AVRQ Nederlandse r ad tj> om r oep i veertig jaar oog oiet tot volle wasdom gerijpt ME ®^|wïAVONOTt£M A REEDS LUISTERVINK? Meditaties bij een jubileum I WOENSDAG 8 MEI 1963 Ontwikkeling van de radio werd bepaald door commercieële belangen, politieke intriges en persoonlijke prestiges Vfi'RTkEK De goMe D'nSOaGavondT&ein Rijdt oP 'aj floitSiGnMl van Guos /-tooFDCONÜucTeoR AL£X DE ft AAS - Passa G/Ö?s: KoVaCS'LAJöS LH Z'JN ORKEST JENNY JüNGBAGER CoLoRATüuK So PR AA Nl wan hollandeR- the sonq- singers fit NONDHARMONICA 1ST CHACGENl PieRRe PALLA met Het ^|fRAATsXAA®Hl^ (III SOOSódÖAöOOÓO GIRO I2ÖOOO r i yocc - '^<xx>DOOOOoooocoooooooooooocooo^oryv.' IK HERINNER ME NOG HEEL GOED hoe de AVRO- studio werd geopend. Op een zomerse zondagmiddag van 1936 liepen we met duizenden Nederlandse middenstanders langs het fonkelnieuwe bouwwerk aan de s Gravelandse- weg. Op een met AVRO-vlaggen getooide verhoging stond een groepje keurige heren in jacquet met welgevallen naar ons te kijken. Twee figuren, de ene klein en donker, de ander grijs en gezet, waren wat meer op de voorgrond getreden en beantwoordden met brede gebaren de zwaaien de groet van het défilé. Iedereen kende ze: „Die links is Vogt en die daarnaast De Glercq' Zij werden met een mengeling van eerbied en familiaire herkenning aangeduid, zoals men ook wel eens zegt: „Daar heb je de koningin!" De langsschuifelende menigte zocht tussen de officials voor het studiogebouw naar nog iemand anders: „Waar zou Guus zijn?", „Heeft u Guus Weitzel ook gezien?", „Zouden we Guus nog te zien krijgen?". We hebben hem niet gezien. Want de heer G. Weitzel zat gewoon waar hij hoorde: in de omroepcel. Het AVRO-bestuur had voor zijn luistervinken een andere attractie in petto: het liet gewoon twee bal lonnen op en dat was ook een aardig gezicht. De heer G. Weitzel is al jaren chef van de reportagedienst van de Wereldomroep, nadat tussen hem en de heer Vogt enig ongenoegen was ontstaan, de heer De Clerq is een paar jaar terug overleden nadat ook de heer Vogt de AVRO in een conflictsituatie had verlaten. Het huidige bestuur heeft de Nederlandse omroeppionier ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de AVRO met onderscheiding be handeld, maar het is aan twijfel onderhevig of de heer Vogt dit eerbetoon voldoende vindt. Er zijn mensen die hem, met voorbijzien van zijn hoge leeftijd, opnieuw de leiding van de AVRO willen toevertrouwen. DAT IS EEN gedachte die slechts voortkomt mi heimwee naar het voor oorlogse verleden, zij is gespeend van werkelijkheidszin. De AVRO zoals wij haar gekend hebben hield op te bestaan op 14 mei 1940, op het ogenblik dat Son- derführer Freudenberg aan het hoofd van de Rundfunktruppen, twintig bajo netten sterk, bezit nam van haar stu diocomplex. De AVRO die toen onder ging was een andere dan de organisa tie welke na veel geharrewar in 1947 weer iri de ether verscheen Zij her vond haar gebouwen, haar kapitaal, haar personeel voorzover het de bezet ting eerst en de politieke zuivering la ter had overleefd. Wat zij niet hervond was het oude enthousiasme van haar leden. Daarvoor zijnverscheidene oorzaken aan te wijzen. In de bezettingstijd wa ren de tegenstellingen tussen de maat schappelijke grdepen irf.-nris' lahd' ver*' zacht, er was een grotere bereidheid gegroeid om naar andersdenkenden te luisteren Het is tegenwoordig eenvou dig onvoorstelbaar sinds de televi sie al helemaal niet meer dat men uitslqitend zou afstemmen op de om roep waarvan men lid is, Tijdens de heftige omroepstrijd der dertiger jaren was dat heel gewoon. De knop werd omgedraaid wanneer er een andersden kende voor de microfoon kwam. Ten tweede kwamen veler, tijdens de oorlog tot de ontdekking dat kleurloze alge meenheid onder moeilijke omstandig heden het aflegt tegen beginselvastheid Maar de derde en voornaamste oor zaak van de verflauwde geestdrift voor de zaak van de AVRO is haar vereen zelviging met het standpunt en het lot van de andere grote omroepverenigin gen geweest De AVRO is zuil met de zuilen geworden sinds zij zich heeft verzet tegen het aanvankelijk nationale omroepbestel dat wij na de oorlog on der de roepnaam Radio Herrijzend Nederland hebben gekend. Toen be stond de situatie welke de AVRO zelf voor de oorlog steeds en naar mijn thening térecht als de ideale hacj aangeprezen en geprojiia'geerd. Alleen pilP Uit een oud programmablad omdat zij zelf aan die ontwikkeling geen deel had, heeft zij haar afkomst verloochend En daarom vindt men geen dames meer die in AVRO-vlaggen gekleed gaan, zoals toen de studio werd geopend. HET IS IN DEZE DAGEN van loze woordenstrijd over reclametelevisie of niet, een curieuze gedachte dat het be gin van de Nederlandse omroep zo commercieel is geweest als het maar zijn kan. De Nederlandse Seintoestel- lenfabriek wilde zo graag radio-ont vangtoestellen aan de man brengen en er moesten dus programma's worden uitgezonden welke het bezit van zo'n apparaat de kosten waard maakten. De N.S.F. was daarmee niet eens het eerst. De werkelijke koploper was ir. H H. S. a Steringa Idzerda, directeur eigenaar van een radiotoestellenfabriek, die in 1919 van zijn laboratorium in den Haag uit met regelmatige uitzen dingen begon. Deze programma's wer den ook in Engeland veel beluisterd de Engelse regering draalde namelijk met het verstrekken van zendmachti gingen en in 1922 werd een weke lijks concert door de „Daily Mail" via de Haagse zender gesponsored Dat was een nauwelijks verkapte vorm van radioreclame welke ook in de eerste jaren van het bestaan van de Hilver- sumsche Draadloo/.e Omroep veelvuldig werd toegepast. Philips betaalde de Concertgebouwconcerten, het weekblad Het Leven de operettes, ook Verkade, Jamin en Peek en Cloppenburg betaal den programma's en dat werd vermeld ook. De Amerikaan Judge Rutherford bekostigde eveneens zelf de uitzending van een bijeenkomst in Amsterdam van de door hem geleide godsdienstige beweging. DE HILVERSUMSE Draadlooze Om roep, waarvan de huidige AVRO zich dus de voortzetster noemt, was een schepping van de N.S.F.beheerd door drie employés van de N.S.F., de radio technicus ir. G. White, die de eerste zender uit afgeschreven en vergeten in ventarisstukken bij elkaar had georga niseerd, de administrateur G. van der Woord en de gewezen radiotelegrafist W. Vogt, die als een duivelskunstenaar het eigenlijke omroepwerk verrichtte. Zoals meestal ging het nieuw gescha pen organisme al spoedig een eigen leven leiden. De N.S.F. schoof de H D.O. trouwens uit eigen beweging naar voren om als onderneming buiten de principiële strijd te blijven welke zich omtrent de vrijheid van menings uiting en de vertegenwoordiging der politieke en godsdienstige gezindten in de ethef begon af te tekenen. De N.S.F. bleef zelfs zo commercieel dat zij haar zender de ene avond na de andere ver huurde aan de achtereenvolgens opge richte N.C.R.V., K.R.O. en VARA. zo dat er voor de H.D.O. steeds minder overschoot. De H.D.O., die tot dan toe gratis de beschikking over de zender had gehad, besloot daarop alle nog niet verhuurde zendtijd tegen betaling voor zich te reserveren en de N.S.F. te vra gen een tweede zender voor hem alleen te bouwen. De H.D.O. voorkwam op die manier in elk geval dat ook de als laatste opgerichte V.P.R.O. nog een avond van zijn vierdaagse week af knabbelde. DAARMEE ZAT DE KAT in de gor dijnen. De regering, die aanvankelijk nauwelijks belangstelling voor het nieu we krakende medium had getoond, haastte zich het verzuim in te halen en stelde een staatscommissie samen waarvan het advies uiteraard nooit ge volgd zou worden. De kranten, die de eerste programma's alleen bij wijze van advertentie wilden publiceren, la gen al spoedig met de omroeporgani saties overhoop inzake het recht om die programma's alsjeblieft zo vol ledig mogelijk te kunnen overnemen. Zo voltrok de ontwikkeling van de Ne derlandse omroep zich al spoedig in een strijdgewoel om commercieel De- lang, politieke intrige en persoonlijk prestige. Een werkelijk Nederlandse omroep zou er onder die omstandighe den natuurlijk nooit komen. Hoe troebel de sfeer was kan blijken uit de reden waarom de Hilversumsche Draadlooze Omroep zich transformeerde tot Alge- meene Nederlandsche Radio-Omroep (ANRO). Officjeel heette het in 1927 dat de voorlopige organisatievorm moest plaats maken voor een definitieve. In werkelijkheid was het erom te doen om van een met de drukkerij van het Alge meen Handelsblad gesloten contract over de uitgave van de Radio Luister- gids af te komen, omdat de drukkerij van De Telegraaf een voordeliger aan bieding had gedaan Zo ontstond de Aetherbode. Het Handelsblad mobili seerde een aantal machtige relaties in werkgeverskringen, waarop de Neder landsche Omroepvereeniging ontstond met de Luistergids als haar orgaan Deze N.O.V. telde geen leden, slechts abonnees op haar programmablad Zij liep daarmee op de huidige situatie vooruit. TWEE OMROEPEN die zich alge meen noemden was wel wat veel van het goede en nog binnen het jaar kwam het tot een fusie. De V. van de N.O V verving de N. van Nederlandsche en zo werd het AVRO in plaats van ANRO Ook de drukkers-uitgevers van de pro grammabladen zagen in dat ze samen en in vereniging grotpre winsten kon den maken. Aetherbode en Radio Luis- tergid fuseerden tot RadiobóUe, welke inderdaad draagster is geworden van een goudgerand verleden De directeur van de AVRO. de heer VV. Vogt, Jie de enig werkelijke domi nerende figuur in de veertigjarige om- roepgeschiedenis is gebleven, voelde zich midden in deze kruitdamp als een vis in het water Hij heeft dat hii het zilveren jubileum van zijn bedrijf in 1948 ook me' zoveel woorden verklaard: „Veel moeilijkheden hebben wij onder ogen moeten zien maar altijd was er iets in ons dat zei: Ha. strijd!" Daaraan heeft het in en om de AVRO tot in het jongste verleden nimmer ont broken. De heer Volgt heeft zijn strijdlust pas goed kunnen uitvieren toen minister Reymer op 15 mei 1930 het Zendtijden- besluit uitvaardigde. De zendtijd van de AVRO werd toen gehalveerd ten bate van de bijzondere omroepen. Het is een onloochenbaar feit dat dit onzalige Zendtiidenbesluit zowel de vooroorlog se verdeeldheid als de na-oorlogse ver zuiling in de ether in de hand heeft gewerkt en bevestigd. Het Zendtijden- besluit was de vrucht van ccn geeste lijk en politiek onvermogen, dat karak teristiek was voor de dertiger jaren. Het heeft dan ook niemand verwonderd dat de minister die het uitvaardigde zijn loopbaan als politieke delinquent heeft geëindigd. AAN DE ANDERE KANT kan niet worden ontkend, dat degenen die de AVRO leidden evenmin veel inzicht in de werkelijke verhoudingen aan de dag legden. Zij verwarden de onmiskenbare populariteit van hun omroep bij de luisteraars met de feitelijke sterkte van de parlementaire troepen die over hun lot zouden beslissen. Hoe groot de aan hang van de AVRO was bleek op de protestdemonstratie op Houtrust: hon derdvijftigduizend mensen die daar hun gemoed luchtten vormden een voor die dagen uitzonderlijk verschijnsel. Maar tegelijkertijd bleek de zwakheid van een niet op beginselen gefundeerde om roeporganisatie: de leider van het actiecomité „De vrije luistervink", dat een blad „Vrij Nederland" uitgaf, werd geroyeerd als AVRO-lid toen hij de grieven jegens het omroepbestel tot grondslag van een politiek programma wilde nemen. DE POPULARITEIT van de vooroor logse AVRO kan voornamelijk worden verklaard uit de kwaliteit van haar programma's, welke met kop en schou der boven die van de concurrentie uit staken. Financieel stond zij er in die dagen dan ook het beste voor. Gold voor de VARA in deze crisisjaren het sneren de woord van Willem Volgt: „Van ar moede rammelt alles", de AVRO blok keerde het Concertgebouw, het Kur- haus, het Stadion zoals de H.D.O. de N.S.F.-zender voor de V.P.R.O. had ge blokkeerd. De internationale podium prominenten werden exclusief- voor haar microfoon gecontracteerd. De per soonlijke kwaliteiten van de vaste AVRO-medewerkers waarborgden een grote luisterdichtheid, om het even of het nu de boekbespreker dr. P. H. Rit- ter jr., de sportverslaggever Han Hol lander, de kinderkoordirigent Jacob Hamel, de naailerares Ida de Leeuw- Van Rees, de zanger Bob Scholte of de eerste disco-jockey (het woord was nog niet eens uitgevonden) Max Tak betrof. De AVRO permitteerde zich ook de luxe van drie vaste orkesten, het dertig man,sterke Omroeporkest onder leiding van Nico Treep en (voor grote concer ten) Albert van Raalte, het amuse mentsorkest Kovacs Lajos, een micro foon-pseudoniem van Louis Schmidt, en een dansorkest, dat nogal eens van naam e dirigent wisselde. Een deel van het artistieke AVRO-personeel sloeg tijdens de bezetting de weg der poli tiek aberratie in, een ander deel ging de lijdensweg naar de Duitse vernieti gingskampen, blijkbaar zonder dat de oude omioepgemeenschap tussenbeide kon komen. Na de bevrijding en de terugkeer van het oude omroepbestel miste men niet slechts vele vertrouwde namen, maar verloor de AVRO tevens haar voorsprong op het terrein der program ma's. Zij voegde zich immers als zuil naar de zuilen, kreeg een gelijk aan deel uit de N.R.U.-pot, moest zich hou den aan de in het Gouden boek der Nederlandse Radio Unie vastgelegde honoraria en wezenlijke exclusiviteiten waren er helemaal niet meer bij. En toen het niet meer op de financiële middelen, maar op de algemene cul>~ turSe vorming van de programmasta ven aankwam, bleken de andere orb- TOejDvëreriiglngen meer van de buiten landse zenders te hebben geleerd dan de AVRO. OUDERE luisteraars plegen hard nekkig te beweren dat de radiopro gramma's voor de oorlog beter waren dan de tegenwoordige. Ik geloof eerder dat de nevelen van de verleden tijd ook in de radio de topprestaties minder snel verhullen dan de missers. En wat men toen mooi vond. gaat men door de rose bril van de herinnering steeds fraaier vinden. Met name raken die kprt. In de eerste jaren van de H.D.O. speelde het strijkje van FFangois Lup- Het AVRO-complex gens de hele avond, van acht tot elf. De pauze bestond uit een lezing welke drie kwartier kon duren. Bij de AVRO werden de lunchconcerten van twaalf tot twee uur door hetzelfde ensemble verzorgd met twee tussenspelen van grammofoonmuziek. Bij de anderen ging het net zo. De N.C.R.V., die jaren lang met de artistieke mogelijkheid van de omroep door levensbeschouwe lijke traditie geen raad wist, liet de organist Jan Zwart lunchconcerten van anderhalf uur op het orgel van de kerk aan de Kloveniersburgwal geven. In de waardeloos geacjite ochtend- en mid daguren werd de tijd gemakkelijk ge vuld met naai- en knipcursussen. Door de beperktheid van het grammofoon- platenrepertoire dat tot 1928 boven dien technisch niet voor radio-uitzending geschikt was waren de program ma's allemaal „live". Het „bandje" kwam pas in en door de oorlog tot ont wikkeling. Naarmate de 20ste-eeuw- se mens gejaagder ging leven, werden v_oorgl_ dh-r;auserie^n «tee~ds beknopter, 'ïtetgèéh lang "niet'altijd een verlies was. De V.P.R.O. heeft het meesUspeetac.u- laire voorbeeld" van deze 'ontwikkeling, geleverd. Vulde hij voor de oorlog de vrijdagavond met drie lezingen van een half uur elk, thans propt hij in een half uur drie of vier toespraken van vijf tot tien minuten. Vaak worden dergelijke versnipperde programma-onderdelen weer verpakt in een groter geheel, hei zogenaamde blokprogramma. De enige die tijdwinst heeft geboekt is de radionieuwsdienst. Vaz Dias is m 1925 begonnen met ren uitzending van een kwartier per dag en dat heeft tot de Tsjechoslowaakse crisis van 1938 zo geduurd. Toen pas werd de ochtenduit zending van acht uur en de middag- De heer Vogt voor de eerste Sykes-microfoon. ouderen niet uitgepraat over de concer ten van Nico Treep, maar als men ob jectief bedenkt, dat het AVRO-orchest (spelling van destijds) toen nog geen dertig musici omvatte en op één-en- dezelfde avond zowel goed was voor een symfonie van Van Beethoven als voor Victoria en haar huzaar, kunnen dat nooit uitvoeringen zijn geweest die een vergelijking met die van tegen woordige omroepensembles kunnen doorstaan. Wie de oude programmabladen door snuffelt, komt al gauw tot de ontdek king dat een historie van veertig jaar Nederlandse radio-omroep de titel zou kunnen dragen „Van zeer lang tot zeer kort". Dat gaat zelfs in technisch op zicht op. In de begintijd zwoer men bij de lange-golven tussen de duizend en tweeduizend meter. Ze reikten verder, ze hadden een grotere bandbreedte, ze waren goedkoper in exploitatie. Later erkende men noodgedwongen dat de middengolven ook hun voordelen had den. De kortegolven waren en zijn voor het overbruggen van grote afstanden onontbeerlijk. Maar voor een ongestoor de, zuivere ontvangst wordt de luiste raar van 1963 naar de ultra-kortegol- ven verwezen, de FM-zenders welke in meters tel'en. Ongetwijfeld zullen we nog eens in de decimeters belanden. DE PROGRAMMA-onderdelen ont wikkelden zich eveneens van lang naar uitzending van kwart voor één (thans één uur) ingevoerd. De ontplooiing van de radionieuwsdienst tot een werkelijk interessant radiojournaal stuit echter af op de omroepverenigingen, die de reportages voor hun eigen program ma's willen reserveren, zodat ze niet in de nieuwsdienst aansluitend op de feitelijke berichtgeving kunnen worden ingelast, en op het dogmatische geloof van de hoofdredacteur van de radio nieuwsdienst in het belang van toonloos nieuws lezen. Voor levende radiojour- nalistiek is de Nederlandse luisteraar vooralsnog op de Franstalige Europese zenders aangewezen. HET WORDT TIJD deze terugblik te besluiten, al is de verleiding groot ver der te duiken in de vele schilderachtige details waaraan de Nederlandse om- roephistorie zo rijk is. Mijn critiscne kanttekeningen zullen trouwens op net AVRÖ-feest door overvloedig klaroen geschal worden overstemd. Geen enkele gelegenheidsspreker /al echter het feit kunnen ma keren dat in juli niet de Nederlandse om oen als geheel de vla uitsteekt, maar slechts n van de vijl organisaties d'e zich cp dal geh.ed h> wegen. Daarom is dit AVRO-jubileum vóór alles het jubileum van de germ. - kansen. Maar misschien is het wel het laatste. J H. Ba-rtman

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 9