stretch slip
Tante Patent en buurman Bezig
PANDA EN DE JACHT OP JANSEN
63^
rB
Wanneer moeder meeverdient
wordt het kind vaak de dupe
ARKETVL0ER
boot
Ons vervolgverhaal
Tropen in glas,
een Engels
nieuwtje
Beperkende maatregelen nodig
concludeert West duits rapport
Werken houdt je jong,
zegt Berlijns oudste
schoenlapster
VRIJDAG 3 MEI 1963
19
EEN OORSPRONKELIJKE ROMAN
DOOR KLAAS VAN DER GEEST
'f
Vaak dwingende noodzaak
VLOERENHU1S „COMBI"
Geen tijd voor vakantie
Grotere kindersterfte
BOOT
meubelen'
0-16
24)
De beide mannen met hun oude
Walrus haalden de vlieghaven Kal-
lang. Dat was te zeggen Kick
Dunn haalde het in zijn eentje. Van
zijn mecanicien had hij geen hulp
meer. Toen het wrakgeschoten toe
stel op de startbaan stond en hij er
uit kroop, hoefde er niemand te ko
men om hem te vertellen, dat het wel
even zou duren, eer de machine in
zoverre opgekalefaterd was, dat ze er
weer iemand mee de lucht in konden
sturen. Hij had vergeten zijn overall
weer aan te trekken. In een kort
broekje, dat wit was geweest met
naakt bovenlijf en op blote benen,
liep hij er eens omheen. Hij had het
gevoel, dat een zeeman heeft, die een
boot, waarop hij jarenlang heeft geva
ren, als eeij wrak ergens op de rotsen
ziet liggen.
„Het was een goede machine.een
pracht machine.Hij brak een
splinter van de stuk geschoten bak
boordsdrijver en wilde die in zijn zak
steken om hem mee te nemen. Mis
schien zou hij dat stukje hout eens
laten inlijsten. Maar toen ontdekte
hij, dat hij geen zakken in dat korte
broekje had en liet hij de splinter
vallen. Een paar hospitaalsoldaten
droegen de mecanicien behoedzaam
uit de cockpit. Dat viel niet mee, want
ze moesten door een klein luikje.
Maar het waren handige jongens. Er
stond een brancard klaar, waar ze
hem op legden. Dat hij de eerste we
ken en misschien nooit meer in de
werkplaats zou staan om een beetje
aan motoren te sleutelen, zag Kick
Dunn ook. Hij legde een hand op de
naakte, bezwete schouder, die kalm
aanvoelde.
„Een beste kerel een goed ka
meraad. zei hij tegen een van
de hospitaalsoldaten. „Probeer hem
een beetje bij te spijkeren." Hij zou
graag mee zijn gegaan, toen de Schot
naar het hospitaal werd gebracht,
maar er kwam een ordonnans, die
hem vertelde, dat hij bij de comman
dant verwacht werd. „Als u kunt, lui
tenant wilt u dan meteen meegaan?"
Kick Dunn zei:
„Ja allicht! Waarom zou ik niet
kunnen." Er mankeerde hem niets.
Niets, dat de moeite waard was om
over te roepen. Hij had een schamp
schot over zijn rug, maar dat leek
erger dan het was. Het liefst zou Hij
meteen weer opgestegen zijn om de
jongens van de Nederlandse onder
zeeboot te zoeken.
„Mijn mecanicien heeft ze nog ge
zien. op hetzelfde ogenblik, dat. we
door die Jappen werden aangeval
len. hij beweerde ten minste, dat
hij ze gezien had.ik ken precies
de plaats, dus waarom zou ik er niet
meteen weer heen gaan?"
De ordonnans glimlachte.
„Vraagt u het de commandant
maar, luitenant!" En die zei, dat hij
het wel uit zijn hoofd kon zetten. In
de eerste plaats omdat er geen vlieg-
tuig beschikbaar was. In de tweede
plaats omdat het weinig zin had er
nog meer mensen en toestellen aan
te wagen. De oude grijze overste
kon hem alleen beloven, dat hij het
zou doorgeven aan de lui van de
vloot.
„Misschien sturen ze er een MTB
heen," veronderstelde hij. Het was
duidelijk, dat hij zelf daar niet in
geloofde.
Kick zei, dat hij het jammer vond.
Jammer van al die moeite, die hij
en zijn mecanicien zich al hadden
getroost. Jammer ook van de lui
van die onderzeeboot. Hij begreep
echter, dat hij het 't best maar kon
vergeten. Dat was een beetje moei
lijk. Vooral omdat hij er telkens aan
moest denken, dat hij ergens een fout
H gemaakt had.
|j „Ik had er te zeker op gerekend,
s dat ze met een vlot naar de kust
H waren gegaan. In plaats daarvan had-
H den ze zich met de stroom laten af-
s drijven.dat had ik kunnen ver-
wachten.in elk geval had ik het
eerst stroomafwaarts moeten zoeken".
Het bleef hem hinderen. Toen hij
een paar dagen later weer met zijn
H Seafire op Trinkomalee kwam, zat
H het hem nog zo dwars, dat hij er
H met zijn groepscommandant over
sprak. Dat was een oude beroepsof-
H ficier van de Britse I Iarineluchtvaart-
S dienst, die volmondig toegaf.
„Natuurlijk! Het was stom van je,
Kick. Maar til er met te zwaar aan,
jongen. Je zult nog wel meer stom
miteiten uithalen.dat doen we im
mers allemaal! In elk geval weet je
nu, dat Hollanders altijd iets anders
doen, dan je van hen verwacht. De
lui zwemmen met de stroom mee, om
dat ze dat langer volhouden. Hou daar
rekening mee.en doe het zelf ook,
als het soms ook eens nodig is."
Helemaal waar was het niet, wat
die groepscommandant van de Brit
se MLD zei. Ze lieten zich niet met
de stroom meedrijven, die vier man
van de 0-16. Ze wisten te goed, dat
ze dan nergens terechtkwamen. Maar
ze dreven wel af. Dat had kwartier
meester De Vos vanaf het begin wel
geweten. De moeilijkheid was, dat hij
niet wist, hoe sterk die stroom was
en hoever ze er mee afdreven. Dat
kon hij alleen maar schatten. Er was
geen enkele mogelijkheid om het
nauwkeurig of nagenoeg nauwkeurig
vast te stellen. Hij kon aan de stand
van de zon zo ongeveer de richting
bepalen, die ze op moesten en als
de zon onder ging, zou hij dat kun
nen doen aan de stand van de maan
en de sterren. Maar dat was dan
ook alles. Pas wanneer ze land in
zicht kregen en dan moesten ze
er ook nog betrekkelijk dichtbij zijn
was het mogelijk ook de juiste koers
te houden. Tot zolang kon hij slechts
vertrouwen op zijn goed zeemansin
stinct en de hulp van de Hemel; als
die hulp hem onthouden werd, zou
hij er niet in slagen de drie man,
voor wie hij zich verantwoordelijk
voelde, over dat verlaten stuk van
de oceaan te brengen.
Zijn vertrouwen was de laatste uren
gesterkt, nu hij er getuige van was
geweest, hoe de bemanning van een
onderzeeboot, die hij kende omdat hij
met velen van hen had gevaren, geen
ogenblik aarzelde om een Brits vlieg
tuig te hulp te komen. Hij overschatte
dit niet. Hij vermoedde, dat de Ze
ventien slechts toevallig boven water
gekomen was. Maar het was in elk
geval gebeurd. En juist omdat het
toevallig gebeurd was, zag hij daar- j
in een bestiering van de Hemel, Die j
hem en zijn kameraden elk ogenblik I
te hulp kon komen door wat een toe- I
val scheen te zijn. Het gaf hem de
moed de schaarse kansen, die ze had- j
den, te overwegen. Hij rekende er op, I
dat de goede stemming onder zijn i
mannen elk ogenblik weer kon om-
slaan, maar hij zou dan ook meteen j
kunnen bemoedigen.
„Je hebt gezien, hoe de Zeventien j
plotseling boven water kwam, op een
ogenblik, dat geen van ons het ook j
maar in de verste verte vermoedde.
wie zegt, dat we straks niet even
onverwachts weer een periscoop zien
opduiken, vlak voor ons? Of dat een
MTB ons ziet en oppikt.of een
ander Brits vliegtuig". Daar stonden
andere even toevallige mogelijkheden
tegenover, maar het bewees tenmin-
ste, dat ze nog kansen hadden.zo-
lang ze zich drijvend wisten te hou- I
den.
Zijn horloge was om tien uur blij-
ven stilstaan. Het heette waterdicht g
te zijn, maar toch moest het uurwerk
nat zijn geworden. Te oordelen naar
de stand van de zon moest het tegen jjf
de middag lopen. Dus hadden ze al
minstens negen uur gezwommen.
Waarom zouden ze het niet nog eens s
negen uur of twee- of driemaal ne- g
gen uur volhouden? Ze werden ge-
kweld door dorst, geplaagd door de H
brandende pijn van de schrijnende
plekken op hun lichamen. Hun lip- g
pen waren gebarsten. Een korst zout
bedekte hun gezichten, deed hun ha- ff
ren aaneen plakken. Maar ze verdroe- g
gen het en niemand wist, waar de s
grens lag van wat hij kon verdra-
gen. g
„Als jullie je monden maar dicht g
houdt en zorgt, dat je geen zout wa- g
ter slikt.s
Misschien was dat de grootste be- g
proeving. De een of andere keer
moest de kust in zicht komen, al dre- j=
ven ze af en kwamen ze maar heel
langzaam vooruit Het kon zelfs zijn, g
dat ze, wat nog beter was, bij een
van de eilanden voor de kust terecht fff
kwamen. g
(Wordt vervolgd)
VELE BRITTEN hebben tegen-
woordig in plaats van kamerplanten
die men overigens in Engeland maar
sporadisch aantreft), een tropische
tuin in hun huiskamer, ingesloten in
een grote glazen „zoutzuurfles"Deze
miniatuur-wintertuinen zijn een idee
van een Londense bloemist, die er in
de afgelopen koude maanden enorm
succes mee gehad heeft. Men kan er
allerlei tropische planten en bloemen
en zelfs dwergpalmpjes in kweken.
De glazen behuizing van de flessen
functioneert namelijk als een soort
broeikas: die zowel de vereiste tempe
ratuur in de fles als de vochtigheids
graad fixeert.
HET PRINCIPE is simpel. Zowel de
speciale voedingsbodem in de fles als
de bladeren der tropische planten pro
duceren zelf vecht. Dit condenseert aan
de binnenkant van de fles en druipt
dan weer neer op de voedingsbodem
waarin de planten wortelen: een geslo
ten cyclus die zich vrijwel eindeloos
kan voortzetten. De compost in de
aarde is eveneens van een samenstel
ling die zichzelf lange tijd in stand kan
houden, terwijl ook de planten zo geko
zen zijn, dat zij zulk een „isolatiekuur"
kunnen doorstaan. Slechts eens per
halfjaar moet volgens de gebruiksaan
wijzing enig vocht worden toegevoegd,
maar overigens blijft de fles van
kleurloos glas vervaardigd herme
tisch gesloten. Als een der planten-
doodgaat of te groot wordt, kan zij met
een haakje door de flessenhals verwij
derd worden. De meeste planten van
het beschikbare assortiment onder
andere Croton Pennick, Croton Pictum,
Philodendron Melanochryson, Begonia
Rex. Anthurium Scherzerianum en Co-
cos Weddelia (dwergpalm) zijn ech
ter langzaam groeiende soorten, die
jarenlang voldoende levensruimte in
zo'n 45-literfles vinden.
OP HET ogenblik z:jn er twee typen
„flessentuinen" verkrijgbaar, een die
een minimumkamertemperatuur van
acht graden Celsius nodig heeft,, en een
die minstens 14 graden vraagt. Beide
typen worden verkocht voor ongeveer
f 70,- per stuk. De planten doen het
uitstekend onder niet te sterk unst-
licht van gloeilampen of t.l.-buizen en
vele eigenaars van zo'n tropentuintje
transformeren hun fles tot een fraaie
schemerlamp.
GEEN WONDER dus, dat dit nieuw
tje veel opgang maakt. „Nieuwtje" is
trouwens maar betrekkelijk, want ook
in het Engeland van koningin Victoria
kende men dergelijke wintertuintjes
voor de huiskamer: luchtdicht-verzegel
de glazen vitrines, die naar hun
uitvinder dr. Ward „Wardian Ca
ses" heetten en waarin men vooral
exotische varens kweekte. Dr. Ward
zelf bezat er een. die hij twintig jaar
lang verzegeld hield en waarin de va
rens ook na die tijd nog welig tierden.
i—rrrnnnnra1rrnrniiun
IN EEN VVESTDUITS RAPPORT, dat nogal wat aandacht trok, werd onlangs
geconcludeerd, dat de behoefte aan werkkrachten in de Bondsrepubliek zeer
grote invloed heeft op het gezinsleven, omdat meer dan één miljoen Duitse
moeders buitenshuis werken en zich derhalve in onvoldoende mate met hun
kinderen kunnen bezighouden. Niemand kan echter zeggen hoe men de nog
steeds grote behoefte aan werkkrachten - eind februari 1963 waren er 600.000
vacatures - zou kunnen dekken als de moeders van huisgezinnen niet meer
zouden werken.
Het aantal werkende vrouwen neemt in
Duitsland ieder jaar toe. Binnenkort zal
het de twee miljoen-grens bereikt hebben.
Daarvan zijn 1,21 miljoen werkende
moeders, die voor ruim 2 miljoen kinderen
moeten zorgen. In duizenden gezinnen met
drie, vier en vijf kinderen werken beide
echtgenoten. Deze kinderen moeten het in
de beslissende jaren van hun leven zonder
de „nestwarmte" en de geborgenheid van
het gezin stellen, vaak alleen omdat de
gestegen levensbehoeften van de ouders
bevredigd moeten worden, waaraan de
kinderen zelf echter nauwelijks deel
hebben.
VELE VAN deze moeders zijn echter ook
in het land van het economische wonder
werkelijk gedwongen voor het dagelijkse
brood van hun gezin te werken. Er bestaan
een aantal wettelijke voorzieningen waar-
Advertentie
van massief hardhout (dus geen triplex)
vanaf 14.75 per m2. incl. ondervloer en
leggen. - Plastic tapijt 9.75 p. m2.
Showroom: Kleine Houtstraat 76 - Tel. 12695
door werkende vrouwen en voorai wer
kende moeders en zwangere vrouwen be
schermd worden. Zwangere vrouwen ont
vangen zes weken vóór en acht, in som
mige gevallen tot 12 weken na de beval
ling hun volle loon ook als zij in die tijd
slechts gedeeltelijk hun werk kunnen
doen. Zij mogen niet worden ontslagen.
Zij mogen geen werk verrichten, dat niet
in overeenstemming is met hun lichame
lijke toestand. Al het werk waaraan hef
fen. dragen, het bedienen van machines
en dergelijke lichamelijke inspanning te
pas komt, is verboden. Maar iedere dag
grijpen meer Duitse huismoeders de hen
door de conjunctuur op de arbeidsmarkt
gekozen kansen aan om door mee-verdie-
nen de aanjroop van vele moderne indu-
strieprodukten mogelijk te maken.
HET VERLANGEN naar een beter en
comfortabeler leven wordt in de regel ech
ter duur betaald. Een onderzoek bracht
aan het licht, dat ruim 80 percent van alle
werkende Duitse vrouwen en moeders zich
geen vakantie gunnen. Tijdens de vakantie
wordt het huis in orde gebracht, worden
kledingstukken hersteld, tracht men in en
kele dagen samenzijn met de kinderen in
te halen, wat tijdens het gehele jaar in de
verdrukking komt. Geen wonder, dat bij
werkende huisvrouwen en moeders geeste
lijke en lichamelijke uitputting en inzin
kingen schering en inslag zijn. Er bestaan
weliswaar meerdere organisaties die in
dergelijke gevallen bijstand bieden, b.v.
door een vakantie in een van hun te
huizen, maar dit alles is en blijft onvol
doende.
NIET ALLEEN in de Bondsrepubliek,
maar in alle industrielanden zal volgens
deskundigen het vraagstuk van vrouwen
arbeid moeten worden aangepakt. Het
gaat om een structurele kwestie. Het be
staande arbeidsrecht zal diepgaand dienen
te wordpn gewij^jgd. Het aantal mogelijk
heden om Slechts gedurende enkele uren
of een gedeelte van de dag te werken, zal
moeten worden uitgebreid. Het vraagstuk
van de beloning van vrouwelijke arbeid
eist een oplossing. Weliswaar wordt in de
grondwet van de Bondsrepubliek gelijke
beloning van man en vrouw bij geiijk
werk gewaarborgd, veelal komt daar niets
van terecht.
VOOR AL DEZE vraagstukken dient
volgens Duitse sociale deskundigen op de
korst mogelijke termijn een oplossing te
worden gevonden. Het meest alarmerende
feit, dat bij het recente onderzoek aan de
dag kwam is wei, dat zuigelingen van
werkende moeders vaak een veel kortere
gemiddelde levensverwachting hebben dan
kinderen van moeders die niet buitenshuis
behoeven te werken. Wanneer kinderen
opgeofferd worden aan hogere levensstan
daard en welvaart, dienen onverwijld
maatregelen te worden overwogen om deze
ontwikkeling tot staan te brengen.
Advertentie
^SCH en Pn,
nantv nirrll» A
panty girdle
kantslips
breeches
«S>
t -HELANCA. Sanitized
super elastisch volledig geminderd
DE 75-JARIGE Agathe Hammerling is
de oudste vrouwelijke schoenmaker van
Berlijn. Zij werkt nog steeds en zij zegt
dat zij van plan is, er nog wat mee door
te gaan. Dat zit hem gedeeltelijk in de
Berlijnse muur. Voor de communisten dat
lelijke betonnen gevaarte dwars door de
stad bouwden had Fr au Hammerling twee
knechts uit Oost-Berlijn. „Als ik hulp kon
vinden zou ik er aan denken op te houden.
Nu dat niet mogelijk is geloof ik dat ik
maar schoenen zal blijven verzolen,"
zegt zij.
DE MUUR heeft ongeveer 60.000 arbei
ders uit Oost-Berlijn genoopt, hun betrek
kingen in West-Berlijn op te geven. De
knechts van mevrouw Hammerling waren
er twee van.
.,Op de dag waarop de communisten
met hun muur begonnen, kwamen mijn
jonge helpers niet meer en sindsdien heb
ik altijd alleen gewerkt. Ik heb in West-
Berlijn niemand kunnen vinden om hun
plaatsen in te nemen. Wie wil nu schoe
nen repareren? Er zijn zoveel baantjes
die beter betalen".
„Ziet u", zegt ze, „toen heb ik gemerkt
dat ik eigenlijk nog niet wilde ophouden.
Waarom zou ik? Ik ben niet oud genqeg
voor een bejaardentehuis". Met krachtige
slagen hamert zij op de nieuwe zool van
een schoen.
Zij heeft haar beroep geleerd van wij
len haar man, met wie zij in 1923 is ge
trouwd. In 1935 opende Hammerling in de
Regensburgerstrasse in net district Schöne-
berg, dat thans in de Amerikaanse sector
van West-Berlijn ligt, een kleine schoen
makerij.
„MIJN MAN was een zeer nauwgezet
werker en de mensen weten dat ik ook
kwaliteitswerk lever. Sommige van mijn
klanten komen al meer dan 25 jaar", ver
telt zij. De oude deurbel rinkelt herhaal
delijk als klanten de zwak verlichte werk
plaats in het souterrain binnenkomen.
Soms komt iemand een poosje bij haar
zitten om een praatje te maken. Voor het
overige is een zwarte kat haar enige ge
zelschap. Een bijna 65 jaar oude naai
machine wordt bijna nooit meer gebruikt.
„Te oud", zegt Frau Hammerling. „Ik doe
liever alles met de hand. Dat is ook ster
ker".
MEVROUW HaMMERLING heeft geen
kinderen en geen verwanten in Berlijn.
Advertentie
SEDERT 1849
GIERSTRAAT 52-S4-56
TELEFOON. 12047
HAARLEM
Catalogus op aanvraag
verkrijgbaar
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
SWAN FEATURES SYNDICATE
56. „Ik geloof dat ik het nu heb zuchtte tan
te Patent terwijl ze snél de straat overstak, vlak
voor een verschrikte wielrijder. „Ik geloof dat ik
nu mijn recept kan klaarmaken. Het was niet „ka-
neelbes" wat er in dat recept stond, waar en stuk
je was afgescheurd Het moest natuurlijk zijn: ka-
neelbeschuitje!" Zodra ze thuis was in haar eigen
keukentje, begon ze koortsachtig te roeren en te
mengen. Alles deed ze in een kom: De katteharen,
de brandnetels, de kruiden, de wonderolie en ten
slotte een fijngestampt kaneelbeschuitje. „Wee wee
klonk een stem vlak naast haar. Maar tante
Patent keek ditmaal niet eens op. Ze had geen tijd
om te luisteren. Ze ging door met roeren en klutsen
en goot het mengsel tenslotte in de mixer. „Uilen
en raven over u,.hikte zuster Klivia. „Tot in
het honderdvijfenveertigste geslacht! Over u en uw
kinderen en kindskinderen en achterkleinkinderen!"
„Ik heb geen kinderen," zei tante Patent. „En hou
je mond, ik heb al m'n aandacht nodig." „Wee.
wee.wraak!" gilde zuster Klivia. „Ik ben niet
bang. Ga weg, engerd!"
Toen nam zuster Klivia een geheel andere hou
ding aan.
25-75
25. „Veel plezier op je wereldreis!" riep graaf Upke
van Sught tot Brallen, nadat hij Jan Jansen met enig
geweld in een taxi had geduwd. Hij keek het voertuig
vingerknakkend na en lachte vals. „Zo, nu kan hij zijn
boot niet meer missen," mompelde hij, „nooit zal die
detective hem weer vinden! Ha! En Aleida zal de mijne
worden!" „Bekorrah!" zo klonk plotseling een stem.
„kon dat niet wat harder, chauffeur?" De graaf draai
de zich om en hield geschokt de adem in. „Die ge
wetenloze schurken," prevelde hij, „hoe durven zij mij
steeds op de hielen te zitten? Maar ze zullen hem met
krijgen!" Hij wendde zich tot de portier van hotel Slop-
wijk en fluisterde hem iets in het oor. „Hier heeft u
tien florijnen," besloot hij, „en als u doet wat ik rezegd
heb, krijgt u er nog eens tien bij." En hij maakte zich
snel uit de voeten. Pat en Panda hadden intussen hun
taxirekening betaald en traden op de portier toe. „Lo
geert hier een Jan Jansen?" vroeg de detective, „breng
me dan naar hem toe! Vlug!" „Meneer Jansen is net
vertrokken," antwoordde de portier, „hij is gaan
trouwen."