JOHN UPDIKE IN FRAGMENTEN
Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
en IJ in aider Courant
Mm.
Dick J. Dijs
Beeld van Truman
toch in Athene
JOHN UPDIKE, Pigeon Feathers - André Deutsch, London
LESLIE FIEDLER, Pull down Vanity - Seeker Warburg, London
A
Drs. A. J. van Houwelingen Rjjk-
hoek uit Dordrecht, vroeger
wonende te Haarlem, is leider
van de cursus handschrift
verbetering.
Mag ik u iets ernstigs, persoonlijks vragen? Hoe
staat het met uw handschrift? Krabbelt u de letters
in microscopisch formaat op papier of maakt u
koeieletters? Hebt u een dokterspootje of produceert
u hanepoten? Kortom: moet uw handschrift met
moeite worden ontcijferd of is het goed leesbaar?
Lijkt uw a op de o, de h op de k, de v op de u, de
w op de m? Of bent u letter-wijs en zet u (letterlijk)
de puntjes op de i? Het is met onze handschriften
een wonderlijke en een dure! zaak. Het woord
„efficiency" is tegenwoordig gauw neergeschreven.
Maar zodra de pen ter hand wordt genomen, wordt
dat (mode)hegrip snel vergeten. Dat kost geld.
Slechte handschriften berokkenen onze nationale
economie jaarlijks Hentallen miljoenen guldens
schade. Sorteerders van P.T.T. turen zich soms de
tranen in de ogen bij het ontcijferen van een onlees
baar adres. Op de girodienst is men zielsblij met
getypte overschrijvingsbiljetten. Dagelijks bellen
apothekers naar artsen om te vragen wat er nu pre
cies op dat en dat recept staat. Op abonnementen
afdelingen van dag- en weekbladen puzzelt men
talloze uren om adreswijzigingen te ontraadselen.
Kantoormensen buigen zich in spanning over de
kattebelletjes van de chef, bang zijn boodschappen
verkeerd te spellen en de opdrachten niet goed uit
te voeren.
Slordig schrijven berokkent ons
land ieder jaar een schadepost
van ruim honderd miljoen gulden
HET IS EEN FEIT dat door onduidelijk neerge
schreven bestellingen en aantekeningen vele en vaak
kostbare misverstanden ontstaan. De Britse P.T.T.
heeft dat eens voor een jaar berekend. Er gingen,
schrikt u niet: één miljoen man-uren verloren om
onduidelijk geschreven adressen te ontraadselen;
75 miljoen adressen moesten geduldig worden be
studeerd. Drie miljoen van deze lastposten moesten
worden vernietigd. De naam van de geadresseerde
zowel als van de afzender was volstrekt onleesbaar.
„Ik stuurde pas een flinke bestelauto naar een
adres in een van de tuinsteden", vertelde mij een
chef van een groot warenhuis in de hoofdstad. „Er
moest een haard worden gehaald, zo had een van de
meisjes van de klachtendienst op het kaartje ge
schreven. Dat bleek wat overdreven. Want er moest
geen haard, maar een boord worden gehaald. Toch
stdnd er boord, zo bleef het meisje volhouden
IN AMERIKA heeft men op een ge
degen wijze gegevens over deze materie
verzameld. Men ontdekte dat het be
drijfsleven jaarlijks twee miljard dollar
schade ljjdt wegens tijdverlies, extra
telefoon- en correspondentiekosten en
ernstige misverstanden alles veroor
zaakt door een slecht handschrift.
Plaatst men deze cijfers over op ons
land, dan kan men zeggen dat onze
economie per jaar honderd miljoen gul
den verlies Hjdt. Een kapitaal bedrag
dat in het niet verdwijnt zoals ether
verdwijnt uit een niet goed gesloten vat.
HET IS BEKEND dat honderdduizen
den met hun schrift niet tevreden zijn.
Maar zij hebben zich er mee verzoend
Onbarmhartig sturen zij vrijwel onlees
bare brieven naar vrienden en kennis
sen. Op school hebben zij de pen leren
beheersen. Nu beheerst de pen hen.
Hun onkunde verbergen zij achter zg.
intellectueel schrift letters die tot
streepjes en puntjes zijn omgevormd.
Toch is er een lichtpuntje. Steeds
meer mensen durven zichzelf te beken
nen dat het zo niet langer gaat. Zij
nemen het moeilijke besluit hun hand
schrift te gaan hervormen. Het groot
ste gedeelte van deze moedigen dankt
het doen van deze stap aan de drang
van de Stichting ter Verbetering van
het Handschrift.
Deze stichting gaf in 1958, het jaar
van haar oprichting, een enorme klap
op de grote trom. Zij was opgericht op
initiatief van de Utrechtse zakenman
J. A. Dortmond, die uit liefhebberij
veel belangstelling heeft voor alles wat
met schrijven te maken heeft. In zijn
werkkamer aan de Kromme Nieuwe
Gracht te Utrecht en in zijn woning in
Nobeldwarsstraat beheert hij met veel
genoegen een zeer uitgebreide collectie
oude en curieuze handschriften
waaronder brieven van Prins Maurits,
Groen van Prinsterer, Albert Verwey;
een handtekening van Johan de Witt;
een eeuwenoude Koran en een dito
Hebreeuwse boekrol van Esther; een
orakelbot met Chinees handschrift dat
dertig eeuwen heeft overbrugd. Voorts
heeft de heer Dortmond veel antiek en
kostbaar schrijfgereedschap verzameld,
onder meer de mooiste collectie Japan
se schrijfkokers in West-Europa en een
Chinese rolzegel die de voorloper is van
het zegelcachet.
OP EEN van zijn zakenreizen in
Amerika nu kwam de bij uitstek des
kundige heer Dortmond in contact met
het bestuur van de Handwriting Foun
dation een in 1955 door mensen uit
het bedrijfsleven opgerichte stichting
die zich ten doel stelt het kwaad van
de slechte handschriften te bestrijden.
De Utrechter zwichtte voor het ver
zoek van het bestuur een lezing te hou
den. Hij gaf ook toe aan de vraag in
Nederland een soortgelijke vereniging
op te richten. Hij zocht daarvoor con
tact met mensen uit het bedrijfsleven,
het onderwijs en de kunst. De stichting
kwam tot stand en werkt nu vijf jaar
(in betrekkelijke stilte, maar wel met
opofferende overgave) aan beter begrip
voor goede handschriften. Zij is in
Europa tot nog toe de enige stichting
van dit soort.
„Er wordt ons wfrleens'verweten dat
wij niet voldoende op de voorgrond
treden" zegt de heer 'Dortmond. „Ik
ben er altijd wat huiverig voor ge
weest het op zijn Amerikaans aan te
pakken. Daar bij voorbeeld is het werk
op het stuntvlak getrokken. Wat wij ais
doel stellen is de mensen op het euvel
van het onduidelijk geschrijf opmerk
zaam te maken. Ons doel is leesbaar
schrift te propageren. Hoe de mensen
tot beter handschrift komen, is voor ons
van minder belang, als zij er maar iets
aan gaan doen!"
ALS GROTE STAP in de richting van
haar doel zette de stichting een eigen
schriftelijke cursus op touw. Zeer vele
cursisten hebben zich in de vijf jaar
die de stichting nu bestaat, niet aange
meld. Begin mei stuurde juist de 75ste
cursist zijn eerste les in. „Vergeet u
niet dat wij in een oplage van twintig
duizend exemplaren een pocketboekje
De heer J. A. Dortmond uit Utrecht,
oprichter van de Stichting ter Ver
betering van het Handschrift. Hij toont
hier een 2300 jaar oude Egyptische,
met hiërogliefen beschreven vogel-
sarkofaag.
hebben doen verschijnen. Daarin is, in
gecomprimeerde vorm weliswaar, de
cursus ook opgenomen. Bovendien zijn
er meer methoden om beter te gaan
leren schrijven" aldus de heer Dort
mond. „Leraren-schoonschrijven in tal
van plaatsen onderrichten in de avond
uren cursisten. De volksuniversiteit van
Rotterdam heeft tot tweemaal toe (en
met succes) een cursus gehouden. In
stituten voor schriftelijk onderwijs ken
nen ook van deze leergangen. Onze kla
roenstoot uit 1958 echoot nog altijd na."
DRS. A. J. VAN HOUWELINGEN
Kijkhoek, gepensioneerd aardrijkskun
de leraar uit Zeist, nu zijn geboorte
stad Dordrecht bewonend (adres: Ban-
kastraat 42), leidt de cursus van de
stichting. „De inschrijvingen komen
druppelsgewijs binnen" zegt hij. „Ik
zou best willen dat het er wat meer
waren. Als je de resultaten van de cur
sisten ziet, begrijp je eigenlijk niet dat
het nog maar bij 75 is gebleven. In de
tijd van drie maanden hebben de mees
te van hen zich een heel goed hand
schrift eigen gemaakt. Hun schrift valt
op omdat het zo duidelijk is toch
eigenlijk een wonderlijke toestand.
Goede resultaten liggen binnen ieders
bereik. Het is een kwestie van oefenen,
enkele uren per week. Dertien lessen
doorwerken en je bent er. De kosten
(25 gulden in totaal) kunnen toch geen
bezwaar zijn, dunkt me. U zult begrij
pen dat de stichting daar geld bij moet
doen".
IN AMERIKA trok het bedrijfsleven
aan de bel, hier worden de directies
ook wakker. Verscheidene zaken laten
hun personeelsleden omscholingscursus
sen volgen. Van der Heem in Den Haag
was een van de eerste. In groepen van
dertig leerden de werknemers daar een
beter handschrift. Een van de grote
warenhuizen en een rubberfabriek in
Enschede volgden het Haagse voor
beeld na.
Leerlingen van de Centrale Teken-
school in Den Haag worden verplicht
het normschrift te leren een schrijf
methode waar ontzettend veel over te
doen is geweest en die (helaas!) nog
lang niet algemeen is. Onder auspiciën
van het Normalisatie-instituut in Den
Haag hebben dertig schriftkundigen 2V2
jaar gedokterd om een algemeen bruik
baar schrift samen te stellen. Voor
standers van moderne en van ouder
wetse stromingen moesten worden ver
zoend. Toen dat eindelijk voor elkaar
was, kon iedere belangstellende gedu
rende een jaar kritiek op het norm-
ontwerp indienen. Er kwamen een hon
derd reacties binnen, waarvan er ver
scheidene zelfs meer dan honderd folio
vellen besloegen Ten langen leste
werd men het eens. Maar het ziet er
naar uit dat de grote kans om met het
normschrift als hulp in de tijd van één
generatie het kwaad van onleesbare
handschriften tot aanvaardbare propor
ties terug te drijven, niet wordt benut.
„BIJ HET onderwijs ligt de wortel
van het kwaad" zegt de heer Van Hou
welingen Rijkhoek. „Op de lagere scho
len zijn niet minder dan 25 schrijf
methodes in zwang. Er wordt de kinde
ren blokschrift, verbonden schrift,
staand schrift, koordschrift, het ouder
wetse schuinschrift en tal van variaties
daarop geleerd. Het is een chaos. Als
een kind dat blokschrift heeft geleerd
naar een andere plaats verhuist, moet
het vaak een ander schrift gaan leren.
De heer Dortmond bezocht eens een
school in Hoenderloo. De hoofdonder
wijzer toonde hem hoe de kinderen van
zijn zesde klas (verzameld uit alle
delen van 't land) de pen hanteerden:
allemaal volgens verschillende metho
de. Nu hebben we dan het normschrift,
maar het wordt niet gebruikt. Veel on
derwijzers willen er niet aan, uit eigen
wijsheid, conservatisme, gemakzucht.
Elke hoofdonderwijzer kan voor zijn
school de methode kiezen die hij naar
eigen inzicht de beste vindt. Inspec
teurs kunnen niets bevelen, alleen maar
aanbevelen en dat is iets anders.
Want weet u: het schoolhoofd is auto
noom. Het onderwijs is vrij, zo zegt
de regering".
DE OVERHEID is, wat deze zaken
betreft, volkomen passief. Het lijkt de
regering onverschillig te zijn hoe de
jeugd leert schrijven. Eén methodiek
„WIJ DIE ONS romanciers willen
noemen hebben een bereik dat zo on
diep is als onze huiden. Wij lopen door
hele boekdelen heen van alles wat on
uitgedrukt is en laten als slakken
een dunne draad na die wij afgeschei
den hebben", zegt John Updike in een
Leren schrijven is moeilijk maar
later goed leren schrijven is nog
moeilijker!
wordt niet gepropageerd. Vroeger kre
gen onderwijzers die de akte schoon
schrijven behaalden, van de gemeente
een salarisverhoginkje. Later stelde de
regering daar een bonus van 150,-
voor in de plaats een vergoedinkje
eigenlijk voor studietijd en -materiaal.
Maar sinds drie jaar wordt die bonus
niet meer uitgekeerd. „Onbegrijpelijk"
zegt de heer Van Houwelingen Rijkhoek
zéker als je weet dat Cals een zoon
is van een leraar schoonschrijven. Mis
schien is hij vroeger door pa op het
punt van duidelijk schrijven te veel
achter de broek aan gezeten?
Een verhoudingsgewijs klein aan
tal krabbelaars heeft de moed
opgebracht iets aan het schrift te gaan
doen. Onder de cursisten van de stich
ting bevonden zich kantoormensen, stu
denten, artsen, officieren, kloosterzus
ters. Hun resultaten waren verbluffend.
Hun reacties verrassend. „Ik had een
heel beroerd handschrift" vertelde een
drukker. „Ik sta. nu stom verbaasd van
mijn eigen geschrijf. Ik ben er zelfs
trots op geworden"
U weet misschien dat een goed lees
baar en nobel gevormd handschrift het
gevoel van eigenwaarde kan verhogen.
Een bewijs daarvan: „Ik kocht uw
pocketboekje en oefende trouw daaruit.
Dank zij mijn duidelijker schrift heb
ik promotie gemaakt" zo schreef een
Arubaanse politieman. „Maar die pro
motie is niet het belangrijkste", liet
hij er op volgen. „Ik ben met de resul
taten zo ontzettend blij omdat ik me
nu zekerder voel".
van de verhalen van zijn nieuwe boek.
Degeen die het zegt is van name een
ander, een gefingeerde persoon, maar
dat maakt hier geen verschil. Het idee
dat de wereld een massale hoeveelheid
onuitgedrukt materiaal is, domineert
sterk bij Updike zelf. en sluit aan bij
zijn opmerking, in de gedaante van
een van zijn andere personen, tegen
een matroos aan wie hij een lift geeft
in zijn auto: „Ik schrijf maar wat er
in mijn hoofdopkomt". Als de ma
troos vraagt wat dat voor zin heeft,
antwoordt hij: „Ik weet het niet. Ik
wou dat ik het wist", en hij verwon
dert zich niet dat de vriendschappelij
ke verhouding daarna afgekoeld blijkt
te zijn.
DE TWIJFEL aan de waarde van
het schrijven van romans, of zoals in
dit geval van verhalen, is een kenmerk
van Updike's originaliteit. Hij beroept
zich niet op de litteratuur, die hem een
basis om op te werken zou kunnen ge
ven en zoiets als een gezag als schrij
ver; hij heeft alleen zijn ondervinding,
die hij door een toevalligheid van zijn
aanleg gedwongen wordt om in woor
den te vertolken. Het praktische ge
volg daarvan is dat hij bij voorkeur
over zijn eigen ervaringen schrijft. De
beste van zfjn verhalen zijn allemaal
autobiografisch van oorsprong, en wij
ontmoeten hemzelf onder verschillende
namen met telkens dezelfde familie
leden: zijn vader die een gepensioneer
de leraar is en eindeloos informatie
verzamelt van iedereen die hij ont
moet. zijn moeder die zich zorgen maakt
over de inhoud van het leven, zijn
echtgenote die een baby gekregen heeft
in Engeland waar hij studeerde en met
wie hij na zijn terugkeer in Amerika
buiten op het land is gaan wonen. Wij
zien hem vroeg opstaan omdat de ba
by huilt en in de keuken naar de corn
flakes zoeken; wij zien hem met zijn
vrouw terugkomen van een avondje
en tevergeefs proberen om zich de
naam te herinneren van iemand die
zij jaren tevoren in een vakantiekamp
ontmoet hebben; wij zien hem als jon
gen duiven schieten die een plaag ge
worden zijn in de schuur bij het huis;
en wij hebben tenslotte een fragmen
tarische autobiografie van hem, hoe
wel misschien met verzonnen details.
Geen van deze verhalen heeft een an
dere pointe dan de intensiteit, van de
ondervinding die er in vertolkt wordt.
Als zij geschreven zijn is de onbekend
heid van de wereld in niet meer dan
een minuscule mate verminderd. Van
daar, zou men kunnen vermoeden, dat
Updike het ook af en toe op een an
dere manier probeert, met verhalen
over heel andere personen, en dan lijkt
het veel makkelijker te gaan met ken
nis verwerven over de buitenwereld:
de indrukken die een bediende in een
supermarkt opdoet van een paar meis
jes die onvriendelijk behandeld worden
door de chef schrijft hij zonder moeite
op, en zij geven ons dadelijk een flin
ke hap psychologische algemeenheid te
'verteren.
Dat bevredigt hem dan toch niet. In
hoofdzaak houdt hij zich bezig met on
dervindingen die tot geen enkele alge
mene conclusie kunnen leiden, alleen
tot een gevoel van onmiddellijke waar
neming van de werkelijkheid. Geplaagd
door het besef dat de mensheid redden
de antwoorden zoekt op vragen van
het opperste gewicht, komt Updike tel
kens weer aan met kleine blijken van
de onherhaalbare wonderlijkheid van
vluchtige indrukken. Het is een mooi
voorbeeld van de litteratuur die bui
ten staat is om zich aan te passen aan
de eisen van de tijd, en verscheidene
van deze verhalen zouden in geen en
kele stijl overtroffen kunnen worden.
Zoals Updike ze aanbiedt, is het niet
te betwisten dat de fragmenten van
de ondervinding de enige waarheid zijn.
EEN ANDERE AMERIKAAN, Leslie
Fiedler, die vooral als criticus met
goede reden aanzien geniet, past zich
in zijn verhalen veel beter aan de tijd
aan. De problemen van de joodse in
tellectuelen in „Pull down Vanity" zijn
misschien te extreem om de meest
gewichtige zoekers naar reddende ant
woorden te bevredigen, maar zij staan
tot aan hun hals in de stroom van de
wanhoopslitteratuur van deze tijd. Daar
zijn ze niet mee veroordeeld: er is
veel wanhoop, en hoe scherper de toe
stand beschreven wordt hoe beter,
maar de lezer mist bij Fiedler de on
bevangenheid in de waarneming van
Updike, en krijgt daarvoor in de plaats
een al te vertrouwde toon van littera
tuur en intellectueel leven. Fiedler doet
geen ontdekkingen; hij varieert alleen
op bekende thema's, met een zekere
kracht van expressie en met een aan
zienlijke intelligentie. Het verhaal over
een dronkemansfeest in een schoenen
winkel op kerstavond, of dat over een
ander dronkemansfeest waar de gas
ten zich naakt uitkleden niet om el
kaar te verleiden maar om elkaar hun
treurige verval te bekennen, laten een
algemene indruk na van donkere kleu
ren in de beschrijving en van radelo
ze lachlust in de gevoelens. Veel kor
te verhalen van anderen zouden er
slap en bleek bij afsteken, maar ten
slotte schieten toch ook deze tekort: er
blijft geen beeld uit over van iets dat
er werkelijk was of zou kunnen zijn,
alleen een van Fiedler die sterke ver
halen vertelt.
S. M.
Ter herinnering aan de Truman Doctri
ne welke Griekenland in het laatst van de
jaren veertig van het communisme gered
heeft is in Athene door de Griekse pre
mier Karamanlis een standbeeld van oud
president Harry S. Truman onthuld.
Het werk van de Amerikaanse beeld
houwer Felix Weldon is een geschenk van
de Amerikaanse Helleense Opvoedkundige
Vereniging. Truman is 3.6 m hoog in brons
afgebeeld terwijl hij een afschrift van de
Truman Doctrine in zijn rechterhand houdt
Het beeld heeft een plaats gekregen bij
het stadion waar in 1896 voor het eerste
de moderne olympische spelen gehouden
zijn.