A
„Anonieme Gokkers" biechten - naar het voorbeeld
der Alcoholics Anonimous - elkaar hun zonden op
Om de miljoenenschat
van het goudschip
Grosvenor
Tante Patent en buurman Bezig
PANDA EN DE JACHT OP JANSEN
Fa. B. ENGELENBERG
Geen mens kan in leven blijven
onder een dikke laag paksneeuw
'.n
Ons vervolgverhaal
MAANDAG 6 MEI 1963
9
EEN OORSPRONKELIJKE ROMAN
DOOR KLAAS VAN DER CEEST
t
OFFICIëLE VERKOOP SIKKENS LAKKEN
KWASTEN
PLAMUURMESSEN
Beroepsgokker
Zesde zintuig
Gebed van de gokker
ONDERZOEK WIJST UIT:
is
28)
Even later had hij al zekerheid. De
drie zware machines daalden achter
elkaar in duikvlucht tot vlak boven
de zee en lieten elk een serie diep
tebommen vallen. Metershoge water
kolommen rezen op. De vier mannen
voelden de druk en werden heen en
weer geslingerd.
„Zoiets zullen ze toch vlak bij je
neergooien.riep Jantje Verstuyt,
die nogal^wat water geslikt had. Het
was niet plezierig, maar kwartier
meester De Vos stelde vast, dat de
anderen er niet van geschrokken wa
ren en er ook niet door ontmoedigd
werden.
Ze vroegen zich alleen af:
„Zouden die nu voor de Zeventien
bestemd zijn geweest?" En alle vier
wisten ze wel, dat dit eigenlijk geen
vraag meer was. De Jappen hadden
geen dieptebommen laten vallen, als
ze geen doel hadden gezien. Een ande
re vraag was:
„Houden ze er nu mee op of gaan
ze zo door.En daar kregen ze
gauw genoeg een antwoord op. Ze
gingen er meer door. Nog driemaal
gooide elk van de drie vliegtuigen
een patroon dieptebommen. Daarna
cirkelden ze laag boven de plaats,
waar die bommen gevallen waren.
De vier mannen van de 0-16 waren
weer naar elkaar toegekomen. Kwar
tiermeester De Vos hield de adem in,
terwijl hij zich afvroeg:
„Hebben ze hun doel geraakt....?"
Zijn hart kromp ineen bij de gedach
te aan de bemanning van de Zeven
tien, die dan ergens op de bodem
van de oceaan worstelde met een
gruwelijke dood. De Japanners zet
ten koers naar het noordoosten. Krijn
van 't Hof zei:
„Gaan we kijken, Cor?"
„Kijken? Waar wil je naar kij
ken. Of er soms olie op het wa
ter drijftOf er misschien wrak
stukken naar boven komen.het is
misschien beter van niet, mannen!"
Zijn stem stokte even. „Als het de
Zeventien was, waar ze het op ge
munt hadden.en als die geraakt
is, komt er toch geen mens meer
boven.
Korporaal-machinist Bos bad en nu
hardop:
„Onze vader in de Hemel.Uw
Wil geschiede.Dat was dan be
doeld voor de bemanning van de Ze
ventien.
Kwartiermeester De Vos zei:
„Laten we gaan.hier kunnen we
niets meer doen en vliegtuigen zijn
er niet meer, die ons kunnen zien.
Waarom zullen we hier dan nog lan
ger blijven? We zijn nog niet, waar
we moeten wezen.".
Ze wilden verder gaan, drie van
hen tenminste. Chris Bos liet zich nog
steeds drijven. Kwartiermeester De
Vos zwom naar hem toe.
„Ga jij niet meer Chris.Hij
probeerde het zo opgewekt mogelijk
te vragen.
„Nee. Cor, laat mij hier nu blij
ven," zei korporaal-machinist Bos. In
Den Helder wachtte geen mens op
hem, geen vrouw, geen kind. Hier had
den een dertig, veertig van zijn kame
raden een graf gevonden naar hij
aannam. Het zou niet slecht zijn om
bij hen te kunnen blijven. Het had
zeker geen zin nog een paar mijl ver
der te zwoegen en het dan op te ge
ven. Maar kwartiermeester De Vos
wilde er niet van horen. Hij keek
even achterom en zag, dat de anderen
wachtten.
„Kom eens hier, mannen!"
De beide matrozen kwamen meteen.
•„Wat is er aan de hand, Cor?" Cor
de Vos zei, dat korporaal Bos niet
meer mee kon komen.
We zullen hem tussen ons in
moeten nemen!" Terwijl hij het zei,
vroeg hij zich bezorgd af, wat de
anderen er op zouden antwoorden. Hij
verwachtte, dat Krijn van 't Hof be
zwaar zou maken. Maar Krijn grijns-
de.
„Dan doen we dat, Cor. Hij
was een klein mannetje en het was
hem ook zeker niet meer .aan te
zien, dat hij als jongen goed had
kunnen leren. Maar hij had een
heel goedig gezicht, hoewel dat
kwartiermeester De Vos nooit eerder
opgevallen was. De enigszins verbit
terde trek, die hij zo dikwijls op dat
gezicht gezien had, was geheel ver
vaagd. Het had iets kinderlijks, zo g
vuil, besmeerd met olie en bedekt g
met een korst zout als het dan ook g
mocht zijn.
„Fijn", zei de kwartiermeester, s
„Nemen jullie hem eerst, Krijn. Jan- g
tje en jij. Ik los -je straks af. We g
zullen niet zo hard meer vooruit kun- g
nen, maar het moet nu eenmaal."
Hij had een hand op de schouder g
van korporaal Bos gelegd, bang, dat
die zich zou verzetten. Maar het g
scheen niet goed meer tot hem door g
te dringen. Hij liet tenminste toe, dat g
Krijn van 't Hof en Jantje Verstuyt g
een arm onder hem door schoven en g
elkaar bij de hand pakten.
„Gaat het zo, jongens!"
„Zo gaat het wel, Cor!" verzeker- g
den ze allebei. En tegen korporaal
Bos zeiden ze: ,Eer we jou hier ach- s
terlaten, Chris, moet er nog een ver- g
domde hoop meer gebeuren!"
Ze zwommen verder. Of eigenlijk
was het geen zwemmen meer wat
ze deden, maar hielden ze alleen hun g
hoofden boven water, terwijl ze zich s
op genade of ongenade met de stroom
mee lieten drijven.
Kwartiermeester De Vos keek nog g
af en toe eens op zijn horloge, hoe- g
wel dat al uren stilgestaan had. Mis- g
sehien keek hij alleen uit sleur, uit
een gewoonte, die hij zich eigen ge- g
maakt had. Veel begrip van tijd had g
hij in elk geval niet meer. Niet zo- g
veel, dat hij naar de stand van de
zon nog kon schatten hoe laat het on- g
geveer moest zijn. Hij had er ook g
geen belangstelling voor, want tijd be- g
tekende niets meer. Wat nog gold was g
de dorst, de schrijnende pijn, die hij g
over zijn hele lichaam voelde, het fel- g
le zonlicht, dat het hem langzamer- jg
hand onmogelijk maakte om zijn g
ogen open te houden en de dodelijke g
vermoeidheid, die over hen kwam.
Steeds vaker en steeds langer dreven gj
ze op hun rug, maar ze rustten al g
niet meer uit. Als Cor de Vos zich g
zelf en de anderen aanspoorde om g
verder te gaan schoten ze evengoed g
niet meer op. Ze bewogen zich traag, g
e zeiden ook niet veel meer. Er kwa- g
men nog vliegtuigen over. soms een g
of twee, een paar maal ook een heel g
eskader, maar ze vroegen zich niet g
af of het Britten waren of Jappen g
en probeerden zelfs niet hun ogen g
open te houden om er naar te kijken, g
Toen Cor de Vos merkte, dat ze erg g
laag waren en zei, dat ze een eindje g
bij elkaar vandaan moesten gaan om g
vanuit de lucht niet zo gemakkelijk te s
worden gezien, deden ze het. Verder g
bekommerden ze zich er niet over. s
„Als die lui om qns komen. $plle,n g
we het we' merken, Cor..."
„Natuurlijk, Krijn.jg
Het werd steeds moeilijker om Chris |j
Bos nog tussen zich in te houden. Met g
steeds korter tussenpozen moesten ze g
elkaar daarbij aflossen. Ook daarom g
lieten ze zich steeds vaker en langer g
op de rug drijven. Dan kon één van g
hen de handen onder zijn hoofd leg- g
gen en het boven water houden. s
Korporaal-machinist Bos verzette jg
zich er niet meer tegen. Hij klaagde g
niet meer, dat de anderen zich om g
hem nodeloos ophielden. Hij had mis- g
schien ingezien, dat het toch tever- g
geefs was en geen macht ter wereld g
hen ervan zou weerhouden. g
Cor de Vos dacht: g
„Dat moet hem toch goed doen... g
als hij het nog beseft tenminste." In g
elk geval deed het le kwartiermees- g
ter zelf en Krijn en matroos Verstuyt g
goed te weten, dat ze elkaar niet in de g
steek lieten. En daar waren ze dank- g
baar voor. Er was die namiddag nog g
meer, waarvoor ze dankbaar konden g
zijn. Dankbaarder dan ze ooit waren g
geweest voor iets, dat hun werd ge- g
geven. Ze vonden een afgebroken g
balk. het ene eind versplinterd, groen g
begroeid en glibberig van de lange g
algen, die er aanhingen. De balk was g
te klein om er op te drijven, maar g
ze schoven hem onder korporaal Bos. g
hingen zijn armen er overheen en g
mompelden, opgetogen:
„Is dat even ouwejongens, Chris... g
probeer je kop nou omhoog te houden, g
jó..." met z'n drieën duwden ze daar- g
na de balk voort door de golven, ter- g
wijl Chris er op steunde.
(Wordt vervolgd)
.v:x.\v -Kv.v.v-y
V.-.-.V sb
In het complex van het Museum
Rodin in Parijs is de jaarlijkse expo
sitie van het werk van jonge beeld
houwers geopend. Een der merkwaar
digste inzendingen, waarvoor als
materiaal boomstammen zijn gebruikt.
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllIHHHmi1111111111111111111111111!1111"11"111111
SAN FRANCISCO (AP) Een goedgeklede man van even in de dertig ver
telde, staande voor een kleine groep mensen die bijeen was in een souterrain
t an een kerk, hoe hij zijn moeder, een weduwe, haar spaargeld afhandig had
gemaakt, „dat zij met stuivertjes bij elkaaar had gekregen". Op kalme toon
voegde hij eraan toe dat hij het geld bij spelletjes poker erdoor had gejaagd. Na
hem sprak een zakenman van middelbare leeftijd. Hij vertelde hoe hij klanten
en crediteuren had belogen en bedrogen om te kunnen toegeven aan zijn on
beantwoordeliefde voor de roulette. Ook anderen vertelden soortgelijke ver
halen. Het gehoor beloonde elk van hen met een hartelijk applaus als ze waren
uitgesproken.
HET WAS een bijeenkomst van Gam
blers Anonymous, (anonieme gokkers)
een organisatie die op vrijdag 13 septem
ber 1957 werd opgericht door twee slacht
offers van de goklust naar het voorbeeld
van de „AA" (Anonieme Alcoholisten). De
oprichters stonden toen beiden aan de
rand van een faillissement en zij sloten
zich aaneen om gezamenlijk de kwaal te
kunnen bestrijden die hen elk afzonderlijk
had doen ondergaan.
Sedertdien is de organisatie gegroeid tot
500 leden in ongeveer 40 groepen over de
Verenigde Staten, met hoofdkwartier in
Los Angeles.
De leden komen uit alle economische la
gen. rassen en geloofsovertuigingen. Er is
maar een ding dat hen bindt: de goklust.
De dwang tot. gokken is een ziekte
waarvoor weinig begrip bestaat. Dr. Ed
mund Bergler noemt het „psychisch ma
sochisme."
DR. BERGLER is de auteur van het
boek „The psychology of gambling" (psy
chologie van het gokken). Hij is van me
ning dat degenen die aan gokdwang lei
den, door tekorten in hun jeugd een per
vers plezier vinden in het verliezen. In an
dere woorden, al denken ze dat ze gok
ken om te winnen, ze geven in werkelijk
heid toe aan een onderbewuste drang om
te verliezen. De echte lijder aan gokdwang
kan niet uitscheiden met spelen als hij op
winst staat, aldus dr. Bergleff
Hoe de diverse slachtoffers op het hel
lende vlak zijn gekomen is van geval tot
geval verschillend op detailpunten, maar
hun verhalen vertonen alle dezelfde hoofd
lijnen. Vrijwel allen zijn zij begonnen met
wat „gokken voor de gezelligheid". Veel
beginners raakten eerst verslaafd aan de
Advertentie
i
Poolstraat J9 - Haarlem Tel. 1S2S2
trekautomaten: de speelbakken, waarop
men door het schieten van loden knikker
tegen electrische contactjes allerlei fraaie
lichteffecten teweeg kan brengen.
DAVE R. een lid van G.A. (Gamblers
Anonymous), verklaarde dat hij beroeps
speler is geweest op dergelijke speelbak
ken. Toen hij op de top van zijn kunnen
stond, verloor hij nog „maar" twee en een
halve dollar (9 gulden) per uur. Hij speel
de in die tijd 50 uur per week na een
werkweek van 40 uur bij een werkgever,
waar hij minder dan 3 dollar (10 80 gul
den) per uur verdiende.
De meeste gokkers gaan echter al gauw
over naar grover geschut dan de speel
bakken. Als de inzetten oplopen en hun
speeltempo zich versnelt, souperen zij
achtereenvolgens hun persoonlijke geld,
handelskredieten en persoonlijke leningen
van vrienden en familieleden op. Als de
gokker zijn laatste bron heeft aangeboord
gaat hij over tot diefstal.
Een ander lid van G.A. zei dat hij op
de volgende manier in conflict met de jus
titie was gekomen. „Ik schreef een onge
dekte cheque uit en toen nog twee om de
eerste te dekken en daarna vier om de
twee te dekken. Toen ontdekte ik dat fi
nancieringsmaatschappijen mij wel geld
wilden geven op de handtekening van
vrienden en familieleden. Ik heb toen met'
een voor hen getekend."
Don, een veteraan in de vereniging, was
ook in een dergelijke positie toen hij voor
het eerst op een bijeenkomst van G.A.
kwam.
„Uit mijn jarenlange ervaring in het
geldkloppen had ik geleerd een groep
mensen snel te schatten op het geld dat
ze bij zich hebben. Mijn eerste gedachte
toen ik het groepje zag was: „hoe kunnen
zij me ooit voor morgenmiddag aan 20.000
dollar helpen?"
Het is nu 46 maanden geleden dat Don
voor het laatst heeft gewed.
Hij heeft zijn meeste crediteuren afbe
taald. De meéste leden zijn evenals Don
voor het eerst gekomen als reactie op een
kleine advertentie in de kranten, waarin
de vraag wordt gesteld: „Heeft u een gok-
probleem?" en een adres vermeld waar
de gokkers zich kunnen vervoegen om in
lichtingen."
De advertenties worden uit vrijwillige
bijdragen betaald. G." A.-leden beta
len geen contributie.
IN JULI houdt G.A. in Fresno een con
gres om te komen tot een nationale over
koepelende organisatie.
Het doel van het programma is in we
zen. het helpen van een lid bij de hen
oriëntatie van zijn inzichten, zodat hij zijn
zwakheden kent maar er niet de slaaf van
wordt. Dit thema is neergelegd in het ge
bed van de organisatie:
God geve me de rust, dingen te aan
vaarden die ik niet kan veranderen, moed
om de dingen te veranderen die ik kan
wijzigen en wijsheid om het verschil te
zien." w-
JOHANNESBURG (AP) - Guido de
Backer, directeur van een Belgische ber
gingsbedrijf, is in Zuid-Afrika met plan
nen bezig, waarvan hij hoopt dat deze
een fortuin van bijna 173 miljoen gulden
zullen opleveren. Hij zegt dat hij be
schikt over nieuwe inlichtingen over de
plaats van het, schatschip Grovenor, dat
in 1782 in een orkaan voor de kust van
Pondoland vergaan is. Pondoland, een
deel van de Zuidafrikaanse republiek,
ligt aan de Indische Oceaan ten zuid
westen van Durban. De Backer is voor
nemens dit voorjaar aan de bergings
operatie te beginnen.
HET PLAN voor de berging is voortge
vloeid uit de vondst van een gegraveerde
koperen plaat, waarop de plaats van het
wrak aangegeven zou zijn en een brief
over de lading van de Grosvenor. Beide
zouden jarenlang in het bezit zijn geweest
van een Nederlandse scheepsbouwer die
blijkbaar geen vermoeden had van hun
betekenis.
De Backer zegt dat Belgische metallur-
gen geloven dat de kaart gegraveerd is op
koper, afkomstig van de Grosvenor. Dit
overtuigde hem dat hij kon beginnen met
plannen tot berging van het schip, dat
vermoedelijk rust onder 24 meter zand en
12 meter water. Het ruwe water ter
plaatse maakt volgens Dé Backer het ge
bruik van bergingsschepen onmogelijk.
„Hun zou ongetwijfeld hetzelfde lot wach
ten als de Grosvenor. Maar ingenieurs
hebben een nieuw tunnelsysteem ontwik
keld, waarvan een Zuidafrikaanse mijn-
bouwingenieur gelooft dat het uitvoer
baar is".
HET IS DE BEDOELING dat geweldige
tunnelpompen het zand zullen wegzuigen
De Backer meent dat het slechts 'n maand
zal vergen om het zand in een straal van
15 meter rond het wrak weg te zuigen. Hij
gelooft dat de operatie niet moeilijker zal
blijken te zijn dan andere welke hij eer
der met succes in de Middellandse Zee
heeft uitgevoerd. Hierbij werden verschei
dene Romeinse galjoenen geborgen. „Ver
der hebben wij drie Duitse U-boten ge
licht. Twee zijn als schroot verkocht en de
derde kon weer voor dienst geschikt ge
maakt worden. De zee kan een fortuin op
leveren".
DE SCHAT van de Grosvenor zou be
staan uit muntspecie, 162.000 gouden mun
ten, 19 kistjes met diamanten, saffieren en
smaragden, 700 staven goud en 1.450 baren
zilver: een lading die bij de huidige markt
waarde tientallen miljoenen guldens zou
Opbrengen-
Deskundigen van een
bergreddingsdienst in
Joegoslavië hebben een
man onder de sneeuw be
graven om na te gaan
hoelang iemand die door
een lawine wordt bedol
ven, in leven kan blijven.
Men heeft aangenomen
dat onder sneeuw bedol
ven mensen in de poreu
ze sneeuw kunnen ade
men, zodat zij eventueel
in staat zouden zijn, zich
zelf uit de sneeuw te
werken.
Deze mening is onjuist
gebleken.
DE 34-JARIGE dr.
Frank Srakar lag met het
gezicht naar beneden in
een put, gegraven in een
laat pak vers gevallen
sneeuw nabij Ljoebjana.
Hij droeg warme' kleren
en had een draagbaar
radiozendertje bij zich
om met de reddingsdes
kundigen aan de opper
vlakte van de put te spre
ken.
Toen zij begonnen ruim
anderhalve meter sneeuw
op hem te scheppen, zeide
hij tot hen: „Ik denk dat
ik het wel twee uur kan
uithouden".
Maar tegen de tijd dat
hij helemaal begraven
was, zeide hij: „Het drukt
zwaar op me".
Het was er verre van,
dat hij in staat zou zijn
zichzelf te bevrijden of
zelfs maar ruimte rond
om zijn hoofd te maken
om beter adem te kunnen
halen. De deskundigen
buiten zijn sneeuwgraf
hoorden hem zeggen, dat
hij onwrikbaar vast zat
en zelfs niet in staat was
zijn handen te bewegen.
Het was duidelijk dat
hij in moeilijkheden ver
keerde. De deskundigen
hoorden hem via de mi
crofoon zwaar hijgend
ademen. Dertien minuten
nadat, hij met sneeuw
overdekt was meldde dr.
Srakar dat hij geen druk
meer voelde. Na 25 minu
ten vroeg men hem, hoe
veel tijd hij meende dat
er voorbijgegaan was. Hij
veronderstelde dat hij
pas tien minuten begra
ven was.
Twee minuten later be
gon hij om hulp te roe
pen. Zijn woorden waren
onsamenhangend.
Toen men hem had uit
gegraven vertelde hij
„Ik had het geen minuut
langer kunnen uithouden.
Ik zou in slaap, of flauw
gevallen zijn".
Hierna werd dezelfde
proef genomen met een
jongere man. Het duurde
nog geen half uur voor
ook deze om hulp begon
te roepen. Hij had hallu
cinaties gehad en een
witte beer gezien.
De reddingsdeskundi
gen concludeerden, dat
iemand die door een la
wine wordt bedolven,
zich niet kan bewegen en
dus zichzelf niet redden
kan. dat hij waarschijn
lijk spoedig buiten be
wustzijn zal raken en dus
reddingsploegen geen
aanduidingen kan geven
omtrent de plaats, waar
hij zich bevindt, voorts
dat de adem van de be-
dolvene de sneeuw rond
om zijn hoofd in ijs ver
andert, zodat zij niet po
reus meer is. Het slacht
offer stikt daarna onher
roepelijk, doordat vol
strekt geen lucht kan toe
treden. (AP).
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
SWAN FEATURES SYNDICATE
58. Toen tante Patent de ogen weer durfde te
openen zag ze dat het woekerbos om haar heen ver
dwenen was. Er was geen spoor meer over van de
slingerplant en ze kon weer straten en huizen onder
scheiden. Maar ze zag ook het warenhuis. Uit alle
etalages sloegen de vlammen. Het stormachtig brut
send geluid dat ze gehoord had was afkomstig van
een felle laaiende brand. Deksekaters m'n wa
renhuis m'n eigen goeie warenhuis :ei een
stem naast haar. Het was Buurman Bezig die ver
stijfd van schrik naast haar stond te kijken. Een
beetje opzij alsjeblieft, riep een bromstem. Het was
een der brandweerlieden die koortsachtig bezig wa
ren met blussen. O wacht, ik zal u een handje hel
pen" riep tante Patent en ze greep een slang om er
lustig mee te gaan spuiten. Wee, wee gilde een
akelige stem. Zuster Klivia zat boven op een grote
ladder en verheugde zich kennelijk bijzonder. Jij uit
gedroogde klerenmot! riep Buurman Bezig. Jij, Ont
aarde tapijtlarf'. Jij ultraviolette Bisambuik! Hi, hi.
hinnikte zuster Klivia en ze zwiepte heen en weer op
de brandweerladder,
27. „Lopen! Rennen!" hijgde Pat, „over vijf minuten
trouwt Jan Jansen! Vlug! Vlugger!" „Maar waar is
het stadhuis?" vroeg Panda. „Vragens! Aldoor vra-
gens!" riep de speurder geprikkeld, daar is nu geen
tijd voor!" Maar Panda vond het toch wel noodzakelijk
om te weten waar ze zijn moesten, dus klampte hij een
voorbijgangster aan. „Waar is het stadhuis, mevrouw?"
vroeg hij. „We moeten vlug naar een bruiloft!" De
vrouw keek hem vertederd aan. „Ach, wat gezellig!"
riep ze uit, „ik ben dol op bruiloften en mijn schoon
dochter „Daar hebben we heus geen tijd voor
mevrouw, „viel Panda haar in de rede, „we hebben
haast!" „Ik mag het zo graag zien, dat jonge geluk,"
vervolgde de dame, „zoëeven zag ik nog een paartje het
stadhuis binnen gaan. Echt ontroerend, hoor." „Ja,
maar waar IS het stadhuis?" riep Panda, wanhopig.
„Je staat er vlak voor," antwoordde de vrouw, „daar
is dat aardige paartje binnen gegaan en Maar
Panda luisterde niet meer. „Pat I" schreeuwde hij,
„hier moeten we zijn! Hier trouwen ze!" De speur
der, die al bijna in de verte verdwenen was, kwam
buiten adem teruggehold. „Zeg dat dan meteen," zei
hij kribbig, het stadhuis binnensnellend, „Maar hier zal
niet getrouwd worden, zolang Pat O'Nozel er nog wat
tegen kan doen!"
•A