i) AGATHA CHRISTIE VERTELT: DUITSE FORTEN LANGS DE KUST PANDA EN DE MEESTER'KIEK ER Hekkensluiters van de Parijse herfst-wintermode Aan onze J feuilletonlezers Weer een casino in F rankrijk afgebrand Ontploffing op een motorbootje DINSDAG 6 AUGUSTUS 1963 7 pimiiininnnnniin HET RODE SEIN «lip RICCI CAPUCCI DIOR BALENCIAQA Prof. dr. J. C. Bruijn overleden Kort nieuws WAT MEN IN DIV. LAND EN VRIJ MAG INVOEREN 111® sa „Nee maar, wat vreselijk interes- sant," riep de knappe mrs. Eversleigh, i haar mooie maar domme blauwe ogen wijd opensperrend. „Ze zeggen altijd dat vrouwen een zesde zintuig bezitten, 1 gelooft u dat dat waar is, Sir Aling- ton?" De beroemde psychiater glimlachte boosaardig. Hij koesterde een grenzelo- j ze minachting voor dergelijke mooie, i dwaze types als deze medegast van I hem. Alington West was de hoogste autoriteit op het gebied van geestes- I ziekten en was zich zijn positie en be- I langrijkheidten volle bewust. Hij was i een wat pompeus, gezet man. „Ik weet dat er heel wat onzin ver- i teld wordt, mrs. Eversleigh. Wat bete- j kent die uitdrukking „een zesde zin- tuig" eigenlijk?" „Hè, die mannen van de wetenschap zijn altijd zo serieus en oordelen zo streng. Het is heus ongelooflijk zoals je soms bepaalde dingen heel zeker schijnt te weten ik bedoel „voelen" gewoon griezelig. Claire weet wel wat ik bedoel, hè Claire?" Claire Trent gaf niet dadelijk ant woord. Ze hadden een klein dineetje: zij en haar man, Violet Eversleigh, Sir Alington West en zijn neef Dermot West, een oud vriend van Jack Trent. Jack Trent, een zware blozende man met een opgeruimd gezicht en een pret tige, wat slome lach, mengde zich in het gesprek. „Nonsens, Violet! Je beste vriendin is bij een spoorwegongeluk omgekomen en nu herinner jij je plotseling dat je verleden dinsdag over een zwarte kat hebt gedroomd en dat je heel merk waardig aldoor hebt gevoeld dat er iets ging gebeuren." „O nee, Jack, je verwart voorgevoe lens met intuïtie. Sir Alington, u zult toch moeten toegeven dat voorgevoe lens bestaan?" „In zekere mate misschien," gaf de arts voorzichtig toe. „Maar het toeval speelt een grote rol en de mensen heb ben de onveranderlijke neiging een ver haal later te overdrijven." „Ik geloof niet aan voorgevoelens," zei Claire Trent bruusk, „en evenmin aan intuïtie of een zesde zintuig of aan en van die andere dingen waar we zo vlot over praten. We gaan door het leven als een trein, die door het don ker naar een onbekende bestemming snelt." „Dat is niet bepaald een goede ver gelijking, Claire" zei Dermot West, die voor 't eerst deelnam aan de conversa tie. Er was een eigenaardige gloed in de heldergrijze ogen, opvallend licht in zijn donker gebruind gezicht. „Je hebt de seinen vergeten." „De seinen?" „Ja. Groen als alles veilig en rood voor gevaar." „Rood voor gevaar.wat énig!" fluisterde Violet Eversleigh. Dermot wendde zich wat ongeduldig van haar af. „Bij wijze van spreken natuurlijk," zei hij. Trent keek hem nieuwsgierig aan. „Heb je iets bepaalds op 't oog, Der mot, ouwe jongen?" Dermot knikte. „Vertel op." „Ik kan je één voorbeeld noemen, 't Was kort na de wapenstilstand, in Mesopotamië. Ik kwam op een avond mijn tent binnen en had opeens het sterke gevoel dat er gevaar dreigde, 't Was werkelijk of er een rood seintje aanflitste: gevaar! Oppassen! Ik had geen flauw idee wat het be tekende. Ik deed de rond om het kamp, nam allerlei voorzorgen tegen een eventuele aanval van vijandelijke Ara bieren en keerde toen naar mijn tent terug. Nauwelijks was ik binnen of dat gevoel kwam sterker dan ooit terug: gevaar! Tenslotte heb ik me buiten in een deken gerold en ben daar blijven slapen." „En?" „Toen ik de volgende morgen de tent inkwam was het eerste wat ik zag een groot mes dat dwars door m'n slaapzak gestoken was, precies op de plaats waar ik anders gelegen zou hebben. Ik kwam er al gauw achter dat het een van de Arabische bedienden was ge weest. Zijn zoon was als spion gefusil leerd. Hoe vindt u dat als voorbeeld van wat ik „het rode sein" noem, oom Alington?" De specialist glimlachte nietszeggend. „Een heel interessant verhaal, beste Dermot." „U gelooft het zeker niet, hè?" „Ach, wat zal ik je zeggen, Dermot: natuurlijk twijfel ik er niet aan of je hebt dat gevaar voorvoeld. Maar ik be twist de oorsprong van dat voorgevoel. Volgens jou kwam het van buiten af, werd als het ware op je geest gedrukt. Maar tegenwoordig weten we dat bij na alles uit het onderbewustzijn komt, dus van binnen uit. Ik denk dat die Arabier zich door een blik of gebaar verraden heeft. Je bewuste „ik" heeft dat niet opgemerkt of herinnert het zich niet, maar met je onderbewust zijn is dat anders gesteld. Dat vergeet nooit iets. Wij geloven ook dat het kan redeneren en conclusies trekken, geheel onafhankelijk van onze bewuste wil. Je onderbewustzijn geloofde dus dat er die nacht een poging zou worden gedaan om je te vermoorden en het slaagde erin die vrees over te dragen op je be wuste geest." ,,'k Moet toegeven dat het erg over tuigend klinkt," zei Dermot glimla chend. „Maar lang niet zo opwindend," pruil de mrs. Eversleigh. „Het is ook mogelijk dat je onderbe wustzijn de haat kende welke die man tegen je koesterde. Er bestaat onge twijfeld telepathie, al weet men nog maar heel weinig af van de voorwaar- den waaronder die optreedt." „Kun je nog andere voorbeelden noe men?" vroeg Claire aan Dermot. „O, jawel. Maar ik denk dat die al lemaal wel onder het hoofd, toeval" kunnen worden gerangschikt. Zo heb ik bijvoorbeeld eens een uitnodiging om ergens op eeo landgoed te komen lo geren afgeslagen, alleen omdat het „sein" op onveilig stond. Diezelfde week brandde het huis tot de grond toe af. Apropos, oom Alington, waar komt hier het onderbewustzijn bij te pas?" „Ik vrees nergens," antwoordde Sir Alington glimlachend. „Maar u hebt er vast een andere, even goede verklaring voor. Vertel op, oom u hoeft niet tactvol te zijn te genover naaste familie!" „Goed dan. Ik waag te veronderstel len dat je die invitatie alleen maar hebt afgeslagen om de doodeenvoudige reden dat je geen zin had om te gaan en dat je jezelf na die brand hebt ge suggereerd dat „iets" je voor dat ge vaar heeft gewaarschuwd." „Ik merk het al, het is hopeloos," lachte Dermot.' „Ik ben ook altijd de verliezende partij!" „Trek het u maar niet aan, mr. West," troostte Violet Eversleigh. „Ik geloof in uw „rode sein". Was het die keer in Mesopotamië voor het laatst dat u die ervaring had?" „Ja, tot.Hij zweeg abrupt. „Tot wat?" „Ach nee, niets." Bijna waren hem de woorden ont snapt: tot vanavond, maar hij had ze gelukkig bijtijds ingeslikt. Toch was het zo: het rode sein doemde op in de duis ternis, al was hij zich van dat gevoel tot op het ogenblik, waarop de woorden hem naar de lippen drongen, nauwelijks bewust geweest. Het was er, en het wees hem op gevaar. „Gevaar! Vlak bij! Oppassen!" Maar dat was toch onzin? Wat kon hier met mogelijkheid voor gevaar dreigen, hier, in het huis van zijn vrienden? Nou ja, natuurlijk was er een zeker soort gevaar, maar dat dreig de allang en zou nooit acuut worden. Hij keek naar het tengere figuurtje en het blanke gezichtje van Claire Trent naar de verrukkelijke buiging van haar goudblond hoofd. Nee, Claire was ta boe. Ze was de vrouw van Jack Trent, zijn beste vriend, de man die hem in Vlaanderen het leven had gered en die daarom was voorgedragen voor het Vic toria Cross. Een goeie kerel, die Jack een bovenste beste. Beroerd dat hij verliefd moest worden op Jacks vrouw. Maar hij zou er toch wel ééns overheen komen, dacht Dermot. Zo iets kon je niet je leven lang blijven kwellen. Je kon zo'n gevoel laten verhongeren ja, dat was het goeie woord ervoor: laten verhongeren. En hij geloofde niet dat ze iets vermoedde en als ze dat al deed, wat dan nog? Ze gaf toch niets om hem. Een standbeeld was ze, een vol maakt mooi standbeeld, een beeld van goud en ivoor en zachtrose koraal. een stuk speelgoed voor een koning geen vrouw van vlees en bloed Claire alleen al de gedachte aan haar deed hem pijn. Hij moest er over heen zien te komen hij had van meer vrouwen gehouden. „Maar niet zoals nu zei iets in hem, „niet zoals nuMaar hartsverdriet was geen gevaar. Niet het gevaar van het rode sein. Dat waarschuwde voor heel iets anders. Hij keek de tafel langs en voor het eerst viel het hem op dat het een wel wat ongewoon gezelschap was. Daar had je bij voorbeeld zijn oom, die zel den een onofficieel dineetje bijwoonde. En 't was niet omdat de Trents oude vrienden van hem waren; tot vanavond had Dermot zelfs niet eens geweten dat hij ze kende. Nee, er was een andere reden. Die avond na tafel zou een vrij bekend medium een seance houden. Sir Alington had gezegd dat hij zich wel voor spiritisme interesseerde. Ja, dat kón natuurlijk een excuus zijn. Dat woord „excuus" haakte zich in zijn brein vast. Zou die seance soms alleen maar een excuus zijn geweest om de aanwezigheid van de specialist aannemelijk te maken? En zo ja, wat was dan de werkelijke reden van zijn komst? Dermot herinnerde zich opeens allerlei kleinigheden, waaraan hij eerst geen aandacht geschonken had; zijn oom zou zeggen dat zijn „bewuste ik" ze niet had opgemerkt. De beroemde specialist had meer dan eens op een eigenaardige manier naar Claire gekeken. Het leek wel of hij haar observeerde. Ze werd onrus tig onder die onderzoekende blik en haar handen bewogen nerveus. Ze was ontzettend zenuwachtig - zag Dermot. En het leek wel of ze bang was. Maar waarvoor zou Claire nu bang zijn? Met een schok keerde hij tot de con versatie om de tafel terug. Mrs. Ever sleigh had de grote man aan het pra ten gekregen over zijn eigen vak. „M'n waarde mevrouw," zei hij, „wat is krankzinnigheid? Laat me u dit ver zekeren: hoe meer we dat onderwerp bestuderen, met des te meer aarzeling spreken we dat woord uit. Wij lijden allemaal aan een zekere mate van zelf begoocheling; wordt dat te ver door gevoerd, en verbeelden we ons de tsaar van Rusland of Napoleon te zijn, dan worden we opgesloten of onder cura tele gesteld. Maar het duurt lang voor we dat punt bereiken. En waar op die weg mogen we het bord plaatsen waar op staat: „Hier houdt de geestelijke gezondheid op en begint de krankzin nigheid"? Ik wil u dit zeggen: als de man die aan de een of andere waan voorstelling lijdt daar toevallig zijn mond over houdt, zouden we hem hoogstwaarschijnlijk nooit van een nor maal mens kunnen onderscheiden." Sir Alington nipte waarderend van zijn wijn en keek welwillend de kring rond. ,Jk heb altijd gehoord dat ze erg i slim zijn," zei mrs. Eversleigh.'„Gek- i ken, bedoel ik." „Ze kunnen erg geslepen zijn, ja. Dikwijls heeft het onderdrukken van een bepaalde waanvoorstelling zeer i noodlottige gevolgen. Elke vorm van i verdringing is gevaarlijk, leert ons de psychoanalyse. IJe man met een on- I schuldige excentriciteit die daaraan kan toegeven gaat zelden te ver. Maar j de man", hij zweeg even, „of de vrouw j die ogenschijnlijk volmaakt normaal is, i kan in werkelijkheid wel eens een bron j van gevaar opleveren voor de maat- j schappij." Zijn blik dwaalde de tafel langs en j bleef even op Claire rusten. Een ontzettende angst greep Der- i mot aan. Wat had zijn oom met die woorden willen zeggen? Wat^ bedoelde hij? Toch niet, dat Nee.' dat was j onmogelijk. En toch. „En dat alleen door jezelf beperkin- gen op te leggen," zuchtte mrs. Evers- i leigh. „Zo zie je 's dat je er altijd voor j moet zorgen je persoonlijkheid tot haar recht te laten komen. Anders kunnen de gevolgen ontzettend zijn". „Beste mrs. Eversleigh," protesteer- j de de dokter, „u hebt me helemaal ver- keerd begrepen. De oorzaak van het j onheil ligt in de hersenmassa. Er kanj een uitwendige oorzaak zijn, zoals een slag op het hoofd maar soms is er j sprake van een aangeboren kwaal." „Erfelijkheid is zo zielig," zuchtte de j dame vaag. „Tering en zo." „Tuberculose is niet erfelijk," merkte Sir Alington droogjes cp. I „O nee? Ik dacht van wel. Maar krankzinnigheid is toch wel erfelijk. Wat nog meer?" „Jicht," zei Sir Alington glimlachend. „En kleurenblindheid. Dat is bijzon- j der interessant' kleurenblindheid komt I bij vrouwen slechts voor wanneer ze I bij de moeder latent en bij de vader manifest aanwezig is en dat is zei- den het geval. We vinden die afwijking dus voornamelijk onder mannen; op i hen wordt ze namelijk rechtstreeks j overgebracht. Dat is de zogenaamde 1 „door de sexe gelimiteerde erfelijk- heid". 1 „Wat interessant! Maar bij krank- zinnigheid is dat toch niet zo?" „Krankzinnigheid is zowel langs de mannelijke als langs de vrouwelijke lijn overerfelijk," zei de arts ernstig 1 Claire stond zo plotseling op dat haar stoel kantelde en omviel. Ze was doods- bleek en haar vingers bewogen nerveu- zer dan ooit. „Blijft u eh blijft u nog lang aan tafel?" vroeg ze. „Mrs. Thomson f kan elk ogenblik hier zijn." „Nog één glas port, dan kom ik." zei Sir Alington. „Ik ben toch immers speciaal gekomen voor de wonderlijke i prestaties van die mrs. Thompson?" Hij lachte gekunsteld. „Niet dat ik anders ook niet graag gekomen zou zijn", en 1 hij maakte een kleine buiging in Claires richting. 1 (Wordt vervolgd Niet alleen de Nederlandse, ook da Deense stranden worden bestormd door Duitse gasten. De baders uit de Bonds republiek tonen daarbij een hartstocht voor het bouwen van forten, die door sommige Denen wel eens korzelig in verband wordt gebracht met een oude Duitse routine op dat gebied. De reus achtige zandkastelen zorgen namelijk nogal eens voor een hinderlijk gebrek aan ruimte op het volle strand. En wan- neer de Duitsers 's avonds „hun" kasteel verlaten, en het dan de volgende morgen door anderen bezet vinden, willen zij nog wel eens op hoge toon het vertrek van de nieuwe bewoners eisen. Zo leidt dan zelfs de vakantie tot barse woorden wisselingen over „Lebensraum". De foto's tonen twee Duitse forten op het eiland R0m0, voor de westkust van Jutland. De Parijse Haute Couture heeft gedu rende de tweede helft van de show-week de eerste indrukken in grote trekken be vestigd: veel warmte, veel wol, vooral tweeds en veel bont. Het nieuws vindt men slechts in de détails en in de acces soires. Zij heeft voorts laten zien, dat het met de langere rokken nog zo'n vaart niet loopt. Hier en daar is er een centime tertje meer aan de lengte besteed, maar nagenoeg onmerkbaar. JACQUES HEIM heeft voor zijn 8 cm langere rokken tot op zekere hoogte een medestander gevonden in Crahay, die zijn laatste collectie voor Nina Ricci heeft af geleverd. Het compromis, dat Crahay vond, was dat hij extra lengte slechts toe paste in mantels van jeugdig en vrij spor tief karakter, duidelijk bestemd voor zeer koude dagen. Wat de materialen bij Ricci betreft viel het op, dat tweed onder de vele wollen stoffen een minder belangrijke plaats inneemt dan in de andere collec ties. Het waren hier vooral grove wollen crêpes, bouclé's en flannels. Ricci gebruik te ontstellend veel stofknoopjes soms 20 onder elkaar, soms in twee rijen; jas panden worden vaak tégen elkaar en niet óver elkaar gesloten: twee knoopsgaten in de stof, waardoor een ceintuur, lint of ver grote manchetknopen zijn gestoken. Ten slotte: kostuums van wollen Shetland met korte overjasjes met cape-achtige rug uit hetzelfde materiaal maar in contrasteren de kleur. Bijvoorbeeld goudachtig bruin over grijs. ROBERTO CAPUCCI, de Italiaan in Pa rijs, die altijd weer door zijn kleurcombi naties verrast, heeft wol toegepast zowel voor forse en kleurige, grof gebreide jak ken als voor geraffineerde avondtoiletten, vaak in crêpe. Verder behoorde hij met o.a. Grès tot degenen, die naast tweed en flannel veel wollen jarsey hebben ver werkt. Speciale Capucci nieuwtjes: kleuri ge kniekousen met op de plaats van de naad veters of blokjes en mafitels en jak ken van cobra-leer. DE DIOR-COLLECTIE heeft veel in druk gemaakt door de gewaagde decolle tés. Bijzonder ruime hoefijzer- of V-uit snijdingen, die de mannequins bezorgd controlerende blikken in de spiegels deden slaan, zodra zij hun mantels hadden uit getrokken en aan de Empire-stijl herinne rende vierkante halsuitsnijdingen met een band langs de onderzijde die de boezem naar boven drukt. Minder spectaculair, maar zeker zo indrukwekkend zijn de prachtige wollen tweeds, die in de col- ectie voor overdag thuis horen. Rood met groen geruite tweed bijvoorbeeld voor een pakje met jasje en coquet petje met pom poen en minuscuul klepje. Dit soort petjes van stof hebben soms in plaats van de 51. Toen Panda Huize Hqbbeldonk naderde, zag hij dat zijn woning in de steigers stond. „Uw laatste. eh.bezigheid heeft voldoende fondsen opgeleverd voor een grondige restauratie", zei Jolliepop, nadat hij zijn jonge meester hartelijk begroet had. „Ik ben zelfs geneigd te erkennen dat ik misschien wat haastig met mijn oordeel was. Wellicht was het toch wel een passen de en.eh.lucratieve bezigheid". „Ja, het was heel leuk, Jolliepop", zei Panda. „Maar het is nu afgelopen. Want hoewel het aardig wat opleverde, was de Meester- Kieker er toch niet gelukkig mee". Hier was nu echter verandering in gekomen. In een samenwerking met de laborant had de Meester-Kieker eindelijk grote voldoe ning gevonden. „Ach, hoe heerlijk", zuchtte hij. „Ein delijk iemand met oog voor het Dramatische Detail". „En eindelijk een foto die de linkerpoot van het Pan toffeldiertje op de juiste wijze weergeeft", murmelde de laborant verrukt. „De gevoelige sfeer is werkelijk heel mooi getroffen. U bent een Meester!" En deze erkenning maakte de Meester-Kieker gelukkiger dan al het geld van de wereld! EINDE VAN DIT VERHAAL I 3 Onlangs hebben wij aangekon- s g tligd dat met de publikatie van ons g nieuwe feuilleton een begin zal 3 worden gemaakt in de eerste da- 3 3 gen van september, als vrijwel iedereen terug is van vakantie. Om 3 g intussen hen, die nu al terug zijn =g of hun vakantie dicht bij huis g nemen, ook in de eerstkomende 3 g weken niet zonder boeiende ver- |f volglectuur te laten, hebben wij 3 3 een reeks korte verhalen aange- 3 3 kocht van de beroemde Engelse 3 3 schrijfster van detective-romans, 3 g Agatha Christie. Zoals haar niet s ff minder vermaarde collega Ellery 1 Queen heeft gezegd is Agatha 1 Christie „een van de fantasierijkste 3 3 en vruchtbaarste bedenksters van 3 3 intriges van alle lijden"; haar ver- §j nuft en veelzijdigheid bereiken ook 3 3 in haar korte verhalen hetzelfde 3 3 hoge niveau van haar romans. Vandaag te beginnen zullen 3 j= onze lezeressen en lezers elke §j 3 week van een of meer van die |j 3 spannende verhalen kunnen ge- j§ s nieten. klep wollen franje, dat als pony over het voorhoofd valt. Dior-kleuren in tweeds zijn o.a.: olijfgroen met oranje, paars met zacht-geel, rose met chocoladebruin. De verbrede schouderlijn, die bij de andere ontwerpers meestal vrouwelijk en rond is, heeft bij Dior iets hards en militairs door dat ze vierkant is. Er is nog een enkele bolle mouw en voorts een nieuwe epaulet- tevariant: rechthoekige opgestikte schou derpandjes. CARDIN DE COLLECTIE van Pierre Cardin be hoort tot de verrassendste en aantrekke lijkste van dit seizoen. Hij heeft met bij zonder veel fantasie en raffinement door geborduurd op het oude thema pellerine- cape-kimono zonder de mouw prijs te ge ven. Aan dit alles heeft hij een vleugje haast exotische romantiek en elegance meegegeven. Talloze naden en stiksels, en kele halsdraperieën, maar vooral veel op okselhoogte aangezette mouwen bepalen de lijn, waarbij de aard en kleur van het ma teriaal feilloos de sfeer aanvullen. Veel kleurige wollen tweeds heeft hij gebruikt voor jeugdige jasjes waaronder zijn als handschoenen aansluitende leren kaplaar zen voortreffelijk staan. Ook hier verder veel wollen basket-weaves (tweekleurig en effen) en flannel; veel grijs, zwart-wit, bruin, beige en rose. VEN ET OOK PHILIPPE VENET maakt veel ge bruik van rose. Bij hem zijn er naast de gebruikelijke stoffen, gebreide wollen ma terialen voor japonnen en verder fijne zwarte wollen böuclés voor „after six"-ja- ponnen; ook bij hem een lijn die vaak wordt bepaald door stiksels en naden, vooral langs de schouders en langs de rok- zoom. DE GIVENCHY BIJ HUBERT DE GIVENCHY geen ver laagde rokzoom, geen verplaatste taille, geen revolutoinaire decolletés, geen verbre de schouders, maar wel iets kunstmatig op gevulde heupen. Givenchy's kleuren zijn beige, bruin, toast en zwart. Naast redingotes met strakke ruggen en voorkanten met hoge ceintuurs, brengt hij wijde mantels in tegenstelling tot de an dere ontwerpers die de redingote hebben afgeschaft en het houden bij de losjes aan gesloten mantel. HET THEMA VAN de Ontwerpen van Balenciaga volgt de prinsesselijn. Voorts langere jasjes bij de pakjes en kleine bor duursels langs de zoom. In Harderwijk is op 75-jarige leeftijd overleden prof. dr. J. C. Bruijn, oud hoogleraar in de Hegeliaanse wijsbegeer te aan de rijksuniversiteit te Leiden en oud-rector van het Vossius-gymnasium te Amsterdam. Prof. Bruijn studeerde na zijn gymna siale opleiding van 1903-1916 klassieke let teren aan de Amsterdamse gemeente-uni versiteit, waaraan hij in 1923 promoveer de. Van 1913-1916 was hij leraar aan het gymnasium te Zwolle en van 1916-1926 aan een Haags lyceum. De heer Bruijn was van 1926-1953 rector van het Vossius-gym nasium te Amsterdam. In 1948 werd hij tot bijzonder hoogleraar benoemd. Prof. Bruijn is president-curator geweest van de Toneelschool in Amsterdam en cu rator van het Amsterdams Avondlyceum. (Van onze correspondent) -PARIJS Eind juli braken in Aix-les- Bains twee geheimzinnige branden uit. Het hotel Albion en het casino brandden met een tussenruimte van een kwartier ge deeltelijk af. Nu is gisteren het casino van La Bourboule in het departement van Puy-de-Döme uitgebrand. De speelzalén staan nog ongeschonden overeind, maar van de grote feestzaal is niets meer over." De brand werd 's morgens vroeg ont dekt. Men probeerde met eigen middelen te blussen, maar het vuur breidde zich zó snel uit, dat uit naburige plaatsen ver sterking moest worden gevraagd. De schade bedraagt 750.000. Kort nadat haar echtgenoot gisteren de benzinetank had gevuld van hun motor bootje „Adrie", dat bij een werfje aan de Bergse Plas in Rotterdam ligt. wilde mevrouw J. A. Duivesteyn-Van Belle uit Rotterdam een gasbrander aansteken. Doordat er benzinedampen in het bootje hingen ontstond een ontploffing. De vrouw die brandwonden aan armen en benen had opgelopen, sprong in paniek over boord, maar werd door de werfbaas en haar man in veiligheid gebracht. Zij is naar het Bergweg-ziekenhuis te Rotter dam overgebracht. De brand op de „Adrie" was met koolzuursneeuw spoedig geblust. Chr. Gcref. Kerken Aangenomen naar De Krim (O.) R. Toor- man, kand. te Nieuwe Pekela. die bedank te voor Hillegom, Lutjegast en voor The- singe. (Toegestane hoeveelheden per persoon) België Luxemburg 100sigarettenof20siga renot125gr.tab3k.pro. viand voor2dagen .Denemarken:200 si garetten of25 sigaren of 2S>0 gr tabak, pro viand om plaats van bestemminq heberei. ken Italië :200si- rettenof sigaren.o grta"bak,pro viand voor 2dag£n, ZWeden'500 siaaretten of sigaren of 500gr.tabak,pre via na om plaats van bestemming te bereiken Zwitserland: 200 sigaretten ofaOsigaren of 250gr tabak, Dfoviaridv.ldag OOsraare-tten, of50sigaren, of 250gr, tabak.' proviandvoor 2 dagen stenriik A sigaretten of 50 sigaren.of 250gr. tabak naeland:2Q0si. ,of*25 Joegoslavië 200s:oa_ netten of 20siga 250gröbak,proviand roviandvoor2 yoor3dagen 'garêtten.ofz gr di v tabaks- artikelen.nor. male hoeveel- heidproviand /frankrijk:200si. sigareT.|Of250^rtaMk,prwiar.d Jgarettgn.of 50siga. _artn.of250qi vöbr2dagen, (van koffie of thee moet men aantonen, ctet deze tij. dens de reis worden verbrólkt)- UÜBL Een mens kan nu eenmaal niet alles weten. Daarom even een fiscaal opfrissertje voor als u met vakantie naar het buiten land, gaat en wat te roken wilt mee nemen. Ook voor levensmiddelen gelden in diverse landen tamelijk straffe bepalingen van wat wel en wat niet vrij mag ivorden ingevoerd en tot welke hoe veelheid. Nu is het niet gezegd dat de douane overal in zage van uw ba gage zal eisen maar gebeurt dat wel en steek proeven worden er regelmatig ge daan dan hangt u als u teveel bij v hebt. Wilt u met alle geweld meer dan de toegestane hoeveelheden rook- genot- of voedingsmiddelen meenemen dan is het beter dit meteen bij zijn verschijnen aan de douanebeambte mee te delen. Maar de invoerrechten die u dan betalen moet zijn over het algemeen zeer hoog vopral voor sigaretten, sigaren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 7