AGATHA CHRISTIE VERTELT: WEINIG HEIL VERWACHT VAN NIEUWE POLITIE-ACTIE PANDA EN DE MEESTER-FLESSER if» 9 HET RODE SEIN Het beg Hopeloos „Stukken van 90" Een voorbeeld Jacht geopend Wild west-taferelen Oorvijg kost doden Kettingreactie van wraak Gevaarlijke reis WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1963 jpmiiiiiiiiiiiiininiii' i 2) in Gaat u met vakantie? fc, Claire glimlachte flauwtjes en verliet j met mrs. Eversleigh de kamer. I „Ik ben bang dat ik te veel over I mijn vak heb gepraat," zei de dokter, „neem het me maar niet kwalijk, beste j "kerel." „Helemaal niet," antwoordde Trent luchtig. Er was een gespannen en bezorgde i uitdrukking op zijn gezicht. Voor het i eerst voelde Dermot zich niet op zijn I gemak met zijn vriend. Er bestond een j geheim tussen die t\yee dat zelfs een I oud vriend niet delen mocht.Toch kwam het hem allemaal fantastisch en on aanvaardbaar vóór. Wat voor aanwij zingen had hij? Niets dan een paar blikken en de nervositeit van een vrouw. Ze bleven niet land meer natafelen en kwamen de salon binnen juist op het ogenblik dat mrs. Thompson werd aangediend. Het medium was een gezette vrouw van middelbare leeftijd, afgrijselijk ge kleed in vuurrood fluweel en met een luide, nogal ordinaire stem. ,,'k Hoop dat ik niet te laat ben," zei ze opgewekt. „U zei toch negen uur, is 't niet?" „U bent prachtig op tijd, mrs. Thomp son," zei Claire met haar lieve, wat hese stem. „Dit is ons kringetje." Niemand werd nader voorgesteld, hetgeen de gewoonte scheen te zijn. Het medium nam allen even met een scher pe, doordringende blik op. „Ik hoop dat we goede resultaten zul len bereiken," zei ze monter. „U weet niet half hoe ik 't land heb als ik, om zo te zeggen, geen voldoening kan ge ven. Dat maakt me helemaal van streek. Maar ik denk dat Shiromako, mijn Japanse controlegeest, er me van avond wel weer goed doorheen zal hel pen. Ik voel me zo fit en ik heb met opzet geweigerd van de Welsh rarebit1 te eten. terwijl ik toch zo dol ben op kaas." Dermot luisterde half geamuseerd, half geërgerd. Maar misschien was hij te zeer bevooroordeeld? Tenslotte was alles natuurlijk, ook de krachten waar van de media zich bedienden. En als een groot chirurg de avond voor een moeilijke operatie bang is voor indiges tie. waarom zou mrs. Thompson dat dan niet zijn? Er werden stoelen in een kring gezet en iedereen nam plaats. Het viel Der mot op dat er geen controlemaatrege len werden genomen en dat Sir Aling- ton zich niet eens op de hoogte stelde van de condities waaronder de seance gehouden werd, en dat versterkte zijn argwaan. Hij wist nu wel zeker dat die seance een voorwendsel was en dat Sir Alington met een heel andere bedoeling was gekomen. Dermot herinnerde zich dat Claires moeder op het vasteland was gestorven en dat er iets geheim zinnigs met haar dood was geweest- Erfelijkheid? De lichten werden uitgedraaid op een klein, rood omkapt lampje na dat op een tafeltje een eindje verder stond. Enige tijd hoorde men alleen het zwa re, gelijkmatige ademhalen van het medium, dat geleidelijk dieper werd. Toen kwam er, zo plotseling dat Der mot ervan opsprong, een luid geklop - van het einde van de kamer. Het werd aan de andere zijde overgenomen', het geluid zwol aan tot een waar geroffel. Toen stierf het weg en opeen klonk er een hoog, spottend gelach, gevolgd door een stilte, die even later weer ver broken werd door een stem, welke in niets geleek op die van mrs. Thompson, een hoge stem met een vreemd accent. „Ik ben hier," zei de stem, „ja, ik ben hier. U wilt mij vragen dingen?" „Wie bent u? Shiromako?" „Ja, ik Shiromako. Ik overgaan lang geleden, ik werken, ik heel gelukkig" Er volgden verdere bijzonderheden over Shiromako's leven, allemaal even onbelangrijk en vervelend. Het gewone liedje, dacht Dermot, die zo iets al eens meer had meegemaakt: iedereen was gelukkig, zielsgelukkig en er wer den boodschappen doorgegeven van bloedverwanten, van wie de beschrij ving zo vaag was dat die op vrijwel iedereen van toepassing kon zijn. Een oude dame, de moeder van een der aanwezigen, bleef enige tijd aan het woord en kraamde, op een toon alsof ze de grootste wijsheden ten beste gaf, allerlei gemeenplaatsen uit. „Nu iemand anders wil doorkomen," kondigde Shiromako aan. „Heeft zeer belangrijke boodschap voor een der he ren." Na een korte stilte sprak een andere stem, voorafgegaan door een satanisch gelach. „Hè hè hè hè hè! Ga niet naar huis! Luister naar mijn raad, ga niet naar huis!" „Wie bedoelt u?" vroeg Trent. „Een van u drieën. Ik zou niet naar huis gaan als ik u was. Gevaar! Bloed! Niet veel bloed, een beetje maar. Maar genoeg bloed. Nee, ga niet naar huis!" De stem werd zwakker, maar bleef her halen: ,.ga niet naar huis, niet naar huis..." Toen stierf hij geheel weg. Dermot voelde zijn bloed tintelen. Hij was ervan overtuigd dat die waar schuwing voor hem bedoeld was: er dreigde gevaar vannacht. Het medium zuchtte, kreunde en kwam bij. De lichten werden aange draaid en de vrouw richtte zich op en knipperde met haar ogen. „Is het goed gegaan? Ik hoop het maar." „Heel goed, mrs. Thompson." „Shiromako zeker?" „Ja, onder ande ren." Mrs. Thompson geeuwde. „Ik ben doodop, volkomen op. Zoiets pakt al tijd zo aan. Enfin, ik ben tenminste blij dat het een succes geweest is. 'k Was een beetje bang dat er iets onaan genaams zou gebeuren. Er hangt hier vanavond zo'n vreemde sfeer." Ze keek beurt om beurt over elk van haar mollige schouders en huiver de. „Nee het bevalt me niks," zei ze. „Is er soms kort geleden een sterfgeval geweest in de familie?" „Nee." „Een naaste bloedverwant? Niet? Een dierbaar vriend dan? Ook niet? Als ik dramatisch zou willen doen zou ik zeg gen dat er vanavond dood in de lucht hangt. Nou ja, let er maar niet op, 't is maar onzin. Goeienavond allemaal. Dag mrs. Trent, blij dat u tevreden is." Mrs. Thompson zeilde in haar rood fluwelen japon de kamer uit. „En hoe vond u het, Sir Aling ton?" vroeg Claire. „Heeft het u ge boeid?" „Een bijzonder interessante avond, hartelijk dank voor de uitnodiging," antwoordde Sit Alington. „Mag ik u dan nu welterusten wensen? Of nee u gaat nog naar een bal, is 't niet?" „Ja. Hebt u soms zin om mee te gaan „O nee, nee, ik ga altijd om een uur „Het rode sein" is het eerste van een reeks korte verhalen door de beroemde Engelse detective-schrijfster Agatha Christie die wij in de loop van de maand augustus zullen publiceren. H 1 Rarebit, geroosterde of gesmolten kaas op geroosterd brood. of half twaalf naar bed. Goedenacht al lemaal. Dermot, ik wou je graag nog even spreken. Kun je nu misschien mee gaan? Dan kun je je later bij de an deren aansluiten." „Natuurlijk, oom. Tot straks „4an, Trent!" -- Gedurende de korte rit naar Harley Street Werden er maar weinig woorden tussen oom en neef gewisseld. Sir Aling ton excuseerde zich terloops dat hij Der mot had meegetroond en verzekerde hem dat hij hem niet lang zou ophou den. „Zal ik de auto soms laten wachten?" vroeg hij, toen ze voor de deur stil stonden. „Welnee oom, doe geen moeite. Ik neem straks wel een taxi." „Best. Als het niet beslist nodig is laat ik Charlson ook liever niet te laat opblijven. Goeienacht, Charlson. Ver dorie, waar heb ik nu m'n sleutel ge laten?" De auto gleed weg en Sir Alington stond op de stoep zijn zakken na te zoe ken. „Zeker in m'n andere jas laten zit ten", zei hij tenslotte. „Bel even, wil je? Johnson zal nog wel op zijn." Inderdaad o'pende de onverstoorbare Johnson binnen een minuut de voordeur 'k Had m'n sleutel vergeten, John son," legde Sir Alington uit. „Wil je een paar whiskeysoda's in de biblio theek brengen?" „Zeker, meneer." De dokter ging Dermot voor naar de bibliotheek, draaide het licht aan en be duidde Dermot de deur te sluiten. „Ik zal je niet lang ophouden, Der mot, maar ik wou je iets vragen. Ver beeld ik het me of heb je werkelijk eên laten we zeggen een zekere ten- dresse opgevat voor mrs. Trent?" Het bloed schoot Dermot naar het gezicht. „Jack Trent is mijn beste vriend." „Dat is geen antwoord op mijn vraag. Je zult mijn opvattingen over echtschei ding en dat soort dingen wel ontzettend puriteins vinden, maar ik moet je eraan herinneren dat je mijn enige bloedver- want bent èn mijn erfgenaam." „Er is geen sprake van echtschei- 1 ding," zei Dermot nors. „Daar kan inderdaad geen sprake van 1 zijn, en wel om een reden die ik waar- M schijnlijk beter ken dan jij. Die reden s kan ik je nu niet noemen, maar ik wil je 3 alleen waarschuwen. Die vrouw is niet 3 voor jou bestemd." De jongeman doorstond rustig de blik g van zijn oom. 3 „Ik begrijp u misschien beter dan u denkt. Ik weet waarom u daar vanavond f| te dineren bent gevraagd." 3 „Zo?" De arts scheen te schrikken, 3 „Hoe weet je dat dan?" 3 „Laten we zeggen dat ik het geraden 3 heb. 'k Heb het bij het rechte eind, is 't niet, oom, als ik zeg dat u daar 3 was in uw functie van psychiater?" ij „Je hebt gelijk Dermot. Ik kon het 3 je natuurlijk niet zelf zeggen, hoewel ik j§ vrees dat het gauw genoeg algemeen 3 bekend zal zijn." =g Dermots hart kromp ineen. „Bedoelt u dat dat u tot een con- 1[ clusie bent gekomen?" „Ja. Er is krankzinnigheid in de fa- 3 milie aan moeders kant een heel |g droevig geval." „Ik kan het niet geloven." „Dat begrijp ik. Voor de leek zijn er weinig of geen tekenen merkbaar." „En voor de arts?" „Is het béwijs geleverd. In een der- gelijk geval moet de patiënt zo spoe- 3 dig mogelijk worden opgesloten." „Maar mijn God," riep Dermot, „u 3 kunt iemand toch niet voor niets laten opsluiten?" 3 „Beste Dermot, patiënten worden al- 3 leen opgesloten wanneer ze een gevaar 3 voor de samenleving zouden opleveren 3 als ze op vrije voeten bleven." 3 „Een gevaar?" 3 „Een zeer ernstig gevaar. Naar alle 3 waarschijnlijkheid een bijzondere vorm 3 van moordzucht. Dat is ook het geval geweest bij de moeder." 3 Dermot begroef zijn gezicht in de han- 3 den. Claire dié wit-gouden Claire! 3 „Onder de gegeven omstandigheden 3 achtte ik het mijn plicht je te waar- 3 schuwen." 3 „Claire", mompelde Dermot. „Mijn 3 arme Claire!" 3 „Ja, we moeten inderdaad diep me- 3 delijden met haar hebben." Plotseling keek Dermot op. 3 „En ik zeg u dat ik het niet geloof. 3 Dokters kunnen zich vergissen. Dat 3 weet iedereen. En ze willen altijd ge- 3 lijk hebben waar het hun eigen vak i betreft." 3 „Dermot..!" riep Sir Alington boos. „Ik zeg u nog eens dat ik het niel 3 geloof en zelfs als het zo is kan het me nog niet schelen. Ik houd van Claire. 3 Als ze wil neem ik haar mee, buiten 3 het bereik van bemoeizuchtige psychia- 3 ters. Ik zal haar beschermen, voor 3 haar zorgen, haar omringen met mijn |j liefde." „Je zult niets van die aard doen. Ben 3 je gek geworden?" Dermot lachte honend. „En dat zegt u?" 3 „Begrijp me toch, Dermot," het ge- 3 zicht van Sir Alington was rood van 3 opwipdingi „als je dit doet, dit... dit 3 schian'delijkë. izal ik je toèlage intrek- 3 ken en een nieuw testament maken, 3 waarin 'ik alles wat ik bezit aan lief- 3 dadige instellingen vermaak." 3 „Doet wat u wilt met uw vervloekte 3 geld," zei Dermot hees. „Ik zal de 3 vrouw krijgen die ik liefheb." „Een vrouw die. „Nog één woord tegen haar en, bi.] God. ik vermoord u!" riep Dermot. Een zacht gerinkel van glazen deed beide mannen opkijken. Zonder dat ze het in de hitte van hun woordenstrijd hadden gehoord, was Johnson binnenge komen met een blad met glazen. Zijn strakke, onbewogen gezicht verried niet maar toch vroeg Dermot zich af hoe veel hij gehoord kon hebben. „Dank je, Johnson." zei Sir Alington kortaf. „Je kunt dan nu wel naar bed gaan." „Graag, meneer. Welterusten, me neer." Johnson verdween. De beide mannen keken elkaar aan. De korte onderbreking had de gemoe deren wat tot kalmte gebracht. „Oom," zei Dermot, „ik had niet zo tegen u moeten uitvallen. Ik zie wel in dat u van uw standpunt békeken vol komen gelijk hebt. Maar ik houd allang van Claire Trent. Het feit dat Jack Trent mijn beste vriend is, heeft me tot nu toe belet met Claire over mijn liefde te spreken. Maar onder de gege ven omstandigheden telt dat feit niet meer. Het idee dat geldelijke overwe gingen me zouden kunnen weerhouden is absurd. En nu geloof ik dat we alle bei gezegd hebben wat er te zeggen viel. Goedenacht, oom." „Dermot. (Wordt vervolgd) DE MAFIA REGEERT SICILIË (Van onze correspondent) ROME. Reeds het kabinet-Fanfani had, voornamelijk op aandringen van socialisten, republikeinen en communis ten, een commissie ingesteld, die zich zou gaan bezighouden met het vraag stuk van de Mafia. Wat die Mafia pre cies is, kan in het korte bestek van een krantenartikel niet worden uiteengezet. Hoofdzaak is, dat men weet, dat Sicilië twee tijdperken heeft gekend van grote bloei: De Griekse kolonisatie, waaraan ste den als Siracuse, Agrigento en vele an dere hun ontstaan te danken hebben. En vele eeuwen later de Arabische over heersing, met de daarop volgende Nor- mandische vorsten, die zich de hogere Arabische cultuur eigen maakten. Onder de oude Romeinen ging het eiland sterk achteruit. En later, toen de konin gen zich niet meet- in Palermo ophielden, maar zich in Napels vestigden, werd het prachtige Sicilië een verwaarloosde uit' hoek van het koninkrijk Napels. In die tijd was de regering niet meer bij machte de orde te handhaven, zodat de grondbezitters het recht in eigen han den namen. Zij stelden rentmeesters en jachtopzieners aan, die zwaar gewapend waakten tegen veediefstallen en dergelij ke. Maar die grondbezitters waren ver deeld door allerlei familieveten. Op den duur hebben de bewakers daar misbruik van gemaakt er begonnen van ieder die iets bezat, een soort tol te eisen, waar voor men dan hun bescherming kocht. Het enige, maar ernstige verschil met gewo ne politie, die ten slotte ook door de bur gerij betaald wordt bestond daarin, dat wie niet aan hun eisen voldeed er op re kenen kon, dat zijn eigendommen zouden worden gestolen of vernield. Dit was het begin van de Mafia. 1. In de Vinniker Vennen vindt men nog ongerept na tuurschoon. Spiegelgladde meertjes met drassige oevers worden er afgewisseld door bemoste, verwaaide bomen, die de omgeving een grillig aanzien geven. Panda had er die dag een mooie wandeling gemaakt, genietend van de ruige verlatenheid die deze streek kenmerkt. Maar toen de zon onderging, daalde er een dichte nevel over de vlaktê en het duurde niet lang of Panda was hopeloos verdwaald„Dat is niét zo mooi," dacht hij bedrukt, „als je hier de weg kwijt raakt, heb je kans in het drijfzand verzeild te raken. Gelukkig dat de maan zo helder schijnt." Toch was deze gedachte maar een kleine troost voor Panda, want het bleke maanlicht maakte de omgeving onwerkelijk en spookachtig. Hij Was dan ook blij toen hij plotseling iemand uit de ne velslierten zag opdoemen. Een bijzonder slechte tijd brak aan, toen de in 1860 door Garibaldi verdreven Bour bons de „mafiosi" (brave kerels) gingen betalen om onrust te stoken: de onveilig heid nam schrikbarende vormen aan. Bestrijding van de Mafia is iets, waar de Italiaanse regering zich al sedert een eeuw mee bezighoudt, maar zonder veel resultaat. De bevolking heeft niet het min ste vertrouwen in de overheid, beschouwt de staat als n vijandelijke macht, de po litie als machteloos en onbetrouwbaar, ter wijl zij uit ervaring weet, dat de Mafia wel degelijk bescherming kan verlenen aan degenen, die de gevraagde tol betalen. Helaas zijn er verschillende „cosche' (groepen van mafiosi), die hun onderlinge ruzies beslechten met mes of jachtgeweer. Een grote campagne tegen de Mafia in de tijd van Mussolini heeft bewezen, dat zelfs het meest autoritaire bewind mach teloos staat tegenover dit verschijnsel. Er werden vele honderden mensen gevangen genomen en veroordeeld, maar dat waren zonder uitzondering „picciotti" (jongetjes) of „copelle storte" (scheve petten op Sicilië is de normale mannelijke hoofd dracht een pet en „scheve petten" is de bijnaam voor de gehuurde moordenaars in dienst van de Mafia). De echte „mannen van respect", om maar niet te praten over „de stukken van negentig" (de leiders, zo geheten naar een grote munt, een soort rijksdaalder, die vroeger op Sicilië in omloop was) blijven buiten schot. Men moet ze zoeken in. regeringskringen, omdat de Mafia, die de belangen voorstaat van het kapitaal, zich altijd aansluit bij de regeringspartijen. In onze tijd zijn „de stukken van ne gentig" doorgaans christen-democraten, terwijl de liberale partij, de partij van de Siciliaanse baronnen, heel yvat vooraan staande mafiosi in haar gelederen telt, zo al niet in Rome dan toch zeker in Palermo. Het verschijnsel beperkt zich merkwaar dig genoeg tot de westelijke helft van het eiland, de provincies van Palermo, Trapani en Agrigento. Zelfs in de kleinste stadjes van die streek is een moord een alledaags voorval, terwijl de oostelijke helft van het eiland, de provincies Mes sina en Catania wat misdadigheid betreft, ver beneden het Italiaanse gemiddelde blijven. De bevolking van Sicilië is niet meer tot misdaad geneigd dan welke an dere bevolking ook, maar in het westen is zij de passieve prooi van een geheime en voorbeeldig georganiseerde, oeroude sociëteit van „mannen van eer". Terwijl de Mafia op het Italiaanse vas teland weinig of niets heeft te betekenen, is zij doorgedrongen in Tunesië en vooral in Amerika, waar de gangsters van Chica go en andere plaatsen in nauw contact staan met hun Siciliaanse geestverwanten. Tot voor kort werkte de Siciliaanse Mafia voornamelik op het platteland, maar nu de landbouw overvleugeld wordt door de industrie, hebben de heren hun werkterrein verplaatst naar de steden, waar zij zich vooral wijden aan de „be scherming" van het bouwbedrijf. Er is ons een aardig voorbeeld ter ore gekomen van de wijze, waarop het sy steem werkt. Een Romeinse aannemers firma had de bouw van een straatweg aan genomen tussen twee plaatsjes dicht bij Palermo. Enkele dagen nadat de Romei nen zijn aangekomen, komt een vriende lijk heerschap eens met de directie praten en zinspeelt op de bescherming van in vloedrijke personen, een bescherming die een kleinigheid zal kosten, maar die vol ledige zekerheid geeft dat het werk in goe de orde tot stand zal komen. De Romeinen wijzen de ongenode gast de deur. Na een paar dagen komt een ander, die vertelt dat de bakstenen van de firma X beter zijn dan die van Y. Ze kosten wel wat meer, maar... ze komen héél op de plaats van bestemming. De Romeinen, niet ge wend aan dit soort „zakendoen" gaan er niet op in. Twee dagen later vliegt de auto van een der ingenieurs in brand. „Die stommeling heeft er natuurlijk een siga rettenpeukje in laten liggen," is de Ro meinse reactie. Maar een Siciliaanse op zichter schudt het hoofd en prevelt iets over „een ivaarschuwing." Nu komt er weer een man praten, die vertelt welke op zichters en nachtwakers men het best kan aanstellen. De Romeinen luisteren niet naar hem en een week later is uit een keet al het gereedschap verdwenen. Weer hoort men het woord „waarschuwing." Maar het werk gaat door. Een flink via duct over een groot ravijn komt prachtig klaar. Trots gaat één der ingenieurs naar dit resultaat kijken, onderweg worden er schoten gelost op zijn auto. De volgende nacht wordt het hele via duct met een flinke lading trotyl in de lucht geblazen. Daarna: aftocht der Ro meinen met een flinke schadepost. De weg komt niet tot stand. Dat men nu plotseling met een soort „jacht op mafiosi" is begonnen, heeft zijn reden. Een paar maanden geleden vond een grondeigenaar de weg naar zijn huis versperd door een sportauto. Hij probeer de de wagen opzij te zetten, maar zodra hij hem aanraakte sprong de wagen, ge vuld met springstof, de lucht in. De man plus zijn zoon verloren het leven. Beiden waren „mafiosi" en het was de wraak van een vijandige „cosca". De politie wilde iets meer van dit geval weten, met het gevolg dat drie weken geleden opnieuw een sportauto vol springstof ontplofte, wat het leven kostte aan zeven politiemannen. Het „bestand" tussen Mafia en politie, dat al jaren werd gehandhaafd, is daar door verbroken. In korte tijd heeft men enkele honderden „mafiosi" gearresteerd, maar tot nu toe geen enkel „stuk van ne gentig". Die zijn plotseling onvindbaar. Bij de politie-actie komt net tot tafere len, die wa alleen in Wild west-films voor mogelijk zouden houden. Op 11 juli werd op het kruispunt van de twee hoofdstraten van Palermo door de politie geschoten op een sportauto, waarvan de inzittenden flink terugschoten. Even leek het alsof de wagen, die met enorme vaart door alle verkeerslichten heen die scherpe hoek nam, om zou slaan. Er bleven maar twee wielen aan de grond en de wagen stei gerde alsof hij zich in de lucht wild?- Ver heffen. Maar de chauffeur nam nog een paar bochten en verdween in het laby rinth van oude steegjes. De politie in een klein Fiatje had het nakijken. Die Mafia- chauffeur was de 23-jarige Pietro Lalica- ta, die al meermalen aan de politie wist te ontsnappen. Hij is verwikkeld in een ander typisch Mafia-geval: in een buitenwijk van Pgler- mo woonde tot voor kort een scnatrijk en machtig aannemer, een „man van res pect", Filipho Bonura. Op de ochtend van 23 mei zag hij een zesjarig jongetje, dat bezig was een vuurtje te stoken vlak bij zijn voor de deur geparkeerde Cadillac. Bang dat de benzine vlam zou vatten, joeg hij het kind weg. Twee minuten later stond de toornige moeder voor hem, die zonder een woord te zeggen hem een klin kende klap om de oren gaf. Bonura wilde terugslaan, maar ook een „mafioso" is op Sicilië een ridder en heeft eerbied voor een vrouw, zeker voor een zwangere vrouw. Hij stapte dus in zijn wagen, toegejuicht door de omstanders die in zijn edel ge drag de echte „mafioso" eerden. Maar de volgende ochtend om zes uur stond de man van de vrouw voor zijn deur, een tim merman. Hij eiste genoegdoening voor het feit, dat Bonura het had gewaagd dreigend de hand op te heffen tegen zijn vrouw. Bo nura met zijn 29-jarige zoon volgden hem, lid van een andere „cosca", naar een stil le plek, waar een messengevecht „de eer" van de twee mannen hoog zou houden. Maar onderweg haalde de timmerman een pistool uit zijn zak en schoot vader en zoon Bonura zonder pardon neer. Op dezelfde dag nog werden de twee slachtoffers met grote plechtigheid begra ven. Zoals steeds, wanneer het om voor aanstaande „mafiosi" gaat. was de kerk te klein voor de honderden bloemenkran sen. De wraak liet niet op zich wachten. De timmerman, die na de dubbele moord de bergen in was gevlucht, werd de volgende dag gevonden, neergeschoten en ontmand, op een muildierpaadje vlak bij Palerno. De buurtgenoten namen aan, dat die wraak was georganiseerd door Pietro Tor- retta, vriend van Bonura en hoofd van de mafia van die stadswijk. Ook de politie vermoedde dit. De „cos^a" waar de timmerman bij hoorde, nam het als zeker aan en op 19 juni verscheen in die buitenwijk een sport auto met twee „killers" erin. Torretta was kennelijk gewaarschuwd, want nauwelijks had hij de twee moordenaars in zijn huis kamer binnengelaten, of zij werden door zeefd door kogels. De enige die van die strafexpeditie levend terugkeerde, was de chauffeur, Pietro Lalicata. De volgende dag viel het zesde slacht offer voor een oorvijg, waarmee alleen maar was gedreigd. Een zekere Bernar do Diana, die ervan werd verdacht Torret ta te hebben gewaarschuwd, werd uit een voorbijrijdende sportauto getroffen door twaalf revolverkogels. Dit zijn de prettige toestanden in Paler mo. Of de politieactie daarin blijvend ver andering zal brengen, betwijfelen we sterk. Tenslotte heeft de politie maar één stuk van negentig in haar macht, een zekere La Barbera, die enkele maanden geleden in Milaan, waar hij „voor zaken" heen was gereisd, werd neergeschoten, en nu langzaam van zijn wonden geneest. Er is sprake van hem naar Palermo te vervoeren om te worden ondervraagd. Dat is hoogst riskant. Zou deze man, die stellig heel wat geheimen van de Mafia kent, iets loslaten, dan zou dat gevaarlijk worden voor tal van andere „mafjosi". Gedurende een zo lange reis (daargelaten de mogelijkheid, dat hij ontsnapt) is de kans heel groot, dat hij wordt vermoord. Zelfs in de gevangenis zijn „mafiosi" hun leven niet altijd zeker. Over dat trans port is dus nog geen beslissing genomen. Beperkt zich de politie-actie tot het arresteren van enkele honderden „uit voerders", zonder dat men de leiders te pakken krijgt, dan zal de Mafia deze zo veelste oorlog tegen de overheid ten slotte winnen. en wilt u dat wtj uw krant .aai iw vakantie-adres opzenden Stuurt u ons dan -ninstens drie dagei voor uw vertrek een briefkaart met vermelding van uw naam uw vast- adres uw vakantie-adres de datun waarop de eerste krant naai uw vakantie-adres gezonden moet worden en de datum waarop de Krant voor het laatst moet worden toegezonden Als u de krant per week betaalt wilt u dan het abonnementsgeld voor de vakantieweken vooruit aan de bezor ger betalen DE A DM 1N1STR ATI I >L MS Een flinke dosis, geduld en eeri even grote dosis fotografengeluk had de maker van dit plaatje tijdens een zomer* onweer aan de Beter e Chtem- see. Recept: Camera op statief, sluiter op B of tijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 9