-s en JJmuider Courant DIERENFOTOGRAAF t?a/i 4WS?. K XXr Jk 1* t<% A *é- V.n'i:m x D ierenfoto grafie is voor een deel ymnastiek. Je kruipt op fe buik door et stof, fe klimt op wiebelige lad ders of in palen. Nieuwe stand/punten zoeken, dat is belangrijk, anders krijg je altijd de geijkte plaatjes. Aldus Jo Bokma, huis- en tuinfotograaf (en cineast) in vaste dienst van Artis. Al sinds bijna negen jaar, 30.000 dieren- foto's en tienduizenden meters smal film in zwartwit en in kleur. Hoe hij in dat zeldzame vak verzeild geraakt is? „PUUR TOEVAL. Als persfotograaf maakte ik, in 1953, eens een serietje in Artis voor een weekblad. Portielje zag mijn reportage en belde mij op. „Zin om mee te gaan naar Bretagne?", vroeg hij. „We gaan wat inktvissen vangen voor het aquarium". Ik ging mee en van het een kwam het ander. November '54 zei ik de persfotografie vaarwel en werd loontrekker-dierenfo- tograaf. Het was een hele verandering, maar ik heb er nooit spijt van gehad". Ja, moeilijk was het wel. Vooral in het begin. Fotografisch gezien is een die rentuin een rotklus. Lelijke achtergron den, ijzergaas en tralies. Die moet je kwijt. Vandaar dat geklim en buikge- kruip. Dan de dieren zelf. Je kan nooit bij ze in de kooi kruipen, dan worden ze schuw of agressief. Ze vluchten weg in de donkerste hoek van hun kooi of in hun nachthok, waar fotograferen onmogelijk is. Flitsen is er ook niet bij, dat stoort ze nog erger. Ik fotogra feer dus net als iedere amateur: buiten de kooien en bij bestaand licht. Dan verstoor je hun rust niet en doen ze natuurlijk en zo moet ik ze hebben. IS HIJ een fervente dierenvriend ge worden in die negen jaren? In'het begin niet, erkent hij grif. En nog vind ik mensen boeiender als su jetten. Maar je groeit erin. Al waar nemend ga je de dieren bekijken. Aan vankelijk zie je ze teveel door „men senogen". Een aap is per traditie „koddig", een karikatuur van de mens. Slangen en vogelspinnen zijn „griezels". Een olifant is een goedzak en de neus hoorn een onbetrouwbare nijdas. Pas langzamerhand ervaar je dat dit goed deels legende is. Je gaat ze objectiever bezien, je leert hun driften en drijfveren begrijpen. Je merkt dat al hun gedra gingen doelmatig zijn, je begint schoon heid te zien: niet alleen in het sierlijke bewegen van een hertejong, maar ook in de krachtexplosie waarmee een roof dier zijn prooi uiteenrijt al is dat dan maar een dood stuk Artisvlees. Al dat typerende en markante voor iede re diersoort verschillend op te mer ken en vast te leggen, dat geeft vol doening. Hoe moeilijk het vaak ook is. EN DAN ontdek je op een dag een nog veel merkwaardiger feit. Dat alle (hogere) dieren in wezen individuen zijn. Misschien moet je zelfs zeggen in dividualisten. Geen 2 exemplaren van één soort, die op dezelfde situatie een der reageren. Geen eenling zelfs, wiens gedrag niet van dag tot dag, soms van uur tot uur verschilt. Ze zitten vol nukken en luimen, net als wij, volmaakt onvoorspelbaar. Dat stelt je telkens op nieuw voor verrassingen. Verrassingen die een uitdaging vormen aan je opna metechniek, je paraatheid, om juist dal ene beslissende moment: het volstrekl eigene, het „persoonlijke' in elk dier te grijpen. Net als de candid-fotograaf zn in zekere zin ook de portretfoto aapje, hier afgedrukt, zijn er vijf uit een reeks van 24, die Bokma in krap tien minuten tijd maakte. Maar soms duurt het uren of dagen voordat er een schot gelost wordt. Een plaatje is trou wens zelden voldoende; je moet een verhaal opbouwen, het dier tonen in diverse typerende bewegingen en stem mingen en dat kan alleen door een serie opnamen. Bokma geeft gul adviezen uit zijn rijke ervaring aan amateurfotografen. Nu Artis onderwerp is van de nationale fotowedstrijd „Lens en Dier" meer dan ooit. „Gebruik nooit een statief, dat remt je in je bewegingsvrijheid. Het dier beweegt snel, je moet het kunnen blijven volgen. Om dezelfde reden een zo kort mogelijke belichtingstijd en dus een zo groot mogelijk diafragma. Dat heeft bovendien het voordeel dat lelijke achtergronden in onscherpte vervagen. Ik prefereer de reflex, kleinbeeld of 6/6, maar elke camera met een grote duidelijke zoeker is geschikt. Een tele lens is haast onmisbaar. Kies verder de stille uren bij voorkeur de ochtend voor twaalven, dan is er weinig publiek en zijn de dieren het rustigst. Bijzonder aanbevolen: de vrije zaterdagmorgen. Dan is de tuin vrijwel uitgestorven. Zoek het ook eens in de hoogte of zak door de knieën om minder afgezaagde perspectieven te krijgen. U hoeft er echt niet voor op uw buik te gaan lig gen in het stof, laat dat maar aan de beroepsfotograaf over". EN DAN komt er een herinnering aan zijn eerste tijd als Artisfotograaf. Ik moest kamelen filmen, voor één keer binnen hun eigen domein, op hét ka- melenveld. Ik lag plat in het zand toen ze kwamen aanrennen, recht op mij af. Kamelen trappen je niet, hadden ze me verteld. Ik zag het zaakje ko men met daverend hoefgeweld en nij dig opgetrokken bovenlip. Man, ik kneep 'm als een oue dief, maar ik bleef filmen. Ze sprongen over en langs me heen, maar ze raakten me niet. Hoewel een hoef op drie centimeter mijn hoofd miste. En toen ik opgelucht opstond, kreeg ik van achteren een opdoffer van de struisvogel. Wel eens een klauw van dat heerschap bekeken? Het kostte me een sportjasje en ze lachten me nog uit ook. Ja zeiden ze, de kamelen trappen je nooit. Maar voor de struis moet je uitkijken. Herman Croesen Jo Bokma graaf: elke klant is een nieuwe kracht proef. Met alleen dit verschil dat mijn klanten wel lastig en schuw en bewe gelijk zijn, doch nooit komen klagen omdat hun ijdelheid gekwetst is. VAN HET EEN kwam het ander. Kort na Bokma's indiensttreding sticht te dr. Portielje het Artis-tijdschrift en de vereniging Vrienden van Artis, om de tanende populariteit van de tuin weer wat op te vijzelen. Beide werden een succes. Het tijdschrift vooral door de prachtige foto's van Bokma. erheeft nooit een plaat van een ander inge staan. Daarna kwam de filmerij. Bok ma had nog nooit een 16 mm camera in handen gehad, maar zijn films wa ren af. Zelfs de critische biologen had den nooit één aanmerking. Die films, .waarvoor Bokma zelf het scenario, de moeizame opnamen en de nog veel moeizamer montage maakt, zijn in wijde kring vermaard. Twee ervan zijn voor de t.v. geweest, regelmatig worden zij gedraaid in de Artis-filmzaal tijdens de zomermaanden en voorts behoren alle lagere scholen tot de vaste en gretige afnmers: de schooljeugd is er gek op. ZO WERD BOKMA in enkele jaren de eerste en enige beroepsdierenfoto- graaf in Nederland en volgens velen een der besten ter wereld. Zij zijn trou wens dun gezaaid, deze specialisten, want in de dierenfotografie zit ma terieel gezien veel minder muziek dan in andere takken van de lichtbeeld kunst die op de menselijke ijdelheid speculeren en zich daar goed voor laten betalen. Maar ook daar heeft hij vrede mee. Hij vindt voldoening in zijn werk en dat is hem genoeg. Wensen zijn er wel: een eigen donkere kamer in de tuin (nu moet al het afwerken thuis gebeuren), minder tralies, moderner dierenverblijven, meer licht. Een gro ter budget om meer kleurenfilms te kunnen maken. En voorts een wat min der „aanhankelijk" publiek. Want af en toe gaan ze haast öp je camera zit ten als je in de tuin aan het schieten bent. EEN KEUR van Bokma's foto's wordt deze en volgende maand geëxposeerd in de Cave Internationale aan de Am sterdamse Herengracht. Foto's die ge tuigen van zijn visie en paraatheid, van zijn gevoel voor humor ook: een def tige reiger, koppetje naar links, scha duw rechtskijkend. Een nijlpaard met jong in het bad: alleen de ogen en neus gaten steken boven water uit. Een groepje witte flamingo's tegen een nachtzwarte achtergrond: sierlijk en rit misch bewegend als een groepje slanke balletdanseressen in witte tutu's. Mar kante close-ups van reuzen en dwergen uit het dierenrijk, van insecten en leeu wen, van machtige buffelkoppen en piep jonge aapjes. De serie van het baviaan-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 13