AGATHA CHRISTIE VERTELT:
PANDA EN DE MEE STER-FLESSER
Roemenië bouwde op de kuststrook van
de Zwarte Zee een fraai toeristenoord
Toenemend alcoholisme in Oostenrijk
Eenpersoonskamers en politiek taboe
Husqvarna
Astronaut-geleerde
HET GEHEIM
VAN DE
BLAUWE VAAS
DINSDAG 20 AUGUSTUS 1963
7
jmnmniiiiimiiiiiniiiii
I 2
ENGEL
Gaat u met vakantie?
Centrale verpleeginrichting
voor de mijnstreek
En het maakte hem onrustig. Het was
een man van middelbare leeftijd met
een indrukwekkend gelaat met krach
tige trekken. Hij had een donker
puntbaardje en doordringende grijze
ogen. Het gemak en de zekerheid van
zijn bewegingen deden hem onmiddel
lijk kennen als een hooggeplaatst, ont
wikkeld man. Jack wist dat hij La-
vington heette en de een of andere be
roemde specialist moest zijn, maar
aangezien hij geen geregeld bezoeker
van Harley Street was, zei de naam
hem weinig of niets.
Het gevoel dat de ander hem voort
durend zat te observeren was hem
deze morgen al bijzonder onaange
naam. Was zijn geheim zo duidelijk
van zijn gezicht te lezen dat iedereen
het zien kon? Zou deze man uit hoof
de van zijn beroep onmiddellijk heb
ben ontdekt dat er bij hem iets niet
in orde was?
Jack huiverde bij die gedachte. Was
het waar? Was hij bezig gek te wor
den? Leed hij werkelijk aan halluci
naties of werd hij op een afschu
welijke wijze voor de gek gehouden?
En opeens wist hij het: er was een
doodeenvoudige manier om achter de
waarheid te komen. Tot nu toe was
hij altijd alleen geweest las hij „het"
hoorde. Maar als hij nu eens met een
ander was? Dan wist hij tenminste
waar hij aan toe was.
Die avond bereidde hij zijn planne
tje zorgvuldig voor. Lavington was de
man die hij hebben moest en het
was gemakkelijk genoeg een gesprek
met hem aan te knopen het leek
wel of de ander erop gewacht had.
Jack scheen hem op een of andere
manier te interesseren. Het was dan
ook helemaal niet vreemd dat de jon
geman op een gegeven ogenblik voor
stelde samen eens een partijtje golf te
spelen. Zou het mr. Lavington de vol
gende morgen schikken, voor het ont
bijt? Het schikte mr. Lavington uit
stekend.
Ze begonnen even voor zevenen. Het
was een prachtige dag, windstil en
wolkloos en toch niet te warm. De
dokter speelde goed. Jack allermise-
rabelst. Hij dacht aan niets anders dan
aan de komende crisis en had geen
oog van zijn horloge af. Om ongeveer
tien voor half acht hadden ze de zeven
de tee bereikt, dicht bij de bunge-
low.
Toen ze langs kwamen bevond het
meisje zich, zoals gewoonlijk, in de
tuin, maar zs keek niet op. De twee
ballen lagen op de baan, die van
Jack dicht bij de hole, die van de
dokter een eindje verder.
De dokter stelde zich in positie.
Jack staarde strak naar zijn horloge.
Het was precies vijf voor half acht.
De bal rolde over het gras, aarzel
de op de rand van de hole en viel
erin.
„Een mooie slag," zei Jack. Hij
hoorde zelf hoe vreemd schor zijn
stem klonk. Met een zucht van over
weldigende opluchting schoof hij zijn
horloge wat hoger op zijn pols. Er was
niets gebeurd. De ban was verbroken.
„Mag ik even?" vroeg hij. „Even
een pijp stoppen."
Ze pauzeerden bij de achtste fée.
Jack stopte zijn pijp en hield er met
licht trillende vingers het vlamme
tje bij. Een loden last scheen van hem
af te zijn gevallen.
„Man, wat een prachtdag." merk
te hij op, tevreden om zich heen zien
de. „Ga uw gang, mr. Lavington
uw beurt."
En toen gebeurde het. Op hetzelfde
ogenblik dat de dokter sloeg. Een ho
ge, krijsende vrouwenstem:
„Moord! Moord! Help!"
De pijp viel uit Jacks krachteloze
hand en hij draaide zich met een ruk
in de richting van het geluid. Maar
hij bedacht zich, keerde zich haas
tig om en keek gespannen, naar zijn
metgezel.
Lavington tuurde met zijn hand voor
zijn ogen de baan af.
„Net precies erlangs, geloof ik,"
zei hij.
Hij had niets gehoord
Jack had het gevoel of alles om hem
heen begon te draaien. Met moeite
deed hij enkele slingerende passen.
Toen hij weer bij zijn positieven kwam,
lag hij op het gras en Lavington
stond over hem heen gebogen.
„Kalm houden maar, rustig blijven,
zo.
„Wat is er met mij aan de hand?"
„Je bent flauwgevallen, jongeman
het leek er tenminste veel op."
„Grote genade," kreunde Jack.
„Scheelt er iets aan? Moeilijkhe
den?"
„Dat zal ik u dadelijk zeggen. Maar
mag ik eerst wat vragen?"
De dokter stopte een pijp en ging
op de bank zitten.
„Jij vraagt maar," zei hij gemoede
lijk.
„Het is me opgevallen dat u me al
een dag of wat aan het observeren
bent. Waarom eigenlijk?"
Er twinkelde iets in Lavingtons
ogen.
„Een nogal lastige vraag. Maar kij
ken staat vrij, weet je."
„Dat is een uitvlucht. Draait u er
nu niet omheen: waarom zat u me
zo aan te kijken? Ik vraag dit niet
zonder gegronde reden."
Lavingtons gezicht werd ernstig.
„Dan zal ik 't je eerlijk zeggen.
Ik kreeg sterk de indruk dat je aan
heftige emotionele spanningen ten
prooi was en ik vroeg me af wat daar
van de oorzaak kon zijn."
„Dat kan ik u heel gemakkelijk ver
tellen," zei Jack bitter. „Ik ben bezig
gek te worden."
Hij zweeg dramatisch, maar aan
gezien zijn opmerking niet die conster
natie tweegbracht die hij had ver
wacht en de ander er zelfs betrekke
lijk onverschillig onder bleef, herhaal
de hij met nadruk:
„Ik zeg dat ik bezig ben gek te
worden."
„Eigenaardig," mompelde Lavington.
„Héél eigenaardig."
Jack voelde zich kwaad worden.
„EigenaardigIs dat het enige
wat jullie dokters van zo iets kunnen
zeggen? Wat zijn jullie toch verdui
veld ongevoelig".
„Kom, kom, jonge vriend, nu niet
onredelijk worden. Om te beginnen
ben ik geen gewone dokter, dat wil
zeggen ik heb mijn graad natuur-
„Het geheim van de Blauwe
Vaas" is het derde van een
reeks verhalen door de be
roemde Engelse detective
schrijfster Agatha Christie
die wij in de loop van de
maand augustus publiceren.
lijk, maar ik oefen geen praktijk uit.
Ik ben niet zozeer geneesheer van het
lichaam dan wel
„Van de geest?" vroeg Jack gespan
nen.
„In zekere zin, ja. Maar meer nog
van de ziel."
„O."
„Verbeeld ik het me of klonk er
een zekere minachting in je stem?
Kijk, jongeman, tenslotte moeten we
van een woord gebruik maken om dat
gene aan te duiden dat-van zijn stof
felijk omhulsel kan worden geschei
den en een onafhankelijk bestaan lei
den. Je zult je 't8dh met de gedach
te vertrouwd moeten maken, jonge
vriend, dat je een ziel hebt. En als
dat woord je niet bevalt, noem het dan
anders wat doet de naam ertoe.
Je hebt je daarnet even kwaad ge
maakt om de manier waarop ik me
uitdrukte, maar het kwam me inder
daad heel eigenaardig voor dat een
zo uitgebalanceerde en volkomen nor
male jongeman als jij bent aan de
zelfbegoocheling zou lijden dat hij
krankzinnig werd."
„En toch is het zo. Ik ben echt
een beetje getikt."
„Neem me niet kwalijk dat ik het
zeg, maar ik geloof er niets van".
„Ik lijd aan waanvoorstellingen."
„Na het eten?"
„Nee 's morgens vroeg."
„Bestaat niet," zei dokter, opnieuw
een vlammetje bij zijn pijp houdend
die inmiddels was uitgegaan.
„Dat kunt u nu wel zeggen, maar
ik hoor dingen die niemand anders
hoort."
„Eén mens op de duizend kan de-
manen van Jupiter zien. Omdat die
andere negenhonderdnegenennegentig
ze niet zien kunnen betekent nog
niet dat ze niet bestaan En dat is zé
ker geen reden om die éne man gek
te verklaren."
„De mannen van Jupiter zijn een
wetenschappelijkk bewezen feit".
„Het is heel goed mogelijk dat de
zogenaamde „waanvoorstellingen" van
nu in de toekomst wetenschappelijk
bewezen feiten zullen zijn."
Onwillekeruig maakte Lavingtons
rustige, nuchtere manier van spre
ken indruk op Jack. Hij voelde zich
enorm getroost en opgelucht. De dokter
keek hem enkele ogenblikken aan-
dchtig aan en knikte toen.
„Zo is 't beter," zei hij. „De moei
lijkheid met jullie jonge kerels is, dat
je er zo heilig van overtuigd bent
dat alleen jullie eigen filosofie be
staansrecht heeft en dat daarbuiten
niets bestaan kan; en dat je volkomen
van de kook raakt als er iets gebeurt
dat niet onmiddellijk in je systeem
past. Vertel me nu eerst maar eens
waarom je denkt dat je bezig bent gek
te worden; dan zullen we daarna wel
eens bekijken of je opgesloten moet
worden of niet."
Jack gaf hem een zo nauwkeurig
mogelijk verslag van de gebeurtenis
sen van de laatste dagen.
„Maar wat ik niet begrijp," eindigde
hij, „is, waarom het vanmorgen om
halfacht gebeurde, vijf minuten la
ter dan anders."
Lavington dacht enkele ogenblikken
na.
„Hoe laat heb jij 't nu?" vroeg hij
toen.
„Kwart voor acht," antwoordde
Jack.
„Dan is je horloge vijf minuten
voor. Ik heb 't tien over half acht. Dat
is een bijzonder interessant en belang
rijk punt, volgens mij. Het bewijst.
„Ja? Wat bewijst het?" vroeg Jack,
die het interessant begon te vinden.
„Wel de voor de hand liggende
verklaring is, dat je die eerste keer
werkelijk de een of andere kreet hoor
de dat kan natuurlijk een grap
geweest zijn, maar misschien ook niet.
De daaropvolgende ochtenden heb je
jezelf gesuggereerd diezelfde kreet op
precies hetzelfde ogenblik te horen."
„Ik weet zeker dat het geen sug
gestie was."
„Ken je de listen en lagen van je
onderbewustzijn?
Maar om kort te gaan: die verkla
ring deugt niet. Als alles werkelijk
op suggestie berustte, zou je die gil
ook de laatste keer om vijf voor half
acht op jouw horloge dan ge
hoord hebben, en niet vijf minuten
later."
„Dus.
„Dus het betreft hier geen fic
tief maar een werkelijk geval. Er heeft
werkelijk een vrouw gegild en wel
in de buurt van de bungalow om vijf
voor half acht."
„Ja, maar waarom ben ik dan de
enige die het gehoord heeft? Ik ge
loof niet in geesten en dat soort dingen
Waarom ik juist?"
„Tja daar is weinig van te zeg
gen. Het is een erkend feit dat de
beste media eens overtuigde sceptici
waren. Het zijn heus niet altijd de
mensen die zich hevig voor occultis
me interesseren die waarnemingen
doen. Sommige mensen horen en zien
nu eenmaal dingen die een ander niet
hoort en niet ziet waarom weet
ik niet. En in negen van de tien ge
vallen vinden ze 't helemaal niet leuk
en zijn er heilig van overtuigd dat
ze aan waanvoorstellingen lijden zo
als jij nu'. T Is als met elektriciteit:
sommige stoffen zijn goede geleiders
en andere slechte en het is ook heel
lang een duistere zaak geweest waar
om dat zo is we hadden het maar
aan te nemen. Tegenwoordig kennen
we het „waarom". En zo zal er onge
twijfeld ook een tijd komen, waarop
we begrijpen zullen waarom jij die
kreet wel gehoord hebt en dat meisje
en ik niet. 't Is valles onderworpen
aan natuurlijke wetten, weet je iets
„bovennatuurlijks" bestaat er in feite
niet. Het is een hele toer de wetten
te leren kennen die aan de zogenaam
de psychische fenomenen ten grond
slag liggen, maar er wordt aan ge
werkt."
„Maar wat moet ik nu doen?"
vroeg Jack.
Lavington grinnikte.
„Een practisch jongmens. Wel, jon
geman, om te beginnen ga je stevig
ontbijten en dan ga je naar je werk.
En je piekert je niet suf over dingen
die je toch niet begrijpt. Intussen zal
ik eens een beetje in de buurt van
die bungalow rondsnuffelen ik durf
er een eed op te doen dat daar de
zetel van 't hele mysterie schuilt."
Jack stond op.
„O.K. Maar... eh..."
„Ja?"
Jack bloosde hinderlijk.
„ik geloof niet dat dat meisje er
iets mee te maken heeft..."
Lavington keek hem geamuseerd
aan.
„Je had me niet eens verteld dat
ze knap was. Maar maak je niet be
zorgd ik heb de indruk dat het
mysterie van vóór haar tijd is."
(wordt vervolgd)
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiiiii
hsiiSf
12-77
12. Panda en de Moerheer genoten erg van de fles
met Vrolijke Gedachten en een tijdlang daverde het
oude kasteeltje van hun geschater. „Dus dit zijn de
gedachten van de Meergraaf," zei Panda tussen twee
lachbuien door, „nou, dat moet dan wel een reuze
grappig iemand zijn!" „Hij is het vrolijkste lid van
onze Broederschap," antwoordde de Moerheer. Hij wis
te zich de tranen uit de ogen en stond op. „Ik ga hem
een paar flessen Verfijnde Gedachten brengen", voer
hij voort, „hij heeft ons zo laten lachen daar mag
wel wat tegenover staan. Wacht op me, Panda. Ik ben
zo terug Binnen een maand." „W-wat?" riep Pan
da, „een mddnd?! Hola! Meneer de Moerheer!!" Maar
zijn gastheer had het kasteeltje al verlaten. Bedrukt
zag Panda hem in de nevels verdwijnen. „Een
maand herhaalde hij, „dan zit ik hier al die tijd
alleen!"
(Van onze correspondent)
WENEN. Op de aanplakmuren van Wenen staat een meisje in bikini af
gebeeld dat u uitnodigt om uw vakantie in Nessebar door te brengen. Al zoudt u
niet weten waar Nessebar ligt, de opmaak, de kleur en de smakeloze stijl van
deze reclame zeggen al dadelijk dat deze prent achter het IJzeren Gordijn moet
zijn ontworpen. Men ziet nog andere vakantie-aanbiedingen uit communistische
landen, die al even smakeloos zijn. De Sovjet-Unie biedt u aan om in de Zwarte
Zee te gaan zwemmen en belooft als voorgerecht een bootreis met het nieuwe
toeristenschip „Amour", dat een dienst onderhoudt tussen Wenen en de Krim.
EEN HONGAARS MEISJE vestigt uw
aandacht op het Balaton-meer, terwijl
Bulgaarse badnimfen in bikini de geneug
ten van Nessebar en Warne aanprijzen.
Bulgarije heeft overigens inzake vreemde
lingenverkeer een oude en goede traditie,
die ook door het communistische regiem
wordt overgenomen, want er wordt veel
geld in nieuwe hotels langs de Zwarte Zee
geïnvesteerd en men hoopt er nog meer
geld en vooral deviezen uit te ha
len. Op de plakkaten ontbreekt voorlopig
nog Roemenië, ofschoon ook dit land aan
de Zwarte Zee ligt. In de laatste tijd
heeft het veel van zich laten horen, omdat
het een periode van bloei doormaakt en
zich juist daarom niet helemaal wil onder
werpen aan de plannen en voorschriften
van het Comecon, dus de communistische
E.E.G.
DEZE TOENEMENDE welstand in Roe
menië, die het nationale zelfbewustzijn
doet groeien, openbaart zich ook aan de
oevers van de Zwarte Zee, waar Roemenië
naar het voorbeeld van Bulgarije, begon
nen is met een grootscheepse „toeristen
industrie", waardoor dit land een geduchte
concurrent is geworden. Tientallen wolken-
krabber-hotels heeft men hier uit de mod
der gestampt. Enkele kilometers ten
noorden van de haven Konstanta ligt
tussen de kustplaatsen Mamaia, Eforie en
Mangalia een brede kuststrook, die in een
minimum van tijd tot een fraai toeristen
oord is omgetoverd. Oorspronkelijk wilde
men hier alleen vakantiegangers uit ande
re volksdemokratische landen opnemen en
feitelijk komen ook nu nog de meesten uit
de zogenaamde Duitse Oost-zone. Men her
kent deze toeristen onmiddellijk aan hun
uitspraak, omdat zij allen het Saksische
accent hebben van de oer-Sakser Ulbricht
en ook omdat zij in tegenstelling met hun
Russische vrienden niet in pyjama langs
het strand wandelen. Maar intussen zijn
ook gasten uit het echte westen van harte
welkom en hun aantal wordt steeds gro
ter, omdat Maiama niet alleen een groot
zoutwater-strand heeft, maar vooral ook
voorraad aan geneeskrachtige modder.
Daarvan heeft reeds Ovidius in de eerste
eeuw geprofiteerd, toen hij naar deze
streek en wel naar Tomi werd ver
bannen.
OP HET OGENBLIK vinden hier dui
zenden echte of schijn-communisten ver
lichting van hun reumatiek en jicht, want
de modder van Maiama bezit een wonder
lijke kracht en de jicht maakt geen ver
schil tussen oost en west. Ook wie niét
door zijn gewrichten wordt geplaagd, kan
hier voor weinig geld een prettige vakan
tie doorbrengen. Gelukkig is het strand
lang genoeg om de duizenden toeristen op
Advertentie
41 •■■MN
Grote Houtstraat 181
te nemen, want in een minimum van
tijd werden hier hotels gebouwd met in
totaal 17.000 kamers voor 34.000 toeristen.
Alle kamers hebben twee bedden, en wie
alleen komt, wordt bij iemand onder
gebracht, die „bij hem past". Over dit
laatste beslist de directie van het hotel.
Op deze regel bestaat geen uitzondering,
want ook de hoogste regeringsfunctionaris
sen slapen er met z'n tweeën. Dat is com
munistische levensstijl geworden, en al
leen westerse individualisten komen soms
op de dwaze gedachte, dat ze ook op va
kantie wel eens alleen willen zijn.
OP DE VRAAG, waarom er geen een
persoonskamers zijn, antwoordt rpen met
de tegenvraag: waarom zou de mens al
leen zijn? Het antwoord is afdoende en
laat alle mogelijke interpretaties toe. Toch
kan men de hoge functionarissen of
bonzen ook hier nog gemakkelijk herken
nen, want in tegenstelling met de door
snee-Rus lopen zij hier niet in hun pyja
ma rond, maar in royale witte badjassen,
die het teken zijn van „very important
person".
Ofschoon de trek uit het vrije westen
nog niet groot is, verwacht men toch groot
succes van de reclame en daarom wil
men in de komende jaren nog een groot
aantal hotels bouwen met een capaciteit
van 200.000 kamers, dat is dus 400.000 bed
den. Een vakantie aan de Zwarte Zee in
Roemenië heeft het voordeel dat een bed
per nacht slechts 6 gulden kost. Verder
geniet men van de goede en moderne ho
telaccommodatie. De hotels en hun ka
mers zijn proper, het eten is goed, service
beter dan in de Russische hotels op de
Krim en de wijn smaakt uitstekend en
kost even weinig als de zachte pruimen-
likeur Tzuika en het schuimende bier. Bo
vendien wordt er niet gediscussieerd over
politiek, zelfs niet met de „individualis
ten" uit het westen. Ook de welstands
communisten willen met rust worden ge
laten en zij kunnen ongestoord van die
rust genieten, omdat er nog geen Chine
zen op het strand van Maiama zijn ver
schenen.
(Van onze correspondent)
WENEN. Niet alleen de Fransen en Italianen, maar ook de Oostenrijkers
kunnen tegen een stootje, wanneer het op wijndrinken aankomt, maar de con
sumptie tan sterkedrank is in Oostenrijk zo enorm gestegen dat de volksgezond
heid ondermijnd wordt. In het afgelopen jaar heeft de Oostenrijkse bevolking
7,7 miljoen hectoliter sterkedrank - wijn, bier en likeur - geconsumeerd, tegen
over 4 miljoen hectoliter in 1950. De consumptie is dus bijna verdubbeld. Duide
lijker gezegd: in het afgelopen jaar werd er per hoofd 110 liter sterkedrank ge
consumeerd, dat wil zeggen acht liter pure alcohol.
VOOR DIT GENOTMIDDEL hebben de
Oostenrijkers dan ook de kapitale som van
8 miljard schilling dat is meer dan 1
miljard gulden uitgegeven. Sociologen
en psychologen brengen dit verschijnsel
in verband met de toenemende welvaart,
maar ook met een grotere prikkelbaarheid
en het gemis aan -moreel evenwicht. Op
't eerste gezicht schijnt dit een goede
zaak voor de staat te zijn, wan* de in
komsten uit belastingen op sterkedrank
zijn eveneens gestegen en wel van 435
miljoen schilling in 1950 tot 1 miljard 370
miljoen, dus driemaal zoveel.
TOCH ZIJN de nadelen voor de staat
veel aanzienlijker, want het aantal aan
de drank verslaafden neemt schrikbarend
toe, niet alleen onder mannen, maar ook
onder vrouwen en zelfs onder jeugdige
personen. Steeds meer vrouwen lijden aan
delirium trement, omdat zij de sterke
drank niet kunnen weerstaan. Juist door
het overmatige drankgebruik is het aantal
krankzinnigen onheilspellend toegenomen,
want meer dan de helft van de patiënten
en verpleegden in de psychiatrische-neuro-
logische kliniek in Wenen is aan de drank
verslaafd. En dan zijn er nog de 3642
ernstige verkeersongelukken, die het ge
volg zijn geweest van dronkenschap.
DE DRANKZUCHT is een gevaar dat
het Oostenrijkse volk aantast en boven
dien onnodige uitgaven voor de staat ver
oorzaakt. In Californië heeft men het vol
gende uitgerekend: voor elke dollar die
aan belasting op sterkedrank wordt ge-
ind, moet de staat 7,5 dollar uitgeven
om de door dronkenschap veroorzaakte
schade weer goed te maken of te con
troleren. Oostenrijk telt ongeveer 350.000
krankzinnigen wier situatie aantoon
baar gerelateerd is aan alcoholisme
waarvoor per dag 17 miljoen schilling
door de staat wordt uitgegeven. Wat de
schatkist dus met de ene hand aan be
lastingen int, daarvan moet een meervoud
worden uitgegeven voor de verpleging en
behandelingen van de alcohol-slachtoffers.
Daar dé schatkist deze last op de duur
niet kan dragen, is nu het voorstel geop
perd om de belasting op sterkedrank
opnieuw met drie percent te verhogen en
dit bedrag rechtstreeks af te voeren naar
de ziekenfondsen, die daardóor in staat
worden gesteld om de drankzuchtigen be
ter te verplegen, met meer succes te be
handelen en mogelijk óok van hun kwaal
te genezên.
en wilt u dat wij uw krant naar
uw vakantie-adres opzenden
Stuurt u ons dan minstens drie dagen
voor uw vertrek eèn briefkaart met ver
melding van uw naam, uw vaste adres,
uw vakantie-adres, de datum waarop de
eerste krant naar uw vakantie-adres ge
zonden moet worden ên de datum waarop
de krant voor het laatst moet worden
toegezonden.
Als u de krant per week betaalt, wilt u
dan het abonnementsgeld voor de vakan
tieweken vooruit aan de bezorger be
talen
DE ADMINISTRATIE
In Hoensbroek zal een centrale ver
pleeginrichting voor de mijnstreek worden
gebouwd voor chronische zieken, die de
nodige verpleging thuis niet kunnen krij
gen en die toch niet zodanig ziek zijn, dat
ze een langdurige verpleging in een zie-
huis nodig hebben. De inrichting krijgt
een capaciteit van 150 tot 180 bedden en
mogelijkheden tot reactivering en revali
datie van de patiënten. De bouw- en
inrichtingskosten worden begroot op on
geveer vijf miljoen gulden. In 1964 wordt
met de bouw begonnen.
Dit is een éénmans hoover-craft
ruimte-scooter. Hij wordt aangedre
ven door een straalmotor met propel
lers. Hij kan draaien, zweven, voor
waarts, achterwaarts en horizontaal
bewegen en een snelle stijging en een
beheerste daling uitvoeren. Een vei
ligheidslier zorgt ervoor dat de scooter
niet boven de gewenste hoogte uit
komt. De scooter kan gebruikt wor
den als verbinding tussen ruimtevaar
tuigen en bij landing op de maan zou
hij het ruwe terrein aldaar kunnen
overbruggen. De scooter kan echter
ook dienen voor metingen op aarde
van klippen en ravijnen, en om ermee
in spleten af te dalen. Dit nieuwste ver
voermiddel wordt op het ogenblik op
zijn bruikbaarheid getest door The
North American's Space and Informa
tion Systems Division in Downey
(Californië).
Indien het Amerikaanse ruimtevaarbu
reau ooit een astronaut nodig zou hebben,
die zowel een geleerde als een straalpi-
loot is, dan hoeft het het niet lang te zoe
ken. Vanaf het a.s. najaar zal de 29-ja
rige fysicus F. Curtis Michel feitelijk naast
het Centrum van de Bemande Ruimte
vaart in Houston, Texas, wonen.
Hij is reserve-kapitein in de luchtmacht
en heeft 500 uur straalvliegen op zijn
naam. In september begint hij zijn nieu
we functie van assistent-hoogleraar voor
ruimtevaart aan de Rice Universiteit. De
president van Rice noemt hem een even
tuele kandidaat vóór de functie van „we
tenschappelijke astronaut." De NASA heeft
zich er nooit ovér uitgelaten of ze een as-
stronaut wil met wetenschappelijke oplei
ding. Maar vele geleerden menen, dat
iemand uit hun midden een plaats moet
worden gegeven in de „Apollo", het eer
ste maanschip met een bemanning van
drie. Militairen beweren dat alleen een
beroepspiloot over het mentale en fysie
ke reactie-vermogen beschikt dat nodig is
in noodsituaties. Zij zeggen dat geleerden
denkers zijn en geen mannen van de daad.
Kapitein Michel zegt: „Ik ben beschikbaar,
en of."
HIJ DENKT dat binnen niet te lange
tijd wetenschappelijk opgeleide mannen
mee de ruimte in moeten. „We gaan de
ruimte in om er te vinden wat wij niet
verwachten, en alleen een wetenschaps
man kan weten wat hij ziet als dat onver
wachte zich voordoet. Dit is geen onder
schatting van de piloten, maar zij kunnen
zonder wetenschappelijke opleiding ge
makkelijk iets missen wat een weten
schapsman wél ziet."