Stoomcursussen voor 40.000 zwarte kiezers ANTI-ROOKKUUR IN ZWEDEN UITGEBREID MET NAZORG Tante Patent en buurman Bezig PANDA EN DE JACHT OP JANSEN P 7 I 9 Ons vervolgverhaal pouwc BOOTH Vikingfilm zonder „Vikingen" Herenkapsalon met dames-bediening Britse ambtenaar keert beschaving de rug toe a MAANDAG 2 2 APRIL 1963 EEN OORSPRONKELIJKE ROMAN DOOR KLAAS VAN DER GEEST I 15) INTERESSANT EXPERIMENT IN AUSTRALIË Eerst de leiders N. v. O. Haags experiment Met gezin naar eilandje Kort nieuws gpiiK 0-16 En toch was dit tenminste één van de bitter weinige kansen, die de vier overlevenden van de 0-16 hadden. Daarvan gaf kwartiermeester De Vos zich heel goed rekenschap, toen hij dat eerste verkenningsvliegtuig heel vaag had horen ronken, hoog over zich heen zag vliegen en daarna in de verte zag verdwijnen. Een ande re, misschien nog kleine, kans was, dat ze een stuk wrakhout zouden vin den, groot genoeg om op te blijven drijven. Een diepe depressie, die het weer boven de Golf van Siam en het wes ten van de Zuid-Chinese Zee de laat ste dagen beheerste, was langzaam over Borneo in de richting van Cele bes weggetrokken. Een paar randsto- ringen hadden die nacht en ook in de vroege voormiddag nog buien veroor zaakt, maar later klaarde de lucht op. Waarschijnlijk zouden die opklarin gen niet van lange duur zijn. want er naderden uit het westen alweer nieuwe stormcentra, maar het leek er toch op, dat het tenminste de eerst volgende uren wel goed zou blijven. De vier mannen van de 0-16 wer den door dat betere weer een beetje bemoedigd. De beide matrozen, die in de nanacht en de ochtend geklaagd hadden over vermoeidheid, deden dat later tenminste niet meer. Maar voor een deel kwam dat ook doordat kwar tiermeester De Vos goedmoedig maar met nadruk verzocht had, ein delijk hun mond eens te houden. „Want met klagen en jammeren schieten we niet op!" Ten slotte had den ze allemaal even lang in het wa ter gelegen, zouden ze ook allemaal wel even willen gaan zitten om uit te blazen en een bak koffie te drin ken en bleven ze geen van allen nog langer voor hun plezier spartelen. „Maar er zit nu eenrhaal niets an ders op." Zodra ze weer grond onder de voeten hadden zouden ze tijd ge noeg hébben om elkaar te vertellen, hoe moeilijk het was geweest en hoe ze zich hadden ingespannen. Dan mochten ze er zelfs nog wel een schepje bovenop gooien. Als ze voor lopig maar deden, alsof het niet de moeite waard was. „In elk geval is het niet half zo erg als het overzwemmen van het Engels Kanaal, waar het ook in het hartje van de zomer nog behoorlijk koud moet zijn, terwijl wij hier niet veel kans lopen, dat we zullen verkleu men" meende korporaal-machinist Bos, die zich goed hield, hoewel hij er misschien het slechtst aan toe was. Van 't Hof zei, dat hij toch liever in het Engels Kanaal zwom. „Met een hele hoop volgbootjes om me heen en lui, die je af en toe een lekkere hap in de mond stoppen of iets te drinken geven drinken vooral!" Hij was de eerste, die er over be gon. De anderen hadden tot nog toe gezwegen over dorst, die zich lang zamerhand deed gelden. En het mocht' dan nog geen kwellende dorst zijn, ze hadden ook geen enkel voor uitzicht om die te kunnen lessen. Kwartiermeester De Vos voelde het gebrek aan drinkwater als de groot ste bedreiging. Honger zou te verdra gen zijn. Tegen vermoeidheid konden ze zich verzetten. De gedachte aan dorst, steeds toenemende dorst, be nauwde hem. Hij kon zich er dan ook niet bijzonder op verheugen, dat de lucht opklaarde. Een laaghangende bewolking met neerkletterende regen buien zou hem liever zijn geweest. Overigens voelde hij zich beter dan hij had durven verwachten. Alleen had hij aan zijn benen een paar plek jes, die begonnen te schrijnen. Dat schrijnen was de laatste uren steeds hinderlijker geworden. Hij wilde er niet aan denken, maar daar werd het niet beter van. Het drong zich aan hem op, zoals de vrees voor de dorst zich opdrong. En dan waren er nog allerlei vermoedens, die vaag bleven, maar hem toch drukten. Dat gaf hem het gevoel niet voorbereid te zijn op wat hem wachtte. Hij had een hoop moeten leren, sinds hij als jongen van veertien bij de Marine was gekomen, omdat zijn vader, een kok bij de koopvaardij, hem dat had aangeraden. Hij voelde zich daar op zijn plaats en had de nodige ervaring in alles, wat een goed zeeman behoorde te kennen. Maar zélf twijfelde hij eraan of die ervaring alléén hem wel in staat zou stellen om een groepje van drie man behouden aan wal te brengen als ze omstreeks dertig mijl van de kust dreven en niet eens over de eenvou digste reddingsmiddelen als zwem vesten, of zelfs een stuk wrakhout, beschikten. Ook zijn zeemansinstinct, zijn inzicht en zijn redelijk verstand konden hem daarbij nog in de steek laten. „Ten slotte ben je ook maar een mens vertelde hij zich zelf. En dat was niet bedoeld als een ver ontschuldiging maar als een erken ning van zijn tekortkomingen. Hij had een goede moeder gehad, een verstandige moeder. Ze was al langer dan tien jaar geleden gestor ven, maar hoe ouder hij werd. hoe meer hij aan haar dacht. Vooral als hij moeilijkheden had, dacht hij vaak aan haar. Zij zelf had zich door moeilijkheden nooit laten verslaan. „Je moet ze aandurven God neemt ze niet voor je uit de weg, maar geeft je de kracht om er tegen op te kunnen De moeilijkheden aandurven. Er zat voor kwartiermeester De Vos en zijn drie kameraden niet veel anders op. En of ze werkelijk van God de kracht zouden krijgen om zich er doorheen te worstelen, moesten ze dan maar afwachten. Hij maakte zich het meest bezorgd g over korporaal Bos. Voor zijn kame- s raden was Chris Bos altijd een stille, teruggetrokken man geweest. Nu was hij zelfs bijzonder zwijgzaam en dat niet alleen om zijn krachten zoveel mogelijk te sparen. Hij maakte meer de indruk, alsof hij met zijn gedach ten ergens ver weg was. Een paar maal vroeg Cor de Vos hem: „Is er iets Chris? Heb je ergens last van? Hindert je het een of ander?" Al te veel durfde hij ook niet te vragen, want hij begreep dat zelfs een simpele, goed bedoelde vraag het laatste beetje weerstand kon breken. Het was niet het meest geschikte ogenblik om iemand over te halen zijn hart uit te storten en met zijn bekommernissen voor de draad te komen. Ieder moest zijn beetje narigheid zoveel mogelijk voor zich zelf verwerken. En als dat niet g meer ging „Nee, niets Cor." Dat was nog waar ook. Chris Bos had werkelijk g afgerekend, met alles, wat hem eens es verdriet had gedaan, met alles, waar- g over hij zich ooit zorgen had ge- g maakt. Het enige, wat hem nog een beetje hinderde, was dat hij de ande- g ren Ophield. „Ik kan niet zo hard g meer jó „Dat geeft niet we blijven wel g bij je!"- - B Ja, dat begreep de korporaal- g machinist. Het leek hem alleen wat g overbodig. „Ze kunnen toch niets voor me g doen, als ik het moet opgeven g evenmin als we iets konden doen voor g mijnheer Van Waningh, voor de com- g mandant, voor de jongens, die in het g wrak van de Zestien naar de kelder g gingen Maar hij wilde er niet g meer van zeggen. Hij zou Cor de Vos toch niet kunnen overhalen om hem g achter te laten. Nog niet ten minste, g Cor bleef volhouden: „Bij elkaar blijven we schieten g mooi op!" Er was gelukkig niemand, die g vroeg, hoe hij kon weten, dat ze mooi g opschoten. Misschien geloofden ze het g wel, omdat ze het graag wilden. Het g kon bok zijn, dat beide matrozen niet eens goed tot zich lieten doordringen g wat hij zei. Of dat het voor hen hele- g maal geen verschil meer maakte. g Laat op de voormiddag, toen de j§ zon stralend boven hen aan de hemel g stond, vroeg Krijn van 't Hof een g paar maal of iemand nog iets hoorde. „Er moeten toch beslist wel vlieg- g tuigen in de lucht zijn?" „Wel, zeg je" vroeg Jantje Ver- g stuyt. „Hoeveel hadden we er bij de g Marine Luchtmacht? En hoeveel zou- g den daarvan niet afgeschoten zijn?" g Dat bracht hen blijkbaar op een g idee. waardoor ze zich even lieten g afleiden. „Je kunt nog beter op een onder- g zeeboot, zitten als er iets gebeurt dan g in een vliegtuig", stelde Krijn vast. Jantje Verstuyt was het er niet mee g eens. (Wordt vervolgd s DE AUSTRALISCHE KIESWET is ingrijpend gewijzigd. Voortaan hebben ook de inheemse Australiërs namelijk het recht om deel te nemen aan verkie zingen. Door deze principiële wetswijziging is het nodig geworden om de donkere Australiërs in korte tijd te leren, wat hun nieuwe recht betekent en hoe zij het in de praktijk op democratische manier moeten gebruiken. De procedure in het stemlokaal (even als de beide andere afbeeldingen ont leend aan de tekenfilmstrip voor de inboorlingen). De voorzitter kruist de naam van de stemgerechtigde op zijn kiezerslijst aan en overhandigt een stembiljet, dat tenslotte, nadat het hokje voor de naam van de kandidaat met rood potlood bewerkt is. door de kiezer zelf in de stembus gedeponeerd moet worden. HET GAAT HIER om slechts 40.000 nieuwe kiezers, van wie echter velen het Stenen Tijdperk nog maar nauwelijks ont wassen zijn. De meesten zijn analfabeten. Van het raderwerk der democratie heb ben slechts enkelen enig begrip. Zeer velen zijn nomaden, mensen dus zonder vaste woon- of verblijfplaats. Niettemin moeten die veertigduizend nieuwe stemge rechtigden op korte termijn rijp gemaakt worden als kiezers in een democratisch bestel. DIE TAAK WEED door de regering op gedragen aan de heer C. I. White, die als bestuursambtenaar in Australisch Nieuw- Guinea veel ervaring met „nieuwe kie zers" heeft opgedaan. White belegde tal van conferenties met blanke en donkere leidende figuren in de streken waar de meeste inheemsen wonen. Vervolgens won hij wetenschappelijke adviezen in. Na de resultaten van dit alles geordend en be studeerd te hebben, stelde hij Canberra voor, een eenvoudige en zeer duidelijke filmstrip in zwart-wit te maken. De in heemsen hebben een hekel aan langdurige vertogen, dat wist White. Zij zijn echter voor een korte, heldere uiteenzetting vat baar en worden geboeid door sprekende prentjes. Dat (teken)filmpje moest de ba sis van het stemrechtonderwijs worden. Voorts, aldus White's idee, kan men de inheemse bevolking het best benaderen via de eigen stam- of groepsleiders. Deze leiders zijn weliswaar niet altijd de meest ontwikkelden, maar zij genieten gezag en vertrouwen bij de donkere Australiërs, zelfs als die leiders niet kunnen lezen of schrijven De voorstellen van de heer White werden door Canberra goedgekeurd en verwezenlijkt. WHITE'S VOLGENDE STAP was, cur sussen te organiseren voor een aantal in heemse voormannen. De eerste cursus werd gegeven in Port Darwin in Noord- Australië. Twintig stam- en groepshoofden namen eraan deel. De cursus duurde vijf dagen. Reeds op de vierde dag bleek, dat het onderwijs goede vruchten had afge worpen. Na de leergang gingen de cursis ten terug naar hun nederzettingen of zwer vende stamgenoten om op hun beurt als „stern-leraren" het verworvene uit te dra gen. De beide andere stoomcursussen, in Beswick en Alice Springs, werden even eens een succes. White had inmiddels een assistent, de heer Willis, gekregen. Nadat de oud-cur sisten enige tijd de gelegenheid hadden gehad om hun stam- en groepsgenoten op te voeden tot kiezers, gingen White en Willis tochten maken naar een aantal in heemse nederzettingen. Zij woonden daar „stemsamenkomsten" bij, die veelal in de openlucht bij een vlammend kampvuur werden gehouden. Daar volgden zij de uit eenzettingen der inheemse leiders. Soms gaven zij verduidelijking of aanvullingen, maar in de regel bleef hun taak beperkt tot de beantwoording van vragen en al maar weer verklaringen geven. De Australische inboorling is een zeer vast houdend mensentype en hij is niet tevre den aleer hij het naadje van de kous weeti Anders dan in Nederland kent het Cen traal Stembureau in Australië rangschik} king der kandidaten naar politieke par tijen, maar uitsluitend individuele gewes telijke kandidaten. Dit vermindert het ge vaar, dat de nieuwe inheemse kiezers als het ware worden opgeslokt door de poli tieke partijen (die in Australië natuurlijk wel bestaan) en vergroot de kans, dat de inboorlingen hun eigen kandidaten in de vertegenwoordigende lichamen kunnen brengen. Tijdens de tochten van White en Willis bleek bij „stern-repetities" of „proef-verkiezingen" herhaaldelijk, dat de inheemsen hun keuze veelal bepaalden op grond van de werkelijke of vermeende persoonlijke kwaliteiten dei kandidaten. Zo zal het dus ook wel gaan bij échte ver kiezingen. Aanschouwelijk onderwijs voor de toe komstige inheemse kiezers. „Eerst gingen alleen de blanken naar de stembus en keken de zwarten toe, nu mogen allen hun stem uitbrengen." f i n liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini Op een tentoonstelling over de toe passingsmogelijkheden van „Alumi nium voor architecten", die in Londen wordt gehouden, toont een der stand houders als „blikvanger" een strand- pakje van aluminiumfolie, gedrapeerd om de bevallige leden van topmanne- qttin Joy Phelps. Het pakje weegt slechts 124 gram, maar de bezoekers hebben meer belangstelling voor de architectuur van miss Phelps, want „a thing of beauty is a Joy forever Amerikanen. Engelsen en Joegoslaven gaan gezamenlijk een film over de vikin gen maken, die drie miljoen dollar 10.800.000.-) zal kosten. De film is ge baseerd op een Zweedse roman van Frans G. Begston en zal „The long ships" (de lange schepen) heten. De opnamen wor den gemaakt langs de Adriatische kust van Joegoslavië. De lijst van de voornaam ste acteurs en actrices bevat geen enkele Scandinavische naam. Tot de optredenden behoren Richard Widmark. Sidney Poitier en Russ Tamblyn uit Hollywood, de Ita liaanse Rosanna Schiaffino en de Joego slavische Beda Longar, die als „de BB van de communistische wereld" wordt aan gekondigd. Deze Joegoslavische Brigitte Bardot blond, 19 jaar, groene ogen zal de hoofdrol, Gerda een vikingenprin ses, spelen. Zodra een blanke Australiër eenentwin tig jaar wordt is hij stemplichtig. Wie niet stemt wordt gestraft als er voor het ver zuim geen geldige reden kan worden aan gevoerd. Voorlopig heeft men afgezien'-van de invoering van de stemplicht voor de inheemse bevolking. De meerderjarige in boorlingen hebben in principe alleen het recht (waarvan zij geen gehruik behoeven te maken) verworven om zich te laten in schrijven op de kiezerslijsten. Maken zij echter van dit recht gebruik, dan moeten zij ook bij iedere verkiezing hun stem ko men uitbrengen. Dit zou naar sommiger verwachting hier of daar wel eens tot moeilijkheden kunnen leiden, omdat de inboorlingen deelnemen aan verkiezingen tot voor kort hebben beschouwd als een voorrecht van de blanken. Dat stemmen een werkelijke plicht kan zijn, zullen velen niet dadelijk kunnen begrijpen. Niettemin, de grote revolutie op het ge bied van het stemrecht is nu in de wet verankerd. Aan de uitvoering der nieuwe bepalingen is men inmiddels begonnen, want alom vullen de kiezerslijsten zich met reeksen inheemse namen. In decem ber van dit jaar zullen er in het Noorde lijk Territorium verkiezingen plaatsvinden voor de Wetgevende Raad van dit gebied Dan zullen voor de eerste maal in de ge schiedenis Australische inboorlingèn ter sptembusljbtsn: een experiment, dat niet alleen in Australië, maar ook elders-in de tvereld rtfct 'belangstelling tegemoet -gezien, wordt. Met grote belangstelling volgt de Ne derlandse kapperswereld een Haags expe riment, waarvoor de Oostenrijkse mevrouw Renate HavekateKlavora het initiatief heeft genomen. In navolging van haar geboorteland, waar het niet ongewoon is dat meisjes de scheerkwast en de tondeuse hanteren, zal zij een herenkapsalon met uitsluitend da mesbediening openen, dit mede vanwege het tekort aan mannelijke kappersbedien den. Zes jaar geleden Kwam de nu 24-ja- rige mevrouw Renate Haverkate naar Ne derland. nadat zij .in Dornbirn bij Bregenz een opleiding als dames- én herenkapster had gevolgd. „In Oostenrijk is deze oplei ding zeer gedegen", zegt zij in zeer goed Nederlands. „Aan het begin van de oplei ding verbind je je voor drie jaar aan een patroon, die verplicht js, je een dag per week naar de vakschool te laten gaan. Als dameskapster 'ben je verplicht, je ook te bekwamen in het herenvak. Zij begrijpt echter wel dat onder het Nederlandse pu bliek enige weerstanden te overwinnen zijn. (Van onze correspondent) LONDEN Iedereen heeft wel eens genoeg van de drukte en spanningen van het moderne bestaan en droomt van een idyllisch leven op een eiland vol rust en stilte. Het gezin van de ambtenaar Ed ward Bancroft uit Kent heeft besloten de brui te geven aan de zorgen van alle dag. Met hun vijf kinderen verhuizen de Bancroft's binnenkort naar Fair Isle, een geïsoleerd Brits eilandje, gelegen in het hoge noorden tussen Orkney en Shet land. Het is een natuurmonument, waar slechts 44 mensen wonen. De postboot „De Goede Herder" zorgt voor de verbinding met de buitenwereld. De Bancroft's willen in hun onderhoud voorzien door visserij en schapenteelt. De definitieve beslissing lieten zij over aan hun oudste drie kinderen, twee dochtertjes, de 13-jarige Diane en de 11-jarige Shirley en aan de 9-jarige zoon -Leonard. De heer Bancroft werd als bemannings lid van de Britse vloot op D-day in Nor- mandië gewond. Gezien zijn ervaring als zeiler en visser heeft de vereniging voor natuurmonumenten, dié Fair Isle beheert, zijn sollicitatie als toekomstig schapen boertje aanvaard. Modelschuilplaats. In Harderwijk is een gemeentewoning, ingericht als schuil plaats tegen radioactieve neerslag. De wo-r ning is veertien dagen te bezichtigen als voorbeeld hoe met eenvoudige middelen een schailplaats tegen de „fallout" kan •worden ingerichte Het initiatief ging uit vande Federatie Vrouwelijke Vrijwillige Hulpverlening. DE ZWEEDSE ARTS dr. Borje Ejrup heeft op een lezing voor Amerikaanse collega's in Californië een en ander ont huld over een nieuwe kuur tegen het roken, die in zijn land ontwikkeld is en veel belangstelling trekt. De kuur omvat een tiendaagse behandeling in een zie kenhuis, waarbij de patiënten zoWel lichamelijk als geestelijk „onder handen genomen worden. Iedere patiënt krijgt dagelijks injecties met nicotine-derivaten, overeenkomend met zijn sigaretencon sumptie, teneinde het verlangen naar een rokertje te stillen. Er zijn voorts gymnastiekoefeningen en diverse vormen van ontspannende bezig heden om lichaam en geest af te leiden en verder worden er uitvoerige gesprekken met de patiënten afzonderlijk, maar ook wel in groepsverband gehouden, teneinde de mensen bewust te maken, „waarom zij roken alsook waarom zij het beter laten kunnen". Men ervoer, dat de vrees voor kanker een der hoofdmotieven is van hen die met roken willen ophouden. Andere willen ermee stoppen omdat zij maag- of mondklachten, chronische hoest, last van hun zenuwen of een algemeen gevoel van onwel-zijn hebben. Een niet gering aan tal wenst voorts niet langer de slaaf te zijn van een slechte gewoonte. Een kleine minderheid tenslotte vindt, dat roken hun te duur komt. Dr. Ejrup die verbonden is aan het bekende Karlinska-instituut van de Stockholmse universiteit, vertelde dat de afgelopen zeven jaar ruim 6000 Zwe den zo'n ontwenningskuur gedaan hebben. „Achtentachtig percent van hen was aan vankelijk geheel van het roken af en elf percent slaagde erin, zich tot 4 a 5 Siga retten per dag te beperken, een tolerabel aantal waarbij men „voor zijn plezier rookt zonder veel risico". .r „Maar binnen een jaar bleek dat 50 per cent weer teruggevallen was in zijn oude rookgewoonten. Daarom is de behandeling nu uitgebreid met periodieke bezoeken der ex-patiënten aan de kliniek, waarbij hun een hart onder de riem gestoken wordt om vol te houden. De mensen kunnen terug komen zo vaak zij daar behoefte aan heb ben, aldus dr. Ejrup, en met deze vorm van nazorg gelukt het velen van hen, het roken geheel of goeddeels te blijven sta ken. Maar hoe nuttig dit alles ook is, tenslotte is het alleen de wilskracht van de patiënt die beslist over succes of mis lukking". Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp SWAN Ff ATUMS SYNDICaU 47. Gehavend maar voldaan vluchtte tante Patent de straat op. Ze had in het oude receptenboek iets gevonden waar ze wel iets aan meende te hebben. En ze haastte zich naar het huis van Buurman Be zig om zijn hulp in te roepen. „Gaat u met me mee?" vroeg ze aan Buurman Bezig. „Waarheen?" vroeg Buurman Bezig verbaasd. „Naar het Vulpen- se Bos," zei tante Patent opgewekt, „we moeten daar brandnetels plukken. Bij volle maan. En dat is het nu. Volle maan. Hoe is het overigens met de jeuk?" „Die is over," zei Buurman Bezig. „To taal verdwenen. Bij iedereen trouwens". „Prachtig" zei tante Patent voldaan. „Dat bewijst dat mijn re ceptenboek heel goed is. En nu gaan we een drank je brouwen waar zuster Klivia helemaal niet geluk kig mee zal zijn. Helpt u mij?" „Natuurlijk", riep Buurman Bezig. „Gaat het tegen die Kwatsefrats? Die melige Troelala! Natuurlijk help ik u dan." „We zijn er," zei tante Patent. „Kijk eens hoe mooi die maan schijnt. Komaan, we gaan hier op deze open plek brandnetels plukken. Kom, het gaat heel gemakkelijk. Het leven is makkelijk, als je maar gewoon doet." 16. „Dit is uw kamer, heren," sprak de eigenaar van het eenvoudige logement. Hij wendde zich tot Pan da, die bij een andere deur bleef staan en hernam: „Nee, daar niet, jongeheer. Daar slaapt een andere gast!" „Maar ik hoor zo'n vreemd knakgeluid," zei Panda, „luister ook eens, Pat. Ik denk..." „Dat zijn natuurlijk de knakkende verens van de bedden," zei Pat ongeduldig, „en laten we nu eindelijk eens gaan rusten!" Gehoorzaam ging Panda de kamer in. Maar toen hij in bed stapte viel hem iets op. „De bedden in deze herberg hebben geen krakende veren," zei hij, „en toch hoor ik in de kamer hiernaast duidelijk een knakkerig geluid, Pat." „Stilte," bromde de detective, „ik wil slapen, anders kan ik morgen niet goed den ken. En alleen met degelijk denkwerk zal het mij luk ken de graaf op te sporen." „Maar luister nu eens goed," fluisterde Panda dringend. „Ik wil je niet meer horen," antwoordde de speurder geërgerd, „ik heb nu wat anders aan mijn hoofd dan knakkende beddens!" Een ogenblik later was Pat in een diepe slaap geval len, maar Panda sloeg de dekens terug en klom uit bed. „Hier moet ik het mijne van hebben," mompelde hij, op zijn tenen de kamer uitsluipend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 9