SP
Nóóit meer!
PANDA EN DE MEESTER^KIEKER
P in de Hooglanden
11
VRIJDAG 19 JULI 1963
wmmtMtm
Ons vervolgverhaal
EEN SPEURDERROMAN VAN JOHN MARSH
Schoenen kopen
in het buitenland
Textielmensen wensen
vaste datum voor Pasen
Vertwijfeld
Niet verwonderd
Sardientjes in
levertraan
wt
i
„Niet bijzonder op me gesteld, he?"
zei hij met een onnatuurlijke hoge
stem. „Nou, als alles volgens plan
verloopt, zult u niet lang meer last
van mij hebben."
Zij keek hem aan met enige hoop.
„U u bent van plan me te laten
gaan?" vroeg zij haperend.
„Alleen als uw vader voor rede
vatbaar blijkt," antwoordde hij. „Als
hij zijn eigen belang inziet, vertrekt
hij over enkele uren uit Engeland.
En indien de Britse regering geen
roet in het eten gooit, bent u daar
na heel gauw vrij".
„Mijn vader zou Engeland nooit
zonder mij verlaten," riep Fazia.
„Ik verwacht, dat hij dat wel zal
doen," zei het mannetje nadrukkelijk.
„Maar als u mij laat gaan, hoe
wilt u dan zelf Engeland uitkomen?"
De dwerg grinnikte. „Neem van
mij aan, lief kind, dat ik over enig
brein beschik," zei hij. „Ik heb de
nodige schikkingen getroffen om van
het toneel te kunnen verdwijnen."
Hij was kennelijk bijzonder met
zichzelf ingenomen. Het drong plotse
ling tot haar door, dat hij zichzelf
beschouwde als een generaal, een
soort Napoleon in het klein, die alle
moeilijkheden zou weten te overwin
nen.
„Zodra ik morgen bericht heb
ontvangen, dat uw vader Engeland
verlaten heeft, terwijl de Britse rege
ring mij haar woord geeft dat ik on
gemoeid zal worden gelaten, zal ik
het slotgedeelte van mijn plannen af
werken". Hij beet op een slordige
vingernagel. „Op het moment dat u
wordt gevonden, zal ik al een groot
aantal kilometers ver zijn."
„En indien mijn vader weigert
het land te verlaten of indien aan
genomen dat hij wel zou vertrekken
de Britse regering weigert u de ga
rantie te geven die u verlangt?" vroeg
zij zacht.
„Dat zou heel jammer voor u zijn",
mompelde hij. De grijnslach trok weg
van zijn gezicht en er kwam een on
aangename sluwe uitdrukking voor in
de plaats. „Maar ik kan niet anne-
men, dat uw vader of de Britse re
gering zo dwaas zou zijn, zich niet
naar mijn plannen te schikken' en de
voorwaarden die ik gesteld heb niet
te aanvaarden. Mochten zij het toch
doen, dan zult u daarvan de dupe
worden. U zult er vanzelfsprekend
niet veel van merken," voegde hij
er spottend aan toe.
Zij verstarde. Het was haar duide
lijk, wat hij bedoelde. Als hij zijn
zin niet kreeg, zou zij vermoord
worden.
„En reken er niet op dat ik niet
weg kan komen, al heb ik u tot af
schrikwekkend voorbeeld moeten stel
len," zei de baas. „Ik kan naar elk
werelddeel ontsnappen als ik wil.
Ziet u, het zou weken kunnen duren
eer uw lijk gevonden zou worden. En
op zo'n tijdstip zou ik al nu ja,
wie weet waar zijn."
Zij sloeg de handen voor het ge
zicht. Zij kon haar tranen niet lan
ger bedwingen. Hij bleef naar haar
staan kijken met glinsterende ogen.
De punt van zijn tong gleed langs
zijn dikke lippen. Plotseling keerde
hij zich om en liep naar de deur.
„Compton zal Sonja al naar beneden
hebben gebracht," zei hij nog. „Ik zal
die jongedame met genoegen duide
lijk maken, dat zij mij niet kan
dwarsbomen zonder ervoor te boeten".
Hij ging de kamer uit en een van
zijn mannen draaide de deur op slot.
Zij daalden een wenteltrap af en ston
den al gauw in de zaal, waar Sonja
en Felton waren binnengebracht toen
zij enkele uren tevoren op het eiland
aankwamen. In de open haard brand
de nu een hoog oplaaiend vuur, maar
van Sonja of Compton was niets te
bekennen. Het gezicht van de baas
betrok. Hij keek een van zijn bege
leiders nijdig aan en vroeg: „Waar
blijft Compton met dat meisje?"
De man trok met zijn schouders.
„Weet ik niet. Zal ik hen gaan halen"?
De chef knikte driftig. „Compton is
altijd een beetje gek op die meid ge
weest", snauwde hij. „Zeg hem dat
hij moet opschieten."
De man keerde zich om en ver
dween langs de hoofdtrap. De baas
bleef bij de haard staan en keek in
de dansende vlammen. Zijn kleine ge
stalte tekende zich als een reusachtige
beweeglijke schaduw op de wand ach
ter hem af. Zou je niet zweren, dat
het de duivel is?" dacht de man die
met hem naar Fazia's kamer was ge- w
weest en hij huiverde.
Zodra Compton zich naar de deur
had gewend, was Felton hem nagelo
pen en had hem de revolver in de
rug geduwd.
„Koest!" fluisterde hij. Compton ver
starde en bleef stokstijf staan, hij
leek zelfs de adem in te houden. Son
ja knipte de lantaren aan, die zij nog
in haar bezit had en richtte de licht
bundel op de man, die in de deur
opening verscheen.
„Zeg, Compton, waar blijf je?" riep
hij. „Je krijgt er van langs, omdat
je de chef zo lang hebt laten wachten".
Hij hief de hand om zijn ogen te
beschermen. „Doe die ellendige lan
taarn uit, je verblindt me."
Sonja deed het. Plotseling was het
donker en de man mopperde. „Nu
kan ik geen bliksem meer zien. Ik
Verder kwam hij niet, Sonja die naar
voren was geslopen en de arm had
opgeheven, liet de zware lantaarn op
zijn onbeschermd hoofd neerdalen.
Met een gesmoorde kreet stortte de
man voorover en bleef aan haar voe
ten liggen.
Compton hijgde, maar verder deed
hij niets.
„Goed zo!" mompelde Felton en hij
voegde Compton toe: „Trek hem de
kamer binnen."
Compton deed wat hem opgedragen
was en even later sloten zij de deur
achter zich af.
„Licht maken, Sonja," zei Felton.
Zij deed het en hield de felle bun
del op de vloer gericht. Felton keek
Compton recht in de ogen.
„Nou, ben je van plan ons te hel
per! of niet?"
De man haalde de schouders op.
„Ik heb immers geen keus meer. Wat
moet ik doen?"
„Waar is Fazia?" vroeg Felton en
hij hoorde Sonja zuchten.
„Je wilt aan haar toch geen tijd
meer verknoeien?" riep zij gedempt.
„Zitten we nog niet diep genoeg in
de ellende?"
Felton ging op Sonja's uitval niet in,
maar vroeg aan Compton, „Heb je me
verstaan? Waar is zij?"
„In een kamer hier dichtbij," zei
de man.
Van gespannenheid was bij hem
niets meer te bespeuren en er was
een beetje kleur op zijn grauwe wan
gen gekomen. „Hoor eens, Felton, je
hebt geen schijn van kans hier levend
uit te komen," zei hij. „Ik zou je aan
raden, jezelf in deze kamer op te slui
ten in de hoop, dat de baas zijn bie
zen zal moeten pakken, eer hij de tijd
krijgt de deur te laten intrappen. Ik
kan je wel zeggen, dat hij ernstiger
zorgen heeft dan jij en Sonja."
„Wij moeten opschieten," zei Fel
ton. „Wijs mij de kamer van Fazia".
„Maar maar begon Comp
ton en Felton prikte hem met de re
volver in de ribben. Compton zowel
als Sonja begreep, dat Felton zich een
bepaald doel had gesteld en dat hij
van plan was dat te bereiken.
Felton keek de gang naar weers
kanten af en overtuigde zich, dat zij
nog altijd geen gevaar liepen ontdekt
te worden. Hij trok de sleutel uit het
slot van de kamer, die zij juist ver
laten hadden, waarna er niemand zou
kunnen binnenkomen om het buiten
westen geslagen bende-lid bij kennis
te brengen.
(Wordt vervolgd)
Hierboven: „Verkeer sknoop": Loes
Hamel doet ideëen aan de hand voor
nieuwe uniformen voor verpleegsters
en agentes. Rechts: Loes Hamel in een
door haar zelf ontworpen tv-pak,
zwart met op het lijfje en de pijpen
gouden corsages.
Schoenen kopen is een lastig werk
je. Maar schoenen kopen in een
vreemd land, waarvan je de taal niet
kent slaat alles. En toch moest ik ze
nodig hebben. Het enige paar „wan
delschoenen" dat ik had meegenomen
en waarop ik me verbeeldde „stuk
ken" te kunnen lopen het waren
weliswaar sandalen ging al voor
dat ik op de plaats van bestemming
was aangekomen onherstelbaar kapot.
Maar op vakantie in een vreemde
stad, tVordt er toch van je verwacht
dat je er op uittrekt, dat je wandelt
u-r-e-n lang. In het begin dacht ik
het nog wel te redden op mijn hoge
hakken. Maar dat duurde net een
middag. Ik kwam thuis met mijn voe
ten vol blaren en toen ik ging zitten
dacht ik dat ik nooit meer zou kunnen
opstaan. Ik besloot de volgende dag
nieuwe schoenen te kopen. Maar de
volgende dag was het zondag. Nu zijn
er in Italië vele winkels zondags
open, maar kleding\\#nkels en dus
ook schoenenwinkels nu juist niet.
Die zondag hees ik mijn voeten, na
dat ik ze volledig in de hansaplast
had gestopt, dus maar weer in de
hoge hakken en toog op pad. Natuur
lijk moest de stad bekeken worden,
maar bij elke schoenwinkel stond ik
stil om me alvast op de hoogte te stel
len van wat er was, opdat ik morgen
meteen mijn slag zou kunnen slaan.
AAN HET EIND van die dag wist ik
precies wat ik moest hebben en waar
het te krijgen was. Ik wist het zo nauw
keurig dat ik alleen maar met de aan
duiding „maat 41" in de etalage be
hoefde te wijzen en de juffrouw zou be
grijpen wat ik bedoelde en ik zou de
In dit pikante toiletje uit groot
moeder's tijd vertoonde zich een der
toeschouwsters op een sportwedstrijd
in Engeland.
In Textiel Visie, vakblad voor de
textieldetailhandel van de federatie
Mitex lezen we over het voorstel om
Pasen steeds half april te vieren. Een
vroeg paasfeest zoals we dat volgend
jaar op 29 maart meemaken heeft tot
gevolg dat de confectieindustrie niet
voldoende goederen kan afleveren. In
Duitsland speelt dit vraagstuk sterker
dan bij ons. Daar is het een zeer al
gemeen verbreide gewoonte om zich te
gen Pasen in het nieuw te steken. Daar
na valt de omzet snel terug.
In Italië zijn de shows voor de
komende herfst- en wintermode
weer begonnen. Deze mantel is een
creatie van Lucrezia uit Florence.
Hij is van aardbei-rode wol, tame
lijk nauwsluitend. De schouders met
epauletten, de manchetten en kope
ren knopen zijn regelrecht ontleend
aan het uniform. Voor zover we het
nu kunnen bekijken, hebben de Ita
liaanse ontwerpers iets geleerd van
de strenge winter van het afgelopen
jaar. In het algemeen is de kleding
warm en van dikke stoffen gemaakt,
de mantels zijn vaak aan twee kan
ten te dragen.
winkel kunnen verlaten met nieuwe
schoenen.
Maandag trok ik voor het laatst,
hoopte ik, mijn hoge hakken aan, stap
te de deur uit regelrecht op de schoen
winkel vangisteren af. Ik ging naar
binnen, deed als ik het had voorgeno
men, wees en zei overmoedig: „Quaran-
te uno". „Signora, in Italië is 40 de
grootste maat", luidde het antwoord.
Eerst drong het niet goed tot me door,
maar toen de deur voor me werd open
gehouden, was het me duidelijk. Ik kon
vertrekken zonder schoenen. Ik strom
pelde naar buiten, mijn voeten deden
weer tien keer zo veel pijn. Mijn ge
duldige metgezel troostte me: „Zo gaat
het mij nu altijd. Mijn maat is
zelfs in Nederland niet eens te krij
gen. Daar moet ik voor naar Engeland
toe".
NA ENIGE MOMENTEN van de aller
hoogste vertwijfeling kon ik me herin
neren nog een etalage gezien te hebben,
waarin wel wat voor me bij stond. Maar
waar dat winkeltje was? Niemand wist
het. Op zoek dus maar, ik op mijn
beblaarde voeten. We vonden het, maar
pas nadat we alle straten die we niet
moesten hebben, ingeslagen waren.
Weer gingen we naar binnen. Wijzen
kon ik nog, de maat noemen kostte me
aanzienlijk meer moeite. Het lukte me.
Ja, Ja dat zou wel even wachten wor
den. Maar de juffrouw zou eens kijken,
of ik maar vast wilde gaan zitten. Ze
kwam na een poosje terug, niet met
de schoenen die ik had aangewezen. Die
had ze niet in mijn maat, tot haar
spijt. (We waren inmiddels op het
Frans overgegaan). Ze hield me een
paar andere voor. Ik paste ze, ik vond
ze wel leuk, niet bijzonder, ze zaten be
trekkelijk goed en eventueel was ik wel
bereid ze te nemen, als ze maar niet
zo duur waren geweest. Want voor
schoenen die ik „wel" leuk vind en niet
zo heerlijk zitten, was ik niet van plan
meer geld uit te geven, dan ik ooit in
Nederland voor schoenen betaal.
NA DEZE MISLUKKING was het eni
ge wat ik nog wilde, weg van die juf
frouw, weg van die schoenen, weg uit
die winkel, de straat op, naar mijn ka
mer toe en op bed gaan liggen met
mijn voeten in de lucht. Maar de juf
frouw liet niet af. Plotseling kwam ze
toch met de door mij aangewezen
schoenen aanzetten. Dit keer wel in
mijn maat, doch niet in het zwart zo
als mijn wens was. Ik was echter al
lang blij en met een sputterend geluid,
dat niets meer met Italiaans, Frans of
zelfs Nederlands te maken had, nam
ik de schoenen aan en maakte dat ik
weg kwam. Mijn metgezel volgde zwij
gend, geslagen over zoveel vrouwelijke
onmacht.
Thuis apathisch op mijn bed liggend,
kwam ik tot de ontdekking dat ik toch
weer veel meer had betaald dan ik
ooit hier doe. Maar goed ik zou weer
kunnen lopen.
NA NOG GEEN DAG waren die ge
makkelijke, leuke, kostbare schoenen
overal uitgescheurd, intussen was ik
echter weer in Nederland, van terug
brengen geen sprake dus.
HIER LIET IK ze maken, bij een
schoenmaker vlak om de hoek. De heer
Steijn verwonderde zich niets. Italiaan
se schoenen mogen dan mooi zijn of
ze ook goed zijn gemaakt dat is maar
de vraag. Toen we het toch over schoe
nen hadden, kwamen we vanzelf op het
onderwerp hakken. Voor dames die veel
op dunne hakken lopen, raadt de heer
Steijn onderhakjes aan van metaal. In
het buitenland zijn ze al jaren te koop,
sipds kort nu ook hier. Ze zijn in drie
variaties leverbaar. Geheel van me
taal en leer of nylon in metaal gevat. Ze
hebben het voordeel minder gauw te
slijten en vaster aan de hak te zitten.
Helemaal ideaal noemt schoenmaker
Steijn de lange stalen pinnen met ny
lon er om heen. Deze zijn echter alleen
te bevestigen in een harde nylonhak,
waarmee lang niet alle schoenen zijn
uitgerust.
Het laboratorium van de Noorse conser-
venindustrie is erin geslaagd voor de ver
pakking van sardientjes een soort lever
traan te bereiden die „net zo lekker
smaakt als olijfolie". Bij een smaakproef
gaven 23 van de 50 mensen die daaraan
deelnamen zelfs de voorkeur aan sardien
tjes in levertraan. Een woordvoerder van
het laboratorium wees erop dat levertraan
veel goedkoper is als conserveermiddel
voor sardientjes in blik dan olijfolie, die
daarvoor al van Oudsher gebruikt wordt.
36. „Kom jij maar eens mee!" zei staatsvijand num
mer een tegen de Meester-Kieker. Deze had hier hele
maal geen zin in, maar zijn bezwaren werden gesmoord
door een zak, die de boef hem over het hoofd stulpte.
„Hela!" riep Panda laat dat! Dat is gemeen!" Maar
de geharde bandieten trokken zich hier niets van aan.
Zij duwden Panda opzij en wierpen de mompelende zak
in een auto. „Lelijke staatsvijanden!" riep Panda, „Dat
mag niet! Ik zal de politie roepen!" „Hoepel op,"
snauwde staatsvijand nummer twee hem toe, „anders
ga jij er ook in!" „Ach, let niet op dat onbelangrijke
ventje," zei staatsvijand nummer een ongeduldig, „we
hebben nu wel wat anders aan ons hoofd. Vooruit!
Wegwezen!" En in hoog tempo stoof de auto heen.
„Die arme Meester-Kieker," dacht Panda wanhopig,
„wat gaan ze met hem doen? Ik moet hem helpen, Voor
het te laat is!"
£oes (Kernels madeiheatet
Het zijn haar eigen woorden: „Geen couture, maar grappen",
creëert topmannequin Loes Hamel. Sinds kort heeft Loes
Hamel zich op het pad van het mode-ontwerpen begeven.
Vroeger was ze verpleegster, daarna stapte ze over op het
mannequinvak. De volgende week zal zij voor het vierde
achtereenvolgende seizoen meewerken aan de presentatie van
de collectie van de Parijse modekoning Pierre Cardin. Nu is
zij dus aan het ontwerpen geslagen. En allicht moest daar een
modeshow op volgen. De première van Loes Hamei's mode
theater had aan het begin van deze week plaats in de Glazen
Zaal van de RAI in Amsterdam. In 11 speelse scènes, naar
ideëen van Loes Hamel en de Amsterdamse kapper Mario, in
de regie van Jules Hamel (echtgenoot van Loes) en met
décors van Jean Paul Vroom, plaatste Loes Hamel haar ont
werpen. Een uitgesproken lijn valt er in haar collectie nog niet
te bespeuren. Dat is ook haar opzet niet geweest. Het ging
haar hoofdzakelijk om het komische effect, dat haar kleding
in de scènes zou maken. En daarin is zij volledig geslaagd.
Het spel begint met een kampeer- en strandtafreel. De manne
quins draven op in bolle capes, bajes-badpakken en gestreepte
hipsters.
Dan volgt een jachttafreel, waarin Loes Hamel allerlei ideëen
aan de hand doet voor damesjachtkleding. De winkelende
dames ziet de ontwerpster het liefst in pakjes. Vervolgens de
scène „verkeersknoop"waaraan een politieagente te pas
komt, die gestoken is in een zwarte driekwart hooggesloten
jas met er onder een plooirok. Een rode opvallende baret op
het hoofd. De verpleegster die te hulp schiet, draagt een blauwe
overgooier met wit bloesje. In de tankscène lanceert Loes
Hamel een nieuw soort overall voor de tankbedienster. Een
vuurrode hansop met „olifantspijpen". Tijdens de cocktail
party zijn de mannequins allen gekleed in witte jurken met
beschilderde motieven van Jean Paul Vroom. Voor een bezoek
aan een nachtclub hullen de mannequins zich allen in luxe
tv-pakken, die echt alleen maar als grap bedoeld kunnen zijn.
De kleding van bruid en bruidegom zijn ontwerpen naar oud-
Hollandse klederdracht. Het slotstuk wordt gevormd door
galakleding. Vooral de rose jurk met zwarte kanten mantel en
de simpele witte robe, opgesmukt door een corsage in de man
chetten vielen bijzonder in de smaak van het publiek.