i)
AGATHA CHRISTIE VERTELT:
DUITSE FORTEN LANGS DE KUST
PANDA EN DE MEESTER'KIEK ER
Hekkensluiters van de
Parijse herfst-wintermode
Aan onze
J feuilletonlezers
Weer een casino in
F rankrijk afgebrand
Ontploffing op een
motorbootje
DINSDAG 6 AUGUSTUS 1963
7
pimiiininnnnniin
HET RODE SEIN
«lip
RICCI
CAPUCCI
DIOR
BALENCIAQA
Prof. dr. J. C. Bruijn
overleden
Kort nieuws
WAT MEN IN DIV. LAND EN
VRIJ MAG INVOEREN
111®
sa
„Nee maar, wat vreselijk interes-
sant," riep de knappe mrs. Eversleigh,
i haar mooie maar domme blauwe ogen
wijd opensperrend. „Ze zeggen altijd
dat vrouwen een zesde zintuig bezitten,
1 gelooft u dat dat waar is, Sir Aling-
ton?"
De beroemde psychiater glimlachte
boosaardig. Hij koesterde een grenzelo-
j ze minachting voor dergelijke mooie,
i dwaze types als deze medegast van
I hem. Alington West was de hoogste
autoriteit op het gebied van geestes-
I ziekten en was zich zijn positie en be-
I langrijkheidten volle bewust. Hij was
i een wat pompeus, gezet man.
„Ik weet dat er heel wat onzin ver-
i teld wordt, mrs. Eversleigh. Wat bete-
j kent die uitdrukking „een zesde zin-
tuig" eigenlijk?"
„Hè, die mannen van de wetenschap
zijn altijd zo serieus en oordelen zo
streng. Het is heus ongelooflijk zoals
je soms bepaalde dingen heel zeker
schijnt te weten ik bedoel „voelen"
gewoon griezelig. Claire weet wel
wat ik bedoel, hè Claire?"
Claire Trent gaf niet dadelijk ant
woord. Ze hadden een klein dineetje:
zij en haar man, Violet Eversleigh, Sir
Alington West en zijn neef Dermot
West, een oud vriend van Jack Trent.
Jack Trent, een zware blozende man
met een opgeruimd gezicht en een pret
tige, wat slome lach, mengde zich in
het gesprek.
„Nonsens, Violet! Je beste vriendin is
bij een spoorwegongeluk omgekomen
en nu herinner jij je plotseling dat je
verleden dinsdag over een zwarte kat
hebt gedroomd en dat je heel merk
waardig aldoor hebt gevoeld dat er
iets ging gebeuren."
„O nee, Jack, je verwart voorgevoe
lens met intuïtie. Sir Alington, u zult
toch moeten toegeven dat voorgevoe
lens bestaan?"
„In zekere mate misschien," gaf de
arts voorzichtig toe. „Maar het toeval
speelt een grote rol en de mensen heb
ben de onveranderlijke neiging een ver
haal later te overdrijven."
„Ik geloof niet aan voorgevoelens,"
zei Claire Trent bruusk, „en evenmin
aan intuïtie of een zesde zintuig of aan
en van die andere dingen waar we
zo vlot over praten. We gaan door het
leven als een trein, die door het don
ker naar een onbekende bestemming
snelt."
„Dat is niet bepaald een goede ver
gelijking, Claire" zei Dermot West, die
voor 't eerst deelnam aan de conversa
tie. Er was een eigenaardige gloed in
de heldergrijze ogen, opvallend licht in
zijn donker gebruind gezicht. „Je hebt
de seinen vergeten."
„De seinen?"
„Ja. Groen als alles veilig en rood
voor gevaar."
„Rood voor gevaar.wat énig!"
fluisterde Violet Eversleigh.
Dermot wendde zich wat ongeduldig
van haar af.
„Bij wijze van spreken natuurlijk,"
zei hij.
Trent keek hem nieuwsgierig aan.
„Heb je iets bepaalds op 't oog, Der
mot, ouwe jongen?"
Dermot knikte.
„Vertel op."
„Ik kan je één voorbeeld noemen,
't Was kort na de wapenstilstand, in
Mesopotamië. Ik kwam op een avond
mijn tent binnen en had opeens het
sterke gevoel dat er gevaar dreigde,
't Was werkelijk of er een rood seintje
aanflitste: gevaar! Oppassen!
Ik had geen flauw idee wat het be
tekende. Ik deed de rond om het kamp,
nam allerlei voorzorgen tegen een
eventuele aanval van vijandelijke Ara
bieren en keerde toen naar mijn tent
terug. Nauwelijks was ik binnen of dat
gevoel kwam sterker dan ooit terug:
gevaar! Tenslotte heb ik me buiten in
een deken gerold en ben daar blijven
slapen."
„En?"
„Toen ik de volgende morgen de tent
inkwam was het eerste wat ik zag een
groot mes dat dwars door m'n slaapzak
gestoken was, precies op de plaats
waar ik anders gelegen zou hebben. Ik
kwam er al gauw achter dat het een
van de Arabische bedienden was ge
weest. Zijn zoon was als spion gefusil
leerd. Hoe vindt u dat als voorbeeld
van wat ik „het rode sein" noem, oom
Alington?"
De specialist glimlachte nietszeggend.
„Een heel interessant verhaal, beste
Dermot."
„U gelooft het zeker niet, hè?"
„Ach, wat zal ik je zeggen, Dermot:
natuurlijk twijfel ik er niet aan of je
hebt dat gevaar voorvoeld. Maar ik be
twist de oorsprong van dat voorgevoel.
Volgens jou kwam het van buiten af,
werd als het ware op je geest gedrukt.
Maar tegenwoordig weten we dat bij
na alles uit het onderbewustzijn komt,
dus van binnen uit. Ik denk dat die
Arabier zich door een blik of gebaar
verraden heeft. Je bewuste „ik" heeft
dat niet opgemerkt of herinnert het
zich niet, maar met je onderbewust
zijn is dat anders gesteld. Dat vergeet
nooit iets. Wij geloven ook dat het kan
redeneren en conclusies trekken, geheel
onafhankelijk van onze bewuste wil. Je
onderbewustzijn geloofde dus dat er die
nacht een poging zou worden gedaan
om je te vermoorden en het slaagde
erin die vrees over te dragen op je be
wuste geest."
,,'k Moet toegeven dat het erg over
tuigend klinkt," zei Dermot glimla
chend.
„Maar lang niet zo opwindend," pruil
de mrs. Eversleigh.
„Het is ook mogelijk dat je onderbe
wustzijn de haat kende welke die man
tegen je koesterde. Er bestaat onge
twijfeld telepathie, al weet men nog
maar heel weinig af van de voorwaar-
den waaronder die optreedt."
„Kun je nog andere voorbeelden noe
men?" vroeg Claire aan Dermot.
„O, jawel. Maar ik denk dat die al
lemaal wel onder het hoofd, toeval"
kunnen worden gerangschikt. Zo heb ik
bijvoorbeeld eens een uitnodiging om
ergens op eeo landgoed te komen lo
geren afgeslagen, alleen omdat het
„sein" op onveilig stond. Diezelfde week
brandde het huis tot de grond toe af.
Apropos, oom Alington, waar komt hier
het onderbewustzijn bij te pas?"
„Ik vrees nergens," antwoordde Sir
Alington glimlachend.
„Maar u hebt er vast een andere,
even goede verklaring voor. Vertel op,
oom u hoeft niet tactvol te zijn te
genover naaste familie!"
„Goed dan. Ik waag te veronderstel
len dat je die invitatie alleen maar
hebt afgeslagen om de doodeenvoudige
reden dat je geen zin had om te gaan
en dat je jezelf na die brand hebt ge
suggereerd dat „iets" je voor dat ge
vaar heeft gewaarschuwd."
„Ik merk het al, het is hopeloos,"
lachte Dermot.' „Ik ben ook altijd de
verliezende partij!"
„Trek het u maar niet aan, mr.
West," troostte Violet Eversleigh. „Ik
geloof in uw „rode sein". Was het die
keer in Mesopotamië voor het laatst
dat u die ervaring had?"
„Ja, tot.Hij zweeg abrupt.
„Tot wat?"
„Ach nee, niets."
Bijna waren hem de woorden ont
snapt: tot vanavond, maar hij had ze
gelukkig bijtijds ingeslikt. Toch was het
zo: het rode sein doemde op in de duis
ternis, al was hij zich van dat gevoel
tot op het ogenblik, waarop de woorden
hem naar de lippen drongen, nauwelijks
bewust geweest. Het was er, en het
wees hem op gevaar. „Gevaar! Vlak
bij! Oppassen!"
Maar dat was toch onzin? Wat kon
hier met mogelijkheid voor gevaar
dreigen, hier, in het huis van zijn
vrienden? Nou ja, natuurlijk was er
een zeker soort gevaar, maar dat dreig
de allang en zou nooit acuut worden. Hij
keek naar het tengere figuurtje en het
blanke gezichtje van Claire Trent
naar de verrukkelijke buiging van haar
goudblond hoofd. Nee, Claire was ta
boe. Ze was de vrouw van Jack Trent,
zijn beste vriend, de man die hem in
Vlaanderen het leven had gered en die
daarom was voorgedragen voor het Vic
toria Cross. Een goeie kerel, die Jack
een bovenste beste. Beroerd dat hij
verliefd moest worden op Jacks vrouw.
Maar hij zou er toch wel ééns overheen
komen, dacht Dermot. Zo iets kon je
niet je leven lang blijven kwellen. Je
kon zo'n gevoel laten verhongeren ja,
dat was het goeie woord ervoor: laten
verhongeren. En hij geloofde niet dat ze
iets vermoedde en als ze dat al deed,
wat dan nog? Ze gaf toch niets om
hem. Een standbeeld was ze, een vol
maakt mooi standbeeld, een beeld van
goud en ivoor en zachtrose koraal.
een stuk speelgoed voor een koning
geen vrouw van vlees en bloed
Claire alleen al de gedachte aan
haar deed hem pijn. Hij moest er over
heen zien te komen hij had van
meer vrouwen gehouden. „Maar niet
zoals nu zei iets in hem, „niet
zoals nuMaar hartsverdriet was
geen gevaar. Niet het gevaar van het
rode sein. Dat waarschuwde voor heel
iets anders.
Hij keek de tafel langs en voor het
eerst viel het hem op dat het een wel
wat ongewoon gezelschap was. Daar
had je bij voorbeeld zijn oom, die zel
den een onofficieel dineetje bijwoonde.
En 't was niet omdat de Trents oude
vrienden van hem waren; tot vanavond
had Dermot zelfs niet eens geweten dat
hij ze kende. Nee, er was een andere
reden. Die avond na tafel zou een vrij
bekend medium een seance houden.
Sir Alington had gezegd dat hij zich
wel voor spiritisme interesseerde. Ja,
dat kón natuurlijk een excuus zijn.
Dat woord „excuus" haakte zich in
zijn brein vast. Zou die seance soms
alleen maar een excuus zijn geweest
om de aanwezigheid van de specialist
aannemelijk te maken? En zo ja, wat
was dan de werkelijke reden van zijn
komst? Dermot herinnerde zich opeens
allerlei kleinigheden, waaraan hij eerst
geen aandacht geschonken had; zijn
oom zou zeggen dat zijn „bewuste ik"
ze niet had opgemerkt.
De beroemde specialist had meer
dan eens op een eigenaardige manier
naar Claire gekeken. Het leek wel of
hij haar observeerde. Ze werd onrus
tig onder die onderzoekende blik en
haar handen bewogen nerveus. Ze was
ontzettend zenuwachtig - zag Dermot.
En het leek wel of ze bang was. Maar
waarvoor zou Claire nu bang zijn?
Met een schok keerde hij tot de con
versatie om de tafel terug. Mrs. Ever
sleigh had de grote man aan het pra
ten gekregen over zijn eigen vak.
„M'n waarde mevrouw," zei hij, „wat
is krankzinnigheid? Laat me u dit ver
zekeren: hoe meer we dat onderwerp
bestuderen, met des te meer aarzeling
spreken we dat woord uit. Wij lijden
allemaal aan een zekere mate van zelf
begoocheling; wordt dat te ver door
gevoerd, en verbeelden we ons de tsaar
van Rusland of Napoleon te zijn, dan
worden we opgesloten of onder cura
tele gesteld. Maar het duurt lang voor
we dat punt bereiken. En waar op die
weg mogen we het bord plaatsen waar
op staat: „Hier houdt de geestelijke
gezondheid op en begint de krankzin
nigheid"? Ik wil u dit zeggen: als de
man die aan de een of andere waan
voorstelling lijdt daar toevallig zijn
mond over houdt, zouden we hem
hoogstwaarschijnlijk nooit van een nor
maal mens kunnen onderscheiden."
Sir Alington nipte waarderend van
zijn wijn en keek welwillend de kring
rond.
,Jk heb altijd gehoord dat ze erg i
slim zijn," zei mrs. Eversleigh.'„Gek- i
ken, bedoel ik."
„Ze kunnen erg geslepen zijn, ja.
Dikwijls heeft het onderdrukken van
een bepaalde waanvoorstelling zeer i
noodlottige gevolgen. Elke vorm van i
verdringing is gevaarlijk, leert ons de
psychoanalyse. IJe man met een on- I
schuldige excentriciteit die daaraan
kan toegeven gaat zelden te ver. Maar j
de man", hij zweeg even, „of de vrouw j
die ogenschijnlijk volmaakt normaal is, i
kan in werkelijkheid wel eens een bron j
van gevaar opleveren voor de maat- j
schappij."
Zijn blik dwaalde de tafel langs en j
bleef even op Claire rusten.
Een ontzettende angst greep Der- i
mot aan. Wat had zijn oom met die
woorden willen zeggen? Wat^ bedoelde
hij? Toch niet, dat Nee.' dat was j
onmogelijk. En toch.
„En dat alleen door jezelf beperkin-
gen op te leggen," zuchtte mrs. Evers- i
leigh. „Zo zie je 's dat je er altijd voor j
moet zorgen je persoonlijkheid tot haar
recht te laten komen. Anders kunnen
de gevolgen ontzettend zijn".
„Beste mrs. Eversleigh," protesteer- j
de de dokter, „u hebt me helemaal ver-
keerd begrepen. De oorzaak van het j
onheil ligt in de hersenmassa. Er kanj
een uitwendige oorzaak zijn, zoals een
slag op het hoofd maar soms is er j
sprake van een aangeboren kwaal."
„Erfelijkheid is zo zielig," zuchtte de j
dame vaag. „Tering en zo."
„Tuberculose is niet erfelijk," merkte
Sir Alington droogjes cp. I
„O nee? Ik dacht van wel. Maar
krankzinnigheid is toch wel erfelijk.
Wat nog meer?"
„Jicht," zei Sir Alington glimlachend.
„En kleurenblindheid. Dat is bijzon- j
der interessant' kleurenblindheid komt I
bij vrouwen slechts voor wanneer ze I
bij de moeder latent en bij de vader
manifest aanwezig is en dat is zei-
den het geval. We vinden die afwijking
dus voornamelijk onder mannen; op i
hen wordt ze namelijk rechtstreeks j
overgebracht. Dat is de zogenaamde 1
„door de sexe gelimiteerde erfelijk-
heid". 1
„Wat interessant! Maar bij krank-
zinnigheid is dat toch niet zo?"
„Krankzinnigheid is zowel langs de
mannelijke als langs de vrouwelijke
lijn overerfelijk," zei de arts ernstig 1
Claire stond zo plotseling op dat haar
stoel kantelde en omviel. Ze was doods-
bleek en haar vingers bewogen nerveu-
zer dan ooit.
„Blijft u eh blijft u nog lang
aan tafel?" vroeg ze. „Mrs. Thomson f
kan elk ogenblik hier zijn."
„Nog één glas port, dan kom ik."
zei Sir Alington. „Ik ben toch immers
speciaal gekomen voor de wonderlijke i
prestaties van die mrs. Thompson?" Hij
lachte gekunsteld. „Niet dat ik anders
ook niet graag gekomen zou zijn", en 1
hij maakte een kleine buiging in Claires
richting. 1
(Wordt vervolgd
Niet alleen de Nederlandse, ook da
Deense stranden worden bestormd door
Duitse gasten. De baders uit de Bonds
republiek tonen daarbij een hartstocht
voor het bouwen van forten, die door
sommige Denen wel eens korzelig in
verband wordt gebracht met een oude
Duitse routine op dat gebied. De reus
achtige zandkastelen zorgen namelijk
nogal eens voor een hinderlijk gebrek
aan ruimte op het volle strand. En wan-
neer de Duitsers 's avonds „hun" kasteel
verlaten, en het dan de volgende morgen
door anderen bezet vinden, willen zij
nog wel eens op hoge toon het vertrek
van de nieuwe bewoners eisen. Zo leidt
dan zelfs de vakantie tot barse woorden
wisselingen over „Lebensraum". De
foto's tonen twee Duitse forten op het
eiland R0m0, voor de westkust van
Jutland.
De Parijse Haute Couture heeft gedu
rende de tweede helft van de show-week
de eerste indrukken in grote trekken be
vestigd: veel warmte, veel wol, vooral
tweeds en veel bont. Het nieuws vindt
men slechts in de détails en in de acces
soires. Zij heeft voorts laten zien, dat het
met de langere rokken nog zo'n vaart niet
loopt. Hier en daar is er een centime
tertje meer aan de lengte besteed, maar
nagenoeg onmerkbaar.
JACQUES HEIM heeft voor zijn 8 cm
langere rokken tot op zekere hoogte een
medestander gevonden in Crahay, die zijn
laatste collectie voor Nina Ricci heeft af
geleverd. Het compromis, dat Crahay
vond, was dat hij extra lengte slechts toe
paste in mantels van jeugdig en vrij spor
tief karakter, duidelijk bestemd voor zeer
koude dagen. Wat de materialen bij Ricci
betreft viel het op, dat tweed onder de
vele wollen stoffen een minder belangrijke
plaats inneemt dan in de andere collec
ties. Het waren hier vooral grove wollen
crêpes, bouclé's en flannels. Ricci gebruik
te ontstellend veel stofknoopjes soms
20 onder elkaar, soms in twee rijen; jas
panden worden vaak tégen elkaar en niet
óver elkaar gesloten: twee knoopsgaten in
de stof, waardoor een ceintuur, lint of ver
grote manchetknopen zijn gestoken. Ten
slotte: kostuums van wollen Shetland met
korte overjasjes met cape-achtige rug uit
hetzelfde materiaal maar in contrasteren
de kleur. Bijvoorbeeld goudachtig bruin
over grijs.
ROBERTO CAPUCCI, de Italiaan in Pa
rijs, die altijd weer door zijn kleurcombi
naties verrast, heeft wol toegepast zowel
voor forse en kleurige, grof gebreide jak
ken als voor geraffineerde avondtoiletten,
vaak in crêpe. Verder behoorde hij met
o.a. Grès tot degenen, die naast tweed en
flannel veel wollen jarsey hebben ver
werkt. Speciale Capucci nieuwtjes: kleuri
ge kniekousen met op de plaats van de
naad veters of blokjes en mafitels en jak
ken van cobra-leer.
DE DIOR-COLLECTIE heeft veel in
druk gemaakt door de gewaagde decolle
tés. Bijzonder ruime hoefijzer- of V-uit
snijdingen, die de mannequins bezorgd
controlerende blikken in de spiegels deden
slaan, zodra zij hun mantels hadden uit
getrokken en aan de Empire-stijl herinne
rende vierkante halsuitsnijdingen met een
band langs de onderzijde die de boezem
naar boven drukt. Minder spectaculair,
maar zeker zo indrukwekkend zijn de
prachtige wollen tweeds, die in de col-
ectie voor overdag thuis horen. Rood met
groen geruite tweed bijvoorbeeld voor een
pakje met jasje en coquet petje met pom
poen en minuscuul klepje. Dit soort petjes
van stof hebben soms in plaats van de
51. Toen Panda Huize Hqbbeldonk naderde, zag hij
dat zijn woning in de steigers stond. „Uw laatste.
eh.bezigheid heeft voldoende fondsen opgeleverd
voor een grondige restauratie", zei Jolliepop, nadat hij
zijn jonge meester hartelijk begroet had. „Ik ben zelfs
geneigd te erkennen dat ik misschien wat haastig met
mijn oordeel was. Wellicht was het toch wel een passen
de en.eh.lucratieve bezigheid". „Ja, het was heel
leuk, Jolliepop", zei Panda. „Maar het is nu afgelopen.
Want hoewel het aardig wat opleverde, was de Meester-
Kieker er toch niet gelukkig mee". Hier was nu echter
verandering in gekomen. In een samenwerking met de
laborant had de Meester-Kieker eindelijk grote voldoe
ning gevonden. „Ach, hoe heerlijk", zuchtte hij. „Ein
delijk iemand met oog voor het Dramatische Detail".
„En eindelijk een foto die de linkerpoot van het Pan
toffeldiertje op de juiste wijze weergeeft", murmelde
de laborant verrukt. „De gevoelige sfeer is werkelijk
heel mooi getroffen. U bent een Meester!" En deze
erkenning maakte de Meester-Kieker gelukkiger dan al
het geld van de wereld!
EINDE VAN DIT VERHAAL
I
3 Onlangs hebben wij aangekon- s
g tligd dat met de publikatie van ons
g nieuwe feuilleton een begin zal 3
worden gemaakt in de eerste da- 3
3 gen van september, als vrijwel
iedereen terug is van vakantie. Om 3
g intussen hen, die nu al terug zijn
=g of hun vakantie dicht bij huis
g nemen, ook in de eerstkomende 3
g weken niet zonder boeiende ver-
|f volglectuur te laten, hebben wij 3
3 een reeks korte verhalen aange- 3
3 kocht van de beroemde Engelse 3
3 schrijfster van detective-romans, 3
g Agatha Christie. Zoals haar niet s
ff minder vermaarde collega Ellery
1 Queen heeft gezegd is Agatha 1
Christie „een van de fantasierijkste 3
3 en vruchtbaarste bedenksters van 3
3 intriges van alle lijden"; haar ver-
§j nuft en veelzijdigheid bereiken ook 3
3 in haar korte verhalen hetzelfde 3
3 hoge niveau van haar romans.
Vandaag te beginnen zullen 3
j= onze lezeressen en lezers elke §j
3 week van een of meer van die |j
3 spannende verhalen kunnen ge- j§
s nieten.
klep wollen franje, dat als pony over het
voorhoofd valt. Dior-kleuren in tweeds
zijn o.a.: olijfgroen met oranje, paars met
zacht-geel, rose met chocoladebruin. De
verbrede schouderlijn, die bij de andere
ontwerpers meestal vrouwelijk en rond is,
heeft bij Dior iets hards en militairs door
dat ze vierkant is. Er is nog een enkele
bolle mouw en voorts een nieuwe epaulet-
tevariant: rechthoekige opgestikte schou
derpandjes.
CARDIN
DE COLLECTIE van Pierre Cardin be
hoort tot de verrassendste en aantrekke
lijkste van dit seizoen. Hij heeft met bij
zonder veel fantasie en raffinement door
geborduurd op het oude thema pellerine-
cape-kimono zonder de mouw prijs te ge
ven. Aan dit alles heeft hij een vleugje
haast exotische romantiek en elegance
meegegeven. Talloze naden en stiksels, en
kele halsdraperieën, maar vooral veel op
okselhoogte aangezette mouwen bepalen de
lijn, waarbij de aard en kleur van het ma
teriaal feilloos de sfeer aanvullen. Veel
kleurige wollen tweeds heeft hij gebruikt
voor jeugdige jasjes waaronder zijn als
handschoenen aansluitende leren kaplaar
zen voortreffelijk staan. Ook hier verder
veel wollen basket-weaves (tweekleurig en
effen) en flannel; veel grijs, zwart-wit,
bruin, beige en rose.
VEN ET
OOK PHILIPPE VENET maakt veel ge
bruik van rose. Bij hem zijn er naast de
gebruikelijke stoffen, gebreide wollen ma
terialen voor japonnen en verder fijne
zwarte wollen böuclés voor „after six"-ja-
ponnen; ook bij hem een lijn die vaak
wordt bepaald door stiksels en naden,
vooral langs de schouders en langs de rok-
zoom.
DE GIVENCHY
BIJ HUBERT DE GIVENCHY geen ver
laagde rokzoom, geen verplaatste taille,
geen revolutoinaire decolletés, geen verbre
de schouders, maar wel iets kunstmatig op
gevulde heupen. Givenchy's kleuren zijn
beige, bruin, toast en zwart.
Naast redingotes met strakke ruggen en
voorkanten met hoge ceintuurs, brengt hij
wijde mantels in tegenstelling tot de an
dere ontwerpers die de redingote hebben
afgeschaft en het houden bij de losjes aan
gesloten mantel.
HET THEMA VAN de Ontwerpen van
Balenciaga volgt de prinsesselijn. Voorts
langere jasjes bij de pakjes en kleine bor
duursels langs de zoom.
In Harderwijk is op 75-jarige leeftijd
overleden prof. dr. J. C. Bruijn, oud
hoogleraar in de Hegeliaanse wijsbegeer
te aan de rijksuniversiteit te Leiden en
oud-rector van het Vossius-gymnasium te
Amsterdam.
Prof. Bruijn studeerde na zijn gymna
siale opleiding van 1903-1916 klassieke let
teren aan de Amsterdamse gemeente-uni
versiteit, waaraan hij in 1923 promoveer
de. Van 1913-1916 was hij leraar aan het
gymnasium te Zwolle en van 1916-1926 aan
een Haags lyceum. De heer Bruijn was
van 1926-1953 rector van het Vossius-gym
nasium te Amsterdam. In 1948 werd hij
tot bijzonder hoogleraar benoemd.
Prof. Bruijn is president-curator geweest
van de Toneelschool in Amsterdam en cu
rator van het Amsterdams Avondlyceum.
(Van onze correspondent)
-PARIJS Eind juli braken in Aix-les-
Bains twee geheimzinnige branden uit.
Het hotel Albion en het casino brandden
met een tussenruimte van een kwartier ge
deeltelijk af. Nu is gisteren het casino van
La Bourboule in het departement van
Puy-de-Döme uitgebrand. De speelzalén
staan nog ongeschonden overeind, maar
van de grote feestzaal is niets meer over."
De brand werd 's morgens vroeg ont
dekt. Men probeerde met eigen middelen
te blussen, maar het vuur breidde zich zó
snel uit, dat uit naburige plaatsen ver
sterking moest worden gevraagd. De
schade bedraagt 750.000.
Kort nadat haar echtgenoot gisteren de
benzinetank had gevuld van hun motor
bootje „Adrie", dat bij een werfje aan
de Bergse Plas in Rotterdam ligt. wilde
mevrouw J. A. Duivesteyn-Van Belle uit
Rotterdam een gasbrander aansteken.
Doordat er benzinedampen in het bootje
hingen ontstond een ontploffing.
De vrouw die brandwonden aan armen
en benen had opgelopen, sprong in paniek
over boord, maar werd door de werfbaas
en haar man in veiligheid gebracht. Zij
is naar het Bergweg-ziekenhuis te Rotter
dam overgebracht. De brand op de „Adrie"
was met koolzuursneeuw spoedig geblust.
Chr. Gcref. Kerken
Aangenomen naar De Krim (O.) R. Toor-
man, kand. te Nieuwe Pekela. die bedank
te voor Hillegom, Lutjegast en voor The-
singe.
(Toegestane hoeveelheden per persoon)
België Luxemburg
100sigarettenof20siga
renot125gr.tab3k.pro.
viand voor2dagen
.Denemarken:200 si
garetten of25 sigaren
of 2S>0 gr tabak, pro
viand om plaats van
bestemminq heberei.
ken
Italië :200si-
rettenof
sigaren.o
grta"bak,pro
viand voor
2dag£n,
ZWeden'500
siaaretten of
sigaren of
500gr.tabak,pre
via na om plaats van
bestemming te bereiken
Zwitserland:
200 sigaretten
ofaOsigaren
of 250gr tabak,
Dfoviaridv.ldag
OOsraare-tten,
of50sigaren,
of 250gr, tabak.'
proviandvoor
2 dagen
stenriik A
sigaretten
of 50 sigaren.of
250gr. tabak
naeland:2Q0si.
,of*25
Joegoslavië 200s:oa_
netten of 20siga
250gröbak,proviand
roviandvoor2
yoor3dagen
'garêtten.ofz
gr di v tabaks-
artikelen.nor.
male hoeveel-
heidproviand
/frankrijk:200si.
sigareT.|Of250^rtaMk,prwiar.d Jgarettgn.of 50siga.
_artn.of250qi
vöbr2dagen, (van koffie of thee
moet men aantonen, ctet deze tij.
dens de reis worden verbrólkt)-
UÜBL
Een mens kan nu
eenmaal niet alles
weten. Daarom
even een fiscaal
opfrissertje voor
als u met vakantie
naar het buiten
land, gaat en wat
te roken wilt mee
nemen. Ook voor
levensmiddelen
gelden in diverse
landen tamelijk
straffe bepalingen
van wat wel en
wat niet vrij mag
ivorden ingevoerd
en tot welke hoe
veelheid. Nu is het
niet gezegd dat de
douane overal in
zage van uw ba
gage zal eisen
maar gebeurt dat
wel en steek
proeven worden er
regelmatig ge
daan dan hangt
u als u teveel bij
v hebt. Wilt u met
alle geweld meer
dan de toegestane
hoeveelheden
rook- genot- of
voedingsmiddelen
meenemen dan is
het beter dit
meteen bij zijn
verschijnen aan de
douanebeambte
mee te delen. Maar
de invoerrechten
die u dan betalen
moet zijn over het
algemeen zeer
hoog vopral voor
sigaretten, sigaren