0 SP PANDA EN DE MEESTER-KIEKER HET PUNTJE OP DE „F5 VAN „CHIC" ITALIAANSE HERFST- EN WINTERMODE: in de Hooglanden I I VOORAL DRAAGBARE KLEDING Ons vervolgverhaal (over 10 jaar) ENGELSE EN FRANSE HOEDEN DONDERDAG 25 JULI 1963 wmn, KRULTANC KEERT TERUG BOEZEM-BLOOT BADEN EEN SPEURDERROMAN VAN JOHN MARSH De bekende meesterkapper Antonio heeft in opdracht voor een Franse en Duitse firma badmutsen ontwei b'oemen, die geheel vervaardigd zyn van rubber. Van links naar rechts: tulband, stolp i muts. VOORAL VOOR Het grote bezwaar van het 'dagelijk se vakantie-zwembad is de schade, die deze gezonde, ontspannende vakantie- sport aan het dameskapsel veroorzaakt. De enige afdoende raad luidt: laat uw haar kort knippen! Maar dat staat 's avonds in de danszaal weer niet zo leuk. In Frankrijk is de ouderwetse krul- tang nu teruggekeerd. Niet meer de tang, die op een gasvlam verwarmd moest worden, doch een elektrisch ap paraatje, geschikt voor elke spanning, verpakt in een gezellig etui. Dit kan zo gesteld worden, dat het haar nimmer kan verbranden. In een kwartiertje ziet de handige vrouw er uit, of ze zo van de kapper komt. De tangen krullen niet alleen; een te sterke permanent of natuurlijke krul kan er mee in haar fatsoen wor den gebracht. De tang is echter niet goedkoop: zij kost ongeveer 55.-. (CONSU). die helder zijn en opvallend. De mo dellen zijn geïnspireerd op het Verre en Midden-Oosten, maar ook op de Franse baret. De nieuwste turbans zijn eivormig of vierkant. Het materiaal is vilt. Vele zijn meerkleurig en bedrukt met spi raalmotieven of zebrastrepen. De ont werper Claude St. Cyr lanceert een turban met een gevlochten veren bol. Vaak hangen er steile veren van de achterkant van de hoed af op de rug van de draagster. Vele hoeden zijn getooid met een sjaal van chiffon jersey of bont. Met het oog op veel wind of een koude winter zijn vele hoeden ge tooid met afneembare sjaals van chif fon, jersey of bont. Emilio Pucci, Italiaanse modeontwer per, voorspelt dat de vrouwen over 10 jaar met badpakken zullen lopen zonder bovenstuk. Tenslotte is het nog maar 50 jaar geleden dat het vertonen van een enkel een schandaal was, nu is geheel bloot of alleen boezem-bloot- baden in Scandinavië en in sommige gedeelte van de Rivièra geen uitzon dering meer. 50 jaar geleden begaf ook geen enkele man zich buiten zijn deur zonder jas, stijve boord en das, nu lopen de toeristen rond in shorts en overhemden die tot het middel open staan. „Het is een kwestie van gewoon te", vindt Pucci. Als eerste stap naar de blote bovenlijven, lanceert hij dit sei zoen badpakken zonder ingebouwde be ha's. Ze zullen er zeker ingaan, volgens zijn mening, want sinds het bovenstuk van het badpak geperfectioneerd is kla gen de vrouwen over belemmering in hun bewegingsvrijheid, over prikkend losgeraakt gaas en over knellende ba leinen. Badpakken zonder binnenwerk zullen al heel wat minder klachten óp- leveren, een kleine stap verder en de badpakken worden helemaal weggela ten. 41. „We hebben honger!" riep staatsvijand nummer 1 verontwaardigd, haal- eten voor ons!" „Vooruit, doe niet zo zelfzuchtig," voegde nummer 2 er aan toe, toen de witgejaste figuur zwijgend door zijn microscoop bleef turen, „we willen eten! Nu keek de ander eindelijk op. „Hoe vaak moet ik nu nog zeggen dat ik niet voor eten gestoord wil worden als ik zit te werken?!" vroeg Hij gehinderd, dat gezanik moet nu maar eens uit zijn!" En vervolgens richtte hij zijn blik weer op het instrument. De staatsvijanden waren door deze woorden zo van hun stuk gebracht, dat ze niet merkten dat zij bespied werden. Het was Panda, die de auto van beide spitsboeven voor het laboratorium had aangetroffen en zich nu met de magyrusladder naar de bovenverdie ping had geschoten. „Ze zien me niet," mompelde hij, „dit is een mooie kans om de Meester-Kieker te bevrij den. Hij zal het wel benauwd hebben in die zak." 4Ó) De man, die gehéel buiten adem was en nauwelijks tot spreken in staat, stamelde: „De politie! Een boot ik heb een boot gezien met politie erin!" De mond van de dwerg viel open. De betekenis van de mededeling leek niet tot hem door te dringen. Hij vloog op de man, die ver boven hem uitstak, af en greep hem bij de re vers. „Wat bedoel je met de politie?" gil de hij. „Die weet niet niemand weet, dat wij hier zijn. Je hebt je vergist, lummel!" Maar de man schudde het hoofd. „Nee, het is de politie. Ik ik kon uniformen onder scheiden." De bijlslagen boven waren ver stomd. De ogen van de chef werden klein van woede. „Als zij dat meisje eruit hebben, dan heb ik een wapen waartegen zij niet kunnen vechten," zei hij en draafde op zijn belachelijke korte beentje naar de trap. Maar de man nen, die de kamer van Fazia en Son- ta wilden binnendringen, hadden een ogenblik gerust voor zij tot de laatste aanval overgingen. Zij waren nog niet binnen. „Hebben jullie die deur nog niet kapot?" schreeuwde de dwerg bij de ontdekking dat Fazia nog steeds buiten zijn bereik was. Een van de mannen wees naar het blad van de bijl, dat juist diep in het hout van de deur drong. „Wij zijn er bijna door," zei hij. „Kwestie van een paar minuten." De opmerking lag de baas op de tong, dat een paar minuten of een paar uur inmiddels geen verschil meer maakte. Fazia was voor zijn wraak even veilig als de maan en de sterren. „Schiet dan op", mompelde hij en ging weg. De man, die met hem uit de zaal naar boven was gekomen, wilde blij ven, maar de baas wenkte hem. Hij was niet van plan de man de kans te geven, aan de anderen te vertellen dat de politie het eiland naderde of al voet aan land had gezet. „Jij gaat met mij mee, Max!" snauwde hij. De man gehoorzaamde. Zodra zij volgde hem, terwijl hij in gebukte houding haastig over het binnenplein schoot. Zij waren maar juist op tijd. Tussen de bomen luisterden zij naar de doffe bijlslagen, waarmee de deur boven in het kasteel opnieuw werd bestookt. En opeens greep de baas Max bij de arm. „Daar komen zij!" fluisterde hij. Roerloos bleven zij staan. Zij zagen inspecteur Drewitt en zijn mannen voorbijgaan, op weg naar de achter zijde van het kasteel, dat zich donker en dreigend boven hen verhief. De dwerg giechelde. Al was alles hem - tegengelopen, hij had toch een kinder lijk plezier, omdat hij de politie bij de neus had genomen. Trouwens hij begon van zijn bende al genoeg te krijgen. Vandaag of morgen had hij zich toch van de mannen moeten ont doen. Hij keerde zich om en ging Max door de bebossing voor naar het uiteinde van het eiland, waar tie red ding hem wachtte. „ZO te horen zijn Drewitt en zijn jongens bezig, de zaak op te rollen", zei Timberley, terwijl hij met Felton in de grauwe kille morgen stond en de koude wind uit het meer hun om de benen streek. „Dan zou de chef nu wel eens kunnen proberen, zijn huid in veiligheid te brengen", mompelde Felton, die even tevoren zijn natte kleren van het naburige eiland had gehaald. Hij kon niet geloven, dat alle spanningen van de afgelopen vierentwintig uur nu als een nacht kaars zouden doven en het wilde nau welijks tot hem doordringen, dat hij de Vorige dag omstreeks dezelfde tijd pas kennis had gemaakt met de ben de. Er leek een mensenleeftijd ver streken te zijn sedert hij vredig op zeeforel had gevist in Glen Affric. Zou nu de dwerg over enkele ogen blikken gevankelijk het kasteel wor den uitgebracht, van alle schrikwek kendheid ontdaan: een misdadiger, die zijn verdiend vonnis tegemoet ging? Ook Fazia en Sonja zouden straks te voorschijn komen. Zij zou den in een van de boten stappen en hun beproeving zou ten einde zijn. „Daar nadert iemand tussden de bo men", fluisterde Timberley opeens. Felton trok hem achter een stam en weer in de zaal .waren, vroeg deze: ,n zij -wachtten gespannen af. Even la I ,Wat ben je van plan baas? De po litie zal hier dadelijk zijn." „Laat dat maar aan mij over. Blijf hier wachten, Max. Ik ga naar de achterkant van het kasteel en zodra ik je roep, kom je mij na." „Maar," de man vertrouwde hem niet. „Waarom heb je mijn maats bo ven niet verteld, dat de politie in aantocht is? Als zij nu niet maken dat zij wegkomen, krijgen zij de kans niet meer." De dwerg glimlachte en de man die hem aan keek, voelde een rilling langs de rug lopen. „Jij weet even goed als ik. Max, dat wij in zo korte tijd niet allemaal kunnen vluchten," zei hij gedempt. „Er is maar plaats voor twee man en dat zullen jij en ik zijn, niet waar." Max streek met zijn tong langs zijn lippen. Hij vertrouwde de baas niet verder dan hij hem zag, maar daar buiten wachtte de politie. En de chef beschikte naar hij zei over het enige middel om nog van dit eiland weg te komen. „Wat moeten we doen?" mompelde hij. „Volg mij maar", zei de baas en zonder nadere mededelingen trippel de hij de zaal door en zocht de keu ken op. Max volgde hem. Zij gingen een donkere gang door, met natte muren, en kwamen door de keuken, die Fel ton zo voortreffelijk kende. De baas deed een deur open en keek behoedzaam naar buiten. Er was niemand tè zien in het grauwe morgenlicht. Aan de overkant van het betegelde binnenplein wenkten de bo men. ,Kom maar", zei de dwerg en Max ter verscheen er een man aan de bosrand, die in de richting van het kasteel tuurde. Féltóh herkende hem als degene, die aan het stuur had gezeten van de wagen, die hem de vorige avond met Sonja naar de meeroever had gebracht. „Handen omhoog!" zei Felton on verwacht. De man draaide zich om en staarde hem met open mond aan. „Felton! Je was dus wel op het eiland!" „Daar hebben wij het niet over. De politie is in het kasteel bezig je mak kers te arresteren. Jij was zeker nog naar mij aan het zoeken?" „Ja. De baas zei, dat jij je ergens gedekt moest houden". „Het spel is uit Zij kunnen elk ogenblik met de chef het kasteel uit komen" zei Felton. „Ik zou hier maar met ons blijven wachten." De man schrok en keek onwillekeu rig om. „Met de baas naar buiten komen", begon hij, maar hij leek zich te bedenken en voegde er vlug aan toe. „O ja, ja zeker". Felton keek hem doordringend aan. „Jij lijkt daarvan niet bijzonder overtuigd", zei hij, en toen de man geen antwoord gaf, porde hij hem met de revolver in zijn ribben. De baas is toch wel in het kasteel?" „Natuurlijk. Waar zou hij anders zijn?" zei de man, maar Felton zag, dat hij loog. „Kijk eens, makker, ik zal je zon der enig gewetensbezwaar neerschie ten", zei hij koel en zal het voorstel len alsof je trachtte te ontvluchten." Zijn vinger kromde zich om de trekker. Het gezicht van de man ver trok van angst. (Wordt vervolgd) I I DE NEGEN DAGEN modeshows in Italië, die nu achter de rug zijn, hebben meer dan ooit draagbare kleding opgeleverd. De lijn voor de komende herfst en winter is slank, eenvoudig en recht, niet strak, de kleren vallen losjes om het lichaam. De Italiaanse mode stelt dit jaar niet al te grote eisen aan het figuur van de draagster. De redingote heeft afgedaan. Nu is het de beurt aan gemakkelijke rechte jassen, vrij aangesloten aan de voor kant en recht aan de rugzijde. De Italiaanse herfst- en wintermode heeft de aandacht voor de rok verlo ren. Ze zijn noch wijd noch strak,, maar licht gerend of hebben kleine plooien aan de onderzijde De lengte blijft het zelfde, even onder de knie. De taillelijn lijkt normaal, maar in werkelijkheid zit de taille iets boven of onder de natuurlijke plaats. De ver hoogde taille neemt de overhand, maar bereikt toch nooit de hoogte van de empire-lijn. De jasjes zijn vaak langer. Vele slui ten alleen aan de hals of worden geheel open gedragen over een jurk of een deux-pièces. Knopen zijn onbelangrijk geworden, ceintuurs zijn smal. De kragen zijn klein en puntig. Soms iets afstaand. Soms ook ontbreekt de kraag geheel. Jasjes en mantels sluiten vaak met een koord aan de hals. Op de mouwen viel alle aandacht in de Italiaanse shows. Raglan of kimono mouwen voeren de boventoon. Rechte, maar losjes ingezette mouwen horen bij een verbrede schouderlijn, echter zonder valse vullingen. De mouwen rijken tot iets boven de pols en zijn vaak afgewerkt met een manchet. De lange mouw komt voor op ieder uur van de dag, maar vooral bij de avond kleding, die ook meestal lange rokken heeft. Veel met juwelen geborduurde truitjes zijn er voor 's avonds. De decolleté's worden weer iets lager. De BELANGRIJKSTE STOF uit de Italiaanse modb is het katoen ciré, dat op de stof lijkt, die voor oliekleding wordt gebruikt. Het komt vooral voor met een gebobbeld cloqué-achtig opper vlak. Het wordt toegepast voor strand kleding, regenjassen, maar ook voor cocktail- en avondkleding. De collecties vertonen veel double- face en reversibele stoffen. De twee kanten van de stof zijn nooit gelijk, maar contrasteren door patroon of kleur. Voor kleding voor overdag: mohair tweed in effen kleuren of blok ken en ruiten. De wollentweeds zijn van een dikke tapijt-achtige kwaliteit, favoriet is de diagonaal tweed. Fluweel, velours en melton zijn weer in de mode. Voor avondkleding: cloqué zijde bedrukt met bloemmotieven of geome trische patronen. Veel zwart en wit crêpe en satijn. Borduursels met juwe len, waarvoor de Italianen bekend staan, zien er dit jaar anders uit. Ze zijn dikker met grotere kralen en lovertjes. Vaak multi-color. De kleuren zijn klassiek. Heel veel zwart en wit en nog meer zwart ge combineerd met wit. Het nieuwste rood is geïnspireerd op de kleur van een vlam, oranjeachtig. Verder goud-geel en rose tot lila. Van Marcella Borghese uit Rome is deze avondjapon, die geheel gebreid is in grijs- en crèmekleurige wol. Het rugdecolleté reikt t,ot aan de taille. 1lan, littljs naar rechts, vanboven naar beneden: Bretonse hoed van tweed met bijbehorende sjaal uit de herfst- en wintercollectie van Simone Mirm'an uit Londen. Zwart fluwelen haartooi geborduurd met juwelen, speciaal bestemd voor de avond van Gina Davies. Het ontwerp heet „Liz". Hoge veren in tinten van cacao-bruin tot zwart vastgemaakt met een diamanten sieraad op een fluwelen dopje leverden deze hoed op van Rose Valois. Baret van huizê Christiaan Dior. Magnolia-kleurig velours vilt gecombineerd met zwarte nappa. „De hoed van een vrouw, zet de puntjes op de „i" in het woord „chic", zei mode-ontwerper Jacques Fath eens. Wanneer hij de mode-ontwer pers van dit jaar aan de gang had kunnen zien, zou hij meer dan te vreden zijn geweest. Want in de ko mende herfst en winter zal alle aan dacht gericht zijn op het hoofddeksel. Het accent ligt dit jaar op de kleuren, t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 9