Wat er ook verandert,
de Eiffeitoren blijft
PANDA EN DE JACHT OP JANSEN
VRAGEN STAAT VRIJ IN MOSKOU,
MAAR ELK ANTWOORD KOST GELD
Ons vervolgverhaal
„Monsterlijk ijzeren geraamteis nog
altijd Parijs9 voornaamste attractie
Geen trek meer
MAANDAG 13 MEI 1963
pmnmimnnnrcniiiiiii
EEN OORSPRONKELIJKE ROMAN
DOOR KLAAS VAN DER GEEST
boot. H
Sterker dan de elementen
1 w m
MÊ&mi
Opvouwbare helikopter
-
0-16
32)
„Er kunnen eilanden zijn... en aan
de zeekant van die eilanden nog weer
ondiepten, klippen en riffen..." Die
moesten nog weer dichterbij zijn.
Hij vroeg Jantje Verstuyt: „Zou de
kust hier nogal dicht bewoond zijn?"
Matroos Verstuyt vroeg op zijn
beurt:
„Waarom wil je het weten... wat
gaat er door je hoofd, Cor?"
En toen zei hij: „Natuurlijk wonen
er mensen... overal wonen mensen-
Bedoel je, dat ze ons misschien al
zouden zien als het dag was?"
„Nou nee..." Kwartiermeester De
Vos was er niet eens zeker van of
„Het kan best zijn, dat het hier al
stikvol zit met Jappen en dan is het
beter, dat ze ons niet zien."
Daarna zwegen ze weer lange tijd.
Cor de Vos merkte, dat hij soms even
in slaap viel. Als het geen slaap was,
was het in elk geval een verdoving,
waaruit hij pas weer wakker schronk,
als hij zijn hoofd onder water liet
hangen. Hij waarschuwde zich zelf:
„Daar moet je nu net voor oppas
sen..." En hij moest oppassen, dat
het de eersteklasser ook niet over
kwam.
„Present kwartiermeester.„Heb
„Jantje!"
jij helemaal geen last van kram
pen?"
„Ik heb overal last van... daarom
hindert het me ook niet meer. Als we
dit overleven... ik zeg niet, dat we
het overleven... ik zeg als... als we
dit overleven, geloof ik niet, dat er
nog één dokter is, die mij weer zover
kan opkalefateren, dat ik ergens voor
te gebruiken ben...." Meteen voegde
hij er aan toe: ,Maar dat hoeft dan
natuurlijk ook niet... ik vind, dat we
ons pensioentje eigenlijk wel ver
diend hebben. Niet?"
Woorden. Woorden. Woorden zon
der zin. Woorden, waarachter zich
zelfs geen heimelijke gedachte schuil
hield. Voor matroos Verstuyt bete
kende het zelfs niet of tenminste heel
weinig, dat hij Cor de Vos hoorde
vragen:
„Zeg... wordt daar niet geschoten,
Jantje... daarginds?"
Er werd geschoten. Terwijl de
Twintig moeizaam voortkrukte naar
dezelfde kust, die kwartiermeester De
Vos en matroos Verstuyt probeerden
te bereiken, werd hij aangevallen
door de beide jagers „Uranami" en
„Yugire". De commandant vroeg
zich af, hoe die hem op het spoor
waren gekomen en wist er geen ant
woord op. Ze moesten hem toevallig
ontmoet hebben besloot hij. Het had
geen zin te proberen of hij nog kon
ontsnappen. De enige manier om zich
in veiligheid te brengen was te dui
ken. Snel te duiken en dan maar te
hopen, dat de jagers geen dieptebom
men hadden.
Het was, niet zeker, dat de Twin
tig nog in staat was snel te duiken.
Nog minder zeker was het of hij
daarna ooit weer aan de oppervlakte
kon komen. En de commandant hui
verde bij de gedachte, dat het gru
welijk moest zijn om in een onder
zeeboot opgesloten te zitten, die niet
naar. boven kon. Hij had gesproken
mét Britse officieren van de onder
zeedienst en verslagen bestudeerd
over de ondergang van Zijne Majes-
teits „Thetis". De „Thetis" was en
kele jaren voor de oorlog van de
werf gekomen en tijdens een proef
vaart in Liverpool Baai ondergedo
ken. En ze bleef onder. Een hele
vloot sleepboten en marinevaartui
gen was uitgevaren om het ongeluk
kige bootje met tweeënzestig beman
ningsleden en een honderd man per
soneel van de werf op te sporen.
Slechts een enkeling had er het leven
afgebracht.
De commandant van de Twintig
was een nuchter man. Zoals dat pas
te bij iemand met het voorkomen en
de houding van een beroepsbokser.
Hij stond zijn verbeelding niet toe met
hem op de loop te gaan, hem angst
aan te jagen door schrikbarende
voorstellingen van wat er allemaal
zou kunnen gebeuren. Maar toch aar
zelde hij wel even voor hij bevel
gaf:
„Klaar voor onderwater!"
Hij liet zelfs de hoofdwerktuigkun
dige, een eerste luitenant van de Ma
rine Stoomvaartdienst, nog bij zich in
de commandotoren komen om te vra
gen of die dacht, dat het kon.
De hoofdwerktuigkundige veron
derstelde van niet. Maar als het no
dig was, zouden ze het proberen. En
als ze het niet probeerden zouden ze
toch zo goed als zeker door de Jap
pen in de grond geboord worden.
„Dan zijn we er ook al niet zo
best aan toe, commandant". En daar
viel niets meer tegen in te brengen.
„Dus duiken! Luiken dicht! Laat
de grote ballasttanks vol lopen!" Een
granaat, die min of meer op goed
geluk afgevuurd was, trof de peri
scoop, toen diè nog juist boven wa
ter uitstak.
„Hebben die kerels al niet genoeg
vernield?" vroeg de eerste officier.
Toen bleek, dat een van de beide
jagers nog dieptebommen had ook.
Een eerste serie deed de Twintig
kraken in al haar naden en voegen.
De tanks waren echter al vol gelo- 3
pen en de onderzeeboot zakte zacht- g[
jes op de modderbedding.
Deze aanval duurde maar heel kort. 3
De Twintig had nog een behoorlijke 3
voorraad zuurstof aan boord, tien
flessen, en meer dan honderd kali- j|
patronen om de lucht te verversen.
Wat dat betrof zouden ze het dan ook 3
lang genoeg onder water kunnen uit- 3
houden. Maar vanuit de hekbuiska-
mer werd al gauw gemeld, dat ze
lekte, ergens bij di schroefaskoker.
En een lek was van binnen uit niet 3
te stoppen. Bovendien vermoedden ze,
niet ten onrechte, dat de boot steeds
dieper weg zonk in de modder. Ge-
dreven door zijn bezorgdheid, dat hij j|
er later niet meer in zou slagen om
los te komen, liet de commandant de 3
ballasttanks leeg blazen.
Het ging snel. Veel te snel zelfs.
Een geweldige luchtbel steeg op. In
de onderzeeboot wisten alen, dat el- s
ke Jap, die nog in de buurt was, deze 3
bel wel moest zien. En iedereen |g
verwachtte dan ook een nieuwe aan- g
val. Die bleef uit. Er gebeurde niets, 3
Toen nog niet tenminste Maar zo- 3
dra de commandotoren boven de g
golven uit kwam, flikkerde het fel- g
le schijnsel van twee zoeklichten, 3
Daarna was er geen mogelijkheid 3
meer om te ontkomen. De luiken wer- g
den open gegooid, maar de dieselmo- g
torenbehoefden niet meer te worden 3
gestart. De torpedojagers vuurden van 3
twee kanten een salvo af op hun g
weerloze tegenstander. Een granaat g
ontplofte in de bovenbouw van de
0-20. De commandant en enige opva- g
renden werden op slag gedood. Dit g
was niets dan wrede, koelbloedige g
moord. 3
Het hoofd van de machinekamer 3
gaf bevel alle hens aan dek te. stu- g
ren. Van uit de machinekamer wer-
den alle afdelingen nog eens opge- g
beid, maar nergens was nog iemand g
die antwoordde. De inlaatkleppen g
werden opengedraaid evenals de 3
ventielen, zodat de lucht kon ont- 3
snappen als de tanks vol liepen. Er g
waren velen aan boord, die nog niet g
konden geloven, dat dit allemaal wer- g
kelijkheid was.
„Ons schip verlaten.Bij God, 3
dat doen we toch nooit!" Maar nu g
moesten ze.
Het hoofd van de machineka- 3
mer was de laatste, die aan dek g
kwam. Toen stroomde het water ook g
al door het torenluik naar binnen. En 3
binnen enkele minuten zonk de nog g
zo goed als nieuwe O-20, terwijl de g
overlevenden, die rond zwommen, een g
laatste groet brachten aan de fraaie 3
„Heer in de hemel.hoe is dat 3
nu mogelijk.De volgende mor- g
gen werd er tweeëndertig man opge- g
pikt door een Japanse torpedojager.
Er werd appèl gehouden en de oud- 3
ste officier, een luitenant ter zee der g
2e klasse, herinnerde zich een paar g
dingen, die hun waren opgedragen 3
toen ze uit Singapore vertrokken. Hij 3
verzocht de Japanse commandant g
ook uit te kijken naar overlevenden g
van de Zestien, die al sinds de vorige g
nacht vermist was. De Japanner haal- 3
de de schouder op. En in vrij slecht g
Engels verklaarde hij:
„Waarom zullen we daar nog naar
zoeken? Ze moeten allang omgeko- g
men zijn."
3
=3
(Wordt vervolgd) 3
Illll
3 ALS ELKE ANDERE Parijse bezienswaardigheid wordt de Eiffeltoren voor
het toeristenseizoen opgeknapt. Werklieden in blauwe overalls zijn druk bezig,
het beroemdste bouwsel van Frankrijk, dat ruim 300 meter boven het groene
jg Champs de Mars aan de linkeroever van de Seine omhoogstreeft, een kwastje
te geven en mooier te maken. De t.v.-antenne op de top van het stalen bouw-
M werk maakt het geheel nog ongeveer 30 meter hoger. Het ijle stalen skelet, dat
zich nu al 74 jaar de Parijse lucht inboort, is sinds zijn voltooiing de drukst
3 bezochte attractie van Parijs geweest en is dit nog. Het vorige jaar heeft de
g Eiffeltoren 1,7 miljoen bezoekers getrokken tegen het Louvre 817.000 en de
g Notre Dame 189.000. De Are de Triomphe is het grootste gedeelte van het jaar
H wegens restauratie gesloten geweest. De Fransen zijn machtig trots op hun toren,
g die als een symbool van Frankrijks grandeur is gebouwd voor de wereldtentoon-
H stelling van 1889. Maar zo is het niet altijd geweest. „Ontsiert de omgeving",
H jammerden vele Parijzenaars, toen de scherpe, strakke omtrekken van de toren
g zich boven de schilderachtige stad begonnen te verheffen. Er werden comités
g gevormd om te ijveren voor stopzetting van de bouw van zulk een monsterlijk
g ijzeren geraamte en men ging met petities rond, waarin werd betoogd, dat die
g naakte, stalen toren onverenigbaar was met de gothische schoonheid van de
3 Notre Dame en de Grieks-Romeinse eenvoud van de Are de Triomphe.
IR. GUSTAVE EIFFEL bleef ondanks
de storm koppig aan het werk. Hij bouw
de aan de voet van de toren een eigen
fabriek, waar hij de 18.038 stalen deler,
aan elkaar bevestigde. Aan zijn critici
zette hij uiteen, dat de toren zo was ont
worpen, dat hij niet meer druk op de
zachte grond bij de Seine zou uitoefenen
dan een stenen muur ter hoogte van tien
meter. Hij betoogde dat er geen gevaar
bestond dat de toren zou omvallen omdat
de structuur zodanig was versterkt, dat,
hij krachtiger winden dan ooit te Parijs
waren geregistreerd kon weerstaan. Inder
daad hebben ingenieurs in de loop der ja
ren opgetekend, dat bij de felste, ooit
geregistreerde wind ruim 150 km per
uur de top van de toren niet meer
dan ruim elf cm. heen en weer zwaaide.
OP 31 MAART 1889 hees Eiffel de Fran
se tricolore op de top van de toren en
riep uit: „Eindelijk". De eerste die het
gastenboek tekende was een jeugdige
Spaanse edelman. Hij werd diezelfde dag
gevolgd door bijna 200.000 bezoekers, die
allen de tocht naar de top van de toren
maakten. Vele toeristen laten het bij de
onderst? platforms van de toren.
De feestelijke opening werd gekenmerkt
door een aantal stunts. Een voorloper van
de persagent van onze tijd liet zich in
een draagstoel van Roemenië naar de voet
van de toren brengen. Een Tsaristische
cavalerie-officier kwam helemaal van War
schau aangereden, een Italiaan kwam per
fiets over de Alpen en twee Oostenrijkers
kwamen uit Wenen aangewandeld, beurte
lings uitrustend in een kruiwagen.
NU NOG GEBEUREN er gekke dingen.
Bij de bevrijding van Parijs in de tweede
wereldoorlog joeg een vermetele Ameri-
Vijftien dames te Baltimore (V.S.
die terwïlle van de wetenschap twaalf
dagen honger hebben geleden, zijn op
de koop toe twaalf pond afgevallen.
In het ziekenhuis, waarin het expe
riment werd uitgevoerd, hebben zij
slechts vloeibaar voedsel gekregen. Een
der artsen zei dat zij zullen blijven af
vallen, omdat haar magen nu kleiner
zijn geworden, haar eetlust is geslon
ken en haar eetgewoonten radikaal
zijn gewijzigd.
De dames hadden zich vrijwillig
aangeboden voor deze proef, die ten
doel had ziekten te bestuderen, welke
in verband worden gebracht met
zwaarlijvigheid.
De eerste zes dagen kregen zij geen
calorieën, alleen maar vitaminen en
staalpillen om eventuele chemische
evenwichtsverstoringen te compen
seren.
Het eerste vaste voedsel dat de
dames na het dinsdag geëindigde ex
periment te eten kregen, bestond uit
drie slablaadjes, een half kopje snij
bonen, een zacht gekookt eitje en een
kop thee.
Maar de dames verklaarden met
nadruk dat zij geen trek hadden. Zij
zijn voornemens thuis te blijven af
vallen op een dieet van vijfhonderd
calorieën per dag.
CO». lUtHN TOONW»
33. „Kijk, een helicopter," zei Panda, „hij vliegt re
gelrecht op dat schip af." „Met helicopterens hebben
we niets te maken!" snauwde Pat O'Nozel, „we moe
ten dat boot halen en daarmee uit!" „Toch vraag ik
me af wat dat ding bij dat schip te maken heeft,"
zei Panda peinzend. „Daar zou ik me het hoofd maar
niet over breken, jongeheer", merkte de zeeman op,
„het zal wel gewoon een verlate passagier zijn die
aan boord gebracht wordt. Net als jullie." „Genoeg!"
riep Pat O'Nozel, „let op je roer en hou op met klets-
pratens over verlate passagierens! Die zijn niet be
langrijk!" De verlate passagier daalde intussen met
een gemelijke trek om de mond de touwladder
van de helicopter af. „Dat was een duur grapje,"
mompelde hij, „maar gelukkig zal de bruidschat
van Aleida hier ruimschoots tegenop wegen." Hij
keek zoekend rond en al spoedig biel zijn blik op een
eenzame figuur, die droevig voor de grauwe golven
zat te staren. „Aha," prevelde hij met een naar
grijnslachje. „Dat komt goed uit.En vinger knak
kend stapte hij op de jongeling toe.
kaanse jagerpiloot zijn vliegtuig onder de
basis van de toren door en het vorige
jaar kwamen twee gebaarde Amerikaanse
„beatniks" in loopwagentjes helemaal uit
Florida met slechts een korte rust op
een vrachtboot en parkeerden hun wa
gentjes onder de toren.
De toren is een mekka voor verliefden
en huwelijksreizigers, maar blijkbaar
ook een onweerstaanbaar uitgangspunt
voor lieden, die op een spectaculaire
manier zelfmoord willen plegen. Dat heb
ben er in de loop der jaren 323 gedaan.
Gewoonlijk springen ze van de beide laag
ste verdiepingen. Van slechts negen is
opgetekend dat ze van de top hun laatste
sprong maakten. Nog enkele dagen gele
den hebben in een periode van 24 uur
twee zelfmoorden plaatsgevonden. Eerst
sprong woensdag voor een week een 27-
jarige Rhodesiër van de vierde verdieping.
Zijn voorbeeld werd de volgende dag ge
volgd door een 25-jarige Parijse s'udente,
die de derde verdieping voor haar doden
sprong koos. Alles ondanks het bijzonder
waakzame oog van de torenwachters.
MEN HEEFT nu voorlopig het
open terras van de vierde verdieping af
gesloten en de bedrijfsleiding zal later
andere veiligheidsmaatregelen met de raad
van commissarissen bespreken.
„Je kunt niet verhinderen, dat mensen
zich in de dood storten", zegt torenpresi
dent Pierre Raffegeau. „Glaswanden kun
nen door vastbesloten zelfmoordkandida
ten worden verbrijzeld", en tralies zouden
normale kijkers het gevoel get en in een
dierentuin „aan de verkeerde kant" te
staan.
m
Een persfoto uit.... 1888: de Eiffeltoren in aanbouw (Uit: „100 Jaar Parijs,
fotopocket, uitg. A. W. Bruna en Zn., Utrecht).
Over veiligheidsnetten rond de torenver
diepingen zegt Raffegeau, dat „een zelf
moordenaar dan eerst in het net zou kun
nen springen en vervolgens naar de rand
zou kunnen kruipen". „En dan kregen we
ook nog het probleem van waaghalzen, die
voor de aardigheid in de netten zouden
springen".
DE TOREN heeft nog andere slachtof
fers geëist. In 1898 verloor een arbeider,
die aan de liften werkte, zijn houvast en
tuimelde naar beneden en in 1912 sprong
een Oostenrijker, die er ondeugelijke theo
rieën over het vliegen op na hield, met
een paar eigengemaakte vleugels van de
eerste verdieping. Hij viel te pletter. Dit
jaar zou een man bij een zondagsbezoek
aan de toren zijn vrouw naar beneden heb
ben gegooid.
De Eiffeltoren ziet thans neer op een
veranderend Parijs. In zijn schaduw ver
rijzen uit het puin van gebouwen uit de
17de en 18de eeuw nieuwe flatgebouwen.
Moderne autowegen, waarlangs duizenden
■auto's' de stad" binnenkomen en verlaten,
glinsteren in de verte. Maar de Eiffelto
ren blijft.
Inplaats van een caravan of motor
boot kunt u binnenkort een helikopter
achter uw auto hangen: het eerste op
vouwbare hefschroefvliegtuig ter we
reld, dat door de Dornierfabrieken
ontworpen is en slechts 270 kg. weegt.
Een prototype van de DO-32 heeft in
de afgelopen dagen met goed gevolg
zijn eerste proefvluchten gemaakt in
Wilhelmshaf en. De aanhangwagen kan
met enkele handgrepen veranderd
worden in een start- en landings
platform. Het toestel moet bijzonder
licht te besturen zijn. Het kan een
snelheid van 110 km per uur ontwik
kelen. De rotor wordt aangedreven
door een gasturbine met een vermogen
van 90 pk. De prijs zal in de buurt
van de 32.000 gulden komen te liggen
DE SOVJETBURGER moet
voor vrijwel alles contant be
talen, zelfs voor inlichtingen.
In alle Russische steden zijn
kiosken, waar men alles kan
vernemen, van een telefoon
nummer tot de vertrekdata
van passagiersschepen naar de
Zwarte Zee.
Maar voor iedere informatie
moet betaald worden.
Het duurste zijn adressen:
vijf kopeken (ongeveer 0.18)
per stuk. Andere kleine in
lichtingen kosten twee kope
ken.
Moskou bezit 220 van deze
kiosken, die geplaatst zijn op
trottoirs bij drukke kruispun
ten en bij gebouwen zoals de
stations van de spoorwegen.
IN DIE KIOSKEN zetelen
dames, die vijftig tot zestig
roebel (198 tot ongeveer 238
gulden) per maand verdienen.
Dit is ongeveer het gemiddelde
loon van werkende Russische
vrouwen. Sommigen zijn knap,
anderen niet. Maar ze worden
allemaal verondersteld beleefd
te zijn, wat voor vele Russen
moeilijk schijnt te zijn, vooral
als hun vragen worden ge
steld.
De directeur van de Mos-
kouse inlichtingendienst, Mik
hail Lavotsjkin, gaf in een
persgesprek toe, dat dit punt
een probleem vormt, maar hij
verdedigde zijn kioskdames
fel. „Beleefdheid" zeide hij,
„is zeer belangrijk. Ongeluk
kigerwijze komt het voor, dat
het publiek grof tegen onze
meisjes is en als gevolg daar
van hebben de meisjes zich
zelf dan niet altijd in be
dwang."
LAVOTSJKIN begon het
persgesprek met de bewering,
dat het systeem van de in
formatiekiosken aan Lenin te
danken is.
„In 1918", aldus Lavotsjkin,
.tekende Lenin een decreet
op grond waarvan het volk de
mogelijkheid werd geboden,
zonder tijdverspilling verschil
lende soorten inlichtingen te
verkrijgen."
Maar pas in 1924 kreeg
Moskou zijn kiosken.
Lavotsjkin onthulde, dat de
kiosken in Moskou dagelijks
ongeveer 30.000 vragen beant
woorden. De vragen naar
adressen zowel particuliere
als van overheidsinstellingen
'zijn het talrijkst
Aangezien alle burgers inge
schreven moeten zijn, krijgt
de informatiedienst de adres
sen door middel van een tele
foontje naar het hoofdbureau
van politie. Maar daar gaat
vaak 20 tot 30 minuten mee
heen.
Andere soorten inlichtingen
kan men in de kiosken zelf
verschaffen. Zij betreffen o.m.
telefoonnummers, dienstrege
lingen van bussen, treinen en
vliegtuigen en de programma's
van schouwburgen en bios
copen.
„Wij kunnen de mensen
zelfs vertellen, waar ze een
bontjas kunnen laten rei
nigen," zei Lavotsjkin trots.
„En we. staan op het punt een
nieuwe dienst in te voeren:
inlichtingen betreffende het
winkelen. We zullen de men
sen vertellen, waar zij dit en
dat kunnen kopen."
Zoiets zou in elke stad ter
wereld nuttig zijn, maar in de
Sovjet-Unie is het eigenlijk
volstrekt noodzakelijk. De
kranten bevatten n.l. zo goed
als geen advertenties en er
wordt ook geen reclame ge
maakt via de radio of tv.
Daarbij komt. dat telefoon
gidsen en adresboeken vrij
schaars zijn. Het jongste tele
foonboek dateert van drie jaar
geleden en het was binnen
enkele minuten uitverkocht.
Lavotsjkin zegt, dat er voor
het volgend jaar geen nieuw
komt. Hij wilde niet zeggen,
hoe groot de oplage dan zou
zijn.
De organisatie beschikt in
Moskou ook over 2.000 aan
plakborden, waarop geadver
teerd wordt, waar iets te koop
wordt aangeboden, personeel
wordt gevraagd en zo meer.
„Onze kranten", aldus La
votsjkin, „hebben geen plaats
voor veel van dit soort adver
tenties."
„Plakadvertenties" zitten
achter een met een hangslot
afgesloten raam. Ze kosten
30 kopeken (ongeveer 1.20)
voor een week.
De organisatie beantwoordt
ook brieven waarin inlichtin
gen worden gevraagd.
,.Er komen vele soorten
schriftelijke vragen," zei La
votsjkin. „We hebben brieven
gehad, waarin naar de ge
boortedata van generaal De
Gaulle, keizer Hirohito en ko
ningin Elizabeth werd ge
vraagd. Ook heeft men ons
gevraagd, de zeven wereld
wonderen op te sommen ên
een der briefschrijvers wilde
weten, waar hij een pruik kon
kopen".
..Als wij een vraag niet kun
nen beantwoorden schrijven
wij een brief, waarin wij een
organisatie noemen, die het
misschien wel kan."