Moord op Majorca
m
Non met technische knobbel
wil nu loodgietster worden
Voorrang voor verkeer van links
beter dan de huidige regeling?
PANDA EN DE M EEST ER-F LESSER
Moeder Agatha is
gediplomeerd
treinmachiniste
Oud twistpunt opnieuw actueel
Spanje boekte 10 miljoen buitenlandse toeristen
echte
li
Ons vervolgverhaal
door Paul Tabori
m
Beter „zicht"
Ook nadelen
WITTE KRUIS
Volgend jaar geen
prijsverhogingen
DINSDAG I OKTOBER 1963
'TttintiiniftintiinrriMiii/iimiiiiMmiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiMHMiiwM
jfv
'Jm
WITTE
KRUIS
N. v. O.
v A
26)
Eén moment hingen zijn benen over
de rand van een afgrond en bungel
den in de ruimte; onder hem ging de
rots enige tientallen meters loodrecht
naar beneden naar een vlakte, be
groeid met doornige struiken en be
zaaid met stenen. Hij kon zich nog
net op tijd optrekken. Bomen en rot
sen benamen hem het zicht op de
zee; hij had geen idee hoe ver hij
er vandaan was. En terwijl hij daar
op de richel lag, zich "hog steeds aan
de harsachtige takken van een boom
pje vasthoudend, begonnen de kogels
om z'n oren te zingen. Hij had zich ver
gist hoewel z'n onzichtbare tegen
stander zich boven hem bevond, schoot
hij vanaf een punt dichter naar het
midden van top èn hij schoot zorg
vuldiger dan tevoren. Eén kogel kwam
op slechts enkele centimeters van zijn
uitgestrekte hand terecht, op e^» plat
te steen. Dit was geen plek om er te
blijven. Hij keek naar links. De ri
chel werd daar breder en eindige in
een soort sleuf. Hij moest daar zien
te komen, want daar zou hij tamelijk
veilig zijn door de overhangende rot
sen. Het was een meter of twintig ver
der. Stephen beet op z'n lippen en be
gon te kruipen. Het eerste stuk was
erg smal en liep schuin af naar de af
grond. Hij probeerde zich zo goed mo
gelijk vast te houden. De beschieting
ging onverminderd voort. De schutter
had genoeg munitie. Of misschien
en dat was geen prettig idee waren
er wel twee schutters. Nee er zat
een zekere regelmaat in de schoten.
Maar dat betekende nog niets. Een
maal trof een kogel een steen vlak
bij zijn hoofd, de splinters deden een
hoop stof opwaaien, dat hem voor een
ogenblik verblindde. Maar toen had
hij het bredere gedeelte van de richel
al bereikt en was hij vlak bij de sleuf.
Hij liet zich er in zakken en zocht
naar een steuntje voor zijn voeten.
Natuurlijk, als zijn vijand wist waar
hij was, zat hij zelfs hier niet veilig,
zodra hij zich een paar meter zou
hebben laten zakken, maar hij moest
dat riskeren. Hij concentreerde zich
geheel op de afdaling. De sleuf kwam
uit op een zanderige helling; hij be
vond zich op een paar meter afstand
van het strand en hoorde het water
ruisen. Hij duwde een gordijn van
bladeren opzij en keek naar buiten.
Hij stond op ongeveer zes meter bo
ven het strand en kon bijna de hele
westelijke kant van het eiland zien.
Hij kon duidelijk de plaats onder
scheiden waar hij aan land was ge
gaan en zijn boot had vastgemaakt.
Er was echter geen spoor meer van
de boot te ontdekken...
Dat strandje over steken en het wa
ter bereiken zou dertig seconden kos
ten. Hij zou duidelijk zichtbaar zijn
voor de scherpschutter. Zijn onzicht
bare vijand zou wel ontzettend slecht
moeten schieten om hem dan nog te
missen. En toch zat er niets anders
op dan terug te zwemmen naar de
vaste wal. Kon hij wachten tot het
donker zou worden? Ja, natuurlijk;
maar dat zou nog twee a drie uur du
ren en in die tijd zou hij wel eens
erg in het nauw gedreven kunnen
worden.
Hij stak de handen in zijn zakken
en keek somber naar eene lang
kras op zijn been, waaruit langzaam
bloed neersiepelde. Toen sloot zijn
rechterhand zich om een doosje lu
cifers. Zijn portefeuille, een sigaren-
etui en een zakdoek waren alles wat
hij had meegenomen naar Pantaleu.
Hij ging op z'n knieën in de klei
ne inham zitten en betastte de grond.
Die was kurkdroog. Hij brak een paar
takjes van een olijfboompje en maak
te er een hoopje van. Daarna streek
hij een lucifer aan. De takjes vat
ten onmiddellijk vlam; een dunne ko
lom scherpe rook steeg omhoog. Hij
schoof een paar meter op, dicht bij
de klip blijvend, en herhaalde de han
deling. Binnen vijf minuten was er
een half dozijn vuurtjes. De vlammen
kropen met grote snelheid omhoog.
Hij vroeg zich af welke gevangenis
straf er stond op het in brand ste
ken van een eiland; maar hij dacht
wel dat er sterk verzachtende om
standigheden voor hem golden. Toen
de vuurtjes samenkwamen en de rook
dikker werd, begon de beschieting op
nieuw, maar de kogels vlogen over
hem heen en belandden zonder on
gelukken ir het zand.
De rook werd almaar dikker. Zijn
ogen deden pijn en hij begon te hoes
ten. Hij kon zich echter niet bewe
gen voordat het gordijn van vonken
en rook dik en hoog genoeg zou zijn
om hem voldoende te beschermen.
Het leek eindeloos lang te duren,
maar toch gingen er niet meer dan
tien minuten voorbij voordat het vuur,
dat gretig voedsel vond in het dro
ge gras, omhoog begon te loeien, in
de richting van de top. Al die tijd
was er niet geschoten; maar de hit
te en de verstikkende rook begonnen
ondragelijk te worden. Stephen hield
zijn adem in en sprong toen naar vo
ren, in de richting van de veilige
zee. Hij had de waterkant bereikt en
stond op het punt te duiken het
was er tamelijk diep en er waren
geen rotsen dicht bij de oppervlakte
toen hij een korte, brandende pijn
in zijn rug voelde. Hij wankelde een
ogenblik maar stond niet stil. Zijn
sterke armslag bracht hem een tien
tal meters van de kant voor hij dook
en onder water verder zwom zolang
zijn longen het hielden. Toen kwam
en keek achterom.
De helling van het eiland was één
massa vlammen; ze hadden het punt
MISSCHIEN zal het nooit gebeuren, maar zou
het te eniger tijd nodig zijn, dan kan en mag de
Eerwaarde Moeder Agatha van de (Australische)
Congregatie der Zusters van Barmhartigheid een
stoomlocomotief besturen. Zij is namelijk sedert
korte tijd in het bezit van het diploma Ketelver
zorging en Treinmachinist, waarschijnlijk de enige
religieuze ter wereld, die ooit zo'n diploma heeft
behaald. Agatha is Moeder-Overste in het St. Vin
cent de Paul's Weeshuis in Melbourne. Daar heeft
zij de zorg voor een kleine honderd jongens en meis
jes van twee tot zeventien jaar. Dat is natuurlijk
geen sinecure. Wat bewoog Moeder Agatha dan
om bij haar vele en drukke werkzaamheden nog te
gaan studeren voor dat voor een nonnetje toch wel
zeer ongewone diploma? Een tijd geleden bespraken
de zeventien in het weeshuis werkzame zusters,
hoe zij tot bezuinigingen zouden kunnen geraken.
Een harer opperde het plan om de man die voor
de ketel van de warmwatervoorziening zorgde, te
ontslaan en zijn werk voortaan door een der zusters
te laten doen. „Niemand van ons", vertelde moeder
Agatha, „had eigenlijk een technische knobbel. Maar
ik had zo nu en dan wel eens geprutst aan de was
machine en daarom vond men blijkbaar,
dat ik de meeste technische aanleg had.
Welnu, ik besloot de ketel voor mijn
rekening te nemen. Maar ik begreep, dat
ik daarvoor meer van techniek zou moe
ten weten dan nodig is om een was
machine op gang te houden!"
was verre van veilig.
DAAROM LIET moeder Agatha zich
een jaar geleden inschrijven voor een
schriftelijke cursus „Ketelverzorging". In
den beginne viel het haar niet gemakke
lijk. Zij bekeek de tekeningen bij de les
sen en probeerde vervolgens om de wer
king van de ketel in het weeshuis te be
grijpen. Gelukkig was er een man van
het vak in de buurt die naar hielp om
wegwijs te worden. „Zo'n ketel is name
lijk nog vrij ingewikkeld, weet U," zegt
de moeder-overste.
Na de schriftelijke cursus ging Agatha
zes maanden de lessen in ketelverzorging
en ketelbehandeling volgen aan het Ko
ninklijk Technologisch Instituut in Mel
bourne. „De leraren waren wel een beet
je verbaasd, toen ik daar verscheen als
leerlinge, maar zij waren allemaal bijzon
der aardig en behulpzaam, al begrepen
zij dan niet goed, waarom een non zo diep
in de techniek wilde duiken."
Toen Moeder Agatha examen deed, za
gen de examinatoren ernstig toe, hoe zij
in habijt met witte kraag en kap
zeer deskundig de ketel bediende. „Ik
slaagde met lof. Dat was echt een op
luchting. Ik behoefde de ketel wel niet
uit elkaar te nemen, maar ik moest op
heel veel vragen antwoord geven
Sedert kort heeft moeder Agatha een as
sistente, zuster Marie-Adèle. Als zij het te
druk heeft met andere bezigheden in het
weeshuis, let Marie-Adèle op de ketel. „Zij
zal," vernamen wij van moeder Agatha,
„over enige tijd ook het diploma ketelver
zorging en treinmachiniste wel halen, lijkt
mij. Dan zijn we beiden gediplomeerd."
Moeder Agatha heeft uit dit alles echt
een zwak voor de techniek overgehouden.
Hij was ongeveer halverwege de
westkust van Pantaleu in het water
gegaan. Dat betekende een keus tus
sen Dragonera of rond de noordzij
de van het kleinere eilandje zwem
men en zo de vaste) wal bereiken.
Hij keek naar Dragonera en besloot
dat dat te ver was. Bovendien had
Calvo hem verteld dat het onbewoond
was, afgezien van de vuurtorenwach
ters, en hij was bovendien nauwe
lijks in staat een steile berg van
driehonderd meter op te klimmen om j
hulp te vragen. Hij begon dus maar. w
evenwijdig aan de westkust van Pan
taleu te zwemmen.
Plotseling voelde een scherpe, steeds
terugkerende pijn in zijn linkerschou
der. Hij draaide zich op z'n rug en
voelde met zijn rechter hand. Zijn
vingers raakten een dikker, warmer
vocht dan zout water. De jager had
uiteindelijk toch zijn prooi te pakken
gekregen! Hij had er geen idee van
hoe erg het was en behalve de steeds
terugkerende pijnscheuten voelde hij
weinig. Zou het zoute water het bloe
den stoppen? Zou het bloed haaien
aantrekken"' Waren er eigenlijk wel
haaien in deze buurt? Hij wilde dat
hij het zich kon herinneren. Al die
tijd zwom hij door en draaide zich
Weldra weer op zijn buik. De noor
delijke punt van Pantaleu kwam in
zicht en hij veranderde van richting.
Hij kon nu de vaste wal zien, de hui
zen van San Telmo, de gebogen lijn
van de baai. Nog geen kilometer,
schatte hij. Er stond een sterkere
stroming toen hij de bescherming van
de kust van Pantaleu verliet. Hij pro
beerde met zijn rechterarm het leeu
wendeel van het werk te doen, maar
dat viel niet mee. De pijn bleef nu
en was van een zeurderig gevoel ver
anderd in een scherpe, vinnige steek.
Hij draaide zich weer op z'n rug,
liet zijn armen rusten en bewoog zich
voort met zijn benen. Een golf sloeg 8
Van een medewerker)
WIE BI] ZIJN rijexamen één voorrangsfout maakt, is ge
zakt. Het redt hem niet, dat hij misschien overigens vlekke
loos gereden heeft. Een voorrangsfout komt hem op zoveel
strafpunten te staan dat het begeerde rijbewijs aan zijn neus
voorbijgaat. Zó belangrijk achten deskundigen (terecht) de
voorrangskwestie voor de verkeersveiligheid. Ook bij aan
rijdingen hangt het óórdeel over de schuldvraag veelal nauw
met voorrangsvragen i samen. Is het echter wel zo'n natuur
lijke zaak, dat wij juist aan van rechts naderend snelverkeer
voorrang verlenen? De geleerden zijn het daarover volstrekt
niet eens.
over hem heen, hij kreeg het zoute
water naar binnen en werd erdoor
verblind. Stephen ergerde zich aan
zijn lichaam dat hem in de steek
liet; het was altijd zo'n trouwe en
betrouwbare dienaar geweest! Het
kwam niet in hem op dat hij zou
kunnen sterven; het zou zo'n stom
en nutteloos einde zijn.
(Wordt vervolgd)
AL RUIM DERTIG jaar geleden kwam
de vraag „voorrang aan rechts of voor
rang aan links?" in parlementaire kringen
ter sprake naar aanleiding van de begro
ting van Waterstaat. En uit de Memorie
van Antwoord van de toenmalige minister
van Verkeer en Waterstaat blijkt, dat de
deskundigen ook in die dagen geen gelijk
luidende opinie hadden. Zeker werd de
kwestie toen niet voor de eerste maal aan
de orde gesteld. En sindsdien is het twist
punt periodiek herleefd.
Op het ogenblik is het wel bijzonder ac
tueel. Internationaal is de verkeerswetge-
ving in beweging geraakt. De Zweden na
men het besluit, binnenkort rechts te gaan
houden, net als de overige landen van het
Europese continent. Daardoor gaat het
hardnekkig links houdende Engeland zo
zeer een uitzonderingspositie innemen dat
ook daar de pleidooien voor koerswijziging
luider dan ooit zullen klinken. In Ne
derland staat een ingrijpende wijziging
van het Wegenverkeersreglement op sta
pel, in verband met de gewenste aanpas
sing aan een uniforme Europese regeling'
der verkeersvraagstukken.
Dit alles verklaart, dat in de loop van
dit jaar in één van onze autobladen, de
„Autokampioen" van de A.N.W.B., uit le
zerskringen andermaal tal van argumen
ten voor een radicale verandering der
voorrangsregeling zijn aangedragen. Op
zichzelf zijn deze argumenten weliswaar
niet alle nieuw, maar ze worden aange
voerd door bekwame mannen, die over het
vraagstuk grondig hebben nagedacht.
DAT DE BESTAANDE regeling („snel
verkeer van rechts gaat vóór") ideaal zou
zijn, zal geen sterveling willen beweren.
Elke automobilist kent uit ervaring de
dwaasheid, dat het zich langs een hoofd
verkeersader voortspoedende verkeer
voortdurend bedacht moet zijn op roeke
lozen, die met een beroep op hun voor-
rangsrecht uit alle onaanzienlijke zijstraat
jes tevoorschijn kunnen schieten. Dit be
zwaar kan in steden met een grillig stra-
tennet maar zeer ten dele worden wegge
nomen door voorrangs- en stopborden. Een
en ander verklaart ook, dat België ge
ruime tijd een afwijkende regeling had,
die onder meer de straten met tramrails
automatisch tot voorrangsstraten procla
meerde. Daaraan kleefden echter weer an
dere bezwaren. Ze noopten de Belgen on
langs, hun uitzonderingssysteem prijs te
geven en de in allerlei varianten elders ge
bruikelijke „voorrang voor rechts" te aan
vaarden.
West-Europa houdt met uitzondering
van Zweden (nog korte tijd) en Enge
land rechts. Men zou van een histo
risch uitgangspunt kunnen spreken waar
over discussie zinloos is. Maar dat geldt
niet voor de voorrangsregels. Die moeten
zo logisch mogelijk en op grond van de
verkeerspraktijk bij het eenmaal gekozen
uitgangspunt aansluiten. En als het op een
werkelijk doeltreffende aanpassing aan
komt, zo zeggen de critici is de conclusie
niet moeiijk: de natuurlijke aanvul
ling van „rechts houden" is „voorrang
aan links".
Waarom? Voorstanders menen de eer
ste argumenten al te vinden in een na
tuurlijk uitvloeisel van het „rechts hou
den". Zelfs zónder dwingende wetsregels
zal niemand in twijfel trekken, dat hij af-
buigplannen voorrang moet worden ver
leend aan tegemoetkomend verkeer en dat
men inhalende voertuigen eerst voorbij
moet laten gaan. Zowel die tegenliggers als
die inhalers bevinden zich links van de
waarnemers. Hier is dus ook in de be
staande verkeersregels reeds een erkenning
van het begrip „voorrang voor links" ge
legen.
48. De verdichtsels, die de Broederschap op de her
berg had losgelaten, zaaiden veel onrust en paniek.
Niet slechts de kamer van Panda en Joris maakten
zij onveilig, maar ook drongen zij door tot een belen
dend vertrek, waarin een bejaarde dame te slapen lag.
Deze werd onaangenaam getroffen, toen zij bij het ont
waken een vreemde verschijning uit haar sleutelgat zag
dwarrelen en ze zette het dan ook op een snerpend gil
len. De leden van de broederschap verbleekten, toen
dit geluid tot hen doordrong, „Hoor!" prevelde de Moer-
heer ontsteld. „Onschuldigen lijden mee'. Dat mag niet!"
„We zijn te ver gegaan," zei de Lord der Nevelen met
bleke lippen. „De verdichtsels moeten weer in de fles
worden teruggevoerd. Snel!" Dit korte gesprekje werd
opgevangen door Joris, die zijn pogingen om verdicht
sels te vangen had moeten opgeven, omdat zijn prooi
steeds door de mazen glipte. „Ei, ei", mompelde hij.
„Zij schijnen dus een middel te kennen, om deze in
teressante gedrochtjes opnieuw te flessen. Die metho
de moet ik leren. Hier hangt veel van af!" En op de
tenen liep hij naar het raam
BELANGRIJKER IS, dat van de recht
se rijpositie uit het „zicht" op zijstraatjes
links veel beter is dan op zijstratjes
rechts. Mede door de grotere afstand
merkt men het van links naderende ver
keer eerder op en men kan er dus soepe
Ier op reageren. De verkeersstroom langs
een hoofdstraat zou minder met verrassen
de „uitschieters" rekening hebben te hou
den en zich vlotter kunnen voortbewegen
Bijzonder gunstig zou het effect zijn op
de verkeerscircuits (rotondes), waar de
zaak thans gemakkelijk vastloopt doordat
het „ronddraaiende" verkeer aan alle toe
gangswegen voorrang moet geven. In
Duitsland heeft men opstoppingen willen
voorkomen door op de circuits aan het
ronddraaiende verkeer door middel van
het blauwe bord met de drie witte pijlen
voorrang te verlenen. Maar de algemene
regel „voorrang voor links" zou afzonder
lijke maatregelen overbodig maken. Alle
rotondes zouden dan automatisch eerst
het draaiende verkeer verwerken en pas
daarna nieuwe toevloed mogelijk maken.
Alweer: vlotter verkeersafwikkeling.
Ten slotte menen de voorstanders van
voorrang voor links" dat landen als Zwe
den en Engeland zich gemakkelijker bij 'n
algemeen Europees „rechts houden" zul
len kunnen aansluiten, wanneer hun door
door de regel „voorrang aan van links na
derend verkeer" 'n soort compromis wordt
geboden.
Het huidige standpunt van de A.N.W.B.
als verkeersorganisatie is ten aanzien van
dit vraagstuk voorzichtig en neutraal.
Men erkent bepaalde voordelen, maar
wijst ook op nadelen van het „links gaat
vóór". Teken bijvoorbeeld een kruispunt
van gelijkwaardige wegen en geef daarop
met stippellijnen de baan van oversteken
de, rechts houdende voertuigen aan. In
zo'n geval blijkt, dat de remweg van het
tot voorrang geven verplichte voertuig bij
voorrang aan van links naderend ver
keer" aanmerkelijk korter is dan bij
„voorrang aan van rechts naderend ver
keer".
Tegen dit bezwaar hoort men dan weer
Koestert zij plannen om nog meer diplo
ma's te behalen? Toen wij dit voorzichtig
opperden, schudde zij even van neen,
maar na een paar secnd-en zei zij toch
nadenkend: „Hoewel, het zou misschien
wel nuttig wezen om een bekwaam lood
gietster te zijn.Daar moet ze zelf toch
een beetje om lachen. Maar haar zusters
zeggen dat de kans erin zit. „We kennen
haar, ze zal niet rusten voordat ze ook
het vakdiploma loodgieter en zinkbewerker
bezit, en dan maar sleutelen ze is er
verzot op
N.v.O.
Advertentie
DE
PIJNSTILLER
Verkoudheid... weg ermeel Be
scherm u ertegen, bevrijd u er
van met WITTE KRUIS, (poeders,
tabletten of cachets). Salicyl-vriJ
en daardoor geen maagklachten.
aanvoeren, dat de verkorting van de rem
weg slechts schijnbaar is. Een van links
naderend voertuig ziet men op zijwegen
op groter afstand aankomen dan een voer
tuig van rechts. Daardoor wordt ook de
reactiemarge ruimer, zodat de remweg in
feite in beide gevallen ongeveer gelijk
blijft. Tegen het geschetste voordeel van
linkse vorrang bij verkeerscircuits is
geen enkel bezwaar aan te voeren.
Wat de voorstanders van „voorrang
voor links" in hun enthousiasme echter uit
het oog verliezen is, dat men ook met de
beste theorieën moeilijk dor een histo
risch gegroeide situatie heenbreekt. De si
tuatie is nu eenmaal: RECHTS houden en
voorrang aan RECHTS. Het heeft jaren
geduurd, eer Zweden de moed opbracht
om de daar geldende traditie van „LINKS
houden" te doorbreken. Men kwam daar
toe niet door de overweging, dat rechts
houden oéter zou zijn, maar gooide het
roer om omdat op het Europese vaste
land iederéén rechts houdt en het interna
tionale verkeer een steeds groter rol gaat
spelen.
Nederland kan zich om welke echte
of vermeende voordelen ook bij het
steeds nadrukkelijker streven naar Euro
pese uniformiteit geen uitzonderingspositie
veroorloven. Aanvaarding van het begin
sel „voorrang aan links" is derhalve alleen
op Europees niveau denkbaar. Het ziet er
echter naar uit, dat de weerstand van een
op dit punt gelijkgerichte continentale ver-
keersgewoonte sterker zal blijken dan de
logica van een handvol non-conformisten.
Waarbij dan nog komt dat een omscha
keling enorme sommen aan wegbebake-
ning en andere voorzieningen zou vergen.
Voor het einde van september boekte
Spanje zijn tienmiljoenste buitenlandse
toerist in dit jaar, een nieuw record voor
de bloeiende vrcemdelingenindustrie die
dit jaar naar schatting bijna 2200 mil
joen zal inbrengen.
Manuel Fraga Iribarne, de Spaanse
minister van Voorlichting en Toerisme, is
tevreden met het seizoen 1963. Maar voor
1964 heeft hij grote plannen om de natuur
lijke attracties van Spanje nog meer uit
te buiten.
Het buitenlandse toerisme redt de devie-
zenpositie van de Spaanse regering van
een tekort en geeft honderdduizenden
Spanjaarden werk. De groei van de toeris
tenindustrie is voor een groot deel te dan
ken aan de thans 40-jarige minister Fraga
Iribarne die in juli 1962 werd benoemd.
Alleen al dit jaar is men aan de Costa
del Sol van Malaga tot Gibraltar be
gonnen met de bouw van 100 nieuwe ho
tels. Elders in het land rijzen hotels, mo
tels en andere logeergelegenheden even
eens als paddestoelen uit de grond. Vorig
jaar ontving Spanje 8.668.722 buitenlandse
bezoekers, een toeneming van 16 percent
ten opzichte van 1961. Het grootste deel
hiervan (3.792.876) kwam uit Frankrijk,
dat in felle concurrentiestrijd met Spanje
is voor het zomertoerisme. Uit Engeland
kwamen vorig jaar 898.810 bezoekers, uit
West-Duitsland 666.487, uit Zweden. Dene
marken en Noorwegen tezamen 250.000
een half miljoen uit de Verenigde Staten
en meer dan 175.000 uit Latijns Amerika.
VOLGENS DE minister is de orde die
in Spanje heerst een grote factor in het
aantrekken van de toeristen. Een vrouw
kan te middernacht in elke Spaanse stad
alleen over straat gaan zonder gevaar te
lopen te worden gemolesteerd of beroofd.
Een andere factor is, dat men in Spanje
meer kan doen met zijn geld. De minister
en zijn medewerkers trachten te vermij
den om het woord „goedkoop" te gebrui
ken, want ook in dit land stijgen de prij
zen gestaag. Men heeft berekend, dat de
buitenlandse bezoekers vorig jaar gemid
deld 50 gulden per dag tijdens hun bezoek
aan Spanje hebben uitgegeven. Dit jaar
is dat gemiddelde nog iets hoger.
De Spaanse regering strijdt voortdurend
tegen de prijsstijgingen in de toeristen
industrie. Zij meent dat de groei van het
toerisme alleen mogelijk is als men in
Spanje meer.voor hetzelfde geld kan ko
pen dan in Frankrijk en Italië.
De hoteltarieven worden gecontroleerd
door de regering. Dit jaar is aan de hotels
een verhoging van 10 tot 25 percent van
de prijzen toegestaan. Het volgend jaar
zal er geen verhoging plaats vinden. De
regering doet alles om het toerisme te
stimuleren, o.a. door credieten voor de
bouw van hotels en andere faciliteiten.
Tot 1955 was het buitenlandse bezoek be
neden de twee miljoen per jaar. De vijf
miljoen werd pas in I960 gepasseerd.
Augustus is de populairste toeristen-
maand.
De bezoekers komen voor 75 percent per
auto of bus, 13,6 percent over zee en tien
percent door de lucht.