Moord op Majorca GRIEZEL-MYSTERIE MIDDELEEUWS KASTEEL 1 PANDA EN DE M EESTER^FLESSER Kom jagen met speer en schild STUIVERTJE VERWISSELEN VAN RANGEN EN STANDEN 13 vmnmmm Ons vervolgverhaal door Paul Tabori Radioactieve doden na 250 jaar nog intact Sociologische veranderingen in de moderne industrieële staat VRIJDAG 20 SEPTEMBER 1963 ■Xv.-A-.v. i 17) Carpath vroeg hem te roepen als ze boven Algiers zou den zijn. De secretaris vond de deur gesloten; hij riep en klopte maar kreeg geen antwoord. Ondertussen zette de piloot het toestel aan de grond. De deur werd opengebroken er was geen spoor van Carpath". ..Die een smoking droeg", mompelde Barrett. Calvo keek hem verbaasd aan. „Hoe weet u dat?" Toen lachte hij. „O ja, natuurlijk. Dat verklaart de nogal formele kleding van het stoffe lijk overschot." „Beide lijken", verbeterde Barrett hem. En hij ging verder: „Zijn er theorieën?" „Niet van de politie. De kranten speculeren natuurlijk. De meeste houden het op een ongeluk Carpath stond 's nachts op, vergiste zich in de deur en viel". „Hoe lang is het vliegen van Bar celona naar Palma zeg drie uur misschien iets minder. Carpath kleedde zich niet uit. Laten we aan nemen dat hij in slaap viel met zijn kleren aan toen werd hij wakker en stapte bij vergissing in de ruim te. Nee, dat kan niet. Er was niet genoeg tijd".Er schoot hem nog iets anders te binnen.„Als hij bo ven Majorca uit het vliegtuig is ge vallen en dat moet wel was dat vijftien tot twintig minuten na dat hij de stuurknuppel aan de twee de piloot had overgegeven. „Hij kan dronken geweest zijn", veronderstelde Calvo. Ze hadden Cap del Mar achter zich gelaten en re den nu op het rechte stuk weg in de richting van Paguera. „Of hij is er uit geduwd", zei Bar rett. „Heeft iemand die veronderstel ling naar voren gebracht?" „Nee. Maar er wordt wel heel voor zichtig rekening gehouden met de mogelijkheid van zelfmoord". „Dat valt te begrijpen. Waar is zijn weduwe?" „In Parijs. Maar ik heb begrepen dat ze vandaag of morgen naar Pal- ma zou komen. Haar foto's stonden op alle voorpagina's. Mevrouw Car path is een bijzonder charmante vrouw. De meeste foto's tonen haar in badpak". Na zijn laatste vraag bewaarde Barrett het stilzwijgen en hij sprak niet voordat zij voor het hoofdbureau van politie in de Gran Via José Anto nio, naast het hoofdpostkantoor, aan kwamen. Calvo stapte uit maar de Engelsman bleef stil zitten. De am bulance, die een paar minuten eerder was gearriveerd, stond naast het ge bouw geparkeerd. „Komt u niet binnen?", vroeg de kapitein Barrett klom uit de jeep. „Wie gaat de lijkschouwing verrich ten?", vroeg hij. Calvo scheen verrast. „De politie- dokter", zei hij, „Hoe dat zo?" Barrett deed een stap opzij om een dikke vrouw met een mand te laten passeren. Zijn gezicht stond onbewo gen en argeloos toen hij antwoordde: „Ik dacht dat een tandarts in dit geval wel nuttig zou kunnen zijn". De kapitein staarde hem aan en lachte toen. „U en uw gouden tand. Maar ik denk wel dat dat geregeld zal kunnen worden". Twee uur later het was zes uur en de zon, die no^ warm scheen, begon over de baai naar het westen te zakken kwamen Stephen en Cal vo het politiebureau uit. De lucht van formaline zat nog in hun neus. Stephen haalde diep adem. Er waren een massa dingen die gedaan moes ten worden. Vooropgesteld natuurlijk dat hij ze wilde doen. Hij kon zich nog terugtrekken en het aan Calvo overlaten Calvo die veel schran derder en bekwamer bleek te zijn dat hij had verwacht. „Laten we iets gaan drinken", stelde de kapitein voor en Stephen knikte. Ze gingen op het terras van het café op de hoek van de Via José Antonio en de Borne zitten. Ditmaal namen ze beiden cognac, een dubbele. Gedurende enkele minuten zaten ze zwijgend bij elkaar en keken naar de bonte menigte op de brede met twee rijen bomen afgezette boulevard, naar de schoenpoetsertjes op zoek naar klanten, naar de Amerikanen met hun filmapparaten, naar de Duitsers, die op jacht naar koopjes waren, naar de zelfverzekerde Engel sen in hun lichte pakken en naar de Spanjaarden die er op wachtten tot dat de een of andere vreemdeling zich dwaas zou aanstellen. Toen wendde Calvo zich tot Barrett: „Wat denkt u er van?" „O, het is een heel aardig raadsel tje", grinnikte Stephen. „Ik dank de hemel dat ik maar de status van amateur heb". „Heeft u dat? U bent trouwens, wat men noemt, een belangrijke getui ge. Hij lachtte en voegde eraan toe: „Ik geloof dat de heren Morgan en Lerchenfeld u als een vijand beschou wen". „Ik mag hun brutaliteit wel. Ze schenen erge haast te hebben. „U was er niet bij toen ik een onderhoud met hen had op het kan toor. Ze lieten heel beleefd doorsche meren dat ze de dingen heel onaan genaam voor me zouden kunnen ma ken tenzij ik het stoffelijk over schot aan hen overdroeg". „Maar dat deed u niet". „Amigo, ik hou er niet van om te worden gedreigd noch door ad vocaten, noch door iemand anders. Ik ben een ijdel mens en als ze me proberen bang te maken denk ik dat ze me voor een dwaas aanzien". Barrett keek naar Calvo. Het ver baasde hem hoe langer een jonge man met zulke lijke bekwaamheden in zo'n klein vissersplaatsji begraven Hij was dit eens uit te zoeken tuurlijk. „Ik moest de chef opbellen", ver volgde Calvo, „en zijn instemming vragen voordat ze tevreden waren. ik vraag me af waarom ze zo'n haast hebben „Dat vraag ik me niet in de eerste plaats af", zei Barrett. „De lijk schouwing heeft uitgewezen dat deze man is overleden aan een dubbele longontsteking". „Hetgeen betekent dat het niet Ulysses Carpath kan zijn". „J-ja", stemde Barrett aarzelend toe. „Dat moet haast wel". Hij haalde iets kleins uit zijn zak. Het zag eruit als de helft van een miniatuur dobbelsteentje met een klein schroefje eraan. Barrett speel de ermee. Calvo kneep zijn ogen tot spleetjes. „dat had u niet moeten wegnemen. Het is een bewijsstuk. „Ik was van plan het aan u te ge ven. Maar eerst wilde ik een paar dingen uitzoeken. Hij stopte het weg. Het was wat tandartsen noemen een jacketkroon een dun plastic overtrekje dat over een gebroken of afgevijlde voortand wordt geschoven. Het schroefje dient om het op zijn plaats te houden. Ste phens vermoeden was nu bewaarheid. Op de plaats waar op de Camino dei Muerte in het verminkte gezicht de gouden tand had geglommen, was nu deze jacket-kroon gevonden. De tand arts uit Palma was wat bleek ge worden toen hem verteld werd wat er van hem werd verlangd; maar manmoedig slikkend had hij zijn werk gedaan. De kroon was gemak kelijk te verwijderen. De tandarts werd bedankt en kon vertrekken; Cal vo waarschuwde hem nog zijn mond te dicht houden in tegenstelling tot rijn i atiënten „Kan ik iets doen om u te helpen?" Calvo glimlachte. „Ik zie graag een meester-brein aan het werk". Barrett bromde wat. „Hebt u het adres van Manuel?" vroeg hij. „Ja. Hij woont in de Calle Monias, vlak bij de Plaza Mayor. Nummer zeven. Hoe zo?" „Ik heb nog niet met hem kunnen praten sinds vanmiddag vroeg. En ik zou hem graag een paar vragen stellen". En hij voegde er met een grijns aan toe: „Maar alstublieft niet in uw aanwezigheid". (Wordt vervolgd) (Van een medewerker; RADIO-ACTIVITEIT is niet iets van vandaag of gisteren: in natuurlijkè vorm is zij al zo oud als de wereld zelf. Tal van elementen bezitten namelijk een hoeveelheid „natuur lijke" radio-activiteit, die zij voortdurend sonu al vele eeuwen achtereen uitstralen. Gelukkig is die straling in de meeste gevallen zo gering dat zij geen gevaar voor het welzijn van mens en dier oplevert. Ja, zelfs heeft men on langs een fenomeen ontdekt, dat zelfs de moderne weten schap voor een mysterie plaatst: natuurlijke radio-activiteit of andere (nog onop nier) lichamen van overleden mensen en dieren gedurende die Blijkbaar op de een of andere (nog onopgehelderde ma nier) lichamen van ove: lange tijd kan conserveren DIE ONTDEKKING behelst de vondst van een groot aantal gemummificeerde lichamen in het lijkt wel een griezelroman! het middeleeuwse kasteel van Wasserburg- Somersdorff, dat sinds ontelbare generaties het eigendom is van de baronnen van Crailsheim. Het slot ligt aan een veen- meer in de buurt van Nürnburg in Mitt elf ranken en de catacomben van het trotse gebouw, die aanvankelijk als kerkers voor de gevangenen dienden, zijn al circa drie honderd jaar als familie-grafkelders in gebruik. Toen er enkele maanden geleden bij on derhoudswerken een dier graven min of meer per abuis geopend werd, vond men daar een lichaam van een der verre voor vaderen dat zo goed geconserveerd bleek te zijn dat zelfs de haren en nagels nog geheel intact waren. Een onderzoek naar dieper gelegen graven en aangrenzende tomben onthulde steeds hetzelfde griezeli ge schouwspel: de doden mannen, vrou wen en kinderen vertoonden veelal nog herkenbare trekken, weefsels die al lang vergaan hadden moeten zijn, waren ten dele versteend, ten dele verschrompeld, maar verkeerden voorts nog voor een groot deel in dezelfde toestand als toen de lij ken bijgezet waren. Sommigen waren blij kens de inscripties op hun graven gesneu veld in de Dertigjarige Oorlog tegen de Zweden. Anderen waren bij de jacht veron gelukt, van ouderdom of als kind gestor ven. Alle hadden van honderd lot twee- Dit is Frau von Kniestedt die wel licht levend begraven is, tweeënhalve eeuw geleden 39. Onder de bedrukte blikken van Panda plaatste Joris een geopende fles op de steenklomp. „En nu maar fiks gedacht, manneke," sprak hij, „denk maar dat ge heel rijk zijt en dat ge met veel vreugde uw ganse bezit wegschenkt." Met tegenzin begon Panda om de steenklomp te lopen. „Ik ben rijk," prevelde hij, „en alles wat ik heb geef ik weg enne hoe zou de Moerheer dit vinden? Hij zou vast woedend worden als hij me zo zag „Niet afdwalen, manneke!" riep Joris streng, „foei! Wat heeft de Moerheer nu aan zulke verwarde gedachten? Die kan hij toch onmogelijk bij zijn verzameling voegen? Kom, denk nu maar alleen aan geld weggeven!" „Geld weggeven," mompelde Panda voortstappend, „geld weggeven geld weg geven Joris knikte goedkeurend, maar toen werd zijn aandacht plotseling afgeleid door een onbekende figuur, die uit de nevelen was opgedoemd en het gebeu ren nu roerloos gadesloeg. „Hm een late wande laar," dacht hij „die kunnen we hier niet gebruiken." En met verheffing van stem voer hij voort: „Spoed u voort, m'n waarde! U stoortPanda keek verward op bij deze onverwachte uitroep en nu kreeg ook hij de nieuwgekomene in het oog. M meneer d de M moerheer," stamelde hij, „w wat kijkt hij boos!" Het lichaam van een kind. meer dan 200 jaar dood, in een der tomben van het slot. honderdvijftig jaar begraven gelegen in dichtgemetselde grafkelders en -nissen! VERBIJSTERD door deze ontdekking liet de huidige baron Von Crailsheim door een aantal prominente Europese geleer den een onderzoek instellen. Deze bevon den alle, dat de grafkelders en hun maca bere doden sporen van radioactieve stra ling bevatten, hetgeen later door Ameri kaanse kernfysici bevestigd werd. Wat de bron van die straling geweest is, heeft men echter ondanks zeer intensief speur werk niet kunnen ontdekken. Sommige ex perts menen dat bepaalde elementen uit de veenbodem van het kasteelmeer vroe ger sterk radioactief geweest moeten zijn, andere zoeken het in de metselspecie van de keldermuren. Maar hoe dit zij, de te genwoordige baron Von Crailsheim is stel lig de enige edelman ter wereld, die zich beroemen mag op zulk een gave verza meling voorzaten... NOG EEN bijzonder lugubere ontdek king is er in kasteel Wasserburg-Somers- dorff gedaan: Vrouwe Von Kniestedt, een van de verwanten van de Crailsheims, is tweehonderdveertig jaar geleden in het slot overleden kort na de geboorte van haar achtste kind en ter plaatse begra ven. Zo staat het opgetekend in de fami liekronieken, deugdelijk gewaarmerkt door de toenmalige slotheer en zijn gema- n. Ook Vrouwe Von Kniestedt's stoffelijk aulsel is nu opgegraven. Het was goed deels intact als de andere doden, maar één ding trof de onderzoekers als bijzonder vreemd. Terwijl alle andere ter ruste ge legd waren met de handen gevouwen over Kasteel Wasserburg-Somersdorff, de plaats van het mysterie. Is de straling via het water van het veenmeer tn de grafkelder doorgedrongen, of was de metselspecie „besmet"? het middenrif, schijnen de handen-van de ze vrouw nog wanhopig in het rond te grij pen. Geleerden van beide zijden van de oceaan, die dit fenomeen gezien hebben, geloven dan ook dat zij als schijndode, of wellicht zelfs levend begraven is. Het nieuws van dit „wonder van Was serburg" heeft de afgelopen weken veel publiciteit gehad in de wereldpers. De hui dige baron Von Crailsheim is sindsdien voortdurend belaagd door allerlei figuren uit binnen- en buitenland, die hem grote sommen gelds bieden als hij zich bereid verklaart, de mysterieuze graftomben en hun inhoud voor het publiek en tegen een stevig entreegeld open te stellen. Het plejt voor hem dat hij al die verlei delijke aanbiedingen van de hand gewezen heeft. NAIROBI (AP) Joseph Moeroembi, minister van Staat van Kenya, heeft de blanke jagers op groot wilde uitgedaagd op leeuwen te jagen met een speer en een schild, zoals de Afrikanen het doen, inpiaats van met een geweer op een grote afstand. Hij sprak voor de Internationale Unie voor Bescherming van Natuurgebieden, die een conferentie hield. Er werd ge sproken over de wijze waarop het dieren leven kan worden gehandhaafd Moeroembi zei dat het grote wild in Afrika zonder noodzaak wordt afgeslacht door beroepsjagers en hun cliënten. Hij was van mening dat degenen die hun moed werkelijk willen bewijzen met speer en schild moeten jagen. „Een jachttrofee die op deze wijze ver overd wordt, zou pas als bewijs van moed gelden", zei hij. ZOALS IN ALLE moderne industrie staten voltrekt zich ook in de Bonds republiek een sociologische revolte, waarvan de omvang niet eens door spe cialisten kan worden overzien. Oude be grippen krijgen een nieuwe inhoud. Het begrip proletariaat in de zin zoals Karl Marx het hanteerde is irrelevant gewor den, hoewel er natuurlijk nog steeds legioenen a-sociale elementen bestaan, alsook honderdduizenden mensen die om verschillende redenen niet op eigen kracht een bestaansminimum kunnen bemachtigen. ANDERZIJDS woren in de toplaag van de maatschappij kapitaalkrachtige zelf standige ondernemers steeds meer door ge honoreerde „managers" verdrongen die niets bezitten dan wat zij van hun salaris plus tantième in de loop der jaren opzij leggen. MAAR OOK de middenstand, die vroe ger in Duitsland een zeer duidelijk be grensde sociale groep vormde, is niet lan ger wat hij vóór de beide grote inflaties van deze eeuw geweest is. In die tijd werd de middenstand gerecruteerd uit onder nemers en handelaars, de grotere boeren, ambtenaren, employés en beoefenaren der vrije beroepen, alsook uit de renteniers, die hun kapitaal in staats- of andere aan delen belegd hadden. Aan deze sociale laag heeft de tand des tijds geknaagd. De uitge dunde rijen der middenstand zijn echter aangevuld en uitgebreid met gekwalifi ceerde vakarbeiders en door de nieuw ont stane „witte boorden"-beroepen. Het is niet meer zo gemakkelijk als voor de eerste wereldoorlog om het geniveleerde-midden- standsbegrip te definiëren. DE SOCIOLOGISCHE revolte voltrekt zich ook binnen de beroepen zelf. Uiter aard kan men uit de ontwikkeling van na tuurwetenschappen en techniek verklaren, dat het percentage werknemers in de mijnbouwsector het meest teruggelopen is, terwijl het in de verkeerstechnische sector het sterkst is gestegen. DE STORMACHTIGE ontwikkeling van de kunststofindustrie trekt grote contin genten werknemers aan, terwijl de hout verwerkende industrie met steeds minder mensen moet zien uit te komen. De tenden tie naar minder inspannend werk groeit, de antipathie tegen smerig en inspannend werk eveneens. Het beeld dat de arbeids markt vertoont is echter niet geheel nauw keurig, omdat de aanhoudende automati sering en bijvoorbeeld in de landbouw- mechanisering, uiteraard invloed uitoefent op de beroepen waar „handen" gebruikt worden, terwijl de employé-beroepen steeds meer mensen opeisen in de sectoren waar de machine moet falen. (D.a.D.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 13