Vlaamse secretaresse van 23 jaar, jongste van 's werelds zes ballonvaarsters Schooljeugd doet studenten na: werken in de vakantie; maar haar doel is anders ks toegevoegd aan alle edities van gblad/Oprechte Haarlemsche Courant en Umuider Courant Vakantieproblemen in West-Duitsland De in 1942 naar uranium snakkende Amerikanen hadden vergeten dat zij een voorraad van 1250 ton hadden JPÉÉ ANDREE VAN GEMERT, 23 jaar oud, vrolijk van karakter, secretaresse van beroep, woonachtig in Brus sel, beoefent met overgave een heel avontuurlijke hobby: ballonvaren. Zij is de jongste van de zes vrouwen in de gehele wereld die het brevet in de zak hebben. Twee van die van tijd tot tijd geluidloos door de lucht zwevende vrouwen wonen in Duitsland, twee in België, een in Amerika en een (mevrouw Nini Boesman) in Nederland. IN BRUSSEL is deze maand het overlijden bekend geworden van de 83-jarige Edgar Sengier, in leven president van de Union Minière, het belangrijke Bel gische mijnconcern in Katanga. Hoewel zijn naam vrijwel nooit in de wereldpers genoemd werd, is hij het geweest die ervoor heeft gezorgd dat tijdens de tweede wereldoorlog de Amerikanen over voldoende voor raden uranium konden beschikken voor de ontwikke ling van de atoombom. I rTrrrr^r «UW*-?-' rr'-'w ALS TEENAGER maakte Andrée al avontuurlijke luchtreizen: zij was eerst dol op zweefvliegen. Op ver zoek van een landgenoot die graag van het zweefvliegen (waarvoor hij alle brevetten al had behaald) wilde overstappen op het ballonvaren, zei Andrée het vliegen vaarwel. Binnen een jaar slaagde zij voor het ballon- brevet geen kleinigheid, want je moet er heel wat voor weten: de luchtvaartwetgeving moet je op je duimpje kennen, gastechniek mag niets vreemds voor je hebben, van weerkunde moet je op de hoogte zijn. Nu komt deze jongste ballonvaarster ter wereld vrij regelmatig naar ons land om met haar vriendin Nini Boes man of een der mannelijke leden van de Haagsche Ballonclub een vaart te maken. „IK RAAKTE VAN het ballonvaren niet meer los," vertelt Andrée, in haar gezellig klinkend Vlaams. Zij kocht zelfs een eigen ballon, een ding met een inhoud van 250 m3 en slechts ge schikt voor één persoon. Daarmee maakte zij talloze vaarten. Op week einden steeg zij omhoog met het club je dat door de eerst zweefvliegende, la ter ballonvarende Belg werd opgeleid. Die ballon was een knaap van 1600 m3 inhoud, sterk genoeg om zes of zeven volwassen personen de lucht in te til len. „Met dat ding hebben we heel wat afgesold," zegt Andrée, en op haar ge zicht lees je de herinnering aan talrij ke plezierige momenten. Het is niet vreemd dat iemand ver liefd wordt op de ballonsport. Elke vaart is een avontuur op zichzelf. Di rect na elke start, word je door zijn mogelijkheden bekoord. Er zijn altijd wel enige duizenden mensen die je na staan te staren, als de opstijging een onderdeel van een of ander feestpro gramma uitmaakt tenminste. Een mu ziekkorps werkt op volle toeren. De bur gemeester geeft je nog gauw een hand en dan stijg je langzaam boven dit gewoel uit. De stilte overvalt je be haaglijk. Mensenstemmen hoor je wel dra niet meer. Claxons van auto's, ge ratel van een trein, het blaffen van honden dringen nog wel tot je door. Met de snelheid van de wind zweef je naar het einddoel.waarvan je nooit weet waar dat zal zijn. Het kan zijn dat je twintig minuten in de ballon kunt blijven, het kan ook twintig uur wor den. Iedere reis is één groot avontuur. „IK BEN DOL OP moeilijke vaar ten," vertelt Andrée. „Als er veel lage wolken zijn (als het plafond laag is, noemen wij dat) proberen we er altijd boven uit te komen. Want boven het Daar gaat Andrée! wolkendek schijnt de zon. Eens voeren we een hele tijd boven die zeepsop-de ken. We wisten beslist niet meer waar we waren. We gaan eens kijken, zeiden we tegen elkaar. Langzaam zakten we door het wolkengordijn heen. Toen za gen we dat we boven een grote stad zweefden. Dan gaat er gauw wat zand over boord, zodat we weer door het wolkendek heen naar het „mooi-weerge- bied" kunnen stijgen. Het is gemakke lijk als je het wolkengordijn onder je dicht kunt trekken!" Spanning en avontuur, dat zijn twee zaken die iedere ballonvaarder zoekt. Als ik de unieke tocht van mevrouw Boesman (die onlangs voor de tweede maal met succes over de Zwitserse Alpen voer) ter sprake breng, trekt Andrée ech ter een bedenkelijk gezicht. „Ik geloof dat dat me wel te veel zou zijn," bekent zij eerlijk. „Dit jaar wil de Haagsche Ballonclub het Kanaal oversteken. Als het doorgaat, ga ik beslist mee. Dat durf ik wél, ja. Dat is niet zo eng als over de Alpen. Als je boven het Kanaal valt, weet je waar je terecht komt: in het water, maar dat ken je, je weet wat het is. In de Alpen zal het altijd een verrassing blijven." Even kijkt Andrée dromerig voor zich uit. Dan zegt ze op een vastbesloten toon: „Toch zal ik ook wel eens over de Alpen gaan. Ik geloof vast dat ik het wil proberen." het staat wel vast dat in West-Duitsland veel wordt gekocht en veel wordt ver bruikt omdat dat nodig zou zijn voor de sociale status van de betreffende ko per en verbruiker. Een verschijnsel dat de beroemde Duitse socioloog Arnold Gehlen heeft geanalyseerd en samenge vat onder het begrip pleonexie: con sumptie door begerigheid, aanmatiging en heerszucht. Het voorbeeld van vele ouders doet een groot percentage van de scholieren slecht volgen. Duitse psy chologen zien daarom weinig heil in de arbeidslust van jongeren in de vakan ties. Als zij nu zouden werken om de vakantiekas van de hele familie te spekken was het wat anders, zo zeggen zij. Dan zou tenminste enig gemeen schapsgevoel worden aangekweekt. DE LERAREN zijn evenmin blij met de gang van zaken. Na de vakanties krijgen zij leerlingen terug, die ten dele kennelijk niet goed uitgerust zijn. Dat verlaagt het leertempo en werkt nega tief op de klassen, waarin de meerder heid gelukkig nog altijd werkloos va kantie houdt. En tenslotte vragen velen zich af of een bescheiden vakantie op kosten van de ouders, ergens in een dorp op 't land of in een niet-mondaine kustplaats, niet een veel heilzamer ef fect heeft op de tieners dan een dure vakantie temidden van tien miljoen an deren, tussen luidsprekers en bands, tussen bars en nachtclubs. (Van onze correspondent) BONN. Het vakantieseizoen draait tot half september. West-Duitsland lijkt een mierenhoop; miljoenen zijn onderweg over de autobanen, records wor den gebroken: de warmste dag in twintig jaren in Berlijn, het minste water sinds de schepping in het Siegerland, het meeste bier sinds de jaartelling in de hele Bondsrepubliek en de langste autofile sedert Henry Ford op de autobaan Keulen- Frankfort: zegge en schrijve 33 kilometer zaterdag voor een week. Dit alles gegarneerd met de onvermijdelijke verkeersongelukken, uitlaatgasvergiftigingen, warmteflauwtes, etc. Kortom, Europa heeft vakantie. 's Werelds jongste gebrevetteerde bal lonvaarster Andrée van Gemert uit Brussel voor de ballon kort voor de start, gefotografeerd in Leiden. luidde: anders kan ik niet meedoen met de andere jongens en meisjes, die ook verre reizen maken en op brommers snorren. Natuurlijk heeft men voor dit laatste verschijnsel meteen een mooi Duits woord gevonden: „Jugendlicher Geltungskonsum"of wel in omslachtig Nederlands: „verbruik door jongeren uit zucht om mee te tellen." DE SCHOLIEREN hebben dit wel licht van hun ouders afgekeken, want Ook in Nederland komt het steeds meer voor dat scholieren in hun vakanties gaan werken om wat geld te verdienen voorJa, waarvoor? Hoe dat in de ons naburige welvaartsstaat gaat, ver telt onze correspondent in Bonn. De foto's tonen Nederlandse scholieren in Nederlandse bedrijven. Voordat er kan worden gestart, valt er heel wat te organiseren. De 23-jarige Andrée roept, zelf de touwtjes in de hand houdend, commando's naar haar helpers. DUITSLAND zou Duitsland niet zijn als het naast bovengenoemde, ■prakti sche moeilijkheidjes niet ook een „va kantieprobleem" had. Dat is er geluk kig elk jaar. De ene keer is het het liften door jolige zeventienjarige meis jes in gebloemde jurkjes, die ver van vader en moeder een stukje levens avontuur willen afknabbelen. Een an dere keer is het de zinvolle besteding van de vrije tijd, zodat deze het li chaam en de werkijver na afloop van de vakantie maximaal ten goede komt. Dit jaar houdt men zich vooral bezig met het oprukkende verschijnsel van het werken in de vakantie door scho lieren. Dat studenten tijdens hun vaak onoverzichtelijk lange universitaire va kanties werken om geld te verdienen voor een buitenlandse reis of ook voor verder studeren is langzamerhand vol komen aanvaard. Maar dat scholieren het voorbeeld hebben gevolgd van de studiosi, wordt sterk becritiseerd. LERAREN ZIJN ER RONDUIT te gen, sociologen, psychologen en medici noemen het verwerpelijk. Maar de jon gens en meisjes tussen de veertien en achttien denken er zelf anders over. Zij gaan vrijwillig werken als inpak kers, verkopers, pieperjassers voor pommes-frites fabrieken, hulparbeiders in het bouwvak, kelners of sjouwers. Zij doen het omdat zij geld willen ver dienen, dat blijkt duidelijk uit allerlei opinieonderzoekingen. Het is niet de ro- Vooral de Nederlandse Spoorwegen, en ook de P.T.T., maken in de drukke vakantieperiode gebruik van de dien sten van scholieren en studenten. mantiek van bet echte leven" dat go trekt, maar aileep- .de. iw#. markep, die door het werk in de tienerzakken rollen. In het Rijnland verdienen de jongens, die in het bouwvak gaan wer ken, ruim f 2,50 per uur. Gezien de krappe arbeidsmarkt staan de onderne mers met open armen om de hulp krachten te ontvangen, die vaak ook nog overwerk kunnen krijgen. EEN UUR OF NEGEN, tien zwoegen per dag levert dan zeker 25,- op. Houdt men dat de helft van zijn zes weken durende vakantie vol, dan heeft men zeker 400,- bij elkaar. En dat bedrag komt dan maar al te goed van pas voor de echte vakantie, die daar na begint, of voor de bromfiets waar van Klaus, of de pick-up waarvan Lise, al maanden droomt. Op het eerste gezicht zou men na dit alles bijna gaan geloven dat de verha len over de hoge levensstandaard in West-Duitsland sprookjes zijn. Want de conclusie ligt voor de hand dat de jon gens en meisjes zulk een groot deel van hun vakanties „verwerken" omdat hun ouders niet in staat zijn een behoorlijke vakantie te betalen of een bromfiets te kopen. Maar die conclusie is onjuist. Bij onderzoekingen is gebleken dat de ijverige tieners allemaal gingen werken om iets echt luxueus te kunnen doen, om een vakantie te hebben, niet in Duitsland, maar in Spanje, Italië of Zuid-Slavië. Of om naast een door de ouders betaalde vakantie in het buiten land óók r.og een glimmende en zo mo gelijk brullende bromfiets te kunnen kopen. De scholieren werken niet uit nood zaak, maar om zich financiële extra vagances te kunnen permitteren. En die zijn weer nodig om méé te kunnen doen. Een door vele scholieren voor het werken in de vakantie opgegeven reden SENGIER BEGON zijn carrière bij de Union Minière in 1912 en in de loop der jaren had hij zich bij deze maatschappij opgewerkt van begin nend ingenieur tot president van het bedrijf. Dat de Amerikanen en niet de Duitsers de eersten waren met de atoombom, was uitsluitend te danken aan Sengier. Kort voor het uitbreken van de tweede wereldoorlog ontmoet te hij in Londen Sir Henrv Tizard, een vooraanstaand fysicus, die hem na mens de Britse regering verzocht de totale uraniumproduktie van de Shinkolobwe-mijn in Katanga aan Engeland te verkopen. Toen Sengier weigerde, nam Sir Henry hem ter zijde en waarschuwde: „U moet nooit vergeten dat u een materiaal in han den heeft, dat een catastrofe zou kunnen betekenen voor uw land en het mijne, als het in handen van een mogelijke vijand zou vallen". Want reeds toen wisten de Engelsen, dat de Duitsers met atoomsplitsing experi menteerden. Het zou tot 1942 duren alvorens Sen gier, die tijdens de gehele duur van de oorlog de Union Minière vanuit New York heeft geleid, in voorzichtige ter men het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken op de aanwezigheid van de kostbare erts attent maakte. De ambtenaren van Buitenlandse Zaken, die geheel onwetend waren van de po gingen, welke in hun eigen land wer den ondernomen om een atoombom te vervaardigen, schonken evenwel niet de minste aandacht aan Sengiers mede deling. IN DE MAANDEN, die volgden, bracht Sengier nog tweemaal het ge sprek op uranium. In die tijd werkte hij nauw samen met het Amerikaanse ministerie van Bevoorrading. Doch ook hier had men weinig interesse voor uranium. Maar omdat de Belg bleef aandringen op het feit, dat dit erts veel kostbaarder en veel belangrijker was dan welk ander metaal ook, besloot men de voorraad uranium van de New Yorkse haven naar Fort Knox, waar het Amerikaanse goud ligt opgeslagen, over te brengen. Het plan werd evenwel nooit uitgevoerd en raakte spoedig in het vergeetboek. Trouwens, de gehele uraniumvoorraad werd vergeten door de Amerikaanse autoriteiten. SENGIERS VERMOEDEN, dat het uranium wel eens grote strategische waarde zou kunnen krijgen, werd een paar maanden na dit voorval bevestigd door gesprekken, welke hij met Franse fysici, waaronder de Nobelprijswinnaar Joliot Curie, had. Onder de indruk van de waarschuwing van de Engelse ge leerde besloot Sengier, toen de oorlog eenmaal een feit was, alle beschikbare uraniumvoorraden, welke zich in Ka- tanga bevonden, naar Amerika te la ten verschepen. Een lading van 1.250 ton van het rijkste uraniumerts, dat ooit ter wereld gevonden werd, arri veerde in oktober 1940 in de haven van New York, waar het verpakt in stalen vaten in een pakhuis werd opgeslagen. DIT BLEEK, TOEN EEN jaar later een kolonel, die werkzaam was aan het uiterst geheime atoomproject, de heer Sengier opzocht met het verzoek of hij de Verenigde Staten niet aan een klei ne hoeveelheid uranium^con helpen. Tot grote verbazing van de kolonel kon hij een kwartier later het kantoor van de heer Ser.gier verlaten, met in zijn ak- tentas een blocnotevelletje, waarop Sengier met een paar woorden de ge hele voorraad van 1.250 ton aan de Verenigde Staten overdroeg. Over de prijs had men in het geheel niet ge sproken. Welke prijs Sengier voor zijn uranium heeft gekregen, weten tot op vandaag de dag alleen nog maar een dozijn mensen op de gehele wereld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 11