i DSP 'm BADLORRIE VOOR INVALIDEN In het Beierse woud maakt men per jaar 6000 kilo edelstenen PANDA EN DE MEESTERWEKER P in de Hooglanden EEN 1 Bandrecorder wordt geduchte concurrent op de hobbymarkt SPfS! Ons vervolgverhaal MAANDAG 15 JULI 1963 t ,7 i:*:* MODERNE ALCHEMISTEN Japan alleen produceert er 1,35 miljoen per jaar Het strand als paskamer I 31) Even later kwam een lange politie agent de gang binnen, waar Archie Timberleh zat te wachten. „Bent umeneer Timberley?" vroeg hij. Archie knikte bevestigend. „Wat is er van uw dient?" vroeg hij. „Ik ver zoek u met me mee te gaan naar het bureau", zei de agent. „Ik heb een wa gen buiten staan, wilt u mij volgen?" Archie weifelde opnieuw. Hij wist nog niet hoe het met Tam stond. Juist kwam er een zuster naar buiten uit de kamer, waarin Tam en McGre gor waren binnengebracht. Hij wend de zich tot haar. „Zuster, weet u al iets over me neer Mackintosh?" vroeg hij. De ver pleegster schudde het hoofd. „Nee, en dat kan voorlopig' ook niet," zei zij. „Zij zijn nu bezig hem klaar te ma ken voor een röntgenfoto." Timberley stond op en keek de agent aan. „Dan ga ik met u mee," zei hij. Hij verliet het ziekenhuis en begaf zich naar de politiewagen, die buiten in het donker gereed stond. 15. EEN GESCHENK VOOR COMP- TON. Een stem scheen van grote verte tot Felton door te dringen. Het was een vrouwenstem, laag en schor, maar met een bijklank van angst. Hij leek in een zee van pijn te zwemmen. Wanhopig worstelde hij om boven te komen, maar steeds weer werd hij door een nieuwe golf overspoeld. Toen voelde hij iets koels op zij), brandend voorhoofd en met de grootste inspanning sloeg hij de ogen op. Tot zijn schrik zag hij daarna nog niets. Hij Was toch niet blind gewor den? Had men hem de ogen laten uit steken, nadat men hem op zoveel an dere manieren had laten martelen? Allengs begon hij echter wat beter te zien en ontdekte hij door het smalle venster een enkele ster, die aan de donkere nachtlucht flonkerde. Zij wa ren hem komen halen, maar hoe lang dat geleden was, wist hij niet. Zij hadden hem aan gruwelijke pijn bloot gesteld, aan meer pijn dan hij kon verdragen. Hij had het bewustzijn verloren. „Je zult je afgevraagd hebben, waarom ik Son ja en jou nog weer meegenomen heb, Felton," had de chef gezegd en zijn ouwelijk kinder gezicht was van haat vertrokken ge weest. „Ik had jullie veel gemakke lijker kunnen neerschieten, Felton, maar ik had nog een rekening met je te vereffenen. De dood was voor jou te gemakkelijk." Weer hoorde Feltop de vrouwen stem naast zich en nog eens gleed een koele had over zijn voorhoofd. „Zeg dan iets," hoorde hij Sonja in wan hoop mompelen. Met de grootste moeite legde hij zijn hand op de hare en een stem, die hij nauwelijks als de zijne herkende, zei tegen haar: „Niets aan de hand, Sonja. Ik moet even bijkomen, maar dan zal het weer gaan." „Als we maar licht hadden!" Haar stem schoot gejaagd uit. „Die gruwe lijke duisternis begint op mijn zenu wen te werken. Toen ze jou dit hoi weer insmeten, dacht ik dat je dood was." Hij begon te lachen. Het was een ijle beverige lach, maar toch een lach. „Zo lang er leven is, is er hoop," zei hij, weinig origineel. Toch waren het juist die alledaagse woorden, die haar weer moed gaven. Het drong tot hem door, dat Sonja hem naar de berg stro in de hoek had gebracht. Zij lag naast hem geknield. „Die el lendelingen," riep zij gedempt. „Wat hebben zij eraan, jou zo af te ran selen?" „Die dwerg is er heel wat spannin gen door kwijtgeraakt," zei hij met een zielige poging tot een luchtige lach. „Je moet rustig blijven liggen. Ik geloof niet, dat je iets gebroken hebt. Ik heb je onderzocht, toen zij je een kwartier geleden weer binnenbrach ten." Hij betastte voorzichtig zijn armen en benen. Zijn ledematen waren niet gebroken, maar hij kon natuurlijk wel inwendige kwetsuren hebben opgelopen. Felton voelde zich op het ogenblik tenminste, alsof hij aan alle kanten kapotge- beukt was. Sonja had gelijk. Als hij voorlopig stil bleef liggen, zou de toe stand zich van binnen vanzelf wel herstellen. Dat was in het verleden wel vaker gebeurd. „Hoe laat zou het zijn?" vroeg hij. „Ik weet het niet. Kun je op je hor loge kijken?" „Dat is verbrijzeld. Een van de bende-leden heeft het met de punt van zijn schoen geraakt, toen hij mij een trap in mijn maag probeerde te ge ven." „Heeft de chef nog iets over Fazia losgelaten?" vroeg Sonja. „Die is hier ook," zei Felton met zwakke stem. „Dat kon de baas niet verzwijgen, blijbaar. Zij moeten haar in een dorpje op een paar kilometer afstand van dat jachthuis te pakken hebben gekregen. Daarna hebben zij haar ook naar dit eiland gebracht. De stakker heeft geen geluk." „Ik vraag me af, waar zij op het ogenblik zit," zei Sonja peinzend. „Die hebben ze wel een luxe suite gegeven," antwoordde Felton, even grinnikend. „Zij is een vrij kostbaar hapje voor hen, zoals je weet. Aan ons is niets verloren. Wij kunnen het wel met een hoop smerig stro stellen". „Hoe is het met je gewonde 3 arm?" vroeg Sonja opeens. „Voelt aan als een beurs eitje," zei j Felton, en zijn gezicht vertrok van pijn- 3 Sonja stond op en liep naar de smalle spleet, hun enige venster. Dui- delijk hoorde hij de angst in haar 3 stem, toen zij vroeg: „Wanneer zou- den zij mij komen halen?" B „Misschien doen zij dat niet", zei 3 Felton vlug. Zij lachte schor. „Denk je nu echt, 3 dat de baas een kans voorbij, zal laten 3 gaan om mij betaald te zetten wat 3 ik gedaan heb? Ik ben er wel zeker 3 van, dat hij een heerlijke reeks kwel- S lingen voor mij heeft uitgedacht. Hij 5 zal mij ineen willen zien krimpen", 3 „Schiet op, Sonja!" Felton trachtte 3 zich opgewekter voor te doen dan hij 3 was. „Ik denk, dat hij op het ogen- 3 blik wel andere zorgen aan zijn hoofd S heeft. Vergeet niet dat zijn oorspron- 3 kelijke plannen hem volkomen uit de 3 hand zijn gelopen. Dat hij naar dit 3 eiland is gevlucht, is als een nood- S sprong en hij zal best begrijpen, dat 3 de hele streek zal worden uitgekamd om hem in handen te krijgen. De ben- 3 de zal vlug tot handelen moeten over- 3 gaan, als zij nog wil bereiken, dat 3 Fazia's vader afziet van het tekenen 3 van een olieovereenkomst tussen hem 3 en de Britse regering". „Wat zal hij gaan doen, volgens jou?" „Ik verwacht, dat de bende Fa- S zia's vader een termijn zal stellen. S Zij zal Fazia dan het land uitbrengen S of „Van kant maken", vulde Sonja zijn zin aan. En zij voegde eraan toe: 3 „Maar hoe wil die dwerg ooit het land 3 uitkomen? Elke weg en elke haven zal bewaakt worden". „Ik maak me sterk, dat hij nog B wel iets achter de hand heeft", ant- 3 woordde Felton. Hij zag kans op zijn knieën te ko- men en wilde zich oprichten, maar 3 werd dadelijk duizelig. Hij stak zijn 3 hand uit en zoch steun tegen de muur naast hem. Even later was de duize- 3 ling voorbij. Moeizaam liep hij naar 3 het venster en keek naast Sonja de B duistere buitenwereld in. (Wordt vervolgd) EEN OPGEWEKT groepje baders stoeide lachend In de branding. Een nor maal tafereeltje aan ieder strand dus, maar toch niet zo erg gewoon. AI deze mannen waren invaliden, gedeeltelijk ver lamden en andere gehandicapten die hun dagen in rolstoelen moeten slijten. Maar nu zwommen en speelden zij onbezorgd en onbelemmerd in zee. Zwembassins en „vlinderbaden" worden algemeen toegepast bij de revalidatie van patiënten die aan verlammingen van been-of armspieren lijden (bijvoorb. ten gevolge van poliomyelitis). Maar die the rapie wordt meestal toegepast als er geen publiek bij is. Want een invalide trekt al tijd en overal de aandacht. Meewarige aan dacht weliswaar, met veel vertoon van medelijden: och, kijk die stakker eens! Dat ervaren de betrokkenen als buitenge woon pijnlijk. Daarom ziet men hen ook zelden in openbare zwembaden noch aan de zeekant. En toch is zwemmen mees tal de enige vorm van lichaamsontspan ning en -oefening die zij volbrengen kun nen. De opwaartse druk van het water en vooral van zout zeewater draagt als het ware hun lichaamsgewicht, zodat zij hun zwakke of slecht ontwikkelde arm en beenspieren veel gemakkelijker kun nen bewegen en versterken. Maar de wandeling naar zee, over het strand en tussen al die hinderlijk-nieuws gierige normale mensen door, weerhoudt hen. Daarom blijven ze weg. In het Engel se kustplaatsje Rustington, in het graaf schap Sussex, heeft men er nu iets op gevonden. De Ex-Services Club ter plaatse, een organisatie van oudstrijders, heeft er een strandpaviljoen gebouwd waar de oorlogsinvaliden-leden, maar ook andere gehandicapten, bij toerbeurt een week of langer in het zomerseizoen komen loge ren. Een gefortuneerde weldoenster, me vrouw Henrietta Newton-Driver, schonk de club een speciaal voor dit doel ont worpen ijzeren lorrie, die over een rail over een hellend plankier naar zee kan rijden. In de lorrie is plaats voor twee invaliden. Zij kleden zich in het paviljoen in zwembroek, rijden dan met hun rol stoelen naar de lorie en hijsen zich erin met behulp van een draaibare kraan met een handvat. Dan wordt de motorlier in werking gesteld, de kabel ontrolt zich en langzaam glijdt de lorrie naar zee. Daar duikt zij vrijwel onder en de twee baders kunnen op eigen kracht te water gaan en naar hartelust een uurtje ronddrijven of zwemmen. Sommige van deze mensen wa ren, voordat een ziekte of een oorlogsver wonding hen aan hun rolstoel kluisterde, ervaren zwemmers; anderen leren de kunst al gauw en zo is iedereen heel ge lukkig met dit nieuwtje. De revalidatieart sen niet het minst, want zo'n plezierige en nuttige lichaamsoefening is precies wat de patiënten nodig hebben. De oudstrijdersorganisatie in Rusting- ton is niet eenkennig: elke daartoe in aanmerking komende gehandicapte kan op verzoek en zover er plaats is van haar nieuwe faciliteiten gebruikmaken. Maar natuurlijk gaan oorlogsinvaliden voor. Andere afdelingen van de Ex-Ser vices-Bond komen vaak de nieuwe „bad- machine" bekijken en enkelen hebben al vergevorderde plannen, ook een derge- Sf*. EEN MODERNE alchimistenkeuken in vol bedrijf vindt men nabij de kleine stad Freyung aan de Duits-Oostenrijkse grens. Hier worden aan de lopende band edelstenen vervaardigd. Tussen de hoge, donkere dennen van het Beierse woud ligt de wonderfabriek, een uitgestrekt in dustrieterrein, waar sinds 1920 volgens een procédé van de Fransman Auguste Verneuil (1856-1913) kunstmatige edel stenen ontstaan. De produktiecatalogus vermeldt tien soorten robijnen, alsmede vijfentwintig soorten spinellen en dertig verschillende soorten saffieren. POQOTS 32. „Een foto van de ontvoering van Dizzy Lizzy?" vroeg de hoofdredacteur verrukt, „Maar dat is gewel dig! Enorm.' U bent een held!" „Ik ben geen held, maar een Meester-Kieker," antwoordde de fotograaf eenvoudig. En met een fier gebaar overhandigde hij de foto. „Een meesterschot, nietwaar?" zo vroeg hij, maar de hoofdredacteur antwoordde niet. Hij slaakte een hese uitroep, draaide akelig met de ogen en zonk toen zwij gend op de vloer ineen. „Ach, deze man is toch gevoe liger dan ik dacht," merkte de Meester-Kieker waar derend op, „van ontroering heeft hij het bewustzijn ver loren! Prachtig! Wat een oog voor het Dramatisch De tail!" „Maar meneer de Meester-Kieker" riep Panda uit, „ik geloof eerder dat hij van woede is flauw geval len! Want dit is helemaal geen foto van een ontvoering! Het is een doodgewone hand!" HOE LUIDT het „geheime" recept voor deze kunstmatige edelstenen? Men neemt pijpaarde, bauxiet en ammoniakaluin en voegt daaraan metaaloxyden toe voor het coloriet. Dan wordt het geheel bij een tem peratuur van ongeveer 1200 graden Celsius gegloeid om vuildeeltjes te verwijderen. Het na dit gloeiproces overblijvende pro- dukt is zuiver edelsteenpoeder, dat tot edelstenen verhard wohdt. Men laat het gewonnen poeder uit een reservoir door een knalgasvlam, waarbij zeer hoge tem peraturen worden ontwikkeld, op een cha- mottestift vloeien. De zich op die stift vormende stollings kristallen verbinden zich en zo groeit de nieuwe edelsteen binnen enkele uren tot een ongeveer vijf centimeter lange peer vormige „ruwe steen" aan. De waarde be draagt ongeveer tien tot twintig gulden. Zijn volledige waarde krijgt de edelsteen pas na het slijpen. IN DE BONDSREPUBLIEK worden deze synthetische edelstenen vooral in Idar- Oberstein geslepen en daar ook veelal tot elegante sieraden verwerkt. Een leek kan de zeer vakkundig geslepen kunstmatige saffieren, robijnen en spinellen niet van de natuurstenen onderscheiden. Alleen een deskundige is in Staat onder de microscoop met zijn geschoolde ogen aan de gelijk matigheid van de kristalstructuur vast te stellen, dat deze stenen synthetisch zijn. In de natuur bestaan zulke gelijkmatig ge groeide stenen niet. IN HET „dal der edelstenen" worden per jaar dertig miljoen karaat vervaardigd. Dat zijn 6.000 kilo edelstenen. Een waarlijk sprookjesachtige aanblik bieden de fa briekshallen des nachts. Dan branden hier de knalgasvlammen en hullen alles in een bizar licht. Vele van deze kunstmatige edelstenen worden voor de export ver vaardigd. Zelfs het klassieke land van de edelstenen, India, doet bestellingen in het Beierse woud en koopt hier bij voorkeur edelstenen. De stenen worden echter niet alleen voor sieraden vervaardigd. In de horloge-industrie zijn de robijnen zeer ge wild. Saffieren gebruikt men tegenwoordig veel bij de fabrikage van instrumenten en in pick-ups. (D.a.D.). lijke lorrie te installeren elders langs de Britse kusten. Zij zullen daartoe overigens diep in de beurs moeten tasten, want het prototype in Rustington dat speciaal ontworpen is heeft mevrouw Newton- Driver het lieve sommetje van 15.000 pond (ongeveer 150.000 gulden gekost). Een speciale zoutbestendige verf be schermt het kostbare apparaat tegen roest en verweren, de railbaan heeft een lengte van 45 meter en de installatie kan alleen gebruikt worden bij vloed, ongeveer van half tij tot hoog water en vervolgens weer tot midtij. „Ja, het was een heel bedrag", zegt de goede geefster, „maar het was elke cent waard. Vorig jaar moes ten wij onze vrienden naar zee dragen en dat was voor alle betrokkenen een kwelling". De man aan de elektrische winch heeft maar op een knop te drukken en de lorrie met baders „kiest zee". Onbezorgd een uurtje stoeien en zwem men, zonder vrees voor hinderlijke nieuwsgierigheid van andere badgasten. K.L.M. weer naar Georgetown. De K.L.M. vliegt weer op Georgetown, de hoofdstad van Brits Guyana. De twee maal wekelijkse dienst was bijna drie maanden lang onderbroken als gevolg van een algemene staking, waardoor het onmogelijk werd op het vliegveld te lan den. MAGNETISCHE geluidsopnamen op banden, die dunner zijn dan een vrouwen haar zijn niet langer een privilege van ra dio- en televisiestations. De geluidsband is een belangrijk medium voor infor matie en documentatie geworden en heeft zowel culturele als politieke betekenis ge kregen. Op grond van dit feit heeft de Duitse Bondsraad, die de deelstaten ver tegenwoordigt, een wetsontwerp, volgens hetwelk belasting zou moeten worden ge heven van prfvé-bandopnamen. verworpen. De bandrecorder is de hobby van meer dan 100.000 Westduitsers.. Het aantal band recorders en dicteermachines bedroeg in 1959 naar schatting 900.000. Dit aantal is sindsdien verdubbeld. Uitgaande van de produktiecijfers zijn er in die periode van 1953 tot 1962, meer dan vier en een half miljoen apparaten geproduceerd. De helft daarvan werd geëxporteerd. In 1965 zul len het er vijf miljoen zijn, hetgeen be tekent: een apparaat per vier gezinnen. DE VERKOOP van geluidsbanden stemt echter niet overeen met die van de appa ratuur. De mensen willen meestal eerst experimenteren om ervaring op te doen. Pas daarna gaat men meer banden ko pen. Een particulier bezit van 50 tot 200 banden is geen uitzondering mee. Zelfs niet in arbeiderskringen. Op het ogenblik zijn er in Europa tien bedrijven die zich met de produktie van bandopname-appa- ratuur en -benodigdheden bezig houden: twee daarvan zijn in Duitsland gevestigd. (AGFA en Badense Aniline en Sodafabrie- ken) te Ludwigshafen). Er zijn drie firma's in Frankrijk, vier in Engeland. België en Italië bezitten elk een produktie-maat- schappij. Ook Japan heeft in de laatste tijd een lonende magnetofoon-industrie op gebouwd. Vijf fabrikanten voorzien er in de marktbehoefte en verzorgen tevens de export. Het aantal fabrikanten in de Ver enigde Staten bedraagt thans zestien. Grootste producent ter wereld is de Min nesota Mining and Manufacturing Compa ny, die bijna de helft van de Amerikaan se produktie voor zijn rekening neemt. Voornaamste producent in het Oostblok is de vroegere AGFAfabriek in Wolfen (Oostzone) gebleven. IN OVEREENSTEMMING met de om vang van het nationale inkomen is het aantal bandopname-apparaten in Zwitser land en Zweden het grootst: daarna vol gen België, Engeland, Noorwegen en West- Duitsland. In de laatste vier landen be zitten elke vijfenveertig inwoners één bandrecorder, in Finland en Frankrijk el ke honderdtachtig inwoners, in Italië el ke tweehonderd en in Portugal elke drie honderdzestig inwoners. De Duitse produk tie bedroeg in 1963 ongeveer 900.000 ap paraten. De Japanse produktie liep in dat jaar reeds op tot 1.350.000. Bij dit getal moet men rekening houden met het feit, dat in Japan veel meer kleine transistor toestellen worden vervaardigd dan in Duitsland. Opmerkelijk is de toenemende vraag naar draagbare toestellen in alle landen. Geluidsbanden met muziekopna men vormen weliswaar nog geen bedrei ging voor de grammofoonplatenindustrie, maar veroveren de markt stormender hand. Zou zo'n bikini mij staan? Een een voudige manier om dit uit te vinden ziet u hier. Ga op het strand, op een plat dak of in uw achtertuin met uw rug naar de zon staan en laat uw vriend of vriendin het badpakje op uw schaduw leggen, dan ziet u het zelf. Doet u dit 's morgens vroeg of 's avonds laat, als de zon laag staat en de schaduwen lang zijn, dan lijkt u bovendien langer en slanker dan u bent, zodat u tevens het effect van een eventuele vermageringskuur kunt beoordelen. g&BE s

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 7