Vloedgolf van recht en orde misdaden bedreigt in de Ver. Staten PANDA EN DE JACHT OP JANSEN ■f«|| - -- imÈm CHEFAROX Ons vervolgverhaal F.B.I.-CHEF EDGAR HOO VER WAARSCHUWT: Onverschilligheid van publiek gelaakt W- f m m fcP mm Maagklachten? uw moderne wasmachine vraagt om een speciaal sop DINSDAG 21 MEI 1963 15 EEN OORSPRONKELIJKE ROMAN DOOR KLAAS VAN DER GEEST De gangstertijd History of the "West Brothers" Identification., - 'i'i'tfi'j li m ff: p p:. Dreigende chaos volmaakte misdaad dixan en uw wasmachine horen bij elkaar 0-16 s 39) Het was zelfs de vraag of hij ook maar ten naaste bij de richting kon bepalen, waarin hij moest gaan, en niet aan het dwalen zou raken. Hij was al een paar jaar in de tropen geweest en had op Java verschillen de keren landingsoefeningen meege* maakt. Maar hij maakte zich zelf niet wijs, dat hij daar veel van op gestoken had. Misschien juist genoeg om te weten, dat hij weinig waard was in de wildernis. Zeker als het er om ging zich te meten met de zoveel beter geoefende Japanse sol daten. Bovendien had hij er niet het flauwste vermoeden van welke hou ding de inheemsen zouden aanne men; in elk geval kon hij daar geen staat op maken. De enige zekerheid, die hij had, was dat de tocht voor de wildernis wel andere, maar niet minder moeilijkheden zou opleveren dan zijn tocht over de oceaan. Hij dacht er nog over, dat hij mis schien beter langs het strand kon gaan, maar verwierp die gedachte ook met een weer. Als de Japanners dat deel van het land al bezet hadden, zouden ze waarschijnlijk aan het stand ver sterkingen opgeworpen en schildwach ten uitgezet hebben. ,,Je kunt aan de kust blijven, maar moet dan toch door de bossen.pro beer het maar.misschien valt het mee en er zit in elk geval niets an ders op". Meevallen deed het niet. Hij vond een kloof, waardoor hij tegen de klippen op kon komen, maar moest zich door de struiken wringen en de scherpe takken daarvan trokken bloe dige schrammen over zijn naakte lichaam. Dorens en stekels drongen in zijn voetzolen. Hij stond niet vast genoeg op zijn benen, zakte af en toe door zijn knieën, stapte telkens mis, struikelde over wortels en viel voorover. Dan kostte hem moeite om weer op te staan. De zon stond al laag boven de ho rizon. Na een korte schemering zou de duisternis vallen. En het mocht dan gemakkelijker zijn om naar de sterren de richting te bepalen, die hij moest volgen, maar het zou steeds moeilijker worden om te zien, waar hij liep. Een vlucht meeuwen, die uit zee kwam, streek achter hem ojd het strand neer. Dit kon betekenen, dat het weer slechter zou worden. Ook het rommelen van de donder wakkerde de wind aan, maar dat was niet onrustbarend. En dat het af en toe nog stortregende hinderde hem weinig. Hij dacht alleen: „Goed, dat ik mijn nieuwe buiten model uniform niet aan heb, want dan zou ik die moeten laten opper sen als ik in Singapore kom." Verder draaiden zijn gedachten in een kringetje door zijn brein rond. Steeds dezelfde. „Ik moiet uitkijken.verdraaid goed uitkijken.Maar hij keek niet uit. Hij kon het niet. Een enke le keer maakte hij ook de nogal dwa ze opmerking; „Als ik mijn kleren maar aangehouden had of tenminste mijn schoenen. Hij had een handvol bladeren van een struik gerukt. Ze zagen er fris en mals uit. Maar toen hij ze in de mond stak en erop ging kauwen wa ren ze taai en smaakten ze bitter. Die kon hij niet eten; zijn ingewan den zouden ervan ineen krimpen en misschien waren ze nog giftig ook. Hij spuugde ze weer uit. Even la ter kreeg hij er dorst van. „Stom van je.En dan te be denken, dat hij wel eens gekankerd had als ze in de kazerne of aan boord rijst met rotmok kregen, die bij de Marine lang niet zo goed was als bij de chinees in Tandjong Priok. Nog voor de zon onder ging. vloog er weer eens een groep vliegtuien over. Hij zag het licht blinken tegen de met camouflagekleuren beschil derde draagvlakken. Maar hij kon de herkenningstekenen niet onder scheiden en ook uit 't motorgeronk niet opmaken of het Nederlandse, Britse of Japanse toestellen waren. „En als je dat nu wist.Als hij het wist, werd hij er nog niet veel wijzer van. Even dacht hij, dat het gerommel, dat hij hoorde, misschien niet van de donder en het weerlicht, die hij in de verte zag, geen bliksem maar mondingsvuur van zwaar ge schut was. Ook dat maakte voor hem echter niets uit. De klippen waren niet hoog. Op de top bleef hij staan. Eigenlijk alleen maar om even op adem te komen. Hij stond te hijgen en beefde over zijn hele lichaam. Het bloed gonsde mem in zijn oren. Zijn hart klopte heftig. Voor hem lag een dichtbegroeide vallei. Het duurde even, eer tot hem doordrong, dat het geen onafzienbare zee van groen, van weelderige boomkruinen was. die hij verwacht had. Achter die vallei was geen nieuwe heuvelrug. Er waren geen tropische wouden, die zich uit strekten zover zijn oog reikte. Er was een glinstering van water. Naar alle kanten water, waarin het licht van de ondergaande zon en het felle rood van de avondlucht weerspiegeld wer den. Hij kreeg een brok voor zijn keel „Tjee, Cor.je bent op een eiland terechtgekomen.en een verdraaid klein eiland ook nog. stelde hij vast. Wat dat betekende kon hij niet da delijk bevatten. Hij dacht, dat hij dan toch nog weer zou moeten zwem men, als hij de kust van het vaste land wilde bereiken. Zwemmen! En wie kon hem vertellen, hoe lang nog? Hij keek om zich heen, alsof hij een plekje zocht, waar hij kon gaan zitten of liggen. „Dat doe ik niet. mompelde hij. Dat kon geen God of goed mens van hem verlangen. „Ik doe het niet," herhaalde hij, koppig. „Ik heb lang genoeg in het water rondgeploeterd.dan blijf ik hier maar. Hij voelde de kooorts opkomen, het snelle kloppen van'zijn pols, het bloed, dat onstuimig door zijn aderen jaag de, de koude huiveringen, telkens af gewisseld door het uitbreken van het klamme zweet. Hij rilde en zijn tan den klapperden. Het duizelde hem. Alles draaide en warrelde en golfde om en over hem heen. Hij viel, kwam overeind en kroop op handen en voe ten weg. Hij hoorde zich zelf war taal uitslaan. Een doffe pijn in zijn hoofd werd erger dan al de pijnen van zijn gewonde, afgebeulde lichaam, zijn gemartelde spieren en pezen. Rondkruipend zocht hij iets en tel kens vergat hij wat het was. dat hij zocht. Dan bleef hij op zijn knieën liggen, de handen op de grond steu nend, het hoofd schuddend als iemand, die zich verbaasde over zich zelf. Tot het hem weer te binnen schoot en hij opnieuw begon rond te krui pen. „Dat doosje kininepillen.waar heb ik dat.doosje met kininepillen dan toch neergezet.Ze moesten in zijn kastje staan. Zijn kastje aan boord.of hij had ze in de kazerne gelaten, maar dan moest hij toch er gens een ander doosje kunnen vinden. Alle boze geesten, die de hemel, de aarde en de zilte zee bevolkten, lach ten. Spottend, schaterend en met een gegil, dat hem door merg en been ging. „Verdomme.die pillen.ik moet mijn pillen toch hebben. Hij kroop rond op dat kleine stukje van de wereld, waar nog maar zelden iemand een voet gezet had. En hij meende dat hij in het donker rond scharrelde door de loopgang aan boord van een onderzeeboot. Hij graaide met zijn bloedende vingers, waarvan de kort geknipte nagels nog ingescheurd waren door de modder, een dikke laag voedzame maar stin- i kende humus, afgevallen blad. dat zich in de loop van eeuwen opgehoopt had. Zijn hoofd hing voorover. Het zwabberde heen en weer met de on beheerste bewegingen van iemand, die zijn spieren niet meer in zijn macht had. Een vogel vloog klapwiekend voor hem op uit de Struiken. Hij schrok ervan en keek het beest na. „Verrek. Maar meteen zocht hij verder naar het doosje pillen, dat hij moest hebben. Tegelijkertijd wist hij, dat hij er niet naar hoefde te zoe ken. Toch bleef hij ermee doorgaan tot hij uitgeput neerviel en niet ver der kon. Nevel steeg op uit de vochtige aar de ondér de bomen en tussen de strui ken. Een kille nevel. Het regende en even later hield de regen weer op. (Wordt vervolgd! - - r— J. EDGAR HOOVER, die zojuist zijn veertigste dienstjaar als directeur van de beroemde Amerikaanse federale recherche, de F.B.I., begonnen is, heeft gewaarschuwd dat de Verenigde Staten voor „een tragische ineenstorting van recht en orde staan, als aan de misdaad niet snel en krachtig paal en perk gesteld wordt". De leider van het „Federal Bureau of Investigationwees erop, dat de ernstige misdaden sinds 1950 met 114 percent zijn toegenomen; Als een der voornaamste oorzaken noemde hij de onverschilligheid van het publiek ten op zichte van de handhaving van de wet, „ten aanzien waarvan maar al te veel mensen een houding van „zorg dat je er buiten blijft" aannemen". „De hand having van de wet", zegt Hoover, „moet steunen op burgers, die bereid zijn, misdaden aan te brengen en er later, voor politie en gerecht, over te getuigen". HOOVER IS in 1917 als jeugdige rechts geleerde in dienst getreden bij het mi nisterie van Justitie in de functie van schrijver. Hij maakte snel promotie totdat hij, nu 39 jaar geleden, hoofd van de FBI geworden. Bij deze gelegenheid zijn de 68-jarige Hoover schriftelijke vragen over sommige van zijn opvattingen gesteld, waarop hu schriftelijk antwoord heeft gegeven. Op een vraag naar de fundamentele ver schillen tussen de FBI van 1924 en die van thans antwoordde hij, dat een van dt opmerkelijkste daarvan misschien is, dat de jurisdictie van de FBI vele malen gro ter is geworden. Gedurende de gangster periode van de dertiger jaren is b.v. een reeks strafwetten uitgevaardigd waar onder belangrijke wetten als die betreffende de bankroverij, ontvoering en voortvluch tige misdadigers en deze wetten wer den onder jurisdictie 'van het FBI ge bracht. Gruwzaatn dieptepunt uit de bijna veertigjarige historie van Hoover's strijd tegen de misdaad was zijn actie tegen de beruchte gangsterkoiiing John Dillinger. veelvoudig moordenaar en „Staatsvijand no. 1". Na maandenlange achtervolging wisten „G-men" van de FBI in juli 1934 Dillinger neer te schieten toen hij een bioscooptheater verliet. Het beslissende vuurgevecht is later op last van de justitie gerecon strueerd en verfilmd, uit welke film men hieronder een opname ziet. z'f - mm EEBSRAl SUREW Of INVESTIGATION UNITED STATES OESARTMENT Of JUSTICE J. Www, SfertSw JfaewawBte m wrf stars 8e£at)e &ms »f Ifcstifort»# J* Sxe Vöi. x*x «M&xïiixd :<<fké to >f« «#x<x <d Ac yrxori r'Mk be »nu>xry.d xgd ^kotogDQi&X't ik coiéo. b* ïtz f :f->t bSwxobtbc, »x fcis oktxcoo)f to bio mxcaiof g.-ojfb békóxf tbr'MO'.* Wd.-M» ïfiSV. *;;f JCexj, 'ii# jk* bXoswo?, <-x«<ovrd >iex>- >fce <-xet •b» tbo >-*«■»:) (xoxtt o .»yy x«:t «o;t dioj JttWxgt joostoow 'eb &x< «o.voKorxo. Ssoc ccwA'/Ai «s lift O* 9. >w x>o>:b-<, Ti": UttdUat <4 fc.or.a ix-fxo, »tt o T« <i.o6 <o £ort<«a»!y tuF ifita io t tó&Wïhbx xbi-ok ditifdiik «i At jxóx svxcio x* jw-ftoio k i* «5*0 •toÈioxolz ico:*r,-xi/ki Aysc WA ik-kXcA dttyUt «tUx'tokor etoriA.Utrc. ixW, m* SU: Mi-fr# ZfA, 'm O* Wifyfy Jft m 'A 3»*t &V<X 52 f .ff S.§j, XjV..- T-* 40 „Ach, Aleida",, prevelde Jan Jansen, als je me hier eens kon zien zou je hart wel smelten.Eenzaam en verlaten zit ik in een somber scheepsruim, opge jaagd door een detective die me met een houten hamer op m'n arm hoofd wil slaan.Treurig liet hij zijn blik door het verlaten ruim dwalen. „Eén troost heb ik slechts", zo mompelde hij, hier zullen ze me niet gauw zoeken.„Ik weet waar we moeten zoeken, Pat!" riep Panda Op dat moment, „hij is het ruimm gevlucht! Gauw, kom, mee!" „Dat jongeman moet wel héél verlegen zijn voor beroemdhedens!" merkte Pat O'Nozel op, „we zullen hem voorzichtig benaderen!" Zo sprekende spoedde hij zich naar een luik dat toegang gaf tot het ruim en begon een ladder af te dalen. „Kijk eens, Pat" fluisterde Panda die hem natuurlijk volgde, „Daar zit meneer Jan. Hij is in slaap gevallen". „Mooi", antwoordde de speurder, „nu kan hij mij met meer ontsnappen!" Een der leermiddelen in de FBI-school voor rechercheurs is deze kaart met personalia van twee negers die niet alleen sprekend op elkaar leken, maar ook dezelfde lichaamsafmetingen en schedelmaten hadden. Op grond van deze maten (volgens het Bertillon- systeem zijn deze voor ieder mens ver schillend) werd in 1903 in de stad Lea venworth (Texa$) een verdachte ge ïdentificeerd als de recidivist William West en veroordeeld voor een misdaad die hij nooit gepleegd had. Later bleek dat de echte William West al sinds twee jaar in een andere Ame rikaanse gevangenis zat waar hij een straf levenslangwegens moord uit zat. Deze gerechtelijke vergissing dient thans, keurig in kaart gebracht (zie foto) als een schoolvoorbeeld voor FBI-studenten dat het Bertillon- systeem allerminst onfeilbaar is. Het enige constateerbare verschil tussen de echte en de vermeende (resp. links en rechts op de foto) waren de vinger afdrukken, die men onder hun politie foto's afgebeeld ziet. Advertentie 1toon blijvende verbetering Vormt een genezende laag op de maagwand In september 1939, toen de oorlog in Europa losbarstte, vaardigde president Roosevelt een richtlijn uit, waarbij de FBI als civiele dienst de voornaamste ver antwoordelijkheid kreeg voor de Landha ving der binnenlandse veiligheid van de staat. Sindsdien is het onderzoek naar spionage, sabotage en ondermijnende ao liviteiten een van de belangrijkste taker van het bureau gebleven. In latere jaren heeft het Amerikaanse Congres een reeks wetten aangenomen ter bestrijding van de georganiseerde mis daad, afpersing en corruptie. Het vervol gen van overtreders van deze nieuwe wet ten behoort tot de ongeveer 170 takken van federaal speurwerk, die tegenwoordig on der de jurisdictie van de FBI vallen. Over de omvang van de misdaad uitte Hoóver zich als volgt: „Uit voorlopige statistieken óver 1P6Ï blijkt een stijging van het aantal ernstige misdaden met 7 percent vergeleken bi.i 1961. Van 1930 tot ên mèt 1962 nam het aantal ernstige misdaden in de V.S. met 114 percent toe. Deze nuchtere feiten to nen voldoende aan, dat de misdadigheid een van de ernstigste problemen is, waar voor de V.S. zich heden ten dage gesteld zien." „In 1962 zijn meer dan twee miljoen moorden, verkrachtingen, berovingen, aan randingen onder verzwarende omstandig heden, inbraken, diefstallen van '0 dollar en meer en autodiefstallen gepleegd." „Het aantal zware misdaden is in de vijf jaar vóór 1962 vijfmaal zo snel toege nomen als de bevolking van het land." „Als er geen ommekeer komt in de hui dige gang van zaken is een tragische in eenstorting van recht en orde te verwach ten, die drastisch optreden zal eisen in dien men een chaos wil voorkomen." Over de oorzaken van deze toeneming van het aantal 'misdaden liet Hoover zich als volgt uit: „Het misdadigheidsprobleem vindt zijn oorzaak in tal van factoren, waaronder: de omvang van een gemeen schap. de dichtheid, leeftijd, het ras, de geslachtenverhouding, de economische toestand, de moraal en de stabiliteit der bevolking, voorts het klimaat, de doel treffendheid en sterkte van de politie-or- ganen, de doeltreffendheid en wijze van optreden van de vervolgende funktionaris- sen en rechtbanken en de houding van het publiek ten opzichte van de handha ving van de wet". „Het is mijn vaste overtuiging, dat de houding van het publiek ten opzichte van de handhaving van de wet een be langrijke en fundamentele oorzaak van de huidige toeneming van het aantal misdaden is. Al teveel mensen denken alleen aan rechten en bekommeren zich niet om verantwoordelijkheden. Al teveel burgers huldigen ten aanzien van misdaden die hem ter kennis ko men slechts een principe: „Hou je erbuiten". Een klas adspirant-speurders in de FBI-opleidingsschool krijgt instructie in het „lezen" van vingerafdrukken (links). Hierboven: Een expert vg,n de FBI toont, in sterke vergroting, twee hakafdrukken van een verdachte tijdens een misdaadproces. FBI-„boss" J. Edgar Hoover: veertig jaar ervaring met de „zware jongens". Hoover werd ook gevraagd wat zijn re cept was voor een effectieve bestrijding van het communisme in de V.S. Zijn ant woord was vervat in de volgende punten: 1. Erken het gevaar van het communis me, 2. Vermeerder uw kenms over deze vijand. 3. Meld onmiddellijk al wat gij weet over spionage, sabotage en ondermij nende activitèiten aan de F.B.I. 4. Denk eraan, dat het communisme binnen het raam van onze democratische maatschap pij moet worden bestreden met verstand, feiten, nuchterheid. Zomaar mensen incri- mineren en ieders gangen nagaan is on nodig en gevaarlijk. 5. Vermeerder uw kennis over Amerika zijn geschiedenis, zijn oorsprong, zijn betekenis. De beste manier om het communisme te overwin nen is Amerika en de idealen waarvoor het land staat, sterk houden- Op de vraag, welk geval onder de vele harde noten, die de F.B.I. in de loop der jaren te kraken kreeg, hem de meeste voldoening heeft ge schonken, antwoordde Hoover, dat dit mis schien wel de ontraadseling van het spio- nagegeval Harry Gold-Klaus Fuchs is ge weest. Men zal zich herinneren, dat Fuchs een in Duitsland geboren atoomgeleerde was, een communist die gddurende de tweede wereldoorlog als lid van een Britse missie voor het Manhattan Engineering Project in de V.S. had gewerkt. ..Wij kwamen erachter," aldus Hoover, „dat Fuchs tijdens zijn verblijf in de V.S. waardevolle atoomgeheimen aan de Rus sen had doorgegeven, maar het was een onmogelijke zaak omdat we zo weinig aan wijzingen hadden. Er moest natuurlijk in de V.S. een contactman zijn, aan wie Fuchs de geheimen had afgeleverd en die op zijn beurt had doorgegeven aan de Russen. Fuchs was zelf inmiddels naar En geland teruggekeerd, hetgeen ons onder zoek nog meer bemoeilijkte. Maar toch slaagden wij er stap voor stap in, een onbetekenende scheikundige te Philadel phia, Harry Gold, als de schuldige te iden tificeren. Ik herinner me het gevoel van diepe bevrediging van ons allen toen wij vernamen dat Gold had bekend. Dit was werkelijk de misdaad van de eeuw. Hier was een super-intelligentie aan het werk geweest en het hele spel was zo meester lijk gecamoufleerd dat wij niet dan met de grootste moeite tot de waarheid kon den doordringen. Deze geestelijke kracht meting heeft mij dan ook veel meer vol doening geschonken dan alle spectaculai re „zaken" uit de jaren '20 en '30, toen ónze „G-men" (de befaamde scherpschut ters van de F.B.I.) de strijd tegen het gangsterdóm vaak alleen maar door bloe dig geweld konden beslechten." Advertentie Nederlands-Duitse cultuurdagen. Voor de vierde maal zullen in de grensstad Bentheim van 30 juni tot 2 juli, Neder lands-Duitse cultuurdagen worden gehou den. Deze dagen, die om de drie jaren worden georganiseerd, staan ditmaal onder het motto „Duitsland en Nederland - cul turele deelgenoten in het nieuwe Europa".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 15