AGATHA CHRISTIE VERTELT:
WEINIG HEIL VERWACHT VAN
NIEUWE POLITIE-ACTIE
PANDA EN DE MEESTER-FLESSER
if»
9
HET
RODE
SEIN
Het beg
Hopeloos
„Stukken van 90"
Een voorbeeld
Jacht geopend
Wild west-taferelen
Oorvijg kost doden
Kettingreactie van wraak
Gevaarlijke reis
WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1963
jpmiiiiiiiiiiiiininiii'
i 2)
in
Gaat u met vakantie?
fc,
Claire glimlachte flauwtjes en verliet
j met mrs. Eversleigh de kamer.
I „Ik ben bang dat ik te veel over
I mijn vak heb gepraat," zei de dokter,
„neem het me maar niet kwalijk, beste
j "kerel."
„Helemaal niet," antwoordde Trent
luchtig.
Er was een gespannen en bezorgde
i uitdrukking op zijn gezicht. Voor het
i eerst voelde Dermot zich niet op zijn
I gemak met zijn vriend. Er bestond een
j geheim tussen die t\yee dat zelfs een
I oud vriend niet delen mocht.Toch kwam
het hem allemaal fantastisch en on
aanvaardbaar vóór. Wat voor aanwij
zingen had hij? Niets dan een paar
blikken en de nervositeit van een
vrouw.
Ze bleven niet land meer natafelen
en kwamen de salon binnen juist op
het ogenblik dat mrs. Thompson werd
aangediend.
Het medium was een gezette vrouw
van middelbare leeftijd, afgrijselijk ge
kleed in vuurrood fluweel en met een
luide, nogal ordinaire stem.
,,'k Hoop dat ik niet te laat ben,"
zei ze opgewekt. „U zei toch negen
uur, is 't niet?"
„U bent prachtig op tijd, mrs. Thomp
son," zei Claire met haar lieve, wat
hese stem. „Dit is ons kringetje."
Niemand werd nader voorgesteld,
hetgeen de gewoonte scheen te zijn. Het
medium nam allen even met een scher
pe, doordringende blik op.
„Ik hoop dat we goede resultaten zul
len bereiken," zei ze monter. „U weet
niet half hoe ik 't land heb als ik, om
zo te zeggen, geen voldoening kan ge
ven. Dat maakt me helemaal van
streek. Maar ik denk dat Shiromako,
mijn Japanse controlegeest, er me van
avond wel weer goed doorheen zal hel
pen. Ik voel me zo fit en ik heb met
opzet geweigerd van de Welsh rarebit1
te eten. terwijl ik toch zo dol ben op
kaas."
Dermot luisterde half geamuseerd,
half geërgerd. Maar misschien was hij
te zeer bevooroordeeld? Tenslotte was
alles natuurlijk, ook de krachten waar
van de media zich bedienden. En als
een groot chirurg de avond voor een
moeilijke operatie bang is voor indiges
tie. waarom zou mrs. Thompson dat
dan niet zijn?
Er werden stoelen in een kring gezet
en iedereen nam plaats. Het viel Der
mot op dat er geen controlemaatrege
len werden genomen en dat Sir Aling-
ton zich niet eens op de hoogte stelde
van de condities waaronder de seance
gehouden werd, en dat versterkte zijn
argwaan. Hij wist nu wel zeker dat die
seance een voorwendsel was en dat Sir
Alington met een heel andere bedoeling
was gekomen. Dermot herinnerde zich
dat Claires moeder op het vasteland
was gestorven en dat er iets geheim
zinnigs met haar dood was geweest-
Erfelijkheid?
De lichten werden uitgedraaid op een
klein, rood omkapt lampje na dat op
een tafeltje een eindje verder stond.
Enige tijd hoorde men alleen het zwa
re, gelijkmatige ademhalen van het
medium, dat geleidelijk dieper werd.
Toen kwam er, zo plotseling dat Der
mot ervan opsprong, een luid geklop -
van het einde van de kamer. Het werd
aan de andere zijde overgenomen', het
geluid zwol aan tot een waar geroffel.
Toen stierf het weg en opeen klonk er
een hoog, spottend gelach, gevolgd
door een stilte, die even later weer ver
broken werd door een stem, welke in
niets geleek op die van mrs. Thompson,
een hoge stem met een vreemd accent.
„Ik ben hier," zei de stem, „ja, ik
ben hier. U wilt mij vragen dingen?"
„Wie bent u? Shiromako?"
„Ja, ik Shiromako. Ik overgaan lang
geleden, ik werken, ik heel gelukkig"
Er volgden verdere bijzonderheden
over Shiromako's leven, allemaal even
onbelangrijk en vervelend. Het gewone
liedje, dacht Dermot, die zo iets al
eens meer had meegemaakt: iedereen
was gelukkig, zielsgelukkig en er wer
den boodschappen doorgegeven van
bloedverwanten, van wie de beschrij
ving zo vaag was dat die op vrijwel
iedereen van toepassing kon zijn. Een
oude dame, de moeder van een der
aanwezigen, bleef enige tijd aan het
woord en kraamde, op een toon alsof
ze de grootste wijsheden ten beste gaf,
allerlei gemeenplaatsen uit.
„Nu iemand anders wil doorkomen,"
kondigde Shiromako aan. „Heeft zeer
belangrijke boodschap voor een der he
ren."
Na een korte stilte sprak een andere
stem, voorafgegaan door een satanisch
gelach.
„Hè hè hè hè hè! Ga niet naar
huis! Luister naar mijn raad, ga niet
naar huis!"
„Wie bedoelt u?" vroeg Trent.
„Een van u drieën. Ik zou niet naar
huis gaan als ik u was. Gevaar! Bloed!
Niet veel bloed, een beetje maar. Maar
genoeg bloed. Nee, ga niet naar huis!"
De stem werd zwakker, maar bleef her
halen: ,.ga niet naar huis, niet naar
huis..." Toen stierf hij geheel weg.
Dermot voelde zijn bloed tintelen.
Hij was ervan overtuigd dat die waar
schuwing voor hem bedoeld was: er
dreigde gevaar vannacht.
Het medium zuchtte, kreunde en
kwam bij. De lichten werden aange
draaid en de vrouw richtte zich op en
knipperde met haar ogen.
„Is het goed gegaan? Ik hoop het
maar." „Heel goed, mrs. Thompson."
„Shiromako zeker?" „Ja, onder ande
ren." Mrs. Thompson geeuwde. „Ik ben
doodop, volkomen op. Zoiets pakt al
tijd zo aan. Enfin, ik ben tenminste
blij dat het een succes geweest is. 'k
Was een beetje bang dat er iets onaan
genaams zou gebeuren. Er hangt hier
vanavond zo'n vreemde sfeer."
Ze keek beurt om beurt over elk
van haar mollige schouders en huiver
de.
„Nee het bevalt me niks," zei ze.
„Is er soms kort geleden een sterfgeval
geweest in de familie?"
„Nee."
„Een naaste bloedverwant? Niet? Een
dierbaar vriend dan? Ook niet? Als ik
dramatisch zou willen doen zou ik zeg
gen dat er vanavond dood in de lucht
hangt. Nou ja, let er maar niet op,
't is maar onzin. Goeienavond allemaal.
Dag mrs. Trent, blij dat u tevreden
is." Mrs. Thompson zeilde in haar rood
fluwelen japon de kamer uit.
„En hoe vond u het, Sir Aling
ton?" vroeg Claire. „Heeft het u ge
boeid?"
„Een bijzonder interessante avond,
hartelijk dank voor de uitnodiging,"
antwoordde Sit Alington. „Mag ik u dan
nu welterusten wensen? Of nee u gaat
nog naar een bal, is 't niet?"
„Ja. Hebt u soms zin om mee te
gaan
„O nee, nee, ik ga altijd om een uur
„Het rode sein" is het eerste
van een reeks korte verhalen
door de beroemde Engelse
detective-schrijfster Agatha
Christie die wij in de loop van
de maand augustus zullen
publiceren.
H 1 Rarebit, geroosterde of gesmolten kaas op
geroosterd brood.
of half twaalf naar bed. Goedenacht al
lemaal. Dermot, ik wou je graag nog
even spreken. Kun je nu misschien mee
gaan? Dan kun je je later bij de an
deren aansluiten."
„Natuurlijk, oom. Tot straks „4an,
Trent!" --
Gedurende de korte rit naar Harley
Street Werden er maar weinig woorden
tussen oom en neef gewisseld. Sir Aling
ton excuseerde zich terloops dat hij Der
mot had meegetroond en verzekerde
hem dat hij hem niet lang zou ophou
den.
„Zal ik de auto soms laten wachten?"
vroeg hij, toen ze voor de deur stil
stonden.
„Welnee oom, doe geen moeite. Ik
neem straks wel een taxi."
„Best. Als het niet beslist nodig is
laat ik Charlson ook liever niet te laat
opblijven. Goeienacht, Charlson. Ver
dorie, waar heb ik nu m'n sleutel ge
laten?"
De auto gleed weg en Sir Alington
stond op de stoep zijn zakken na te zoe
ken.
„Zeker in m'n andere jas laten zit
ten", zei hij tenslotte. „Bel even, wil
je? Johnson zal nog wel op zijn."
Inderdaad o'pende de onverstoorbare
Johnson binnen een minuut de voordeur
'k Had m'n sleutel vergeten, John
son," legde Sir Alington uit. „Wil je
een paar whiskeysoda's in de biblio
theek brengen?"
„Zeker, meneer."
De dokter ging Dermot voor naar de
bibliotheek, draaide het licht aan en be
duidde Dermot de deur te sluiten.
„Ik zal je niet lang ophouden, Der
mot, maar ik wou je iets vragen. Ver
beeld ik het me of heb je werkelijk
eên laten we zeggen een zekere ten-
dresse opgevat voor mrs. Trent?"
Het bloed schoot Dermot naar het
gezicht.
„Jack Trent is mijn beste vriend."
„Dat is geen antwoord op mijn vraag.
Je zult mijn opvattingen over echtschei
ding en dat soort dingen wel ontzettend
puriteins vinden, maar ik moet je eraan
herinneren dat je mijn enige bloedver-
want bent èn mijn erfgenaam."
„Er is geen sprake van echtschei- 1
ding," zei Dermot nors.
„Daar kan inderdaad geen sprake van 1
zijn, en wel om een reden die ik waar- M
schijnlijk beter ken dan jij. Die reden s
kan ik je nu niet noemen, maar ik wil je 3
alleen waarschuwen. Die vrouw is niet 3
voor jou bestemd."
De jongeman doorstond rustig de blik g
van zijn oom. 3
„Ik begrijp u misschien beter dan u
denkt. Ik weet waarom u daar vanavond f|
te dineren bent gevraagd." 3
„Zo?" De arts scheen te schrikken, 3
„Hoe weet je dat dan?" 3
„Laten we zeggen dat ik het geraden 3
heb. 'k Heb het bij het rechte eind,
is 't niet, oom, als ik zeg dat u daar 3
was in uw functie van psychiater?" ij
„Je hebt gelijk Dermot. Ik kon het 3
je natuurlijk niet zelf zeggen, hoewel ik j§
vrees dat het gauw genoeg algemeen 3
bekend zal zijn." =g
Dermots hart kromp ineen.
„Bedoelt u dat dat u tot een con- 1[
clusie bent gekomen?"
„Ja. Er is krankzinnigheid in de fa- 3
milie aan moeders kant een heel |g
droevig geval."
„Ik kan het niet geloven."
„Dat begrijp ik. Voor de leek zijn er
weinig of geen tekenen merkbaar."
„En voor de arts?"
„Is het béwijs geleverd. In een der-
gelijk geval moet de patiënt zo spoe- 3
dig mogelijk worden opgesloten."
„Maar mijn God," riep Dermot, „u 3
kunt iemand toch niet voor niets laten
opsluiten?" 3
„Beste Dermot, patiënten worden al- 3
leen opgesloten wanneer ze een gevaar 3
voor de samenleving zouden opleveren 3
als ze op vrije voeten bleven." 3
„Een gevaar?" 3
„Een zeer ernstig gevaar. Naar alle 3
waarschijnlijkheid een bijzondere vorm 3
van moordzucht. Dat is ook het geval
geweest bij de moeder." 3
Dermot begroef zijn gezicht in de han- 3
den. Claire dié wit-gouden Claire! 3
„Onder de gegeven omstandigheden 3
achtte ik het mijn plicht je te waar- 3
schuwen." 3
„Claire", mompelde Dermot. „Mijn 3
arme Claire!" 3
„Ja, we moeten inderdaad diep me- 3
delijden met haar hebben."
Plotseling keek Dermot op. 3
„En ik zeg u dat ik het niet geloof. 3
Dokters kunnen zich vergissen. Dat 3
weet iedereen. En ze willen altijd ge- 3
lijk hebben waar het hun eigen vak i
betreft." 3
„Dermot..!" riep Sir Alington boos.
„Ik zeg u nog eens dat ik het niel 3
geloof en zelfs als het zo is kan het me
nog niet schelen. Ik houd van Claire. 3
Als ze wil neem ik haar mee, buiten 3
het bereik van bemoeizuchtige psychia- 3
ters. Ik zal haar beschermen, voor 3
haar zorgen, haar omringen met mijn |j
liefde."
„Je zult niets van die aard doen. Ben 3
je gek geworden?"
Dermot lachte honend.
„En dat zegt u?" 3
„Begrijp me toch, Dermot," het ge- 3
zicht van Sir Alington was rood van 3
opwipdingi „als je dit doet, dit... dit 3
schian'delijkë. izal ik je toèlage intrek- 3
ken en een nieuw testament maken, 3
waarin 'ik alles wat ik bezit aan lief- 3
dadige instellingen vermaak." 3
„Doet wat u wilt met uw vervloekte 3
geld," zei Dermot hees. „Ik zal de 3
vrouw krijgen die ik liefheb."
„Een vrouw die.
„Nog één woord tegen haar en, bi.]
God. ik vermoord u!" riep Dermot.
Een zacht gerinkel van glazen deed
beide mannen opkijken. Zonder dat ze
het in de hitte van hun woordenstrijd
hadden gehoord, was Johnson binnenge
komen met een blad met glazen. Zijn
strakke, onbewogen gezicht verried niet
maar toch vroeg Dermot zich af hoe
veel hij gehoord kon hebben.
„Dank je, Johnson." zei Sir Alington
kortaf. „Je kunt dan nu wel naar bed
gaan."
„Graag, meneer. Welterusten, me
neer."
Johnson verdween.
De beide mannen keken elkaar aan.
De korte onderbreking had de gemoe
deren wat tot kalmte gebracht.
„Oom," zei Dermot, „ik had niet zo
tegen u moeten uitvallen. Ik zie wel
in dat u van uw standpunt békeken vol
komen gelijk hebt. Maar ik houd allang
van Claire Trent. Het feit dat Jack
Trent mijn beste vriend is, heeft me
tot nu toe belet met Claire over mijn
liefde te spreken. Maar onder de gege
ven omstandigheden telt dat feit niet
meer. Het idee dat geldelijke overwe
gingen me zouden kunnen weerhouden
is absurd. En nu geloof ik dat we alle
bei gezegd hebben wat er te zeggen
viel. Goedenacht, oom."
„Dermot.
(Wordt vervolgd)
DE MAFIA REGEERT SICILIË
(Van onze correspondent)
ROME. Reeds het kabinet-Fanfani
had, voornamelijk op aandringen van
socialisten, republikeinen en communis
ten, een commissie ingesteld, die zich
zou gaan bezighouden met het vraag
stuk van de Mafia. Wat die Mafia pre
cies is, kan in het korte bestek van een
krantenartikel niet worden uiteengezet.
Hoofdzaak is, dat men weet, dat Sicilië
twee tijdperken heeft gekend van grote
bloei:
De Griekse kolonisatie, waaraan ste
den als Siracuse, Agrigento en vele an
dere hun ontstaan te danken hebben.
En vele eeuwen later de Arabische over
heersing, met de daarop volgende Nor-
mandische vorsten, die zich de hogere
Arabische cultuur eigen maakten.
Onder de oude Romeinen ging het eiland
sterk achteruit. En later, toen de konin
gen zich niet meet- in Palermo ophielden,
maar zich in Napels vestigden, werd het
prachtige Sicilië een verwaarloosde uit'
hoek van het koninkrijk Napels.
In die tijd was de regering niet meer
bij machte de orde te handhaven, zodat
de grondbezitters het recht in eigen han
den namen. Zij stelden rentmeesters en
jachtopzieners aan, die zwaar gewapend
waakten tegen veediefstallen en dergelij
ke. Maar die grondbezitters waren ver
deeld door allerlei familieveten. Op den
duur hebben de bewakers daar misbruik
van gemaakt er begonnen van ieder die
iets bezat, een soort tol te eisen, waar
voor men dan hun bescherming kocht. Het
enige, maar ernstige verschil met gewo
ne politie, die ten slotte ook door de bur
gerij betaald wordt bestond daarin, dat
wie niet aan hun eisen voldeed er op re
kenen kon, dat zijn eigendommen zouden
worden gestolen of vernield. Dit was het
begin van de Mafia.
1. In de Vinniker Vennen vindt men nog ongerept na
tuurschoon. Spiegelgladde meertjes met drassige oevers
worden er afgewisseld door bemoste, verwaaide bomen,
die de omgeving een grillig aanzien geven. Panda had
er die dag een mooie wandeling gemaakt, genietend
van de ruige verlatenheid die deze streek kenmerkt.
Maar toen de zon onderging, daalde er een dichte nevel
over de vlaktê en het duurde niet lang of Panda was
hopeloos verdwaald„Dat is niét zo mooi," dacht hij
bedrukt, „als je hier de weg kwijt raakt, heb je kans
in het drijfzand verzeild te raken. Gelukkig dat de maan
zo helder schijnt." Toch was deze gedachte maar een
kleine troost voor Panda, want het bleke maanlicht
maakte de omgeving onwerkelijk en spookachtig. Hij
Was dan ook blij toen hij plotseling iemand uit de ne
velslierten zag opdoemen.
Een bijzonder slechte tijd brak aan, toen
de in 1860 door Garibaldi verdreven Bour
bons de „mafiosi" (brave kerels) gingen
betalen om onrust te stoken: de onveilig
heid nam schrikbarende vormen aan.
Bestrijding van de Mafia is iets, waar
de Italiaanse regering zich al sedert een
eeuw mee bezighoudt, maar zonder veel
resultaat. De bevolking heeft niet het min
ste vertrouwen in de overheid, beschouwt
de staat als n vijandelijke macht, de po
litie als machteloos en onbetrouwbaar, ter
wijl zij uit ervaring weet, dat de Mafia
wel degelijk bescherming kan verlenen aan
degenen, die de gevraagde tol betalen.
Helaas zijn er verschillende „cosche'
(groepen van mafiosi), die hun onderlinge
ruzies beslechten met mes of jachtgeweer.
Een grote campagne tegen de Mafia in
de tijd van Mussolini heeft bewezen, dat
zelfs het meest autoritaire bewind mach
teloos staat tegenover dit verschijnsel. Er
werden vele honderden mensen gevangen
genomen en veroordeeld, maar dat waren
zonder uitzondering „picciotti" (jongetjes)
of „copelle storte" (scheve petten op
Sicilië is de normale mannelijke hoofd
dracht een pet en „scheve petten" is de
bijnaam voor de gehuurde moordenaars in
dienst van de Mafia).
De echte „mannen van respect", om
maar niet te praten over „de stukken van
negentig" (de leiders, zo geheten naar een
grote munt, een soort rijksdaalder, die
vroeger op Sicilië in omloop was) blijven
buiten schot. Men moet ze zoeken in.
regeringskringen, omdat de Mafia, die de
belangen voorstaat van het kapitaal, zich
altijd aansluit bij de regeringspartijen.
In onze tijd zijn „de stukken van ne
gentig" doorgaans christen-democraten,
terwijl de liberale partij, de partij van
de Siciliaanse baronnen, heel yvat vooraan
staande mafiosi in haar gelederen telt, zo
al niet in Rome dan toch zeker in Palermo.
Het verschijnsel beperkt zich merkwaar
dig genoeg tot de westelijke helft van
het eiland, de provincies van Palermo,
Trapani en Agrigento. Zelfs in de kleinste
stadjes van die streek is een moord een
alledaags voorval, terwijl de oostelijke
helft van het eiland, de provincies Mes
sina en Catania wat misdadigheid betreft,
ver beneden het Italiaanse gemiddelde
blijven. De bevolking van Sicilië is niet
meer tot misdaad geneigd dan welke an
dere bevolking ook, maar in het westen
is zij de passieve prooi van een geheime
en voorbeeldig georganiseerde, oeroude
sociëteit van „mannen van eer".
Terwijl de Mafia op het Italiaanse vas
teland weinig of niets heeft te betekenen,
is zij doorgedrongen in Tunesië en vooral
in Amerika, waar de gangsters van Chica
go en andere plaatsen in nauw contact
staan met hun Siciliaanse geestverwanten.
Tot voor kort werkte de Siciliaanse
Mafia voornamelik op het platteland,
maar nu de landbouw overvleugeld wordt
door de industrie, hebben de heren hun
werkterrein verplaatst naar de steden,
waar zij zich vooral wijden aan de „be
scherming" van het bouwbedrijf.
Er is ons een aardig voorbeeld ter ore
gekomen van de wijze, waarop het sy
steem werkt. Een Romeinse aannemers
firma had de bouw van een straatweg aan
genomen tussen twee plaatsjes dicht bij
Palermo. Enkele dagen nadat de Romei
nen zijn aangekomen, komt een vriende
lijk heerschap eens met de directie praten
en zinspeelt op de bescherming van in
vloedrijke personen, een bescherming die
een kleinigheid zal kosten, maar die vol
ledige zekerheid geeft dat het werk in goe
de orde tot stand zal komen. De Romeinen
wijzen de ongenode gast de deur. Na een
paar dagen komt een ander, die vertelt
dat de bakstenen van de firma X beter
zijn dan die van Y. Ze kosten wel wat
meer, maar... ze komen héél op de plaats
van bestemming. De Romeinen, niet ge
wend aan dit soort „zakendoen" gaan er
niet op in. Twee dagen later vliegt de auto
van een der ingenieurs in brand. „Die
stommeling heeft er natuurlijk een siga
rettenpeukje in laten liggen," is de Ro
meinse reactie. Maar een Siciliaanse op
zichter schudt het hoofd en prevelt iets
over „een ivaarschuwing." Nu komt er
weer een man praten, die vertelt welke op
zichters en nachtwakers men het best kan
aanstellen. De Romeinen luisteren niet
naar hem en een week later is uit een
keet al het gereedschap verdwenen. Weer
hoort men het woord „waarschuwing."
Maar het werk gaat door. Een flink via
duct over een groot ravijn komt prachtig
klaar. Trots gaat één der ingenieurs naar
dit resultaat kijken, onderweg worden er
schoten gelost op zijn auto.
De volgende nacht wordt het hele via
duct met een flinke lading trotyl in de
lucht geblazen. Daarna: aftocht der Ro
meinen met een flinke schadepost. De weg
komt niet tot stand.
Dat men nu plotseling met een soort
„jacht op mafiosi" is begonnen, heeft zijn
reden. Een paar maanden geleden vond
een grondeigenaar de weg naar zijn huis
versperd door een sportauto. Hij probeer
de de wagen opzij te zetten, maar zodra
hij hem aanraakte sprong de wagen, ge
vuld met springstof, de lucht in. De man
plus zijn zoon verloren het leven. Beiden
waren „mafiosi" en het was de wraak van
een vijandige „cosca". De politie wilde
iets meer van dit geval weten, met het
gevolg dat drie weken geleden opnieuw
een sportauto vol springstof ontplofte, wat
het leven kostte aan zeven politiemannen.
Het „bestand" tussen Mafia en politie,
dat al jaren werd gehandhaafd, is daar
door verbroken. In korte tijd heeft men
enkele honderden „mafiosi" gearresteerd,
maar tot nu toe geen enkel „stuk van ne
gentig". Die zijn plotseling onvindbaar.
Bij de politie-actie komt net tot tafere
len, die wa alleen in Wild west-films voor
mogelijk zouden houden. Op 11 juli werd
op het kruispunt van de twee hoofdstraten
van Palermo door de politie geschoten op
een sportauto, waarvan de inzittenden
flink terugschoten. Even leek het alsof de
wagen, die met enorme vaart door alle
verkeerslichten heen die scherpe hoek
nam, om zou slaan. Er bleven maar twee
wielen aan de grond en de wagen stei
gerde alsof hij zich in de lucht wild?- Ver
heffen. Maar de chauffeur nam nog een
paar bochten en verdween in het laby
rinth van oude steegjes. De politie in een
klein Fiatje had het nakijken. Die Mafia-
chauffeur was de 23-jarige Pietro Lalica-
ta, die al meermalen aan de politie wist
te ontsnappen.
Hij is verwikkeld in een ander typisch
Mafia-geval: in een buitenwijk van Pgler-
mo woonde tot voor kort een scnatrijk en
machtig aannemer, een „man van res
pect", Filipho Bonura. Op de ochtend van
23 mei zag hij een zesjarig jongetje, dat
bezig was een vuurtje te stoken vlak bij
zijn voor de deur geparkeerde Cadillac.
Bang dat de benzine vlam zou vatten, joeg
hij het kind weg. Twee minuten later
stond de toornige moeder voor hem, die
zonder een woord te zeggen hem een klin
kende klap om de oren gaf. Bonura wilde
terugslaan, maar ook een „mafioso" is op
Sicilië een ridder en heeft eerbied voor
een vrouw, zeker voor een zwangere
vrouw.
Hij stapte dus in zijn wagen, toegejuicht
door de omstanders die in zijn edel ge
drag de echte „mafioso" eerden. Maar de
volgende ochtend om zes uur stond de
man van de vrouw voor zijn deur, een tim
merman. Hij eiste genoegdoening voor het
feit, dat Bonura het had gewaagd dreigend
de hand op te heffen tegen zijn vrouw. Bo
nura met zijn 29-jarige zoon volgden hem,
lid van een andere „cosca", naar een stil
le plek, waar een messengevecht „de eer"
van de twee mannen hoog zou houden.
Maar onderweg haalde de timmerman
een pistool uit zijn zak en schoot vader en
zoon Bonura zonder pardon neer.
Op dezelfde dag nog werden de twee
slachtoffers met grote plechtigheid begra
ven. Zoals steeds, wanneer het om voor
aanstaande „mafiosi" gaat. was de kerk
te klein voor de honderden bloemenkran
sen.
De wraak liet niet op zich wachten. De
timmerman, die na de dubbele moord de
bergen in was gevlucht, werd de volgende
dag gevonden, neergeschoten en ontmand,
op een muildierpaadje vlak bij Palerno.
De buurtgenoten namen aan, dat die
wraak was georganiseerd door Pietro Tor-
retta, vriend van Bonura en hoofd van de
mafia van die stadswijk. Ook de politie
vermoedde dit.
De „cos^a" waar de timmerman bij
hoorde, nam het als zeker aan en op 19
juni verscheen in die buitenwijk een sport
auto met twee „killers" erin. Torretta was
kennelijk gewaarschuwd, want nauwelijks
had hij de twee moordenaars in zijn huis
kamer binnengelaten, of zij werden door
zeefd door kogels. De enige die van die
strafexpeditie levend terugkeerde, was de
chauffeur, Pietro Lalicata.
De volgende dag viel het zesde slacht
offer voor een oorvijg, waarmee alleen
maar was gedreigd. Een zekere Bernar
do Diana, die ervan werd verdacht Torret
ta te hebben gewaarschuwd, werd uit een
voorbijrijdende sportauto getroffen door
twaalf revolverkogels.
Dit zijn de prettige toestanden in Paler
mo. Of de politieactie daarin blijvend ver
andering zal brengen, betwijfelen we sterk.
Tenslotte heeft de politie maar één stuk
van negentig in haar macht, een zekere
La Barbera, die enkele maanden geleden
in Milaan, waar hij „voor zaken" heen
was gereisd, werd neergeschoten, en nu
langzaam van zijn wonden geneest.
Er is sprake van hem naar Palermo te
vervoeren om te worden ondervraagd.
Dat is hoogst riskant. Zou deze man, die
stellig heel wat geheimen van de Mafia
kent, iets loslaten, dan zou dat gevaarlijk
worden voor tal van andere „mafjosi".
Gedurende een zo lange reis (daargelaten
de mogelijkheid, dat hij ontsnapt) is de
kans heel groot, dat hij wordt vermoord.
Zelfs in de gevangenis zijn „mafiosi" hun
leven niet altijd zeker. Over dat trans
port is dus nog geen beslissing genomen.
Beperkt zich de politie-actie tot het
arresteren van enkele honderden „uit
voerders", zonder dat men de leiders te
pakken krijgt, dan zal de Mafia deze zo
veelste oorlog tegen de overheid ten
slotte winnen.
en wilt u dat wtj uw krant .aai iw
vakantie-adres opzenden
Stuurt u ons dan -ninstens drie dagei
voor uw vertrek een briefkaart met
vermelding van uw naam uw vast-
adres uw vakantie-adres de datun
waarop de eerste krant naai uw
vakantie-adres gezonden moet worden
en de datum waarop de Krant voor het
laatst moet worden toegezonden
Als u de krant per week betaalt wilt
u dan het abonnementsgeld voor de
vakantieweken vooruit aan de bezor
ger betalen
DE A DM 1N1STR ATI I
>L
MS
Een flinke dosis, geduld en eeri even
grote dosis fotografengeluk had de
maker van dit plaatje tijdens een
zomer* onweer aan de Beter e Chtem-
see. Recept: Camera op statief, sluiter
op B of tijd.