M annen bedienen machines die miljoenen
waard zijn. Ze staan of zitten achter hun
regelpanelen en bedienen tientallen knoppen,
handles en pedalen en ze honden nerveus
trillende wijzers van metertjes in de gaten.
Het moet een hele overgang zijn, van de
betrekkelijk rustige banketbakkerij naar een
enorme fabriekshal, waar walsen staal pletten.
Maar de oud^banketbakker zélf beschouwt z'n
werk op een heel andere wijze t Is bijna
hetzelfde, in de bakkerij rolde ik deeg, hier
wals ik staal", zegt hij.
MENSEN EN HUN MACHINES
RB
Een stalen trapje leidt naar zijn domein, dat
tegen de muur zit. Het is een cabine met groen
glas. Op de deur zit een laagje zwarte stof.
Binnen is het schemerig en het gezicht van
de heer van Liemt heeft hier een vale kleur.
Zes mensen van de duizenden die er werken,
hebben wij voor u „eventjes uit het bedrijf"
gehaald. Op het moment dat wij dit schrijven,
hebben nieuwe hun intrede: al weer gedaan...
WOENSDAG 12 JUNI 1963
mm
Hij heeft zijn mouwen opgestroopt. Beneden ons werkt het
geweldige mechanisme van wentelende assen en op- en neer-
bewegende schuiven, alles dik onder de olie. Vlak bij de ma
chine zit een man op een stoel. Met krijt schrijft hij cijfertjes
op de rollen staal, die juist van de haspel zijn gekomen.
Want de heer Van Liempt is wikkelaar in de Breedband-
walserij. Ogenschijnlijk met groot gemak, bedient hij vanuit
zijn cabine de ingewikkelde haspel. Het bedieningspaneel is
ongeveer twee meter breed. Tientallen knoppen en handels
zitten erop en eraan. Bovendien moet de heer Van Liempt met
de voet enkele pedalen bedienen. Een organist heeft het ge
makkelijkerVerwonderlijk snel heeft hij dit werk onder de
knie gekregen, namelijk in zes weken.
„Maar voor je het goed kan, heb je een jaar nodig". Het
werk vereist een hoge reactiesnelheid en het is daarom ook
inspannend. Vandaar dat iedere bedieningsman elke vier uur
een half uur rust moet hebben.
De heer Van Liempt, geboren op 31 januari 1932 in Alkmaar^
kwam in 1955 in dienst van het ijzer- en staalbedrijf in IJmui-
den. Hij begon als handlanger en sedert vorig jaar bedient hij de
haspel het onderdeel van de warmbandwalserij,.dat.de lange
stalen band (nog gloeiend,- niet aanraken)oprolt.In .Alkmaar
was hij een tijd lang werkzaam in een banketbakkerij, maar
veel toekornst zag hij in de beoefening van dit vak niet. Hij
besloot bij Hoogovens te gaan werken. Hij heeft er nooit spijt
van gehöd. Hij is een der velen die de stap naar deze wereld
van staal en ijzer in IJmuiden hebben durven nemen.
Zoals ook de heer J. Dassen. In de grote opslaghal van de
Breedbandwalserij vervoert hij met een skylift rollen staal.
Het voertuig doet dit met hetzelfde gemak waarmee u een
vingerring optilt. Aan de voorzijde zit een grote stalen pen.
waarmee de rollen worden opgepikt.
„DE TOEKOMST van mijn kinderen is hoofdzaak", zegt de
heer Dassen. Hij en zijn gezin zijn destijds uit Steenwijkerwold
vertrokken naar de IJmond, omdat in eerstgenoemde plaats
mirtder toekomstmogelijkheden zijn. De heer Dassen haalde een
landbouwdiploma, werkte jaren bij een boer en tenslotte bij
een melkfabriek als chauffeur. Het bevalt hem en zijn vrouw
hier beter. „Je moet alleen oppassen dat je geen verlengstuk
van de machine wordt". Daarom vindt de heer Dassen het van
groot belang dat een werknemer eigen verantwoordelijkheid
weet aan te kweken. Buiten het bedrijf is er niet veel gelegen
heid deel te nemen aan het verenigingsleven. Dat is het nadeel
van ploegendienst. Toch ziet de heer Dassen er nog wel kans
toe. Vier jaar geleden kwam hij naar de IJmond om er een
nieuwe toekomst tegemoet te gaan. Hij staat niet alleen.
De heer R. H. Greven zet er het mes in. Dat wil zeggen hij
snijdt met behulp van een ingewikkelde machine in hoog tempo
een lange rol elektrolytisch vertind blik in gelijke stukken.
Dit gebeurt in de elektrolytische vertinnerij van Breedband n.v.
De heer Greven staat achter het bedieningspaneel van de
schaarlijn. De schaar produceert heel wat lawaai en wanneer
s
.een organist heeft het gemakkeljker.(Foto rechts boven)
Van de akker naar een kooksbatterij(Foto hierboven)
350 millimeter blik pSr uur. (Foto links onder)
Nooit naar zee gegaan maar in IJmuiden gebleven.
(Foto rechts)
de heer Greven 's avonds naar de televisie zit te kijken, moet
het geluid voor hem harder worden gedraaid.
ACHT JAAR GELEDEN kwam hij van Alblasserdam naar
IJmuiden. Voordien woonde en werkte hij in Nieuw Buinen.
De heer Greven verdiént 2,18 per uur. Daarbij komen dan
nog premies en toeslagen wegens het werken in verschillende
ploegen. In zijn vrije tijd is hij een actief verenigingsman. Hij
is namelijk tweede voorzitter van de VARA-afdeling in IJmui
den. „Dat is mijn hobby", zegt hij. Voorts tuiniert hij graag en
slaat bij tijd en wijle de verrichtingen gade van VSV en Storm
vogels. De heer Greven, uit een gezin van landbouwers stam
mend, voelt zich in IJmuiden best thuis. Hij heeft twee kin
deren, een meisje van acht en een zoon van dertien jaar.
„Je raakt nooit uitgestudeerd", zegt de heer J. H. Wesseling
Uit Haarlem.'In de koudbandwalsertj \fhn^Breedband bedient hij
een wals, waarmee staalplaat koud wordt gewalst. Hij is eind-
walser en dat houdt in dat hij de verantwoordelijkheid heeft
over deze dure machine. Soms is hij ook reserve-hoofdwalser,
hetgeen betekent dat hij de leiding heeft over de achttien
mannen die samen de wals bedienen.
De heer Wesseling is 36 jaar. In oktober van dit jaar is hij
twaalf jaar bij Breedband, waar hij als handlanger begon. Daar
na is hij een tijdje schaarman geweest in Walserij-Oost. Zijn
verdiensten verhult hij niet. „Ik begon met 45 per week, nu
heb ik er f 160". Hij kan er een auto op nahouden en die heeft
hij dan ook. Voor zijn komst naar het ijzer- en staalbedrijf was
de heer Wesseling filiaalhouder van een lunchroom in de Grote
Houtstraat te Haarlem. Het bedrijf werd echter opgedoekt. „En
geloof me ik heb nooit spijt gehad dat ik hier ben gaan werken".
Het stelsel van ploegendienst verhindert hem echter deel te
nemen aan het verenigingsleven. Nu resteert alleen nog de zorg
over het gezin van vrouw en twee kinderen. De heer Wesseling
walst ongeveer 170 rollen per werkdag. Het walsen van zo'n rol
duurt van twee tot drie minuten.
„MIJN VADER voer op een trawler, maar hij adviseerde mij
om nooit te gaan varen", zegt de heer E. Paap uit IJmuiden.
Hij ging nooit varen. Vijftien jaar werkt hij al bij het ijzer- en
staalbedrijf. Hij bedient een indrukwekkende machine, waarmee
voorgewarmde plakken staal uit een oven worden gehaald. „Het
is een nieuwe machine, niemand heeft me de bediening ervan
ooit geleerd. Dat heb ik zelf gedaan zegt de heer Paap. Maar
hij kent de kneepjes van het vak. De hele machine kan draaien.
Soms moet er enige tijd gewacht worden op een nieuwe plaat
en dan heeft de heer Paap gelegenheid te puzzelen, want hij is
dol op denksport. De heer Paap heeft zeven kinderen, van wie
er drie zijn getrouwd.
In die grote mannengemeenschap werken ook dames. In de
afdeling blikcontrole van de Breedbandwalserij werken honderd
dames. Ze staan achter tafels, die verlicht worden. Hun ge
zichten weerspiegelen zich in de glimmende platen.
In de grote hal schalt muziek uit vele luidsprekers. Ook
hangen er grote schilderijen aan de hoge muren. De vrouw ver
langt nu eenmaal een andere werkomgeving dan de man. Joke
PÏeters is een van de controleuses. Plaat voor plaat bekijkt zij
in het zacht groene licht. Zij werkt nog niet zo lang in deze
kwaliteitsafdeling en daarom heeft zij nog niet die vaardigheid
als de geroutineerde controleuses, die per week zo'n 33.000 pla
ten nakijkenJoke Pieters doorliep de vglo-school en ging
daarna werken in de huishouding. „Maar daar kim je niet veel
mee verdienen", zegt ze. Sedert een half jaar werkt zij in de
afdeling blikcontrole en het werk hier bevalt haar beter.
Of het staan vermoeiend is? Joke vindt van niet. Om de twee
uur krijgen de dames gelegenheid even uit te blazen en de
benen te strekken in de ruime kantine. „In het begin vond ik
het hier rumoerig, maar ik ben er nu aan gewend", zegt Joke.
VIJFENTWINTIG JAAR lang is de heer R. Stumpe uit de
Arnóstraat in Beverwijk boerenarbeider geweest. In Groningen.
Daarna werkte hij zeven jaar in een fabriek van draineerbuizen.
Zijn Groningse accent is er nog steeds. De heer Stumpe heeft
er nooit spijt van gehad zijn geboortestreek de rug te hebben
toegekeerd. „Ik wilde meer verdienen. In Groningen verdiende
ik 65 tot 75 per week, schoon, nu vang ik 115 per week.
In het begin viel het niet mee, de overgang en zo. Ik vroeg
mijn vrouw eens of zij soms weer terugwilde. „Om de donder
niet", zei ze.
Als deurafnemer is de heer Stumpe werkzaam bij de kooks-
ovens. Steeds als de kooks in de ovens gevormd zijn, moet de
gloeiende lading uit de oven gestoten worden. Met een machine
opent de heer Stumpe dan de deur en aan de andere kant drukt
een machine de kooks uit de batterij. Dit werk eist goed samen
spel tussen de mensen voor en achter de batterij, die elkaar
niet kunnen zien en op signalen werken.
De heer Stumpe is 47 jaar en heeft drie kinderen. Hij bewoont
een flat in „Oosterwijk". „In Groningen speelde ik althoom,
maar dat kan niet op een flat. Boven wonen ook mensen uit
Groningen, maar we houden niet veel verslag met elkaar. Dat
is ook niet goed", meent de heer Stumpe. Een bezwaar vindt
hij dat mensen van verschillende ploegen in een en hetzelfde
flatgebouw wonen. Als de een naar bed gaat, staat de ander op,
gaat timmeren, met gevolg dat de buurman geen oog dicht doet".
4