Zwaarste erfenis van de Algerijnse oorlog bleek licht verteerbaar „Zwartvoeten" vlot opgenomen in de Franse samenleving Algerije beweegt zich steeds meer naar een harde éénmans-regering Bestuursapparaat en economische structuur nog in overgangsfase v ii i n b r i 1/ n a nil ir «Lknnnn i PLAN-NOTA Ben Bella ontmoet groeiende oppositie Zware shag tè zwaar9 neem dan Rusland blijft de kat uit de boom kijken 11 Redelijk en rustig Werkzaam Winstpunt Overneming Onteigening Olievelden Overgangsfase DONDERDAG 11 JULI 1963 lichter dan zwaar pittiger dan halfzwaar. Niemeyer garandeert de kwaliteit (Van onze correspondent) PARIJS. Het is nu ongeveer een jaar geleden dat met de officiële ver dragen van Evian tussen de Franse en de Algerijnse regeringen en de officieuze akkoorden tussen O.A.S. en F.L.N., de oorlog in Algerije na zeven jaren einde lijk kon worden afgesloten. In beide kampen zat men met bloed en tranen, met stukken en scherven, schuldgevoe lens en ressentimenten, met een erfenis die ten naaste bij nog niet was te over zien. Hoe is nu de balans na dat eerste jaar vrede waarin de akkoorden van Evian, die voorzagen in een samengaan op alle gebieden, hun vuurproef hebben ondergaan? Met vallen en opstaan vervolgt het nieuwe Algerije onder leiding van de jonge Ben Bella die, na in 1957 door Franse militairen in zijn vliegtuig te zijn „onder schept", vijf jaren in gevangenissen had doorgebracht de weg naar een eigen „Algerjjns socialisme", dat steeds meer trekken van geljjkenis met Fidel Castro's versie begint te vertonen. Ben Bella's po sitie is zeker niet comfortabel. Door de binnenlandse druk wordt hij gedwongen het tempo der socialisatie voortdurend op te voeren, terwijl de Fransen hem remmen omdat het kapitalistische Frankrijk weinig neiging vertoont socialistische experimen ten te steunen. Niettemin weten beide partijen dat het ogenblik van de definitieve breuk nog niet gekomen is. De economische banden, voor al in de wijnbouw, die nog altijd de (lich- te) kurk is waarop Algerije moet drijven, zijn tussen beide landen t e nauw ver strengeld, dan dat elk zijns weegs zou kunnen gaan. Van de Franse kant bekeken hebben de akkoorden van Evian en de samenwerking met Algerije hun bestaansrecht groten deels verloren. Om economische en, sterker nog, politieke redenen, had Parijs er in dertijd veel voor over dat de Fransen in Algerij, de „zwartvoeten" die en masse achter de OAS stonden, ook n a de onaf hankelijkheid in dat land zouden blijven. Een massale terugkeer van deze elemen ten leek om te^bpginnen, politiek gezien al geen hoopvol vooruitzicht en economisch gesproken, was het een Frans belang van de eerste orde dat de zwartvoeten werk zaam zouden b 1 ij v e n in de Algerijnse huishouding die Frankrijk, door middel van het Plan van Constantine en langs vele andere wegen, vooral de laatste jaren astronomische bedragen had ingepompt. Het is allemaal wat anders gelopen. Men had wederzijds blijkbaar de moeilijkheden onderschat de bloedige pagina's van de oorlog, de progroms, de moorden, de mar telingen en vernederingen zonder meer te kunnen omslaan. Parijs had voorzien dat van het kleine miljoen zwartvoeten zeker de helft en misschien zelfs wel tweederde deel in Algerije zou willen blijven. De praktijk heeft uitgewezen dat er nog maar een vijftigduizend Fransen dus slechts vijf percent in Algerije zijn gebleven, en ook dat laatste restant keert, verwacht men, komende maanden zeker terug. De medaille van die misrekening heeft echter toch óók een keerzij die meevalt, Over het algemeen gedragen de „zwart voeten" zich in Frankrijk redelijk en rus tig, en er is geen enkel teken dat er op wijst dat zij het rechtse Franse extremisme daadwerkelijk zouden steunen. De laatste verkiezingen hebben bewezen dat het per centage rechtse ultra's niet noemenswaard gestegen was. En op het economische plan blijken die „zwartvoeten" die tenslotte ook Algerije hadden gemoderniseerd en levensvatbaar gemaakt in Frankrijk eveneens hun armen best uit de mouwen te willen steken. Een enquête die onlangs onder de repatrianten werd gehouden wees uit dat meer dan de helft zich al „geïnte greerd" gevoelt en dai vijfentachtig per cent verwacht het levensgeluk ook op Franse bodem te kunnen vinden. Eenzelfde percentage zou onder geen beding Frank rijk nu meer willen verlaten. Ook materieel is het over het algemeen nogal meegelopen. De Franse regering had uit vrees voor agitatie van de OAS, tevoren veelomvattende maatregelen genomen ten einde de zwartvoeten in Frankrijk met fluwelen handschoenen te kunnen opvan gen. Een jaar lang konden ze vrij gerieflijk in Frankrijk leven oj kosten van de ge meenschap en een speciaal ministerie werd opgericht om hen bij hun gewenning aan ■de Franse verhoudingen - behulpzaam te zjjn. De jonge minister der repatrianten Fran. gois Missofe die vroeger een hoge func tie bekleedde in de Franse filialen van de Brits-Nederlandse Unilever heeft dezer dagen een eerste overzicht van zijn activi teiten en interventies ten behoeve van de zwartvoeten gegeven en ook zijn beeld was eerder in opwekkende kleuren geschilderd. Meer dan de helft der gezinshoofden heeft intussen een nieuwe en definitieve werk kring gevonden. Ruim een kwart miljoen mannen en vrouwen zocht aanvankelijk naar arbeid. Ongeveer een kwart was arbeider, ter wijl de kantoorbedienden en de zaken lieden of winkeliers ieder een vijfde deel uitmaakten. Omstreeks acht percent be hoort tot de boerenbevolking. De ambte naren leverden nog eens twaalf percent van het totaal, en het is de opzet van de regering vooral hun percentage en in het algemeen der gesalarieerden te ver hogen ten gunste van de kleine onder nemers die veel moeilijker weer voet aan vaderlandse grond kunnen krijgen. Bij die Franse massa kunnen ook nog een dertig duizend Arabieren worden gevoegd die, merendeels als „collaborateurs" gecom promitteerd, Frankrijk boven Algerije als hun vaderland verkozen. Het Algerije dat de Fransen bouwden en dat ze verlaten moesten: de luxe Europese wijk van Algiers: Climat de F rance .en het volle Frankrijk, waar niette min nog wel een plaatsje voor hen is te vinden. Een schaduw over dit beeld wordt nog altijd door het woningprobleem geworpen, waarmee overigens zeker de helft van Frankrijk worstelt. Had de regering alle „zwartvoeten" terstond van een dak wil len voorzien, dan zou de hele jaarproduk- tie aan huizen ongeveer driehonderddui zend in getal, voor hen moeten worden gereserveerd. De minister heeft hun ech ter beloofd dat ze voorlopig op dertig per cent van dat aantal mogen rekenen. Ook ontvangen ze speciale premies om zelf huizen te bouwen of te kopen. Drie streken van Frankrijk trekken de „zwartvoeten" als vestigingsgebied in het bijzonder aan. Vijf en dertig percent is aan de voeten van de Alpen neergestreken, zestien per cent in en rond Parijs en voorts nog tien percent bij de Pyreneeën en in de omge ving van Marseille en Bordeaux. Samengevat, had deze afwikkeling van de Algerijnse erfenis heel wat slechter kunnen uitpakken. En de twee grote mee vallers zijn geweest dat (a) de „zwartvoe ten" in staat bleken tot grote inspanningen om zich in Frankrijk een nieuw bestaan op te bouwen terwijl, (b) de overige Fran sen zich bereid toonden hen als gelijkbe rechtigde in de nationale familie op te nemen. Minister Missoffe heeft dan ook de mening kunnen uitspreken dat de terug keer van een klein miljoen Fransen in het moederland, wel verre van een be proeving te wezen, een krachtig voordeel en een groot winstpunt voor de nationale economie blijkt te zijn. MICHELET (Reuter) Een Algerijns parlementslid, Hocine Ait Achmed, heeft op een persconferentie gezegd besloten te hebben een „openlijke politieke strijd" te gaan voeren tegen de regering-Ben Bella. Ait Achmed zei, dat Ben Bella hem had gezegd een complot tegen „de Algerijnse staat" ontdekt te hebben, waarbij de Tu nesische president Bourguiba en de on langs waarschijnlijk gearresteerde Boudiaf betrokken zouden zijn. „Ik geloof deze ver klaring niet. Ik denk dat er geen bewij zen zijn tegen Boudiaf, die een eerlijk strijder is die zijn land liefheeft." Op de vraag waarom hij zijn persconfe rentie in Kabylië hield, zei Ait Achmed dit „om veiligheidsredenen" te hebben ge daan. 'Advertentie NIEMEYER 'ÏAZIE*- ALGIERS Een jaar is voorbij sinds Algerije onafhankelijk werd en zijn lot in eigen handen nam. Het was een jaar van hoop, maar ook van weinig stabili teit, van teleurstellingen, van bittere po litieke twisten en van stijgende econo mische moeilijkheden. Het land heeft zijn eerste jaar van onafhankelijkheid grotendeels overleefd dankzij Frans geld en Amerikaans voedsel. Het was een jaar van drastische veranderingen, waar in dit eens door Europeanen overheerste land terugkeerde naar de mohamme daanse meerderheid. Het was een jaar van revolutionaire economische her vormingen, die de structuur van grote Europese bedrijven vernietigde en waar in „beheerscommissies" werden ingesteld in fabrieken en op landbouwbedrijven. Na de met zoveel offers en strijd ge wonnen onafhankelijkheid, werd Algerije onmiddellijk in een bittere worsteling om de macht gestort, welke culmineerde in een burgeroorlog van vijf dagen in sep tember van het vorige jaar en de vesti ging van premier Ahmed Ben Bella als de sterke man. Sinds hij het bewind in han den nam, heeft hij twee samenzweringen tegen- zijn regime vernietigd en zijn meest actieve tegenstanders verwijderd. Thans heeft Algerije een autoritair be wind, dat wordt gesteund door een leger dat trouw is aan Houari Boumedienne, vice-premier en minister van defensie en sterke man nummer twee. Slechts één politieke partij het F.L.N., het front van de nationale bevrijding is toegestaan. Critiek en klachten zijn in particuliere gesprekken geoorloofd, maar de pers is gemuilkorfd. Steeds meer lijkt Algerije zich te bewegen naar een een- mansregering, gelijk dit het geval is in de meeste nieuwe onafhankelijke Afri kaanse staten. Op 1 juli 1962 vierden 10 miljoen Alge rijnse mohammedanen de overwinning van hun strijd om de onafhankelijkheid, na een genadeloze oorlog van zeven en een half jaar. Met stralende gezichten stonden zij in de rij voor de stembureaus om hun triomfantelijk „ja" uit te brengen voor de onafhankelijkheid. De laatste schepen en vliegtuigen met Europese vluchtelingen waren aan het vertrekken. Arbeiders ruimden het puin op van de laatste plasticbommen die tot ontploffing waren gebracht door de Europese despe rado's van de O.A.S. De troepen van het half miljoen man sterke Franse leger moesten in de kazernes blijven en Alge rijnse guerilla's stroomden de steden bin nen, waar de groen-witte vlaggen werden gehesen. Thans bevinden zich nog ongeveer 100.000 Franse soldaten in Algerije krach tens de bepalingen van het vredesverdrag van Evian. Van de ongeveer een miljoen Europeanen zijn er circa 120.000 gebleven, maar 50.000 van hen treffen voorbereidin gen om dit jaar te vertrekken. De Alge rijnse autoriteiten hebben het Franse kolo niale bestuur overgenomen en doen hun uiterste best de van Frankrijk geërfde structuur te hanteren. Hierover zeggèn Algerijnse autoritéiten: „Wij hebben' een stelsel geërfd, dat niet was aangepast aart onze behoeften. Wij hebben geen ervaring en geen onmiddel lijke mogelijkheden om dit stelsel te wijzi gen en aan te passen. Wij proberen te be houden wat wij hebben en streven tegelijk naar andere methoden, die meer aanslui ten op de situatie. Maar voor dit alles is tijd nodig." Buitenlandse diplomaten menen, dat zo lang de regering van Ben Bella erin slaagt de bestuursdistricten te bewaren, het land veilig is. Sommige buitenlandse vrienden van de Algerijnse zaak maken zich echter onge rust. Zij constateren de groeiende apathie van regering en partijleden en het kenne lijk gebrek aan vertrouwen in de toe- De nota van het Centraal Planbureau is momenteel zeer sterk in het geding bij de kabinetsformatie, en ook van vakbondszij de is er al op ingehaakt. DE VOLKSKRANT spreekt in verband met de uitspraak, dat er de komende vier jaar slechts ruimte zal zijn voor een half percent loonsverhoging per jaar, over een de nauwgezetheid, waarmee de economi sche mogelijkheden zijn bestudeerd, maar waarschuwt: „Niet een ambtelijke instantie als het Planbureau maakt uit, wat de mogelijk heden voor de lonen zijn; dat doet de Sociaal-Economische Raad samen met de regering. Ieder half jaar worden de moge lijkheden verkend. Het kan best zijn, dat die mogelijkheden volgend jaar groter zijn dan het Planbureau nu aanneemt; het kan ook zijn, dat ze kleiner zijn. Loonbeleid voert men niet met de rekenmachine." Het blad zegt verder, dat het Planbu reau zonder meer rijp en groen bij elkaar heeft gevoegd, zodat bij velen de indruk is ontstaan dat de sociale verlangens de ko mende jaren een bedrag van 2,7 miljard zullen vergen. Maar tal van verlangens zijn in feite momenteel niet in het geding of niet dringend. „Conclusie uit dit alles: een lofwaardig geschrift, dat bij de formatie nuttige diensten kan bewijzen, dat terecht maant tot voorzichtigheid, dat de neus drukt op de vrij beperkte mogelijkheden, maar ook niet meer dan dat." Het ALGEMEEN DAGBLAD citeert de KAB-voorzitter Middelhuis, die het moei lijk vindt met algemeen geldende percen tages te werken en die er op heeft gewe zen, dat bij de bepaling van de ruimte voor de verhogingen van de lonen volgens de CAO al rekening wordt gehouden met de bedragen, die aan zwarte lonen worden uitbetaald. Het merkt op: Maar men zal er in de vakbeweging en bij de werkgevers al of niet verenigd in een organisatie, rekening mee moeten hou den dat er grenzen zijn. Wanneer de ontwikkeling van de lonen niet scherp in de gaten wordt gehouden, dan komen de verbeteringen van de socia le verzekeringen in gevaar of men stuurt regelrecht op een inflatie aan. Dan wor den de maatschappelijk zwakkere groepen de dupe van de welvaart onder de loon- trekkenden, die hun eisen wel kracht bij kunnen zetten." De nota toont wel duidelijk aan om wel ke enorme bedragen het gaat in onze eco nomie. Een half uur arbeidstijdsverkorting per dag betekent in 1967 een geschatte pro- duktiederving van 2,4 miljard gulden. Een dag vakantie meer per jaar komt straks op bijna een half miljard gulden te staan. DE TELEGRAAF zegt dan ook: „Het huishoudboekje van het Nederland se volk is in miljarden precies hetzelfde als van de werknemer in honderden gul dens per jaar. Er is slechts een kleine marge voor extra's en dan moet er een keuze uit gedaan en aan het meest drin gende voorrang worden gegeven. Er zijn slechts twee alternatieven. Het ene (onaanvaardbare) alternatief is dat in flatie wordt toegelaten, waarmede wij on ze gepensioneerden en andere vergeten groepen zouden bestelen." „De tweede mogelijkheid is, dat wij al- len te zamen besluiten efficiënter en har der te werken. Als de overheid het voorbeeld gaf door instellingen met matige nuttigheid op te heffen of in te krimpen, lijkt dit tweede alternatief nog wel kansen te hebben." Het ALGEMEEN HANDELSBLAD oor deelt: „De nationale koek, die in de komende vier jaren ter verdeling komt, blijkt heel wat kleiner van omvang te zijn dan de eetlust van de verschillende belangengroe pen, die allemaal hun verlanglijstjes heb ben. Daarop komen voor: loonsverhoging, verkorting van werktijden, verlenging van vakantie, meer woningen, huurcompensa- tie, verhoging sociale voorzieningen, belas tingvermindering etc. etc. Wil men onevenredige prijsstijgingen en een ongunstige ontwikkeling van de beta lingsbalans voorkomen, dan zal uit dit al les een zeer bescheiden keus moeten wor den gedaan. Het komende kabinet zal met het beschikbare budget moeten woekeren als een huisvrouw met haar huishoudboek je. De fractieleiders, die op de stoep van dr. Beel staan te trappelen om te worden binnengelaten, zullen goed doen zich daar naar te gedragen." De NIEUWE ROTTERDAMSE COU RANT wijst *er op, dat het opstellen van de nota eigenlijk een goed teken is: „Het is ten slottg een welvaartsverschijn sel dat we toekomen aan het opmaken van een verlanglijst. We worden alleen ge dwongen tot een verantwoorde keuze. Wil len we te veel tegelijk, dan halen we in flatie in volle omvang binnen en tasten we onze betalingsbalansoverschotten aan." Tenslotte HET VRIJE VOLK, dat meent dat de nota voor de verkiezingen op tafel had moeten liggen. Het blad vergelijkt de nota met het rapport „Om de kwaliteit van het bestaan" van de Wiardi Beck- manstichting en wijst er op dat de W.B.S. niet 1967 maar 1970 als einddatum had ge kozen en juist de keus van de bestedin gen voorop had gesteld. Bij het Planbureau ligt de nadruk sterk op voortzetting van allerlei ontwikkelingen uit de laatste tien a vijftien jaar. Aller lei stijgingen die zich in die periode heb ben voorgedaan, trekt men, als vanzelf sprekend, dóór naar de toekomst. En daar door wordt dan al een belangrijk deel van de „ruimte" in beslag genomen. De W.B.S. daarentegen stelt voorop wat in ieder geval bereikt zou moeten worden (extra woningbouw, ontwikkelingshulp, on derwijs- en recreatieuitbreiding, sociale voorzieningen) en buigt om die dringende zaken éérst te kunnen realiseren ook dui delijk allerlei lijnen uit het verleden om." Het blad wijst er ook op, dat het Plan bureau alleen kijkt naar de verdeling van de groei van het nationale inkomen, ter wijl de W.B.S. daarnaast ook nog met een zekere herverdeling van het inkomen re kent. „Bij nadere bestudering van de cijfers blijkt, dat in de komende periode wel de gelijk een en ander mogelijk is. Mits men maar bereid is een keuze te doen (en dus ook „nee" te zeggen op allerlei punten) en mits men een kabinet weet te forme ren, dat de dingen niet over zich heen laat gaan, maar krachtig leiding weet te ge ven." Een zekere parallel met de Volkskrant dus. maar dat is nu ook niet zó verbazing wekkend. (Door Andrew Borowiec, correspon dent van Associated Press in Algiers, winnaar van de prijs van de Over seas Press Club in New York voor zijn verslaggeving over Algerije). komst van het land. „Dit land is moe, doodmoe", is een veelvuldig gehoorde ver zuchting. In de hoofdstad Algiers, in de zeehaven Oran en in een aantal andere steden is nog heel wat activiteit. Mohammedaanse kooplieden die de Franse zaken overna men proberen hun goederen aan de man te brengen, maar de keuze van de pro- dukten wordt steeds beperkter. De stra ten zijn nog vol auto's en de bioscopen blijven Franse films vertonen. Er zijn nog steeds Europese verzekeringsagenten en kooplieden die snel geld willen verdienen. Maar dit alles lijkt kunstmatig en niet op een solide grondslag te berusten. Grote delen van het Algerijnse platteland zijn ingeslapen. In de dorpen die door de Europeanen zijn verlaten, zitten duizenden moslims niets te doen. Sommigen zijn gaan wer ken op genationaliseerde landbouwbedrij ven en landerijen, maar de meesten dat zijn meer dan twee miljoen lichame lijk geschikte mannen hebben geèn werk en ook weinig hoop om dit te vinden. Sinds-Ben Bella met zijn nationalisatie campagne begon, zijn 12.000 Franse land bouwbedrijven onteigend. Deze boerdé- rijen zijn, inplaats van te produceren en belasting te betalen, tot nu toe een last gebleken voor Algerije. De enige honder den Europese landbouwbedrijven die zijn overgebleven vier percent van het cij fer van vóór de onafhankelijkheid heb ben de verzekering gekregen, dat zij dé oogst van dit jaar kunnen binnenbrengen en verkopen. Maar niemand weet wat de toekomst zal brengen. Zeventig miljoen flessen Algerijnse wijn zijn in Algerije geblokkeerd, nadat Frank rijk de import van Algerijnse wijn stop zette. Wijn vertegenwoordigde 51 percent van de Algerijnse export naar het buiten land. Het zal ongeveer 600 miljoen dollar kosten om Algerije dit jaar op de been te houden. De helft hiervan zou van de Fran se hulp moeten komen, de rest uit belas tingontvangsten. Tot dusver heeft het land een maande lijks begrotingstekort van 30 miljoen dol lar geaccumuleerd. Alle plannen worden gemaakt van maand tot maand. Maar tegelijk heeft Ben Bella voor een waarde van 200.000 dollar bestemd aan hulpver lening voor de nationalisten in Angola en Zuid-Afrika. Hij heeft wapens en vrijwil ligers beloofd. Eén gebied van de economische activi teit is over het algemeen gezond'gebleven. De olie- en aardgasvelden van de Sahara zijn via een speciale overeenkomst met de Algerijnen in Franse handen gebleven. Franse maatschappijen blijven deze ter reinen exploiteren en ontwikkelen. Zij brengen ongeveer 25 miljoen ton olie per jaar op. Vijftig percent van de winst gaat naar de Algerijnse staat, die dit geld 45 miljoen dollar gebruikt om het leger te bekostigen en zijn oorlogsweduwen en wezen te betalen. Er bestaan grootscheep se plannen voor uitbreiding van de olie productie en de verscheping van aardgas naar Europa. Dit kan een onmetelijke hulp zijn voor de Algerijnse economie, maar met de praktische uitvoering kan pas over drie a vier jaar worden begonnen. De Verenigde Staten zijn zich bewust van de Algerijnse worsteling en zij zijn van plan te blijven helpen. Met Ameri kaanse voedseloverschotten zijn ongeveer 400.000 behoeftige Algerijnen in de eerste winter en lente van de onafhankelijkheid gevoed. Dit soort hulpverlening zal ver vangen worden door overeenkomsten tus sen beide regeringen, waarbij voedsel ge leverd wordt voor arbeid. Verwacht wordt, dat dank zij de Amerikaanse hulp in de naaste toekomst 60.000 Algerijnen aan het werk kunnen gaan. Het Sovjetblok heeft een afwachtende houding aangenomen. Ondanks verschillen de aanbiedingen in het eerste stadium van de onafhankelijkheid, welke met grote koppen in de kranten kwamen, heeft het Sovjetblok Algerije nog weinig geholpen. Rusland is zich er terdege van bewust, dat Algerije voor een groot deel afhanke lijk is van Frankrijk en het geeft er de voorkeur aan, te zien hoe de'samenwer king tussen deze twéé landen zich vol trekt alvorens tot een meer solide pro gramma over te gaan. Over het algemeen durven slechts wei nig buitenlandse diplomaten te voorspel len. wat het twqede jaar van de Algerijnse onafhankelijkheid zal brengen. De situatie is nog vloeiend en één kogel kan elk ogen blik vele .plannen in de war schoppen. En in dit land worden de wapens gemakke lijk gehanteerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 11