er een van de beide Neder landse divisies, misschien zelfs de Zestien, die ze tevergeefs met de mor selamp hadden opgeroepen, maar ze kerheid had niemand. Ze moesten rekening houden met de mogelijkheid, dat het een Japanse boot was en na dat ze zich gevechtsklaar hadden ge maakt bleven ze wachten, terwijl de ander langzaam dichterbij kwam. Boven de kim in het noordoosten flakkerde een rosse gloed. Ver weg rommelde de donder van zwaar ge schut. Aan bakboord trok een zware regenbui met een tot stormachtige aanwakkerende wind voorbij. Op de brug van de Twaalf fluister de de eerste-officier: „Het is beslist de Zestien, comman dant." Misschien was hij daar wel van overtuigd; het kon ook zijn dat hij zich zelf alleen maar wilde gerust stellen. De commandant gaf er geen ant woord op. Hij vroeg de matroos eer- g steklas seiner: j' „Ben je klaar om het herkennings- sein te geven?" In de boegbuiskamer wachtten de torpedomakers. Machi- g nekamerpersoneel stond bij de klep- g pen om die op het eerste bevel open te draaien en de tanks vol te laten s lopen; de luiken op voor- en achter- g dek waren al dicht en van binnen af- g gegrendeld. „Zie jij er iets bekends aan, Joop?" vroeg de kwartiermeester van de g wacht aan een eersteklasser, die g naast hem stond. De eersteklasser schudde het hoofd. „Nog niet..." Het was hem niet g kwalijk te nemen. De lijnen van de g romp en de commandotoren waren nog slechts vaag te onderscheiden, g „Maar het moet de Zestien zijn," g voegde ook hij er fluisterend aan toe. „Je zou het wel zeggen ja!" De navigatieofficier nam een peiling en g gaf die door aan de commandant: „Noord twintig oost... afstand drie- kwart mijl!" s De elektromotoren werden aange- g zet. Met geruisloze vaart draaide de Twaalf langzaam vooruit. De roer- g ganger kreeg bevel: „Stuurboord vijf!" Ze lagen recht g op de donkere schim aan. Bij een vol- gende peiling, die onveranderd was gebleven, schatte do navigatieofficier g de afstand nog op iets meer dan een halve mijl. De commandant was het g niet helemaal met hem eens. „We zijn er verder af," mompelde g hij in zich zelf. Maar toch gaf hij g de seiner opdracht: „Herkenningssein De morselamp begon te flikkeren, g Tweemaal kort, tweemaal lang. Nog g eens tweemaal kort, tweemaal lang. Op hetzelfde ogenblik ging naar be- g neden het commando: „Beide boegbuizen, beide dekhuizen klaar! Doelsvaart nul! Diepte drie!" De mannen op de brug verstarden, g Alleen de eerste officier prevelde nog: „Het moet de Zestien zijn..." Als hij zich vergiste, zouden ze het g binnen enkele seconden weten en in plaats van een antwoord op het her- g kenningssein te krijgen de kogels om g hun oren horen fluiten en de bellen- s baan van een paar Japanse torpedo's s op zich af zien stormen. g Roerloos leunde de commandant g voorover tegen de leuning van de brag. „Come on! Come on! Schiet op, jul- g lie daar! Laat ons weten, wie je bent!" Toen zag hij de lichtflitsen en nog g vóór de seiner iets kon zeggen, gaf g hij al bevel: Alarm afgelast! Volle kracht voor- g uit! Het is de Zestien." Dadelijk g voegde hij er bedachtzaam aan toe: of tenminste een van de andere boten van de eerste divisie!" Het bleek de Zeventien te zijn. Ze g kwamen zo dicht bij elkaar langszij, g dat de beide commandanten met el- kaar konden praten zonder te moe- g ten schreeuwen. En ze hadden elkaar g een hoop te vertellen. Over de aanval met dieptebommen op de Twaalf, g over de Japanse koopvaarders, die de g Zestien in de Baai van Patani in de g grond geboord of in brand geschoten had. Maar dat kon allemaal wachten, g Eerst begonnen ze over de olie, die g ze vanaf de brug van de Twaalf op g het water hadden zien drijven, en g over hun vermoeden, dat daar een boot gezonken was. Ze vroegen el- g kaar, wat ze ervan dachten. Beiden g dachten hetzelfde: „Dat zou dan de Zestien kunnen g zijn... Hebben jullie de Zestien nog g gezien?" Geen van beiden had de Zestien ge- g zien. Ze overlegden of het verant- g woord was eens te kijken of ze niet g een paar wrakstukken konden oppik- g ken om die naar Singapore te bren- g gen. Geen van beiden sprak de stille g hoop uit, dat er behalve wrakstukken g misschien ook nog overlevende wa- g ren. g „Laten we het proberen!" stelden g ze voor. Ze zetten een koers uit en begonnen te zoeken. Zó dicht bij el- g kaar, dat de een de ander niet uit het g oog verloor, voeren ze op hun diesel- g motoren, halve kracht, in grote krin gen rond. (Wordt vervolgd) GEHANDICAPT door de verbouwing van Arti haar traditionele expositie ruimte heeft de Amsterdamse Ama teur Fotografen Vereniging haar „kerst salon 1962" naar Pasen 1963 moeten ver schuiven. Die nationale fototentoonstel ling de 24ste in successie is thans ingericht in de Doelenzaal aan de Klo veniersburgwal. De geringere ruimte al daar dwong tot het gebruik van dwars- wandjes, wat eigenlijk geen verlies is, want naar onze smaak laten de aldus geïsoleerde foto's (door de heer F. Gla- vimans met smaak en humor naar onder werp of associatieve werking in foto- lijmen" gegroepeerd) zich veel pret tiger bekijken dan een expositie aan on onderbroken lange wanden, zoals dat in Arti veelal gebruikelijk was en waarbij men vaak door de bomen het bos niet meer placht te zien. Het peil van de tentoonstelling als geheel viel ons wel iet wat tegen. Onder de 190 uitverkoren bro mides waren er verschillende, die aan scherpte, maar vooral ook aan drukkwa liteit tekort komen, terwijl ook divers „kleingoed" (formaten van 18x24 en 24x30 cm.) ietwat detoneerde. Is het nu echt niet zo te doen dat jury en organisato ren de inzenders verplichten, van hun uit verkoren foto's alsnog een uniforme zwart-wit-vergroting op minstens 30x40 cm. te maken, als conditie voor al of niet „hangen?" OVERIGENS, tussen de genoemde zwak ke broeders steken de uitblinkers des te meer af. Vele oude bekenden uit „salon- werkerskringen" zijn er met boeiend nieuw werk, bijvoorbeeld circusspecialist H. H. Baudert met o.m. een prachtig portret van een rustende clown en de Geleense AFIAP-fotograaf Th. Vromans met een paar juweeltjes van candids: Zus ter X en Moeder Overste. Daarnaast ver rassend werk van nieuwelingen met knap pe dierenportretten, winterse landschap pen, fotografische humor en zelfs met enkele knappe staaltjes van subjectieve fotografie in macrotechniek met een sterk beeldritme. GEEN STAALKAART misschien van het beste dat het vaderlandse amateur- fotografendom presteert (daarvoor ontbre ken teveel, o.a. de Haarlemse prominen ten) maar toch een tentoonstelling waar aan iedere fotovriend zijn plezier zal be leven. Men kan er tot en met 21 april te recht, ook des avonds waarbij tevens de 40 uitverkozen kleurendia's (tweemaal per avond) geprojecteerd worden. H. C. Ben Dalsheim: Waarheen? Het nationaal rijtuigmuseum in Leek, dat dit jaar zijn eerste lustrum beleeft is na de winterrust heropend. De opening had plaats in het kasteel Nienoord, ge noemd naar de heer W. F. K. Bischoff van Heemskerck, eerste-stalmeester van de Koningin, die erevoorzitter is van de stichting „Paard en karos". Naast de gouden koets en de „Leidse gouden koets" heeft het museum dit jaar enkele andere nieuwe aanwinsten en ex posities, onder andere een „Dianaslede" uit de zeventiende eeuw en een Friese sjees van 1870, voorts twee Friese prijs- zwepen, respectievelijk van de jaren 1741 en 1753 en een schilderij van een arren- wedstrijd op de Zaan van de schilder Wouter Verschuur. (Van onze correspondent) WASHINGTON. Nu men in New York in de komende zomer gaat beginnen met een nieuw soort forensenvervoer, dat van het water gebruik maakt, kan men zich afvragen, of dit systeem ook iets voor Nederland zou kunnen zijn. De New Yorkse forensen krijgen er een transportmiddel bij, dat men een „hydrofoil" of draagvleugel boot of ook wel „aquavion" noemt: een motorboot, die; varende, voor het grootste deel oprijst uit het water en alleen twee „vleugels" en zijn schroef onder water houdt. MANHATTAN, de kern van de stad New York, ligt zoals dat een eiland be taamt geheel in het v/ater. Vanuit veel voorsteden, waar forensen wonen, kan men dit reuze-eiland over het water berei ken. Maar tot nu toe gaan vrijwel alle Newyorkse forensen naar hun werk per trein, per subway of per bus of auto. Aan die vervoermiddelen wil men nu een snel transport over het water toevoegen. Men heeft kortgeleden een demonstratietocht gehouden met een zogenaamde hydrofoil en in juli wil men met vijf van die vaar tuigen een dienst openen. WAT IS een hydrofoil? Een motorboot, die enige overeenkomst heeft met een vliegtuig. Als de boot stilligt, ziet men er niets bijzonders aan, maar zodra hij een snelheid krijgt van een goede twintig ki lometer per uur, heft Je boot zich op uit het water en gaat hij varen, niet meer op eigen kiel, maar op twee „vleugels" die onder de boot bevestigd zijn en die bij het varen juist onder water blijven. Ook de schroef van de dieselmotor blijft uiter aard in het water en wanneer de boot zo op zijn vleugels vaart kan hij een snel heid bereiken van ongeveer zestig kilome ter per uur. DE VAARTIJD of moet men zeggen vliegtijd? is voor de forensen ongeveer gelijk aan de rijtijd, waaraan zij gewoon zijn. Maar de tocht naar de stad wordt op deze manier wel ongeveer anderhalf maal zo duur als per trein of subway. Of deze dienst een succes wordt moet men natuurlijk nog afwachten. Het inte rieur van de hydrofoil is zeker comforta bel: 22 "zitplaatsen zoals in -een D.C. 3 vliegtuig, grote ramen, frisse atmosfeer. De motor maakt nogal wat lawaai: onge veer het geluidsvolume van een helicopter. Als het geen ruw weer is, heeft men een geriefelijke tocht. Storm kan bezwaarlijk worden, mist of ijsgang kunnen het varen onmogelijk maken. De exploitanten zijn natuurlijk opti mistisch. Voor 1965 denkt men 35 van X-.-. Ir. W. H. A. van der Laken: Vis..J deze scheepjes in dienst te hebben en omstreeks 1970 denkt men dat het er 300 zullen zijn, met straalmotoren! OVERIGENS: in het verleden zijn ook in ons land reeds demonstraties gegeven met een draagvleugelboot, o.a. bij Poor tershaven waar een Amerikaanse „aqua vion" in 1960 enige geslaagde proefvaarten (zie foto) maakte. Er was ook wel interes se maar deze' is afgesprongen op de toen maals zeer hoge exploitatiekosten. Conclusie Amerikaans onderzoek CHICAGO (AFP) „Vrouwen die tij dens de zwangerschap veelvuldig roken, brengen over het algemeen kleinere en lichtere baby's ter wereld dan normaal. Het roken kan ook voortijdige geboorte teweeg brengen", aldus dr. Jay Zabris- kie in een Amerikaans rapport dat door de Amerikaanse bond van verloskun digen- —en— vrouwenartsen is gepubli ceerd. De conclusies van dr. Zabris- kie zijn gebaseerd op een onderzoek dat tussen november 1-960- en mei 1961 bij ruim 1800 bevallingen in Hono- loeloe is verricht. De moeders waren ver deeld in twee groepen: 759 die tijdens de zwangerschap rookten en 1043 die dat niet deden. Bij het onderzoek was gebleken dat moeders die rookten het leven schon ken aan baby's die gemiddeld een half pond minder wogen dan baby's van niet- rokende vrouwen. Voortijdige geboorten kwamen bij rokende moeders twee-en-een half maal zoveel voor als bij niet rook- sters. Het aanl miskramen was bij de onderzochte rokende vrouwen groter dan bij de niet-rokende, respectievelijk 12.6 percent en 8.8 percent. Natuurkundigen van het Brookhaven Na tional Laboratory in New York en van de Universiteit van Califomië zijn erin ge slaagd, sub-atoomdeeltjes te „produceren" die slechts een onmetelijk klein deel van een seconde bestaan, aldus meldt het tijd- Deze deeltjes, phi-mesonen genoemd, kwamen tot stand na het bombarderen van vloeibare waterstof met k-mesonen. Mesonen ontstaan wanneer een atoomkern wordt verbrijzeld. Dr. Jun John Sakoerai, van de Univer siteit van Chicago, had reeds in decem ber het bestaan van phi-mesonen voor speld, doch andere mensen van de weten schap betwijfelen of hier wel werkelijk van deeltjes zou kunnen worden gespro ken, gezien hun korte bestaan. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp m swan Plumes svwoicATE 43. Gelukkig, dacht tante Patent. De stemming is alweer beter, dank zij de opgewekte lach van juffrouw Tuttema. En zuster Klivia is weer verdwe nen. Ik zie haar nergens meer. Er werden thans grote bladen met verversingen rondgebracht en hoe wel notaris Nopjes nog ietwat beteuterd keek, scheen iedereen het onaangename incident te zijn verge ten. „Wat was je weer verrukkelijk Buurman Be zig," zei juffrouw Tuttema, terwijl ze haar glas hief. „Wat ben je toch een humoristische kerel.' Om zo maar BENG dat schilderij kapot te slaan op de kop van de notaris. Mijn complimenten hoor! Daar ga je!" „Het.het was niet mijn bedoeling. zei Buurman Bezig vuurrood. „Ik wou alleen maar die misselijke spinnekop.„Hi hi.giechelde juffrouw Tuttema. „Zulke originele invallen! Leuk hoor! En nu ik je toch spreek, heb je soms iets voor mijn collectebus? Heb je soms een kleinigheid voor de gehandicapte kangoeroes tn Australië?" „Ik zal eens kijken," zei Buurman Bezig. Intussen keek tante Patent verontrust naar het echtpaar Nopjes. De notaris scheen het benauwd 'e hebben en me vrouw Nopjes begon haar schouders op een vreemde manier heen en weer te bewegen. W„| »v«s>Vi «11 ■i SriP 4 V 12. „Mag ik nu eindelijk uw plaatsbewijzen eens zien?" vroeg de conducteur ongeduldig. „Die zogenaamde con duct eur was kaal en knakte met zijn vingers!" riep Panda „dat was.„Stilte," snauwde Pat O'Nozel, „jullie storen mijn gedachtens met jullie kletspratens. En dat terwijl ik belangrijk denkwerk heb te verrich ten!" De beide anderen zwegen verbaasd en in de stik te die volgde kreeg het geweldig brein van de speurder eindelijk gelegenheid in werking te treden. „Feit 1: die conducteur van daarnet was kaal!" zo deduceerde hij, „feit 2: hij knakte met de vingers. Feit 3 deze conduc teur heeft geen collega! Conclusie: die conducteur van daarnet was de graaf!" Na deze meesterlijke gevolg trekking sprong de speurder op en stormde de coupé uit. Kom Panda," riep hij, „we gaan de graaf zoeken!" „Ik heb uw plaatsbewijzen nog niet gezien!" riep de conducteur, maar de twee passagiers sloegen geen acht op deze uitroep. Haastig begonnen zij hun speurtocht langs de coupé's.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 11