v
FILATELIE
Van een ijdeï meisje
Bridge
■m
i ^2.
ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1963
Erbij
PAGINA VIER
FRANS KUYPERS REDDE DE EER
m Wrn.
JU lH vzw.
Jan Nelissen
Mr. Ed. Spanjaard
TON SMITS
WEST-DUITSLAND. De Westduitse
posterijen geven op 23 september de
jaarlijkse weldadigheidsserie met toe
slag ten hate van de Freie Wohlfahrts-
verbande uit. De zegels geven ditmaal
scènes uit het sprookje van de gebroe
ders Grimm „De wolf en de zeven geit
jes". De waarden zijn: 10 5 pf, 15
5 pf., 20+10 pf. en 40 20 pf.
POLEN. Het twintigjarig bestaan
van het Poolse volksleger is herdacht
met een serie van acht waarden: 20, 40,
5O groszy en 1.15, 1.35, 1.55, 2.50 en 3
zloty. De zegels tonen achtereenvolgens
zen raket, een torpedoboot jager, een
achtvliegtuig, een radarapparaat, een
ank, een raket op rupsvoertuig, een
amfibietank en de silhouetten van twee
ioldaten.
OOST-DUITSLAND. Ter gelegen
heid van de Leipziger Herbstmesse 1963
zijn twee in samenhang gedrukte post
zegels van 10 pf. geelgroen, geel, rood
en leigrijs uitgegeven. Afgebeeld zijn
een gestileerde wereldbol met het jaar
beursembleem en verschillende ver
voersmiddelen, zoals auto, vliegtuig,
spoortrein en autobus. Het ontwerp is
van Dietrich Dorfstecher.
HONGARIJE. Naar aanleiding van
het tienjarig bestaan van het volks
stadion in Boedapest is een postzegel
van 60 filler (roodbruin) in omloop ge
bracht met als voorstelling het portret
van Pierre baron de Coubertin (1863-
1937), de grondlegger van de moderne
llympische Spelen. Er zijn 4.700.000 ge
zande en 5.000 ongetande zegels «e-
3 rukt.
ZR'
MONACO. In november a*. zullen
wee Europapostzegels verschijnen in de
vaarden 0.25 en 0.50 fr. De zegels tonen
•en meisje met een duif in haar han-
len. Ook zal een zegel van 0.20 fr. wor-
len uitgegeven voor de honderdste ge-
oortedag van Henry Ford (18631947),
Ie zegel brengt zijn portret en een A-
ord uit 1903 in beeld.
TSJECHOSLOW AKIJE. Een anti-
hongerzegel ter waarde van 1.60 kr.
(donkerbruin en zwart) is in circulatie
gebracht. De zegel draagt een symboli
sche voorstelling: een blanke hand geeft
een tractor aan een zwarte hand. Hij
is ontworpen door prof. Karei Svolinsky.
PHILIPPIJNEN. Ter viering van het
eeuwfeest van het internationale Rode
Kruis is een serie van drie waarden ver.
krijgbaar gesteld. Het zijn een 5, 6 en
20 cent; alle met het eeuwfeestembleem
van het Rode Kruis, bestaande uit een
gestileerde olielamp.
NOORWEGEN. Op 24 september zal
een serie van drie zegels, 25 ore (groen
geel en olijfgroen), 35 'óre (groen en
blauwgroen) én 50 óre rood en violet),
worden uitgegeven bij gelegenheid van
ie 150ste verjaardag van de Noorse
textielindustrie.
UNO. Ter herinnering aan het
UNTEA-werk in West Nieuw-Guinea
zal op 1 oktober een postzegel van
25 cents (blauwgrijs en grijs) in circu
latie worden gebracht. De zegel toont
een brug met het opschrift „October
1962 - UNTEA - April 1963" met daar
onder de kaart van West-lrian.
NEDERLAND—EGYPTE.
In de zo succesrijk voor onze dames ge-
eindigde wedstrijd tegen de Egyptische
wereldkampioenen, viel tijdens het Euro
pese kampioenschap aan Nederlandse zijde
veel goeds te zien. In het onderstaande
spel wonnen onze landgenoten 240 punten
(6 mp.) door beter afspelen. De technische
kanten van deze schermutseling geven
aanleiding tot diverse eenvoudige, doch
leerzame beschouwingen:
V 5 4
C H 10 9
O B 10 8 7 3
V2
HS
OA8542
O H V 4
H 6 3
B 8
C V B 7
A 9 6 2
B 10 9 7
A 10 7 6 3 2
O 6 3
O 5
A 8 5 4
Wit: dam op 5. twee stukken op 15 en 18.
Zwart: 35 en 36.
Wit speelt en wint.
Aan het slag- en combinatiespel besteedt
de schrijver veel aandacht. Buitengewoon
fraai is de volgende winst.
Dooeeooecoc rcooosocooóooooooccccxyxooocco- ococoo- c-oopo
Oost gever, allen kwetsbaar.
Aan tafel 1, waar Nederland OW speelde,
ging het bieden: oost en zuid pasten, west
een harten, noord paste, oost een Sans-
atout, zuid twee schoppen, west en noord
pasten, oost drie harten, allen pasten.
Met oosts bod van een Sansatout ben ik
het bepaald niet eens; twee harten is dui
delijk het betere bod. Had zuid wat meer
gevoel voor de situatie gehad en geen twee
schoppen geboden (als noord schoppen-
steun heeft gaat een Sans zeker down
als noord die niet heeft, gaat het eigen
twee schoppencontract slecht), dan had NZ
200 Oj. 300 gescoord.
Oost kreeg de gelegenheid zich te her
stellen en bood in de laatste bied-
ronde terecht nog drie harten, waarop
iedereen paste. De vraag, of noord nog drie
schoppen had moeten bieden is moeilijk:
het spel blijkt voor NZ erg goed te zitten, Zwart: 6, 8, 9, 11, 13, 15, 16, 18, 19, 20,
maar met dichte kaarten weet men dat 21, 23, 25.
niet; toch valt er voor drie schoppen meer Wit: 27, 28, 32, 33, 34, 35, 37, 38, 40, 42,
te zeggen dan voor „pas" daar zuid kwets- 43, 45, 48.
baar twee schoppen bood en zijn spel best Wit speelt en wint door 1) 34-30 25x34.
nog iets beter had kunnen zijn. 2) 40x29 23x34. 3) 28-23 19x39. 4) 38-33
Tegen drie harten kwam noord met 39x28. 5) 32x25 21x41. 6) 42-37 41x32. 7)
schoppen vier uit, zuid nam schoppen aas 25-20 15x24. 8) 43-38 32x43. 9) 48x8.
en speelde ruiten vijf terug. West nam in Het is verheugend, dat de oud-wereld
eigen hand en realiseerde zich zeer goed, kampioen Piet Roozenburg, die dit jaar
dat er aftroefgevaar dreigde in ruiten, de nationale titel won, zich opnieuw em-
Bovendien had het weinig zin in harten te stig voorbereidt op de komende wereld-
snijden als zuid de hartenheer heeft en kampioenschappen. In de navolgende partij
de vrouw of boer (van oost) dekt, gaat er zien wij hem in grootse vorm tegen zijn
toch een hartenslag verloren, daar west in broer Wim Roozenburg. Piet speelt zwart,
troef geen tien of negen heeft. Wim wit.
West speelde dan ook hartenaas en har- 1) 32-28 16-21. 2) 31-26 18-22. 3) 37-31
ten na, waardoor het contract precies werd 11-16. 4) 41-37 21-27. 5) 34-29 20-24. 6) 29x20
gewonnen (140 voor Nederland). - 14x25. 7) 37-32 16-21. 8) -39-34 15-29: 9)
Aan tafel 2 ging het bieden: west (in 43-39 9-14. 10) 34-29 19-24. 11^ 28-23 13^-19.
derde hand) een harten, noord paste, oost Beide spelers gaan op dé' complicaties in
twee harten, zuid twee schoppen, west en 'n prachtig onbekend spel is ontstaan,
drie harten, allen pasten. Ook hier nam 12) 32-28 7-11. 13) 40-34 10-15. 14) 45-40
noord dus niet de kans drie schoppen te 3-9. 15) 46-41 11-16. 16) 41-37 1-7. 17) 37-32
bieden en zij werd in zoverre door de ge- 9-13. 18) 48-43 5-10. 19) 50-45 7-11.
beurtenissen in het gelijk gesteld, dat west De stand na de 19de zet van zwart is
als volgt.
in drie harten down ging
Het begin van het spelen was precies
hetzelfde: slag 1 voor schoppenaas, slag 2
ruiten vijf na die nu op tafel werd ge
nomen met ruitenaas en waarna troef xaxo-;
(harten-)vrouw werd gespeeld en gesneden.
Deze nutteloze snit kostte het contract
noord kwam aan trek met hartenheer en
speelde prompt ruiten terug die zuid nog
met haar laatste troefje kon aftroeven.
Ook ging klaveraas verloren en Nederland
had er nog eens 100 punten bijverdiend.
Hoe had west moeten spelen, als zuid in
slag 2 schoppen had nagespeeld? Om zich
te wapenen tegen heer.-tien-vierde in troef
bij noord, is de goede speelwijze zo nodig
twee malen een kleine harten u*. west
naar de vrouw-boer-zeven in oost toe te
spelen. En als zuid dan troefheer sec heeft?
Dan gaat west down, maar de kans is
slechts 1 op 5, dat zuid's enkele troef de
heer is: dergelijke eenvoudige kansen moet
de goede speler aan de tafel kunnen be
rekenen.
Bridgevraag dezer week: Uit de Euro
pese dameskampioenschappen. West gever,
allen kwetsbaar. De zuidspeler heeft:
6 O A V 6 O A H 8 6 H V B 5 2
West, noord en oost beginnen te passen
DRS. P. ROOZENBURG
coocoooco.
OCOCXDOCOOlXOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOrODOOOOOCOCOOOOOOOÖC
W. ROOZENBURG
Zwart: 2, 4, 6, 8, 10. 11, 12, 13, 14, 15, 16,
OOSTENRIJK. De Dag van de Post-
gel 1963 zal onder meer worden gevierd
door de uitgifte (op 26 november) van
een postzegel ter waarde van 3 s.
70 gr. De zegel laat het hoofdpostkan
toor te Wenen met op de voorgrond de
remise zien.
wesi, uwiu en uuoi. -v.
zuid opent met een £l?ver (geen wit': 23, 26, 28. 29, 31, 32, 33, 34, 35, 36,
west past, noord biedt een schoppen, oo
past Wat moet zuid doen? Antwoord elders 38.39, 40, ^44,^5, 47,^49^
op deze bladzij e. ruil moeten forceren. Toen wit echter de
ruil 20) 34-30 25x34. 21) 39x30 de voorkeur
gaf, was dit fout. De wereldkampioen won
de partij door 12-18. 22) 23x3 20-25. 23)
29x18 25x34. 24) 40x29 22x13. 25) 31x22
15-20. 26) 3x25 10-14. 27) 25x23 19-23. 28)
Inleiding tot het damspel, geschreven 28x19 17x50 en na 26x17 11x24 gaf wit zich
door wijlen J. W. van Dartelen, is thans, gewonnen.
in zeer mooie en moderne uitvoering be- Een indrukwekkende winst van onze na
werkt door J. F. Moser, verschenen bij de tionale kampioen.
uitgeversmaatschappij Van Goor en Zonen, B. Dukel
Den Haag, Postbus 290.
(Oplossingen en correspondentie te zen-
Het is de elfde druk en daarmede is toch en aan adres van de damredacteur,
wel bewezen, dat voor dit populaire werkje g Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125,
(vooral bij de beginners en huisdammers) iJmuiden).
grote belangstelling bestaat. Maar ook voor
de sterke partijspelers heeft de eindspel- 'uajaonpojjui §ousjr 'gipou oz
componist Moser leerzame wenken. 'a jguapiaddoqos uCiz pjoou uejj ua Wa\ §ou
Probeer eens, zonder de stukken te ver- lejsaaui CijjfiduaSa; ap jpatq uep 'ufiz jsj(
plaatsen deze twee eindspellen op te -qe/Az ptnz noz ipjeauiag pejjuoo ;ep sbm
lossen 'jscd uaa do pjoou siv 'st Supjoj
jatu )Ep poq uaa do uaAag a^ pjoo/Ajue uaa
coax*- onoDo-A. '(jnajq agUBj snjd) uajund gxuiaM jaaz do
..««M! 3jfnjBBAa8 pfniB jaq ;ep 'jads ;aq juooj
suaSuaAO sjaoipiBd soojsueii qosijnejd
uaa uaddoqos jaiA ijftiq 'uaqqaq noz peqag
suaddoqos aja^aq ;bm pjoou sie sjjaz poq
^Itjaqjiojuee §tuia/A uaa jep si uaddoqos
ajaqua ap jaui qoop ;paiq VS Pïnz
iep 'si piaqqlqaSoui ajapue uaa 'uaijBuq aj
Ijn aqoueui ap si jsssq u,oz jaiu ja lepoz
'uapaiq uajmj aam; eu Sou jaqaz 'jads qfq
-apaj uaa jeui 'jez pjoojq -vs 8 UBP uajaAaq
a; ubb jeaui jaqaz poquaijru aaMj ;aq st
'jizaq (ads qjajs uaa uaui iep 'jjaaguee 'uap
-aiq uaqnj uep ua jaABjq isjaa jbbci 'Ibis
-J3A0 uaa taui'toBJjuoo ;bp aptBBui ua a^sed
uaaaapai bujbba\ 'uaqnj aa/Aj. pooq
jajaq iaaA ;aq paap jatadspinz aaapuB act
8 516 O SS8£> Z E 5 1 01 A
:psq s^qoats pjoou JBBp
';saaAia§ siuapaiqosaS azotsusq uaa sbm
vcc xoo 'uMop atjp SuiS ua uaddoqos jaiA
^^^ÓOTOOr^v^vvv>-00'.TOCOOOOCOC»CCODOCOCOO&CCROOOÖMOC^ pjoou 'jnoiB
Zwart: 4, 8. 38. -sues swp paaip pooq jatadspinz aua aa
Wit: dam op 14, twee stukken op 15,25. Jazap SBBJAaSpjjq do Pjooavjuv
Wat de Black Friday in 1929 was voor de
New Yorkse effectenbeurs, was het afge
lopen weekeinde voor het Nederlandse
schaakleven. Men moet, vergissen wij ons
niet, enige tientallen jaren teruggaan om
een soortgelijk resultaat van ons nationale
team te vinden: een nederlaag van 5V2-I4V2
tegen West-Duitsland, dat in de afgelopen
decennia steeds een ongeveer gelijkwaar
dige partner was. De oorzaak van deze
debacle? Wij geloven dat deze moet worden
gezocht in de omstandigheid, dat er een
einde is gekomen aan het Euwe-tijdperk.
Dr. Euwe is voor onze schakers een onge
looflijke stimulans geweest. Zijn successen
brachten tallozen tot de beoefening van het
schaakspel; zijn prestaties trokken het ge
hele niveau op. Het zelfvertrouwen van
een team onder zijn leiding werd groter,
zijn analyses van afgebroken partijen
wierpen vele vruchten af. Jongstleden
zaterdag echter was Euwe wel bij de ope
ning in het Kurhaus te Scheveningen aan
wezig ,maar van de partij was hij niet.
Hij is thans 63 jaar oud en concentreert
zich niet meer op het schaken. Wat hier
van ook zij, het ging vorige week bijzonder
slecht, over de gehele linie. De Duitsers
liepen zelfs uit tot 60 op de eerste dag!
Een lichtpunt bij dit alles was het spel
van de jonge Nederlandse kampioen Frans
Kuypers. Deze liet zich noch door de troos
teloze achterstand, noch door de gewel
dige aanval van zijn geroutineerde tegen
stander Teschner, imponeren. Plotseling
sloeg hij terug met een felle contra-attaque
en na enige prachtige wendingen creëerde
hij de fraaiste partij van de gehele wed
strijd.
Wit: Teschner. Zwart: Kuypers
Siciliaans
1) e2-e4 c7-c5. 2) Pgl-f3 Pb8-c6. 3) d2-d4
c5xd4. 4) Pf3xd4 e7-e6. 5) g2-g3 Pg8-f6.
6) Rfl-g2 a7-a6. 7) 0-0 Dd8-c7. 8) Pbl-c3
d7-d6.
Vaak wordt hier ook 8) Pd4:
9) Rc5: gespeeld om wat te vereen
voudigen en snel te ontwikkelen. Maar
Kuypers aanvaardt wel graag risico's.
9) a2-a4 Rf8-e7. 10) Pd4-b3 Wit gaat
nu vereenvoudiging uit de weg en dreigt,
met a4-a5 de zwarte koningsvleugel vast
te leggen. 10) b7-b6. 11) f2-f4 Rc8-b7.
Er dreigde e5. 12) Rcl-e3 0-0. 13) g3-g4
De aanval begint. 13) Ta8-d8.
14) g4-g5 Pf6-d7. Kuypers zelf was achter
af niet erg tevreden over deze zet. Zijns
inziens was Pe8 soepeler; op d7 heeft het
paard geen toekomst en staat het de eigen
stukken in de weg. 15) Ddl-h5 Wit wil
het met Tfl-f3-h3 liefst onmiddellijk uit
maken; zwart moet nu uiterst voorzichtig
manipuleren. 15) g7-g6. 16) Dh5-h6
Tf8-e8. 17) Tfl-f3 In aanmerking
kwam ook 17) f5, waarna zwart met Pde5.
18) f6 Rf8. 19) Dh4 Pb4 enig tegenspel
'wilde scheppen. 17) Re7-f8. 18) Dh6-h4
h7-h5! Hier was het zwarte tegenspel op
gebaseerd. Vermoedelijk had wit nu het
beste 19) gh6: e.p. kunnen spelen, bijvoor
beeld 19) Kh7. 20) f5 Pde5. 21) fg6:t
fg6:. 22) Tf2 en wit behoudt aanvalskansen.
19) Tf3-h3 Wit wil zijn koningsloper
op h5 offeren en vervolgens zwart ver
pletteren langs de h-lijn. 19) Pc6-e7.
Dreigt de tegenstoot d6-d5. 20) Rg2-f3
Rf8-g7. 21) Rf3xh5!? In ieder geval
consequent en voor zwart zeer gevaarlijk.
Maar Rb7 ligt reeds op de loer langs de
lange diagonaal! 21)g6xh5. 22) Dh4xh5
Pd7-f8.
Zwart: KUYPERS
coocooccc^-^ yvX^-^-<~y-ooocoa~>'"v~^^
^0000000<>30000O00COC>D00000O00000C0(>DOOrOD0006C)
Wit: TESCHNER (aan zet)
Een kritieke stelling. Voor de hand ligt
23) Rd4 met de dreiging 24) Dh8t Rh8:.
25) Th8 mat. Kuypers had zich dan als
volgt willen verdedigen: 23) e5. 24) f5
ed4:. 25) f6 Peg6. 26) fg7: Kg7:. 27) Dh6t
Kg8. 28) Pd4 (dreigt Pf5) Dc5! 29) Tdl Te5
en zwart, die nog steeds een stuk vóór is,
behoudt tegenspel, omdat ook de witte
koning onveilig staat. Vandaar dat Tesch
ner een ander plan kiest. 23) f4-f5 Pe7xf5.
Koelbloedig geeft onze jonge landgenoot
het stuk terug, teneinde zijn langverbeide
tegenactie op de diagonaal a8-hl te be
ginnen en niet, tegen Rd4, de verdediging
e6-e5 uit handen te geven. 24) e4xf5 Dc7-c6.
Nu is het woord ineens aan zwart! 25)
Th3-g3 e6xf5. Dreigt eenvoudig op e3 te
slaan, omdat Tg3 veld g2 moet blijven be
schermen. 26) Tael baat niet wegens 26)
Te3:. 27) Tle3: f4! 26) Kgl-f2 Rg7-e5!
Voortreffelijk. Nu de witte toren van de
h-lijn is, kan de loper voor de verdediging
worden gemist. Er dreigt Rg3:f Dg2f
met directe beslissing. 27) Tg3-gl Re5xc3!
Met de volgende varianten als pointe:
28) bc3: Te3:! 29) Ke3: Dc3:f en nu öf
30) Ke2 Dc2:f. 31) Pd2 Te8t enz., óf 30)
Kf4? De5 mat! Daarom probeert wit nog
een vertwijfelde tegenstoot.
28) g5-g6 Dreigt mat in één zet
(gf7:). Het is wel een opwindende zaak!
28) f7xg6. 29) b2xc3 29) Tg6:f
haalt niets uit, omdat Rc3 terug kan naar
g7. 29) Dc6xc3. En nu combineert de
dame aanval (op e3 en c2) met verdediging
(veld g7). 30) Re3-d4 Dc3xc2t- 31) Kf2-fl
Het is duidelijk dat de witte koning
geen ander veld heeft. 31) Rb7-g2t!
De geestige beslissing, gebaseerd op het
en prise staan van Dh5. 32) Tglxg2 Dc2x
g2f. 33) Kflxg2 g6xh5. Plotseling geldt het
aloude adagium: rien ne va plus. Zwart
is de kwaliteit en drie pionnen vóór. Met
het oog op de tijdnood probeerde wit nog
34) Kf3 Pd7. 35) Tglf Kf7. 36) Kf4 Tg8.
37) Tdl Pc5 waarna de Westduitser capitu
leerde.
Als Kuypers zo blijft spelen, kunnen we
nog veel van hem verwachten.
Anneliesje was een meisje dat bijna
altijd voor de spiegel stond en met
een kammetje door haar krullen streek.
Ook had ze een spiegeltje in haar tas
je en om de vijf minuten keek ze er
in, het hinderde niet waar ze was. Of
ze nu op straat was of op school, Anne
liesje keek even in het spiegeltje. „Ik
ben knap, ik ben het knapste meisje
van de hele buurt", zei het verwaande
meisje altijd tegen zichzelf en als ze
een enkele keer een ander meisje te
genkwam dat ook wel knap was, dan
keek ze gauw de andere kant uit en
kon dan de hele nacht niet slapen van
kwaadheid. Nu dacht de moeder van
Anneliesje:
„Ach, ze is nog zo jong, als ze ouder
is dan zal ze wel niet meer zo ijdel
zijn".
Maar dat was nu juist niet zo, want
ieder jaar werd het kind trotser en
verwaander. Als ze de kans kreeg dan
ging ze op de nieuwe schoenen van
haar moeder lopen en een jurk die een
heel klein beetje oud werd wilde ze
niet meer aantrekken.
„Dat wordt te gek!" mopperde de
vader van Annelies en hij gaf haar
zo'n geweldig standje, dat hij er een
vuurrood gezicht van kreeg en eindelijk
woedend riep: „Vooruit lelijke op-
schepsteri'-ga„naar je kamertje en je
,mag er de hele dag niet uit komen!"
En wat' deed Annelies? Zogauw ze
op haar kamer was, pakte ze een spie
geltje, keek erin en mompelde:
„Lelijke opschepster? Nee hoor, ik
ben misschien 'wel een beetje een op
schepster maar dan een knappe op
schepster, de knapste van de hele
stad".
De juffrouw op school werd erg boos
toen ze Annelies op één dag wel der
tig keer in het spiegeltje had zien kij
ken en eindelijk riep ze kwaad: „Jij
denkt wel dat je zo knap bent, maar
dat ben je helemaal niet. Leer jij je
sommen maar eens beter éh gooi dat
spiegeltje in de prullenbak!"
Annelies gooide het spiegeltje in de
prullenbak en dacht: „Ik denk niet dat
ik knap ben, maar ik bén ook knap!"
Nu woonde het meisje in een heel
oud en heel groot huis. In zulke huizen
wonen nog wel eens huiskaboutertjes.
Toevallig woonde er in het huis van
Annelies ook één.
Hassebas heette hij en natuurlijk wist
hij alles van het ijdele meisje, want
zulke kabouters weten nu eenmaal veel
van wat er in hun huis gebeurt!
„Ik zal Anneliesje eens van haar
ijdelheid afhelpen", mompelde hij op
een dag. „Ze luistert niet naar de juf
frouw op school en niet naar haar va
der -en moeder. Als het zo'n ijdeltuit
blijft, dan wordt het een heel naar en
akelig kind en dan wil niemand nog
ooit iets met haar te maken hebben!"
En zo gebeurde het dat Annelies op
een regenachtige avond opeens een klein
mannetje op haar bed zag zitten. Ze
zat juist weer in het spiegeltje te kij
ken. Dat kon ze, omdat er voor haar
raam juist een lantaarn stond.
O, wat schrok ze toen ze daar op
eens dat heel kleine en heel oude man
netje zag zitten! Ze vond hem maar
wat griezelig met zijn baardje. Maar
zijn ogen waren wel aardig en toen
hij ging spreken hoorde ze dat hij ook
een aardige stem had.
„Dag Anneliesje", zei hij, „je ken'
mij niet hè? Nou, ik heet Hasseba-
Jij bent in een spiegeltje aan het kij
ken hè?"
„Ja", zei Anneliesje die het ineen:
leuk vond, „wilt u er ook eens in kij
ken meneertje Hassebas?"
Maar de huiskabouter keek nu ern
stig en antwoordde:
„Nee Anneliesje, ik heb zelf een he
leboel spiegels om in te kijken en die
zijn mooier dan die jij daar hebt. Als
je wilt mag je mee naar mijn ka
mertje onder de vloer om in mijn won
derspiegels te kijken".
Nu werd het meisje erg nieuwsgierig
en daarom ging ze met Hassebas de
huiskabouter mee.
Ze kwamen in een heel klein hokje
en eerst moest Hassebas Anneliesje
omtoveren in een klein meisje anders
had ze niet eens mee kunnen gaan.
Meteen zag ze de spiegels hangen
en toen ze er gauw in wilde kijken
hield Hassebas haar tegen.
„Nee Anneliesje", zei hij, „ik moet
je eerst wat vertellen. Ik heb geen
gewone spiegels, maar spiegels waar
in je kunt zien hoe je van binnen bent.
Daarin kun je zien of je goed bent of
lelijk of je eerlijk bent of slecht. In
de spiegel kun je zien hoe je ook zou
kunnen zijn!"
Nu kon het meisje helemaal niet
meer wachten en ze was maar wat
blij toen Hassebas haar de eerste
spiegel gaf. Maar zogauw ze erin had
gekeken gaf ze een gil en liet de spie
gel bijna uit haar handen vallen, want
ze zag een heel lelijk en onaardig meis-
j<ï.
„Dat ben ik niet, dat ben ik niet!",
gilde ze, maar Hassebas gaf haar de
tweede spiegel en daarin zag ze een
oude heks met een grote puntneus!
„Zo zul je worden als je zo ijdel
blijft en dan zal er niemand zijn die
nog van je houdt", vertelde Hassebas
ernstig.
Anneliesje begon te huilen van ver
driet, want ze begreep dat de huiska
bouter de waarheid vertelde.
Eindelijk mocht ze in de laatste spie
gel kijken en daarin zag ze een heel
lief en knap meisje staan, met een
vriendelijk gezichtje en stralende ogen.
„Kijk", zei Hassebas, „zo zul je wor
den als je voortaan niet meer zo ijdel
bent en als je lieyer bent voor je vader
en je moeder. Dan zul je veel vrien
dinnetjes krijgen en iedereen zal van
jou houden".
Plotseling was Annelies weer in haar
eigen bed en de kabouter was helemaB
verdwenen. Het meisje moest steeds
aan de heks denken en aan het lieve
kind dat ze in de laatste spiegel ge
zien had.
„Ik wil geen heks worden", zuchtte
ze en meteen sprong ze uit bed, pakt°
haar spiegeltje en gooide het ding zo
maar het raam uit.
Nu kon ze rustig gaan slapen.
Bijna nooit keek ze meer in spiegels
de kabouter kreeg gelijk: ze werd
steeds knapper en liever en iedereen
hield op het laatst van haar.
mi. \i««<
oil" i1
vWi11i \l(