Is onze tijd een overgangstijd? Wekelijks toegevoegd aan alle edities v jeins Dagblad Oprechte Haarlemsche C en Umuider Courant flillllli NIEUWE KINDERBOEKEN m m I u*-"" jf fwL i In de reeks Prisma-kinderpockets zijn onlangs verschenen „Het geheim van de Boemboem" door Mary Pat- chett, oorspronkelijk The mysterious pool, vertaald door A. Wolsak-van Dorp, ill. Pat Marriott, en „De avon tuurlijke ballontocht"door Bruce Carter, oorspronkelijk Ballooning Boy, vertaald door J. Houwert—Hora Ade- ma, ill. Prudence Seward. „De nieuwe buurjongen", door Ma- bel Esther Allan, oorspronkelijk Tan sy of Tring Street, vertaald door Mil- ly van Eysden, ill. Sally Holliday, ver scheen in de serie Prisma Juniores. Hans van Zijl Kt»? Pr stó»ass£f' De auto's komen niet vo^fBit in Parijs. Wie haast heeft n£me liever- de métro, in Amerika is een god vruchtige sekte, der Amish, die weigeren zich van enig technisch middel te bedienen. Zij scheren zich zelfs niet, gaan met paard en wagen ter kerke en kleden zich in zelfgeweven stoffen. Een over gangstijd naar het Verleden ge keerd „Wij leven in een overgangstijdZiedaar een gevleugeld woord dat zo vaak wordt uitgesproken, dat het wel zeker lijkt dat men daar geen kwaad mee kan. Op visite of onder de borrel geen kwaad. Maar kan men er goed mee? Dat nu ook weer niet. In zijn eerste persoon meervoudsvorm is de vaststelling namelijk onjuist. Niet alleen wij leven in een overgangstijd, maar ook zij die vóór ons kwamen deden dat en opvolgende generaties zullen het ook weer doen. Sociologisch gezien is élke tijd een overgangstijd, omdat het sociale alleen in de tijd bestaat: de sociale werkelijkheid is een proces. Honderd jaar geleden zag de wereld er anders uit dan nu. De dode en de levende natuur waren wel hetzelfde; fysici vonden dezelfde waarden; biologen geraakten tot dezelfde uitkomst. Waar zij maar zochten vonden zij constantie; de wetten die zij opstelden waren voor altijd geldig. Maar in het wereldbeeld van gewone mensen neemt het natuurkundige maar een klein deel in beslag. Voor gewone mensen is het leven van alle dag de sociale werkelijkheid levender dan de dode stof of zelfs de levende natuur. Het alledaagse leven speelt zich af in een wereld die vooral uit de betrekkingen tot andere mensen, in werk en spel, is opgebouwd. En die betrekkingen bestaan niet op de manier waarop de tastbare natuur bestaat. Achter de veranderende verschijningsvormen van de stof ligt een kern die aan zichzelf gelijkblijft, door Descartes in het substantiebegrip gevangen. Maar achter de sociale werkelijkheid ligt niets.Het is alleen een proces, dat slechts bestaat zolang het voortgang vindt. Het produkt van een machine beklijft lang nadat de machine aan de schroothoop is prijsgegeven. Maar het produkt van de onderlinge betrekkingen der mensen verdwijnt op het ogenblik dat die betrekkingen ophouden te bestaan. Sociale structuur, klassen, standen, zij verdwijnen zodra het betreffende proces van menselijke relaties doorbroken wordt. Wie in dit proces dan toch bepaalde vormen onderkent en die sociologisch gaat beschrijven, maakt een momentopname van een steeds verschuivend evenwicht. De sociale werkelijkheid kent geen statica; elke tijd is een overgangstijd. -<x :V 'v - - - gebied zijn uitgeput, neemt de ontwik keling een einde; de cultuur is uitge bloeid. Hagen daarentegen ontkent in zijn re cente werk „On the Theory of Social Change" dat de objectieve mogelijkhe den van de werkelijkheid ooit knelpunt kunnen zijn. Het gaat namelijk niet om die werkelijkheid zelf, maar om de visie die de mens daarop ontwikkelt. Het is de mens die aan zijn wereld de bete kenissen toekent. De „mogelijkheden van het materiaal" waar technici van spreken, zijn eigenlijk de mogelijkheden van die technici de mogelijkheden namelijk die zij, onder invloed van hun zich ontvouwende cultuur, in het mate riaal zijn gaan zien. De toepassingen van ijzer zijn steeds vergroot. Dat komt niet doordat het ijzer zich pas nu daartoe gaat lenen. Het materiaal be zat die eigenschappen altijd al. Maar de technici zagen ze (nog) niet; er is een tijd geweest dat ze zelfs het ma terial nog niet zagen, nl. in het bron zen tijdperk! In de moderne sociologische opvatting wordt technische vooruitgang dus her leid tot de geestelgesteldheid van de, een techniek ontwerpende, mens. Het einde van 'n cultuurontwikkeling, wordt zo tot keerpunt in die geestesgesteld heid. Een andere geest brengt een an dere tijd. Die ook weer is: een over gangstijd! Drs. Hans Duller Deze boekjes zijn nu wel bedoeld voor het jonge kind, maar ook deze lezer heeft recht op een zier fantasie, op een grein vertelkunst in zijn lectuur. Hier aan voldoet geen der twee uitgaven. Mary Patchett zemelt maar wat aan en moge Bruce Carter weinig minder ver velend zijn, toch slaagt hij aanzienlijk beter als hij voor grote kinderen schrijft. Het is een wel bijzonder onge lukkige zet om voorin De ballontocht te verwijzen naar de magistrale film en het ontroerend mooie boek De rode ballon. Piet Marée verzamelde een Grabbel ton vol spelletjes. Hij blijft hier heel aardig en vindingrijk in. Zeer geschikt voor regenachtige vakantiedagen. Uitgeverij De Verkenner te Baam vervolgt de serie Dierenverhalen uit de Wildernis, van de schrijver C. Ber nard Rutley, met vier exemplaren en wel over de Pinguïn, het Everzwijn, de Tijger en de Baviaan. Het zijn nogal aardige, leerzame ver haaltjes, voegzaam geïllustreerd. We derom werden geen namen van verta lers vermeld, wederom staat in elk deeltje een totaal overbodig en in een serie nogal irriterend werkend, voor woord. Weliswaar is dit voorwoord be ter gesteld dan in een serie die ik ver leden jaar besprak, maar het vertaal werk is wel wat beneden het gewenste niveau. Een niet onaardig meisjesboek, maar toch ook echt weer geen uitschietertje. Dat verwachten we trouwens van deze schrijfster niet meer, al heeft ze dan meer dan 60 meisjesboeken op haar naam staan. Aardig geïllustreerd, goed vertaald. Hierboven; Voor het stamfeest beschil derde Oayana-Indiaanse. Hieronder: Parijzenaar met feestmuts drinkt mineraalwater in een café. MAAR IS ER DAN niets waarin onze tijd van elke andere verschilt? Want zo voelen we het aan: onze tijd is anders! Proces, dat betekent: beweging. Be weging verloopt in de tijd en kan in tijdseenheden worden uitgedrukt. Snel, langzaam. Afgezien nu van de oorzaken van snelheidsverandering is het aanne melijk dat wij bepaalde perioden van de geschiedenis als bijzondere bestem pelen, juist omdat de beweging toen versnelde. Zo de Verlichting. De Mid deleeuwen worden als zodanig niet ge noemd; wellicht omdat de verandering toen langzamer verliep. Wij kennen een periode als de Renaissance juist om de aanzienlijke wijzigingen die zich toen voltrokken. En omdat in de Middeleeu- wij de constantie overwoog, kennen wij die tijd geen bijzondere plaats toe in de sociale geschiedenis. Nu wordt ook onze tijd door versnel de verandering gekenmerkt. De tech niek heeft zich ontwikkeld tot de aan drijvende kracht bij uitstek. Techniek verbreidt zich door uitvin dingen. Uitvinden is: bestaande elemen ten verenigen in nieuw verband. De uit vinding wordt aan de geldende technie ken toegevoegd en wordt zelf element, dat zich potentieel met andere samen brengen laat. Men kan het paard pas als trekdier benutten als de kar be staat; de kar kan pas uitgevonden wor den als het wiel bekend is. Uitvindingen 'verbreden de basis van de materiële cultuur. En naarmate die basis breder wordt, bevat hij meer elementen die met andere tot een nieuwe uitvinding verenigd kunnen worden. Technieken worden in een zichzelf versnellend tem po uitgevonden. SOMMIGE UITVINDINGEN schep pen een groot aantal nieuwe combina tiemogelijkheden: de stoomkracht, de De laatste indianen van de Oay- anastam, in het hart van Frans Guyana bij de Amazonerivier, leven volgens een sinds duizenden jaren onveranderd patroon. De enkele kilometers die hen scheiden van de Franse regeringspost heb ben de eeuwen niet kunnen over bruggen die de Oavana's op onze tijd achterliggen. Morgen is voor hen dezelfde dag als hij eeuwen geleden voor hun voorvaderen was. jes van de middelbare school dat het atoom het kleinste, onsplijtbare deeltje was. Nu blijkt die splitsing een formi dabele energiebron. Als de wereldre- serven aan olie en kolen zijn uitgeput, kunnen wij wellicht de in het atoom opgeslagen kracht aanspreken. En daarna' Komt er dan weer een nieuwe tech niek? Of is dit de laatste grote uitvin ding geweest?! Techniek is: toepassing van de ken nis der natuur op de produktie. Steeds nieuwe mogelijkheden zijn in de loop van de geschiedenis bekend geraakt. Er is een punt voorstelbaar, waarop onze kennis volledig zijn zal. De gestadige uitbreiding van techniek heeft de ge dachte dat alle mogelijkheden die de natuur herbergt al zouden zijn ver wezenlijkt steeds gelogenstraft. Toch is er wellicht een limiet gesteld, die misschien wel ligt ter hoogte van het perpetuum mobile! ALLE CULTUREN uit het verleden zijn ten slotte uitgebloeid. Volgens Kroeber komt dat, doordat hun vooruit gang zich steeds beperkte tot een be paald cultuurgebied: bij de Grieken tot dat van de geest; bij de Romeinen tot dat van de militaire organisatie. Als alle mogelijkheden van zo'n begrensd Aan de voet van het Sangha-gebergte, aan de bocht van de Njjl, leven de Dogons nog steeds zoals hun voorvade ren dat deden, die in de twaalfde eeuw hier het oorlogsgevaar ontvluchtten. De woonhaarden worden nog steeds ge bouwd als acht eeuwen geleden, de kleding is onveranderd. Voor hen is pas sinds kort een nieuwe tijd aange broken; zij zijn in contact gekomen met de twintigste eeuw. Na acht eeuwen stilstand is er nu verandering op til. (Foto's World Health) zich destijds tegen straatverlichting, omdat God voor de nachtelijke uren duisternis beschikt had. En de godvruch tige Amish in Amerika leven, midden in een vertechniseerde wereld, zonder zich ooit van enige modern technisch middel te bedienen. Zij scheren zich zelfs niet, gaan met paard en wagen naar de kerk en kleden zich in zelfge weven stoffen. MAAR OOK AL IS men niet geneigd de knechting der natuur door de tech niek als zondig te verwerpen, dan nog kan men zich afvragen of dit nu altijd door kan gaan. Nog maar enkele jaren geleden stond in alle natuurkündeboek- ijzerwinning hebben als centrale uit vindingen de hele industriële revolutie op gang gebracht. Een periode waarin zulke uitvindingen gedaan worden, is een snel veranderende tijd. Snel, dat wil zeggen dat de verandering zich bin nen de generaties gaat voltrekken, waardoor nog levende mensen terugzien op een jeugd waarin „alles anders was". Als het waar is dat onze tijd vooral zo snel verandert omdat de techniek zo veel verandering bewerkstelligt, dan doet de vraag zich voor of die beweging dan nooit een einde nemen zal waar door onze tijd in zeker zin dus tóch een bijzondere overgangstijd zou zijn, name lijk van een vroegere naar een toe komstige periode van langzame veran dering! Voor die veronderstelling be staan gronden: Na elke belangrijke uit vinding ontstaat het vaag besef dat dit de laatste grote, technische vooruitgang is; dat alle in de natuur gegeven mo gelijkheden nu wel zijn benut. Zulke ge voelens deden zich voor na de uitvinding van de stoomkracht, de spoorweg, het vliegtuig. Soms is er zelfs het gevoel dat de mens in zijn drieste onderwer ping van de natuur al te ver gegaan is. Dat deze of gene spectaculaire vooruit gang strijdig moet zijn met het Godde lijk Plan. Zo verzetten de Berlijners

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 11