DORP TE KOOP - VOOR
DE HOOGSTE BIEDER
PANDA EN DE JACHT OP JANSEN
Ruimte-cabine als remedie
tegen huwelijksproblemen
DINSDAG 14 MEI 1963
1.
Ons vervolgverhaal
fiiiiiik
EEN OORSPRONKELIJKE ROMAN
DOOR KLAAS VAN DER GEEST
Monteleone kan zijn tweehonderd
inwoners niet meer onderhouden
UITTOCHT
LIEFHEBBERS TE OVER
Geen toeslagen'meer
in Franse restaurants
VREEMDE KLANT
SAMEN DELEN
Gaat u met vakantie?
33)
De jager was toen dichter dan een
mijl bij de kust. En nog iets dichter
bij lieten kwartiermeester De Vos en
matroos eerste klas Verstuyt zich met
de stroom mee drijven. Ze hadden het
schieten gehoord en de zoeklichten ge-
gezien. die over het water scheerden.
En ze hadden tegen elkaar gezegd:
„Dat zal niet om ons begonnen zijn
laten we maar doen, alsof er
niets gebeurt
Nog een half uur daarna hoorde
kwartiermeester De Vos ook iets dat
het bruisen en bulderen van de bran
ding op een rif kon zijn. Hij keek
rond of hij ook ergens de schuimen
de kammen van brekers zag en ont
dekte die eindelijk, maar te ver weg.
Om er te komen zouden ze tegen die
stroom in moeten zwemmen en daar
zagen ze geen kans meer toe. Toch
voelde hij zich er door bemoedigd.
„Als we nu nog geen grond onder
de voeten hebben, krijgen we het
waarschijnlijk straks, Jantje.
„Moet je niet te vast op rekenen",
zei matroos Verstuyt, „Misschien drij
ven we met de eb wel weer verder
in zee."
Het viel Cor de Vos op, dat zijn
stem helderder klonk. Hij dacht nog,
dat matroos "Verstuyt voor iemand
van zijn leeftijd wel bijzonder veel
weerstand moest hebben. Maar dat
ze met de ebstroom verder in zee
zouden drijven, had hij niet moeten
zeggenal was dat wel waar en
kon hij, Cor, het niet tegenspreken.
Hij zocht er een antwoord op, maar
er viel hem niets in. Ook toen hij
over iets anders wilde beginnen, kon
hij niets bedenken. Hij bedacht al
leen, dat misschien niet hij maar Jan
tje Verstuyt wel eens de enige kon
zijn, die behouden aan wal kwam.
En dat hij Jantje dan eerst nog een
paar dingen moest vertellen. Om te
beginngen moest hij weten, dat dit
gedeelte van de kust waarschijnlijk
al door de Japanners bezet was. En
dat hij op zijn hoede moest zijn,
als hij door de inheemsen gezien
werd, want die zouden hem kunnen
verraden.
Cor de Vos keerde zich op zijn zij,
omdat hij het gevoel kreeg, dat ze
ver bij elkaar vandaan dreven.
Dat gevoel had hem niet bedrogen.
Ze waren zover uiteen geraakt dat hij
matroos Verstuyt niet eens meer kon
zien.
„Jantje! Jantje Verstuyt" riep hij-
En nog eens: „Jantje... waar zit je?"
Het bleef stil, weer diezelfde, be
klemmende onwezenlijke stilte, die
hem na de ondergang van de Zestien
al eens eerder had getroffen... Hij*
wist alleen niet precies meer wan
neer dat was geweest.
„Jantje! Jaaaaaaa!" Hij richtte
zich op. hield zijn beide handen als'
een toeter voor zijn mond en nep het
naar alle kanten.
Maar waar matroos eersteklas
Verstuyt was drong al geen mense
lijke stem meer tot hem door.
Ook de vijfde van de zes man, die
op de brug van de Zestien hadden
gestaan, was op de voor hem bestem
de plaats aangekomen en kon daar
uitrusten van al de bezoekingen van
zijn laatste tocht.
Kwartiermeester Cor de Vos zei,
zodra dit tot hem doordrong: „Ver
draaid... je merkte niets aan hem...
mets..." Toen, voor hij verder zwóm
greep hij naar zijn hoofd, alsof hij
zijn muts af wilde zetten. Daarna
bad hij het Onze Vader, zoals dat
wordt gebeden als een paar zeelieden
een van hun kameraden,' die voor
goed afgemonsterd is, toevertrouwen
aan de golven. En hij begon weer te
zwemmen.
„Vijf van de zes... de comman
dant... de eerste officier, Chris...
Krijn van het Hof... en nu Jantje...
en dan ik nog, hè? En nu ik zeker
nog? Nee! Nee! Nee! Nee, verdom
me! Nee!" viel hij woedend uit.
Dat mocht hij doen. Er was geen
mens meer, voor wie hij hpt nog zou
moeten laten. Na die woedende uit
val kalmeerde hij echter ook met
een. Een beetje beschaamd. Het was
niet nodig, dat hij zich zo aanstelde.
„Als je het er levend af wilt bren
gen, zul je het anders moeten doen.
Cor!" Als hij het er levend af wilde
brengen...? Eigenlijk wist hij niet of
hij dat wel wilde. Maar hij moest nu
eenmaal!
Iemand moest toch rapport uitbren
gen over het vergaan van Hr. Ms.
O-16? En iemand
Daar stokten zijn gedachten. Er
kwam iets in hem op, waarvoor hij
terugdeinsde. Het weerhield hem er
echter niet van zich weer tot het
uiterste in te spannen om verder te
komen. Die uiterste inspanning had
overigens ook niet zo erg veel te be
tekenen. Het bleef bij enig ploeteren
en plassen, wat hij deed. Machteloos
geploeter.
Toen Cor de Vos nog geen kwar
tiermeester en zelfs nog niet bij de
Koninklijke Marine was, voer hij op
de koopvaardij, waar het niet de
moeite waard leek zich ergens voor
in te spannen, omdat elke reis, die
hij maakte, de laatste zou kunnen zijn
en hij met al zijn kameraden ontsla
gen kon worden wegens slapte in het
bedrijf. Het laatste had hij op een
van de passagiersschepen van de Rot-
terdamsche Lloyd gevaren, de „Pa-
tria", die toeu al erg verouderd was
en dan ook eindelijk moest worden
opgelegd. Het hele dek- en machine-
kamerpersoneel beneden de rang van
onderofficier zou worden verdeeld
over de andere boten van de maat
schappij, maar omdat Cor toch een
paar weken daarna al onder dienst
moest voor zijn nummer, had hij be
sloten niet weer aan te monsteren.
Hij nam die paar weken maar vrij.
Hij zwierf een beetje rond en op een
voormiddag had hij ergens in een
wachtkamer gezeten later wist hij
niet precies meer waar of waarom
dat was geweest. Er zaten meer
mensen, allemaal mannen, de mees
ten veel ouder dan hij. Een paar za
ten met elkaar te praten, anderen
stonden telkens op van de met leer
beklede banken langs de wand en lie
pen wat heen en weer. Zelf zat hij
te kijken naar iemand tegenover zich
van wie hij alleen het hoofd en de
schouders kon zien, omdat er een gro
te varen in een houten pot tussen hen
in stond- Die ander keek naar hem
ook. Het hinderde hen geen van bei
den, dat ze elkaar nogal scherp op
namen Cor vond nog. dat de man
een aardig gezicht had, wel inne
mend met dat blonde haar, waaraan
hij blijkbaar niet te veel zorg be
steedde, het hoge, brede voorhoofd,
de heldere ogen, die diep in hun kas
sen lagen, een wat te grote neus en
een gulle lach om de mond. Toch
was er iets in dat gezicht, dat hem
niet helemaal aanstond. Het duur
de even, eer hij precies wist, wat dat
was en eindelijk dacht hij:
„Die vent mag zich zelf wel een
beetje in de gaten houden.hij
ziet er uit, alsof 'hij noga' tevreden
is over zich zelf." Toen drong pas
tot hem door, dat hij naar ijn eigen
gezicht keek in een spiegel, die te
genover hem hing. En dat hij het
dus zelf was, die zich wel een beetje
in, de gaten mocht houden.
Hij vergat dat niet weer en betrapte
ich er later herhaaldelijk op, dat
hij nogal eens de neiging had zich
te overschatten. Misschien was dat
een eigenschap, die hij van zijn va
der had overgenomen. Dat was ook
een zelfvoldaan mannetje geweest,
hoewel hij daar eigenlijk allerminst
reden voor had. Hij zou het nooit tot
iets hebben gebracht als hij niet ge
trouwd was met een kordate, door
tastende en heel verstandige vrouw
iets, dat hij zich trouwens als een
verdienste aanrekende. Die vrouw
voedde de kinderen op en er waren
weinig moeders, die dit beter deden
dan zij. Zij beheerde de zaak, een
vishandel, en dat deed ze ook goed.
Van die zaak maakte e tenminste
iets en de jongens en meisjes, die
een behoorlijk verstand hadden, liet
ze leren. Ze zorgde wel, dat ze het
daarbij niet te gemakkelijk hadden.
„God neemt de moeilijkheden niet
voor hen uit de wegdat doe ik
zelf ook niet." Ze leerde hun alleen
voor zover dat in haar vermogen lag
om dié moeilijkheden te overwinnen.
(Wordt vervolgdi
Plllllillllllllllll||||||lllll[|lllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHlllllllll|l||llllllllll!lllllllllllllllll!lllllllllllllllllllllNllllllllllllllllllllllllHIIIIII
(Van een medewerker)
MONTELEONE ROCCA DORIA is de romantische naam van een dorpje
op het eiland Sardinië, dat eens welvarend was, maar nu is weggeteerd tot een
armelijk gehucht. In een wanhopige poging om geld te krijgen teneinde elders
een nieuw leven te kunnen beginnen, hebben de inwoners besloten, hun dorp
met alles wat erbij hoort, te koop aan te bieden. Het dorp ligt hoog (en droog!)
op een rotshelling, vrijwel totaal geïsoleerd van de buitenwereld omdat er geen
enkele begaanbare weg naar toe leidt. De bevolking is in de afgelopen jaren ge
halveerd zodat er nu nog slechts ISO dorpelingen over zijn. Zij delen hun een
zaamheid met drie paarden, een dertigtal ezeltjes, vierhonderd schapen150 var
kens en ongeveer evenveel magere koeien. Het zonnige maar droge klimaat en
de schaarse landbouwbodem leveren niet voldoende bestaansmogelijkheden
meer op. Er zijn slechts vier dorpelingen die een stukje goede grond bezitten,
de meeste anderen verbouwen vrijwel niets meer: hun miniscule strookjes- akker
tussen de rotswanden zijn door langdurige, veel te intensieve bebouwing
nagenoeg uitgeput.
ANDERE MIDDELEN van bestaan kent
Monteleone niet. Daar komt bij dat het
dorp geen riolering en zelfs geen stromend
water heeft, ook geen gas of elektriciteit.
Al het water moet door de vrouwen of
door ezeltjes in kruiken in het dal gehaald
worden, waar een natuurlijke bron is.
Brood wordt tweemaal per week bezorgd
door een bakker uit het naburige stadje
Villanova. Er is geen dokter, er is zelfs
niemand die een auto of een wagen bezit
en die zouden ook van geen enkel nut
zijn op het kronkelige bergpaadje dat naar
het dorp leidt. De weinige landbouwpro-
dukten moeten door de dorpelingen op de
schouders naar de markt in Villanova ge
dragen worden, of alweer, op de ezelrug.
TIEN JAAR geleden begon de grote uit
tocht uit het dorp. De boerenzoons trokken
weg naar Noórd-Italië, sommige naar de
Nieuwe Wereld, om industriearbeiders te
worden. Een handvol boeren zette de strijd
tegen de armoede voort, maar het mocht
niet baten. Sterk was bij deze eenvoudige
boeren de band met de geboortegrond,
maar tenslotte zijn ook zij gaan inzien dat
het hopeloos was. De meeste van hen zijn
bereid, alles op te geven. Enkelen zijn als
nog van oordeel dat men een nieuw dorp
moet bouwen in de vallei, waar langs de
rivier de Temo een smalle strook vrucht
baar land is. Maar bij plotselinge regenval
in de bergen wordt dat riviertje soms een
woedende bandjir die met groot geweld
buiten zijn oevers treedt en dan alle teel
aarde plus het te velde staande gewas
meesleurt.
Na veel en heftig discussiëren is onlangs
de dorpsgemeenschap tot de slotsom ge
komen, dat zij heel haar hebben en houden
te koop moest aanbieden. De burgemeester,
Giovanni Piga, stelde een inventarislijst
van ieders bezittingen en een waardetaxa-
tie op. „Ik heb mij lange tijd verzet tegen
dit plan", zegt hij, „maar in mijn hart
weet ik. dat het niet anders kan. Maar wij
verkopen ons dorp niet voor minder dan
twee miljard lire" (twaalf miljoen gulden).
ER HEBBEN Z(ICH inmiddels al vele
reflectanten gemeld. Al direct na de be
kendmaking van het nieuws stroomden er
brieven en telegrammen van aspirant
kopers binnen uit alle delen van de wereld.
34. Graai Upke liep op Jan Jansen toe en tikte
hem op de schouder. „Ik moet u dringend spreken,"
zei hij. De jongeman wendde zijn somber gelaat naar
de graaf. „O, bent u het weer?" vroeg hij op matte
toon, „dat is toevallig." „Ehja, héél toevallig
beaamde de ander, „maar daar wil ik het nu niet
over hebben, meneer Jansen. U oent in groot ge
vaar. De politie zoekt naar u!" „Maar ik heb toch
niets misdaan?" vroeg Jan Jansen. .,Of is lijden soms
een misddad in Transrosaria?" „Neenee," zei de an
der haastig, „maar u wordt aangezien voor een ge
vaarlijke misdadiger, die vandaag uit de gevangenis
ontsnapt is. U lijkt sprekend op deze boef en als
de politie u vindt zal ze nooit geloven dat u Jan
Jansen bent!" Zo sprekende wees de graaf op een
naderbij komend motorbootje en hernam: Ziet u die
persoon met dat geruite hoofddeksel? Hoed u voor
hem! Dat is een detective!" Jan Jansen zuchtte diep.
„Het doet er allemaal niets meer toen," sprak hij
somber, „Of ik nu in de gevangenis terecht kom of
niet, kan mij niets schelen. En ik oen niet van plan
me voor die detective te gaan verbergen. Ik heb al
genoeg aan mijn hoofd!"
Maar Monteleone heeft vrijwel al die post
onbeantwoord moeten laten: er is eenvou
dig geen geld voor retourporto. Slechts
een briefschrijver een Amerikaan uit
Richmond, Virginia, heeft antwoord ge
kregen. Maar hij had ook een antwoord
coupon bijgesloten. De Amerikaan is nu
ter plaatse poolshoogte komen nemen,
maar heeft nog geen bod gedaan.
ER WAREN andere interessante aanbie
dingen. De redactie van de wereldvêr-
Een bochtig bergpaadje, bezaaid niet
steenslag en grotere stukken rots, is de
enige verbinding met de buitenwereld.
maarde Reader's Digest telegrafeerde:
„Sein uw uiterste prijs!" Ene Eluadio Mo
rales Sanchez uit Mexico City schreef: „Ik
koop en ik trouw ook een vrouw uit uw
Altijd zit er een groepje mannen aan
de ingang van het dorp. Zij hebben
niets ande'rs te doen dan met elkaar
de toestand te bespreken of zich in ge
melijk stilzwijgen te vervelen. Werk
is er niet en geld voor de herberg ai
evenmin.
Met ingang van 7 mei hebben alle
Franse restaurants hun menu met prij
zen buiten de deur moeten ophangen.
Er moet ook bij vermeld worden of de
prijzen exclusief of inclusief bediening
zijn. Een groot aantal restaurants deed
dit reeds.
De Franse regering heeft dit kenne
lijk bepaald met het oog op het komen
de toeristenseizoen.
Als een menu tegen een vaste prijs
wordt aangeboden mag dit bedrag niet
worden verhoogd met extra-kosten.
Hiermee hoopt men een einde te maken
aan de praktijken van sommige restau
rants die de vastgestelde prijs verho
gen met toeslagen voor brood, tafel
linnen, tafelzilver en dergelijke.
Een andere maatregel, bedoeld voor
kleinere restaurants, is dat. de over
heid de restauranteigenaars tien per
cent vergoedt van de kosten van mo
dernisering van de toiletgelegenheden.
Geen verkeersproblemen in de ver
vallen hoofdstraat van Monteleone.
Auto's en karren zijn onbekend, alle
transport gebeurt per ezel.
dorp!" De Zwitserse fabrikant Gottfried
Dubach stuurde een enquêteformulier ter
invulling, waarin hij ondermeer van alle
manlijke ingezetenen van 't dorp een ant
woord wilde op de vraag, of men even
tueel bereid was, een industrievestiging en
een nieuw muntstelsel te aanvaarden.
En 'n rijke inwoner van Miami in Florida,
Bob Taggert, wil Monteleone opkopen en
er driehonderd bungalows voor Ameri
kaanse toeristen neerzetten. Ook uit de
V.S. kwam een aanbod om in het dorp een
kleine dochterindustrie van een groot con-
fectiebedarijf te vestigen, terwijl reflec
tanten uit Philadelphia, Los Angeles, Mi
chigan, Londen en Monaco weer met
andere plannen voor de draad kwamen,
variërend van campings tot rustoorden
voor neurotici.
SALVATORE MASALA. Monteleone's
enige student, is door burgemeester Piga
belast met de onderhandelingen over de
verkoop. Hij heeft reeds besprekingen ge
voerd met de Zwitserse industrieel Du
bach, maar deze heer bleek ergens in zijn
achterhoofd de onmogelijke illusie te
koesteren, van Monteleone een soort privé-
staatje te maken waarin hijzelf als abso
luut vorst zou kunnen heersen!
MASALA VERWACHT nu bezoek van
een advocaat uit Sassari die voor een groot
Amerikaans concern optreedt welks naam
echter in dit stadium niet genoemd mag
worden. Deskundigen menen, dat de ont
sluiting van 't dorp, de aanleg van wegen,
publieke werken en andere faciliteiten,
waarschijnlijk een veelvoud van de koop
som zullen vergen. De serieuze belangstel
lenden zullen dan ook niet over een nacht
ijs gaan, maar zich eerst behoorlijk laten
informeren over de siuatie ter plaatse voor
zij een bod doen. Maar wat ook de uit
komst van de transactie mag zijn, het staat
vast, dat alle dorpelingen de armsten
zowel als de beter-gesitueerden ge
lijkelijk in de opbrengst van hun dorp
zullen delen. Want zo is hét besloten, op
dat alle een gelijke kans krijgen, elders
opnieuw te beginnen.
COLLEGE PARK (AP) Vijf maan
den eenzame opsluiting in een namaak-
ruimtecabine hebben een experimentele
astronaut en zijn toezichthouder ervan
overtuigd, dat vrijwillige opsluiting on
der nauwlettende medische en techni
sche controle gebruikt zou kunnen wor
den om een man en vrouw, die op de
rand van een echtscheiding staan, te
verzoenen. Dezelfde techniek zou vol
gens genoemd tweetal kunnen worden
toegepast bij de bestudering en behan
deling van misdadigers of zieken. Boven
dien zouden door eenzame opsluiting
sluimerende talenten aan het lich* ge
bracht kunnen worden.
De 36-jarige Amerikaan Whilden P.
Breen Jr. is op 17 november 1962 het imi
tatieruimteschip van het ruimtevaartlabo
ratorium van de universiteit van Maryland
in College Park binnengegaan. In dit
ruimteschip zonder vensters bevinden zich
o.m. twee vertrekken van 1,5 meter in het
vierkant.
Voortdurend geobserveerd door dr. Jack
D. Findley, de psycholoog van de univer
siteit, leefde Breen volkomen afgesloten
van alle wereldgebeuren. Hij had alleen
zo nu en dan via de telefoon verbinding
met de personen, die het experiment leid
den.
HOEWEL op een gegeven ogenblik de
mogelijkheid besproken werd, het expe
riment tot in de zomer voort te zetten be
gonnen de eenzaamheid en verveling
Breen parten te spelen.
Deze week-heeft hij op een persconfe
rentie verklaard, dat hij steeds geïrriteer
der werd en dat hij zijn vriendschappelijke
gevoelens jegens de personen buiten zijn
verblijf begon te verliezen.
Findley kwam tot de conclusie dat het
nut van het experiment steeds geringer
werd en liet Breen woensdag j.l. vrij
precies vijf maanden na het begin.
VOLGENS FINDLEY heeft het experi
ment interessante aspecten van de proble
men van de toekomstige ruimtevaart aan
het licht gebracht.
Tevens, zei hij, heeft de proef het thera
peutische nut aangetoond van hét isoleren
van personen gedurende bepaalde periodes
in een gecontroleerde omgeving. De tech
niek zou bijvoorbeeld nieuwé oplossingen
aan het licht kunnen brengen voor een
echtpaar dat wil scheiden en hun psychia
ter.
BREEN ZEI dat hij gedurende de vijf
maanden, waarin hij niet wist of het dag
of nacht was. de kalender niet bij had
kunnen houden. Rij had dagen als het
kerstfeest, nieuwjaarsdag en zijn verjaar
dag helemaal vèrgeten.
„Mijn dagen en nachten waren zeer on
regelmatig. Soms bleef ik 30 uur op. Een
andere keer slechts twee uur. Ik dacht dan
„wat kan hét me schelen" en ging weer
naar bed".
Hij miste vooral het nieuws in het
bijzonder het wereld- en sportnieuws. Bo
vendien miste hij de mensen, omdat hij
„van mensen hield", zoals hij zeide.
Breen probeerde ook een roman te
schrijven over een groep, die voor een der
gelijk experiment ingesloten was. Verder
gebruikte hij zijn vrije tijd om te schilde
ren.
Maar de astronaut verveelde zich meer
en meer. Hij kreeg schoon genoeg van zijn
opsluiting en werd zo lui, dat hij het
schrijven en schilderen volkomen opgaf.
Het ontbreken van elke concrete beloning
voor zijn werk verminderde de aansporing
om verder te gaan.
en wilt u dat wij uw krant naar uw
vakantie-adres opzenden
Stuurt u ons dan minstens drie dagen
voor uw vertrek een briefkaart met
vermelding van uw naam. uw vaste
adres, uw vakantie-adres, de datum
waarop de eerste krant naar uw
vakantie-adres gezonden moet worden
en de datum waarop de krant voor het
laatst moet worden toegezonden.
Als u de krant per week betaalt wilt
u dan het abonnementsgeld voor de
vakantieweken vooruit aan de bezor
ger betalen
DE ADMINISTRATIE
I