AGATHA CHRISTIE VERTELT: PANDA EN DE MEE STER-FLESSER Roemenië bouwde op de kuststrook van de Zwarte Zee een fraai toeristenoord Toenemend alcoholisme in Oostenrijk Eenpersoonskamers en politiek taboe Husqvarna Astronaut-geleerde HET GEHEIM VAN DE BLAUWE VAAS DINSDAG 20 AUGUSTUS 1963 7 jmnmniiiiimiiiiiniiiii I 2 ENGEL Gaat u met vakantie? Centrale verpleeginrichting voor de mijnstreek En het maakte hem onrustig. Het was een man van middelbare leeftijd met een indrukwekkend gelaat met krach tige trekken. Hij had een donker puntbaardje en doordringende grijze ogen. Het gemak en de zekerheid van zijn bewegingen deden hem onmiddel lijk kennen als een hooggeplaatst, ont wikkeld man. Jack wist dat hij La- vington heette en de een of andere be roemde specialist moest zijn, maar aangezien hij geen geregeld bezoeker van Harley Street was, zei de naam hem weinig of niets. Het gevoel dat de ander hem voort durend zat te observeren was hem deze morgen al bijzonder onaange naam. Was zijn geheim zo duidelijk van zijn gezicht te lezen dat iedereen het zien kon? Zou deze man uit hoof de van zijn beroep onmiddellijk heb ben ontdekt dat er bij hem iets niet in orde was? Jack huiverde bij die gedachte. Was het waar? Was hij bezig gek te wor den? Leed hij werkelijk aan halluci naties of werd hij op een afschu welijke wijze voor de gek gehouden? En opeens wist hij het: er was een doodeenvoudige manier om achter de waarheid te komen. Tot nu toe was hij altijd alleen geweest las hij „het" hoorde. Maar als hij nu eens met een ander was? Dan wist hij tenminste waar hij aan toe was. Die avond bereidde hij zijn planne tje zorgvuldig voor. Lavington was de man die hij hebben moest en het was gemakkelijk genoeg een gesprek met hem aan te knopen het leek wel of de ander erop gewacht had. Jack scheen hem op een of andere manier te interesseren. Het was dan ook helemaal niet vreemd dat de jon geman op een gegeven ogenblik voor stelde samen eens een partijtje golf te spelen. Zou het mr. Lavington de vol gende morgen schikken, voor het ont bijt? Het schikte mr. Lavington uit stekend. Ze begonnen even voor zevenen. Het was een prachtige dag, windstil en wolkloos en toch niet te warm. De dokter speelde goed. Jack allermise- rabelst. Hij dacht aan niets anders dan aan de komende crisis en had geen oog van zijn horloge af. Om ongeveer tien voor half acht hadden ze de zeven de tee bereikt, dicht bij de bunge- low. Toen ze langs kwamen bevond het meisje zich, zoals gewoonlijk, in de tuin, maar zs keek niet op. De twee ballen lagen op de baan, die van Jack dicht bij de hole, die van de dokter een eindje verder. De dokter stelde zich in positie. Jack staarde strak naar zijn horloge. Het was precies vijf voor half acht. De bal rolde over het gras, aarzel de op de rand van de hole en viel erin. „Een mooie slag," zei Jack. Hij hoorde zelf hoe vreemd schor zijn stem klonk. Met een zucht van over weldigende opluchting schoof hij zijn horloge wat hoger op zijn pols. Er was niets gebeurd. De ban was verbroken. „Mag ik even?" vroeg hij. „Even een pijp stoppen." Ze pauzeerden bij de achtste fée. Jack stopte zijn pijp en hield er met licht trillende vingers het vlamme tje bij. Een loden last scheen van hem af te zijn gevallen. „Man, wat een prachtdag." merk te hij op, tevreden om zich heen zien de. „Ga uw gang, mr. Lavington uw beurt." En toen gebeurde het. Op hetzelfde ogenblik dat de dokter sloeg. Een ho ge, krijsende vrouwenstem: „Moord! Moord! Help!" De pijp viel uit Jacks krachteloze hand en hij draaide zich met een ruk in de richting van het geluid. Maar hij bedacht zich, keerde zich haas tig om en keek gespannen, naar zijn metgezel. Lavington tuurde met zijn hand voor zijn ogen de baan af. „Net precies erlangs, geloof ik," zei hij. Hij had niets gehoord Jack had het gevoel of alles om hem heen begon te draaien. Met moeite deed hij enkele slingerende passen. Toen hij weer bij zijn positieven kwam, lag hij op het gras en Lavington stond over hem heen gebogen. „Kalm houden maar, rustig blijven, zo. „Wat is er met mij aan de hand?" „Je bent flauwgevallen, jongeman het leek er tenminste veel op." „Grote genade," kreunde Jack. „Scheelt er iets aan? Moeilijkhe den?" „Dat zal ik u dadelijk zeggen. Maar mag ik eerst wat vragen?" De dokter stopte een pijp en ging op de bank zitten. „Jij vraagt maar," zei hij gemoede lijk. „Het is me opgevallen dat u me al een dag of wat aan het observeren bent. Waarom eigenlijk?" Er twinkelde iets in Lavingtons ogen. „Een nogal lastige vraag. Maar kij ken staat vrij, weet je." „Dat is een uitvlucht. Draait u er nu niet omheen: waarom zat u me zo aan te kijken? Ik vraag dit niet zonder gegronde reden." Lavingtons gezicht werd ernstig. „Dan zal ik 't je eerlijk zeggen. Ik kreeg sterk de indruk dat je aan heftige emotionele spanningen ten prooi was en ik vroeg me af wat daar van de oorzaak kon zijn." „Dat kan ik u heel gemakkelijk ver tellen," zei Jack bitter. „Ik ben bezig gek te worden." Hij zweeg dramatisch, maar aan gezien zijn opmerking niet die conster natie tweegbracht die hij had ver wacht en de ander er zelfs betrekke lijk onverschillig onder bleef, herhaal de hij met nadruk: „Ik zeg dat ik bezig ben gek te worden." „Eigenaardig," mompelde Lavington. „Héél eigenaardig." Jack voelde zich kwaad worden. „EigenaardigIs dat het enige wat jullie dokters van zo iets kunnen zeggen? Wat zijn jullie toch verdui veld ongevoelig". „Kom, kom, jonge vriend, nu niet onredelijk worden. Om te beginnen ben ik geen gewone dokter, dat wil zeggen ik heb mijn graad natuur- „Het geheim van de Blauwe Vaas" is het derde van een reeks verhalen door de be roemde Engelse detective schrijfster Agatha Christie die wij in de loop van de maand augustus publiceren. lijk, maar ik oefen geen praktijk uit. Ik ben niet zozeer geneesheer van het lichaam dan wel „Van de geest?" vroeg Jack gespan nen. „In zekere zin, ja. Maar meer nog van de ziel." „O." „Verbeeld ik het me of klonk er een zekere minachting in je stem? Kijk, jongeman, tenslotte moeten we van een woord gebruik maken om dat gene aan te duiden dat-van zijn stof felijk omhulsel kan worden geschei den en een onafhankelijk bestaan lei den. Je zult je 't8dh met de gedach te vertrouwd moeten maken, jonge vriend, dat je een ziel hebt. En als dat woord je niet bevalt, noem het dan anders wat doet de naam ertoe. Je hebt je daarnet even kwaad ge maakt om de manier waarop ik me uitdrukte, maar het kwam me inder daad heel eigenaardig voor dat een zo uitgebalanceerde en volkomen nor male jongeman als jij bent aan de zelfbegoocheling zou lijden dat hij krankzinnig werd." „En toch is het zo. Ik ben echt een beetje getikt." „Neem me niet kwalijk dat ik het zeg, maar ik geloof er niets van". „Ik lijd aan waanvoorstellingen." „Na het eten?" „Nee 's morgens vroeg." „Bestaat niet," zei dokter, opnieuw een vlammetje bij zijn pijp houdend die inmiddels was uitgegaan. „Dat kunt u nu wel zeggen, maar ik hoor dingen die niemand anders hoort." „Eén mens op de duizend kan de- manen van Jupiter zien. Omdat die andere negenhonderdnegenennegentig ze niet zien kunnen betekent nog niet dat ze niet bestaan En dat is zé ker geen reden om die éne man gek te verklaren." „De mannen van Jupiter zijn een wetenschappelijkk bewezen feit". „Het is heel goed mogelijk dat de zogenaamde „waanvoorstellingen" van nu in de toekomst wetenschappelijk bewezen feiten zullen zijn." Onwillekeruig maakte Lavingtons rustige, nuchtere manier van spre ken indruk op Jack. Hij voelde zich enorm getroost en opgelucht. De dokter keek hem enkele ogenblikken aan- dchtig aan en knikte toen. „Zo is 't beter," zei hij. „De moei lijkheid met jullie jonge kerels is, dat je er zo heilig van overtuigd bent dat alleen jullie eigen filosofie be staansrecht heeft en dat daarbuiten niets bestaan kan; en dat je volkomen van de kook raakt als er iets gebeurt dat niet onmiddellijk in je systeem past. Vertel me nu eerst maar eens waarom je denkt dat je bezig bent gek te worden; dan zullen we daarna wel eens bekijken of je opgesloten moet worden of niet." Jack gaf hem een zo nauwkeurig mogelijk verslag van de gebeurtenis sen van de laatste dagen. „Maar wat ik niet begrijp," eindigde hij, „is, waarom het vanmorgen om halfacht gebeurde, vijf minuten la ter dan anders." Lavington dacht enkele ogenblikken na. „Hoe laat heb jij 't nu?" vroeg hij toen. „Kwart voor acht," antwoordde Jack. „Dan is je horloge vijf minuten voor. Ik heb 't tien over half acht. Dat is een bijzonder interessant en belang rijk punt, volgens mij. Het bewijst. „Ja? Wat bewijst het?" vroeg Jack, die het interessant begon te vinden. „Wel de voor de hand liggende verklaring is, dat je die eerste keer werkelijk de een of andere kreet hoor de dat kan natuurlijk een grap geweest zijn, maar misschien ook niet. De daaropvolgende ochtenden heb je jezelf gesuggereerd diezelfde kreet op precies hetzelfde ogenblik te horen." „Ik weet zeker dat het geen sug gestie was." „Ken je de listen en lagen van je onderbewustzijn? Maar om kort te gaan: die verkla ring deugt niet. Als alles werkelijk op suggestie berustte, zou je die gil ook de laatste keer om vijf voor half acht op jouw horloge dan ge hoord hebben, en niet vijf minuten later." „Dus. „Dus het betreft hier geen fic tief maar een werkelijk geval. Er heeft werkelijk een vrouw gegild en wel in de buurt van de bungalow om vijf voor half acht." „Ja, maar waarom ben ik dan de enige die het gehoord heeft? Ik ge loof niet in geesten en dat soort dingen Waarom ik juist?" „Tja daar is weinig van te zeg gen. Het is een erkend feit dat de beste media eens overtuigde sceptici waren. Het zijn heus niet altijd de mensen die zich hevig voor occultis me interesseren die waarnemingen doen. Sommige mensen horen en zien nu eenmaal dingen die een ander niet hoort en niet ziet waarom weet ik niet. En in negen van de tien ge vallen vinden ze 't helemaal niet leuk en zijn er heilig van overtuigd dat ze aan waanvoorstellingen lijden zo als jij nu'. T Is als met elektriciteit: sommige stoffen zijn goede geleiders en andere slechte en het is ook heel lang een duistere zaak geweest waar om dat zo is we hadden het maar aan te nemen. Tegenwoordig kennen we het „waarom". En zo zal er onge twijfeld ook een tijd komen, waarop we begrijpen zullen waarom jij die kreet wel gehoord hebt en dat meisje en ik niet. 't Is valles onderworpen aan natuurlijke wetten, weet je iets „bovennatuurlijks" bestaat er in feite niet. Het is een hele toer de wetten te leren kennen die aan de zogenaam de psychische fenomenen ten grond slag liggen, maar er wordt aan ge werkt." „Maar wat moet ik nu doen?" vroeg Jack. Lavington grinnikte. „Een practisch jongmens. Wel, jon geman, om te beginnen ga je stevig ontbijten en dan ga je naar je werk. En je piekert je niet suf over dingen die je toch niet begrijpt. Intussen zal ik eens een beetje in de buurt van die bungalow rondsnuffelen ik durf er een eed op te doen dat daar de zetel van 't hele mysterie schuilt." Jack stond op. „O.K. Maar... eh..." „Ja?" Jack bloosde hinderlijk. „ik geloof niet dat dat meisje er iets mee te maken heeft..." Lavington keek hem geamuseerd aan. „Je had me niet eens verteld dat ze knap was. Maar maak je niet be zorgd ik heb de indruk dat het mysterie van vóór haar tijd is." (wordt vervolgd) iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiiiii hsiiSf 12-77 12. Panda en de Moerheer genoten erg van de fles met Vrolijke Gedachten en een tijdlang daverde het oude kasteeltje van hun geschater. „Dus dit zijn de gedachten van de Meergraaf," zei Panda tussen twee lachbuien door, „nou, dat moet dan wel een reuze grappig iemand zijn!" „Hij is het vrolijkste lid van onze Broederschap," antwoordde de Moerheer. Hij wis te zich de tranen uit de ogen en stond op. „Ik ga hem een paar flessen Verfijnde Gedachten brengen", voer hij voort, „hij heeft ons zo laten lachen daar mag wel wat tegenover staan. Wacht op me, Panda. Ik ben zo terug Binnen een maand." „W-wat?" riep Pan da, „een mddnd?! Hola! Meneer de Moerheer!!" Maar zijn gastheer had het kasteeltje al verlaten. Bedrukt zag Panda hem in de nevels verdwijnen. „Een maand herhaalde hij, „dan zit ik hier al die tijd alleen!" (Van onze correspondent) WENEN. Op de aanplakmuren van Wenen staat een meisje in bikini af gebeeld dat u uitnodigt om uw vakantie in Nessebar door te brengen. Al zoudt u niet weten waar Nessebar ligt, de opmaak, de kleur en de smakeloze stijl van deze reclame zeggen al dadelijk dat deze prent achter het IJzeren Gordijn moet zijn ontworpen. Men ziet nog andere vakantie-aanbiedingen uit communistische landen, die al even smakeloos zijn. De Sovjet-Unie biedt u aan om in de Zwarte Zee te gaan zwemmen en belooft als voorgerecht een bootreis met het nieuwe toeristenschip „Amour", dat een dienst onderhoudt tussen Wenen en de Krim. EEN HONGAARS MEISJE vestigt uw aandacht op het Balaton-meer, terwijl Bulgaarse badnimfen in bikini de geneug ten van Nessebar en Warne aanprijzen. Bulgarije heeft overigens inzake vreemde lingenverkeer een oude en goede traditie, die ook door het communistische regiem wordt overgenomen, want er wordt veel geld in nieuwe hotels langs de Zwarte Zee geïnvesteerd en men hoopt er nog meer geld en vooral deviezen uit te ha len. Op de plakkaten ontbreekt voorlopig nog Roemenië, ofschoon ook dit land aan de Zwarte Zee ligt. In de laatste tijd heeft het veel van zich laten horen, omdat het een periode van bloei doormaakt en zich juist daarom niet helemaal wil onder werpen aan de plannen en voorschriften van het Comecon, dus de communistische E.E.G. DEZE TOENEMENDE welstand in Roe menië, die het nationale zelfbewustzijn doet groeien, openbaart zich ook aan de oevers van de Zwarte Zee, waar Roemenië naar het voorbeeld van Bulgarije, begon nen is met een grootscheepse „toeristen industrie", waardoor dit land een geduchte concurrent is geworden. Tientallen wolken- krabber-hotels heeft men hier uit de mod der gestampt. Enkele kilometers ten noorden van de haven Konstanta ligt tussen de kustplaatsen Mamaia, Eforie en Mangalia een brede kuststrook, die in een minimum van tijd tot een fraai toeristen oord is omgetoverd. Oorspronkelijk wilde men hier alleen vakantiegangers uit ande re volksdemokratische landen opnemen en feitelijk komen ook nu nog de meesten uit de zogenaamde Duitse Oost-zone. Men her kent deze toeristen onmiddellijk aan hun uitspraak, omdat zij allen het Saksische accent hebben van de oer-Sakser Ulbricht en ook omdat zij in tegenstelling met hun Russische vrienden niet in pyjama langs het strand wandelen. Maar intussen zijn ook gasten uit het echte westen van harte welkom en hun aantal wordt steeds gro ter, omdat Maiama niet alleen een groot zoutwater-strand heeft, maar vooral ook voorraad aan geneeskrachtige modder. Daarvan heeft reeds Ovidius in de eerste eeuw geprofiteerd, toen hij naar deze streek en wel naar Tomi werd ver bannen. OP HET OGENBLIK vinden hier dui zenden echte of schijn-communisten ver lichting van hun reumatiek en jicht, want de modder van Maiama bezit een wonder lijke kracht en de jicht maakt geen ver schil tussen oost en west. Ook wie niét door zijn gewrichten wordt geplaagd, kan hier voor weinig geld een prettige vakan tie doorbrengen. Gelukkig is het strand lang genoeg om de duizenden toeristen op Advertentie 41 •■■MN Grote Houtstraat 181 te nemen, want in een minimum van tijd werden hier hotels gebouwd met in totaal 17.000 kamers voor 34.000 toeristen. Alle kamers hebben twee bedden, en wie alleen komt, wordt bij iemand onder gebracht, die „bij hem past". Over dit laatste beslist de directie van het hotel. Op deze regel bestaat geen uitzondering, want ook de hoogste regeringsfunctionaris sen slapen er met z'n tweeën. Dat is com munistische levensstijl geworden, en al leen westerse individualisten komen soms op de dwaze gedachte, dat ze ook op va kantie wel eens alleen willen zijn. OP DE VRAAG, waarom er geen een persoonskamers zijn, antwoordt rpen met de tegenvraag: waarom zou de mens al leen zijn? Het antwoord is afdoende en laat alle mogelijke interpretaties toe. Toch kan men de hoge functionarissen of bonzen ook hier nog gemakkelijk herken nen, want in tegenstelling met de door snee-Rus lopen zij hier niet in hun pyja ma rond, maar in royale witte badjassen, die het teken zijn van „very important person". Ofschoon de trek uit het vrije westen nog niet groot is, verwacht men toch groot succes van de reclame en daarom wil men in de komende jaren nog een groot aantal hotels bouwen met een capaciteit van 200.000 kamers, dat is dus 400.000 bed den. Een vakantie aan de Zwarte Zee in Roemenië heeft het voordeel dat een bed per nacht slechts 6 gulden kost. Verder geniet men van de goede en moderne ho telaccommodatie. De hotels en hun ka mers zijn proper, het eten is goed, service beter dan in de Russische hotels op de Krim en de wijn smaakt uitstekend en kost even weinig als de zachte pruimen- likeur Tzuika en het schuimende bier. Bo vendien wordt er niet gediscussieerd over politiek, zelfs niet met de „individualis ten" uit het westen. Ook de welstands communisten willen met rust worden ge laten en zij kunnen ongestoord van die rust genieten, omdat er nog geen Chine zen op het strand van Maiama zijn ver schenen. (Van onze correspondent) WENEN. Niet alleen de Fransen en Italianen, maar ook de Oostenrijkers kunnen tegen een stootje, wanneer het op wijndrinken aankomt, maar de con sumptie tan sterkedrank is in Oostenrijk zo enorm gestegen dat de volksgezond heid ondermijnd wordt. In het afgelopen jaar heeft de Oostenrijkse bevolking 7,7 miljoen hectoliter sterkedrank - wijn, bier en likeur - geconsumeerd, tegen over 4 miljoen hectoliter in 1950. De consumptie is dus bijna verdubbeld. Duide lijker gezegd: in het afgelopen jaar werd er per hoofd 110 liter sterkedrank ge consumeerd, dat wil zeggen acht liter pure alcohol. VOOR DIT GENOTMIDDEL hebben de Oostenrijkers dan ook de kapitale som van 8 miljard schilling dat is meer dan 1 miljard gulden uitgegeven. Sociologen en psychologen brengen dit verschijnsel in verband met de toenemende welvaart, maar ook met een grotere prikkelbaarheid en het gemis aan -moreel evenwicht. Op 't eerste gezicht schijnt dit een goede zaak voor de staat te zijn, wan* de in komsten uit belastingen op sterkedrank zijn eveneens gestegen en wel van 435 miljoen schilling in 1950 tot 1 miljard 370 miljoen, dus driemaal zoveel. TOCH ZIJN de nadelen voor de staat veel aanzienlijker, want het aantal aan de drank verslaafden neemt schrikbarend toe, niet alleen onder mannen, maar ook onder vrouwen en zelfs onder jeugdige personen. Steeds meer vrouwen lijden aan delirium trement, omdat zij de sterke drank niet kunnen weerstaan. Juist door het overmatige drankgebruik is het aantal krankzinnigen onheilspellend toegenomen, want meer dan de helft van de patiënten en verpleegden in de psychiatrische-neuro- logische kliniek in Wenen is aan de drank verslaafd. En dan zijn er nog de 3642 ernstige verkeersongelukken, die het ge volg zijn geweest van dronkenschap. DE DRANKZUCHT is een gevaar dat het Oostenrijkse volk aantast en boven dien onnodige uitgaven voor de staat ver oorzaakt. In Californië heeft men het vol gende uitgerekend: voor elke dollar die aan belasting op sterkedrank wordt ge- ind, moet de staat 7,5 dollar uitgeven om de door dronkenschap veroorzaakte schade weer goed te maken of te con troleren. Oostenrijk telt ongeveer 350.000 krankzinnigen wier situatie aantoon baar gerelateerd is aan alcoholisme waarvoor per dag 17 miljoen schilling door de staat wordt uitgegeven. Wat de schatkist dus met de ene hand aan be lastingen int, daarvan moet een meervoud worden uitgegeven voor de verpleging en behandelingen van de alcohol-slachtoffers. Daar dé schatkist deze last op de duur niet kan dragen, is nu het voorstel geop perd om de belasting op sterkedrank opnieuw met drie percent te verhogen en dit bedrag rechtstreeks af te voeren naar de ziekenfondsen, die daardóor in staat worden gesteld om de drankzuchtigen be ter te verplegen, met meer succes te be handelen en mogelijk óok van hun kwaal te genezên. en wilt u dat wij uw krant naar uw vakantie-adres opzenden Stuurt u ons dan minstens drie dagen voor uw vertrek eèn briefkaart met ver melding van uw naam, uw vaste adres, uw vakantie-adres, de datum waarop de eerste krant naar uw vakantie-adres ge zonden moet worden ên de datum waarop de krant voor het laatst moet worden toegezonden. Als u de krant per week betaalt, wilt u dan het abonnementsgeld voor de vakan tieweken vooruit aan de bezorger be talen DE ADMINISTRATIE In Hoensbroek zal een centrale ver pleeginrichting voor de mijnstreek worden gebouwd voor chronische zieken, die de nodige verpleging thuis niet kunnen krij gen en die toch niet zodanig ziek zijn, dat ze een langdurige verpleging in een zie- huis nodig hebben. De inrichting krijgt een capaciteit van 150 tot 180 bedden en mogelijkheden tot reactivering en revali datie van de patiënten. De bouw- en inrichtingskosten worden begroot op on geveer vijf miljoen gulden. In 1964 wordt met de bouw begonnen. Dit is een éénmans hoover-craft ruimte-scooter. Hij wordt aangedre ven door een straalmotor met propel lers. Hij kan draaien, zweven, voor waarts, achterwaarts en horizontaal bewegen en een snelle stijging en een beheerste daling uitvoeren. Een vei ligheidslier zorgt ervoor dat de scooter niet boven de gewenste hoogte uit komt. De scooter kan gebruikt wor den als verbinding tussen ruimtevaar tuigen en bij landing op de maan zou hij het ruwe terrein aldaar kunnen overbruggen. De scooter kan echter ook dienen voor metingen op aarde van klippen en ravijnen, en om ermee in spleten af te dalen. Dit nieuwste ver voermiddel wordt op het ogenblik op zijn bruikbaarheid getest door The North American's Space and Informa tion Systems Division in Downey (Californië). Indien het Amerikaanse ruimtevaarbu reau ooit een astronaut nodig zou hebben, die zowel een geleerde als een straalpi- loot is, dan hoeft het het niet lang te zoe ken. Vanaf het a.s. najaar zal de 29-ja rige fysicus F. Curtis Michel feitelijk naast het Centrum van de Bemande Ruimte vaart in Houston, Texas, wonen. Hij is reserve-kapitein in de luchtmacht en heeft 500 uur straalvliegen op zijn naam. In september begint hij zijn nieu we functie van assistent-hoogleraar voor ruimtevaart aan de Rice Universiteit. De president van Rice noemt hem een even tuele kandidaat vóór de functie van „we tenschappelijke astronaut." De NASA heeft zich er nooit ovér uitgelaten of ze een as- stronaut wil met wetenschappelijke oplei ding. Maar vele geleerden menen, dat iemand uit hun midden een plaats moet worden gegeven in de „Apollo", het eer ste maanschip met een bemanning van drie. Militairen beweren dat alleen een beroepspiloot over het mentale en fysie ke reactie-vermogen beschikt dat nodig is in noodsituaties. Zij zeggen dat geleerden denkers zijn en geen mannen van de daad. Kapitein Michel zegt: „Ik ben beschikbaar, en of." HIJ DENKT dat binnen niet te lange tijd wetenschappelijk opgeleide mannen mee de ruimte in moeten. „We gaan de ruimte in om er te vinden wat wij niet verwachten, en alleen een wetenschaps man kan weten wat hij ziet als dat onver wachte zich voordoet. Dit is geen onder schatting van de piloten, maar zij kunnen zonder wetenschappelijke opleiding ge makkelijk iets missen wat een weten schapsman wél ziet."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 7