LICHTGEWICHT VAKANTIE
PANDA EN DE JACHT OP JANSEN
KINDEREN VERZORGEN VOOROP
19
Het moet er allemaal af
GEKOELDE LAKENS
„AFTER SIX99
VRIJDAG 17 MEI 1963
Ons vervolgverhaal
EEN OORSPRONKELIJKE ROMAN
DOOR KLAAS VAN DER GEEST
Waar u ook heengaat in uw vakantie, neem zo min mo
gelijk bagage mee. Op vakantie moet u het hebben van
gemakkelijke, lichtgewicht, onkreukbare kleding. Van een
voudige hemdjurkjes, sportieve overhemden, keurige jabot
bloesjes, rokken en pakjes. Als uw garderobe, wat kleur en
patroon betreft, een eenheid vormt, dan zijn de combinaties
vele, de variaties talrijk. Combineren is één mogelijkheid,
maar met sieraden kunt u ook veel uitrichten. Een alledaags
jurkje getooid met een feestelijk bijou kan op slag veranderen
in iets heel geschikts voor de avond. Het gaat er maar om
hoe vindingrijk u bent.
mmm
Alwin Eberlé uit Amsterdam liet
ons deze week zijn collectie „After
six" zién. Het zijn alle japonnen
gemaakt van jersey, de meest ver
edelde. De collectie bestaat uit
slechts 20 modellen, waarvan de
kleuren variëren van cognac, don
kergroen tot zwart. Slechts één
moael is gecombineerd met rood.
Van een aangesloten zwarte japon
is het bovenstukje rood, evenals
het bijbehorende jasje. Zwart
glinstertres is de garnering. De
rokken zijn strak. Bij de meeste
japonnen behoren jasjes met rond
afgesneden voorpanden.
Eberlé zoekt liet in de eenvoud
en in ronde lijnen. Straalvormige
plooitjes in het voorpand of een
mooi gevormde ruguitsnijding zijn
voor hem al genoeg om van een
verder simpel jurkje een creatie te
maken. Ook de stoffen droegen
daartoe bij, die zich schijnbaar
moeiteloos naar de hand van de
meester hadden geschikt.
VOORAL VOOR
36) Samen
met een veertig man van het kader
en een tweehonderd miliciens. Mis
schien waren er onder die miliciens
wel enkelen, die hem benijdden om
dat meisje, maar onder het kader
was niemand, die haar 'zou hebben
aangekeken.
Iedereen doet natuurlijk wel eens
iets geks, iets, dat geen mens van
hem verwacht had en waarover hij
zich later zelf schaamt of tenminste
verbaast. Zelfs een zeeman.
Cor de Vos scheen in dat meisje nu
eenmaal iets te zien of zich door het
een of ander juist tot haar aangetrok
ken te voelen. Het enige, wat hem
hinderde maar dan ook bepaald
hinderde! was dat ze altijd straat
deuntjes liep te neuriën als ze samen
langs de binnenhaven of over de zee
dijk slenterden. En daar hadden ze
ook ongenoegen door gekregen. Als
hij haar vroeg of ze eindelijk haar
mond niet eens even kon houden,
stemde ze toeen de manier, waar
op ze hem dan aankeek met die flet
se ogen van haar! Maar ze begon da
delijk opnieuw.
„It's a long way..." En:
„O, lieve Mathilde..." Dan pro
beerde ze nog met haar heupen te
wiegen ook. Heupen, die ze niet had.
Op een zondagmorgen, toen hij vrij
van dienst en daarom al vroeg de
stad in gegaan was, begon ze met:
„Vraag niet waarom..." Hij zelf kon
niet zingen, niet eens fluiten. En hij
kon die liedjes ook niet onthouden.
De woorden nog minder dan de wijs
jes. Maar van dit stompzinnige wijs
je waren hem een paar maten bij
gebleven. Hij was dat meisje al gauw
vergeten, nadat hij die zondag voor
het laatst met haar op de dijk had
gestaan, waar het nogal winderig was
en zij klaagde, dat ze het koud had
tot hij zei, dat ze dan maar naar
huis moest gaan. Alleen als hij later
ergens een grammofoon of radio dat
liedje hoorde jammeren, herinnerde
hij het zich weer het wijsje en dat
meisje.
Toen hij daar tegen de klippen op
de kust lag en er geen officier en
geen MP'er kwam, die hem vertelde,
dat hij op moest staan, meende hij
het ook nog eens te horen. Het re
gende. Eindelijk regende het dan ook
daar. Of het was eigenlijk geen regen
meer te noemen, maar het leek als
of een oceaan van water, die in de
loop van lange hete maanden ver
dampt was, in enkele ogenblikken uit
de laaghangende bewolking over hem
uitgestort werd.
De regen spoelde de korst zout van
zijn lichaam zout en bloed, dat ook
tot een korst was opgedroogd. En als
de regen plotseling even ophield,
kwam de brandende zon tussen de
wolken door en schroeide de hitte in
de open wonden. Vliegen kwam er op
af ook. Vliegen en kruipend gedierte.
Zolang het regende keerde hij zich
niet op zijn rug en deed hij zijn mond
niet open om een paar druppels op
te vangen. Als de zon op hem brand
de, voelde hij de pijn niet meer.
Voor kwartiermeester De Vos werd
geen appèl meer geblazen. Hij was
alleen nog op weg om rapport uit te
brengen, het laatste rapport aan de
Hoogste Commandant. En intussen
neuriede ergens iemand een paar ma
ten van dat stomme wijsje. „Vraag
niet, waarom ik weende... Vraag niet
waarom..." Cor de Vos moest zich
ergens present melden. Ergens, waar
hem zou worden gevraagd:
„En de drie man, die je onder je
bevel had..: dat handjevol mensen
van de Zestien...? Waar heb je die ge
laten?" Waar dan óók achteraan zou
komen
„Waarom?"
Daar lag hij, op de stenen, die nat
en glibberig waren geweest, toen de
golven er met de vloed overheen
spoelden maar opdroogden en warm
werden, toen de zon er op scheen na
dat de eb was ingevallen.
Zijn gefolterde spieren ontspanden
zich. maar hij bleef ongevoelig voor
honger, voor dorst en voor pijn.
Alleen dat rapport zat hem een
beetje dwars.
„Dat handjevol mensen... achterge
laten heb ik ze... En waarom...?" Ja,
dat zou hij toch minstens moeten we
ten. Maar om daar achter te komen,
moest hij de hele lange weg terug
over de oceaan, van die rotsachtige
kust tot de plaats waar de Zestien
ten onder gegaan was.
De eerste van de vijf, die met hem
op de brug hadden gestaan, de com
mandant, hadden ze na de ramp nooit
teruggezien. Daarvoor was hij dus
niet verantwoordelijk. En luitenant
Van Waningh, de eerste officier, had
hem zelf bevolen verder te gaan. Dat
ze die achtergelaten hadden, kon
hem dan ook evenmin worden aan
gerekend. Evenmin kon hem worden
aangerekend, dat ze korporaal-machi
nist Bos niet verder meegesleept had
den.
„Want hij was dood... En Krijn?
En Jantje Verstuyt?" Toen hij omge
keken had, waren ze er al niet meer
geweest. Dat gejengel
„Vraag niet..." Het was hinderlijk
en meer dan hinderlijk. Pijn en hon
ger en dorst konden hem er niet meer
toe brengen zióh te verroeren. Maar
toen dat zeurderige wijsje in zijn oren
bleef dreinen, bewoog hij het hoofd.
„Mijn hemel, hou toch eens op..."
Dat rapport kon hij rustig uitbren
gen. Hij voelde zich niet schuldig.
„Ik heb alles gedaan, wat mense
lijkerwijs mogelijk was..." En als hij
dan toch te kort geschoten was, zou
God hem dat vergeven.
Dat was te zeggen...? Ergens in
Wassenaar moest een oude dame zijn,
een moeder. Cor de Vos stelde zich
haar voor als een klein, tenger
vrouwtje met een bleek, gerimpeld
gezicht en zilvergrije haren. En hij
stelde zich voor, dat ze achter een
raam zat en uitkeek, als een oude
vrouw, die nog op iets of op iemand
wachtte. Op hem! Naar hem keek ze
uit. En hij moest naar haar toe, om
dat hij de enige was, die haar iets
kon vertellen over haar zoon, die ze
niet terug zou zien. En naar de vrouw
van Krijn van 't Hof moest hij. En
naar die van Jantje Verstuyt. En
zelfs naar die van korporaal-machi
nist Bos, al was zij misschien niet
zo'n goede vrouw voor haar man ge
weest.
Hij mocht dan niet bij machte zijn
geweest om ook maar iets te doen
voor de mannen, die aan hem toever
trouwd waren. Hij had hen niet mee
kunnen slepen, die hele lange weg
over de oceaan. Maar hij kon ten
minste nog voor hen naar hun vrou
wen gaan en zeggen-
Hij kreunde.
„Vraag niet waarom ik..."
„God neemt de moeilijkheden niet
voor je uit de weg, mijn zoon.Hij
helpt je alleen ze te dragen.
En wat hij op deze tocht had onder
vonden mochten geen moeilijkheden
meer heten, het waren beproevingen.
De zwaarste daarvan lag nog voor
hem.
„Moet ik naar die vrouwen gaan en
hun vertellen, wat ze verwachten van
me te zullen horen! Moet ik hen in
de ogen kijken, zonder zelf de blik
neer te slaan voor de stomme vraag,
die ik daarin zal lezen.... de vraag,
waarom ik juist teruggekomen ben en
luitenant Van Waningh of Krijn van
't Hof of Jantje niet? Heb ik daar
voor dit alles moeten verdragen.
dit alles en wat me nog te wachten
staat.Dat doe ik niet! Ik kan
het niet!"
Hij kreunde opnieuw. Het bewees,
dat hij langzaam tot bezinning kwam,
terugkeerde naar het leven, dat hem
nog nodig had. Een meeuw, die vlak
bij hem neergestreken was, krijste,
klapwiekte en vloog op. cirkelde een
paar maal over hem heen en ver
dween toen. Een paar patrouilleren
de Britse Seafires hadden een Ja
panse Zero aangevallen en jaagden
hem na, tot tien mijl van de kust, ter
wijl brandende flarden er af vielen en
in zee dwarrelden. De Jap hoopte
waarschijnlijk nog een van de bases
te kunnen bereiken, maar stortte bo
ven de bossen neer. Een hoge steek
vlam laaide op. Daarna knalden nog
wat schoten van de munitie, die in
de brand explodeerde. Toen werd het
weer stil. Zo stil alsof er niets was
gebeurd.
„Waarom ben jij teruggekomen.
en Chris niet.of Jantje niet.of
mijn man of mijn zoon niet? Waar
om jij juist van al de tweeënveertig,
dié daar op de oostkust van Malakka
zijn vergaan?"
(Wordt vervolgd)
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
SLANK maakt dit overhemdjurkje.
dat met en zonder ceintuur te dragen is.
IDEAAL zjjn pakjes en jurken met
jasjes. En noppen zjjn weer helemaal
„in" dit jaar. (Ontwerp Arnould Diepe-
veen).
37. KapiteinTeerpraam nuttigde zijn maaltijden al
tijd in volstrekte afzondering, want hij had een hekel
aan passagiers en hun gezelschap benam hem de eet
lust. Niemand waagde het ooit hem tijdens het eten te
stóren en daarom trof het de kapitein des te onaan
genamer toen er die avond geheel onverwacht een jon
geman in zijn soepterrien smakte. „Wat?!" stamel
de hij, zich de vermicelli uit de ogen wissend, „w-wat
is dit voor schurkachtige passagiersstreek?!" „Ik kan
alles uitleggen, kapitein," antwoordde de jongeman met
onvaste stem, „ik ben in levensgevaar!" En zich ver
heffend uit het vaatwerk, trachtte hij de verhitte ge
zagvoerder een helder beeld van de situatie te ver
schaffen. Intussen was Pat O'Nozel bezig tot actie over
te gaan. „Wat ga je doen, Pat?" vroet Panda ver
schrikt. „Jan .fansen opsporen, natuurlijk!" zei de
speurder ongeduldig, „en ik deduceer dat het spoor door
deze koker leidt!"
SPORTIEF: combi
natie van herenover
hemd, de stevige
ceintuur en lange
broek, geschikt voor
al voor de ochtend
uren.
HOOGOPGEWERKT maar niet massief
zijn de schoenen. De allernieuwste zijn
gemaakt van doorzichtige gebloemde
nylon in combinatie met leer.
HOOGMODIEUS is een zonnehoed op
een dunne sjaal van kolossale afmeting,
die u losjes om uw hoofd knoopt. Daar
bij een hemdjurk,je: voor stad en etrand.
(Ontwerp Arnould Diepeveen).
BIJ UITGEVERIJ B. Wolters,
Groningen, is een boekje uitgekomen
dat als titel draagt „Wat doet de huis
vrouw met haar tijdF" Het is een be
werking door mevrouw E. J. Wilzen-
Bruins (tot voor kort hoqfd van de
voorlichting van het Gezinsbegro-
tingsinstituut) van een rapport van
een onderzoek naar de tijdsbesteding
van de huisvrouw, door de afdeling
Landbouwhuishoudkunde van de
LandbouwhogeschoolWageningen,
in 1955 verricht, in opdracht van dê
Nederlandse Huishoudraad.
AAN 633 GEZINNEN, ieder met een
inkomengrens van 6000 gulden per jaar
en met twee, drie of vier kinderen
van 2 tot 15 jaar werd destijds een
„tij dsbes tedingsboek j e" toegestuurd,
dat gedurende een week in de winter
en een week in de zomer is inge
vuld. Niet alleen naar inkomen en aan
tal kinderen werden de huisvrouwen
ingedeeld, maar ook naar de aard van
het werk van de echtgenoot (hoofd-
of handarbeider), naar de woonplaats
(kleine of grote gemeente) en oplei
ding.
UIT DIT ONDERZOEK, dat hoewel
het zeven jaar geleden werd gedaan,
ook nu nog van grote waarde is, bleek
dat de huisvrouw uit deze groep ge
middeld 62 uur per week werkt, dat
is per dag bijna 9 uur, terwijl haar
man er een 43-urige werkweek op na
houdt, dus nog geen 6 uur gemiddeld
per dag. Men heeft de huisvrouwen
gevraagd naar welke van de 200 re
gelmatige terugkerende huishoudelijke
karweitjes hun voorkeur uitging. Alge
meen kwam kinderen verzorgen voor
op, dan volgden nieuw naaien, koken
en bakken, kamers doen, kleren was
sen, boodschappen doen, verstellen en
stoppen, strijken, afwassen, dweilen en
schrobben.
Animo voor het werk en de werktijd
blijken veel invloed op elkaar te hebben
Hoe groter de animo voor een bepaal
de bezigheid, des te meer tijd kost de
uitvoering ervan. Zij die voor hun hu
welijk hoofdarbeid hebben gedaan of
zij die een Ulo of middelbare school-
LICHTGEWICHT kostuum en col
berts is de meest aan te bevelen
vakantiedracht voor hem.
opleiding hebben genotên, vindei het
huishouden minder plezierig én doen
er daarom korter over. Vrouwen uit
grote gemeenten sluiten zich hiérbij
vaker aan dan die uit de kleine ge
meenten.
MERKWAARDIG is de nog conser
vatieve verdeling van het werk over
de hele week, waarvan verondersteld
wordt dat de vrije zaterdag daar geen
verandering in heeft gebracht. Dit op
grond van de indruk die men in 1955
kreeg, toen de huisvrouw nog geen re
kening scheen te houden met de vrije
zaterdagmiddag. De was wordt op
maandag in de gróte gemeentén en op
dinsdag in de kleinere gedaan, net
strijken respectievelijk op woensdag of
donderdag, de wekelijkse grote beurt
op vrijdag en de zaterdag wordt alge
meen besteed aan de boodschappen.
Kleren naaien doen de meeste huis
vrouwen in het begin van de wèek,
breien aan het eind van de week mét
daarbij aansluitend het weekeinde. De
huisvrouw uit een grote gemeente doet
korter over de grote beurten, het af
wassen en het breien, daartegenover
staat dat zij langer tijd nodig heèft
voor de boodschappen, hoewel zij meer
krijgt thuis bezorgd dan haar zuster
in de kleine gemeente.
Ook over het koken doet zij langer.
In de stad wordt er meestal 's avonds
warm gegeten, 's Middags is het huis
aan kant gemaakt. De tijd die er over
blijft voor het diner kan aan het koken
worden gewijd. Voor de huisvrouw die
voor de middag het eten klaar moet
hebben, blijft ér geen tijd over. Eten
en koken moeten tussen de werkzaam
heden van 's ochtends en 's middags
Het is een naar werkje, maar het
wordt geen vrouw die iets om haar
uiterlijk geeft bespaard. Het 'raat hier
om ontharing. Bovenliphaar, kinhaar,
okselhaar, haar op armen en benen of
te veel haar op de wenkbrauwen, het
moet er allemaal af. Maar hoedat
is de vraag. Een scheermes is alleen
geschikt voor het ontharen van de oksel.
Er zijn speciale damesscheermesjes in
de handel. De verkoop van elektrische
„ladyshaves" gaat snel achteruit, waar
van de oorzaak waarschijnlijk ligt in
de prijs. Het andere haar dat kwijt
wilt kunt u laten verdwijnen met crè
me, die tegenwoordig geheel reukloos
is, met was, met een pincet of met
een bleekmiddel.
Maar welk middel u ook gebruikt dé
plek moet na afloop van de behande
ling onmiddellijk worden ingevet, want
ontharing irriteert de huid en droogt
hem uit. Het minste last heeft u met de
toepassing van de crème, waarvan de
samenstelling voor het gezicht zwak
ker is dan voor het lichaam.
Uit de Verenigde Staten, waar men
meer met hete zomers tobt dan het
ons ook maar vergund is, komt het
nieuwtje van gekoelde lakens. Men zou
het als de tegenhanger kunnen beschou
wen van de elektrisch verwarmde de
ken in de winter, die wij juist wel hard
nodig hebben.
Die gekoelde lakens zijn eigenlijk dub
bele lakens, waarvan de bovenste stof
zeer dicht en de onderste stof zeer los
geweven is. Nu is de truc om tussen
deze twee aan elkaar genaaide la-
kenlagen een elektrisch windmolentje
te plaatsen, waardoor een heerlijk koe
le luchtstroom kan worden gemaakt.
Over reumatiek of tocht wordt niet
gesproken.
worden gedaan, dus zo weinig moge
lijk tijd in beslag nemen.
HET BEROEP van de man is van
betrekkelijk geringe invloed op de
werktijd. Er is gebleken dat het niet
zoveel verschil maakt of er twee of
meer kinderen zijn. Het huishouden zal
met toenemende gezinsgrootte meer
tijd in beslag nemen, maar al gauw
kan het boodschappen doen aan de kin
deren worden overgelaten. Aan de an
der kant trekken zich de echtgenoten
wat terug van klusjes als afwassen en
dergelijke. Het afwassen duurt overi
gens bij de huisvrouwen die dit twee
maal per dag doen in totaal korter
dan bij diegenen die driemaal per dag
hun aanrecht aan kant willen hebben.
In het voorwoord tot het boekje
„Wat doet de huisvrouw met haar
tijd?',' overweegt de voorzitster van
de Nederlandse Huishoudraad, me
vrouw A. Th. Vos-Wamecke, de moge
lijkheid de kinderen nog meer in te
schakelen door de diverse aspecten van
het huishouden bij het lager en mid
delbaar onderwijs te betrekken.