Moord op Majorca m Non met technische knobbel wil nu loodgietster worden Voorrang voor verkeer van links beter dan de huidige regeling? PANDA EN DE M EEST ER-F LESSER Moeder Agatha is gediplomeerd treinmachiniste Oud twistpunt opnieuw actueel Spanje boekte 10 miljoen buitenlandse toeristen echte li Ons vervolgverhaal door Paul Tabori m Beter „zicht" Ook nadelen WITTE KRUIS Volgend jaar geen prijsverhogingen DINSDAG I OKTOBER 1963 'TttintiiniftintiinrriMiii/iimiiiiMmiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiMHMiiwM jfv 'Jm WITTE KRUIS N. v. O. v A 26) Eén moment hingen zijn benen over de rand van een afgrond en bungel den in de ruimte; onder hem ging de rots enige tientallen meters loodrecht naar beneden naar een vlakte, be groeid met doornige struiken en be zaaid met stenen. Hij kon zich nog net op tijd optrekken. Bomen en rot sen benamen hem het zicht op de zee; hij had geen idee hoe ver hij er vandaan was. En terwijl hij daar op de richel lag, zich "hog steeds aan de harsachtige takken van een boom pje vasthoudend, begonnen de kogels om z'n oren te zingen. Hij had zich ver gist hoewel z'n onzichtbare tegen stander zich boven hem bevond, schoot hij vanaf een punt dichter naar het midden van top èn hij schoot zorg vuldiger dan tevoren. Eén kogel kwam op slechts enkele centimeters van zijn uitgestrekte hand terecht, op e^» plat te steen. Dit was geen plek om er te blijven. Hij keek naar links. De ri chel werd daar breder en eindige in een soort sleuf. Hij moest daar zien te komen, want daar zou hij tamelijk veilig zijn door de overhangende rot sen. Het was een meter of twintig ver der. Stephen beet op z'n lippen en be gon te kruipen. Het eerste stuk was erg smal en liep schuin af naar de af grond. Hij probeerde zich zo goed mo gelijk vast te houden. De beschieting ging onverminderd voort. De schutter had genoeg munitie. Of misschien en dat was geen prettig idee waren er wel twee schutters. Nee er zat een zekere regelmaat in de schoten. Maar dat betekende nog niets. Een maal trof een kogel een steen vlak bij zijn hoofd, de splinters deden een hoop stof opwaaien, dat hem voor een ogenblik verblindde. Maar toen had hij het bredere gedeelte van de richel al bereikt en was hij vlak bij de sleuf. Hij liet zich er in zakken en zocht naar een steuntje voor zijn voeten. Natuurlijk, als zijn vijand wist waar hij was, zat hij zelfs hier niet veilig, zodra hij zich een paar meter zou hebben laten zakken, maar hij moest dat riskeren. Hij concentreerde zich geheel op de afdaling. De sleuf kwam uit op een zanderige helling; hij be vond zich op een paar meter afstand van het strand en hoorde het water ruisen. Hij duwde een gordijn van bladeren opzij en keek naar buiten. Hij stond op ongeveer zes meter bo ven het strand en kon bijna de hele westelijke kant van het eiland zien. Hij kon duidelijk de plaats onder scheiden waar hij aan land was ge gaan en zijn boot had vastgemaakt. Er was echter geen spoor meer van de boot te ontdekken... Dat strandje over steken en het wa ter bereiken zou dertig seconden kos ten. Hij zou duidelijk zichtbaar zijn voor de scherpschutter. Zijn onzicht bare vijand zou wel ontzettend slecht moeten schieten om hem dan nog te missen. En toch zat er niets anders op dan terug te zwemmen naar de vaste wal. Kon hij wachten tot het donker zou worden? Ja, natuurlijk; maar dat zou nog twee a drie uur du ren en in die tijd zou hij wel eens erg in het nauw gedreven kunnen worden. Hij stak de handen in zijn zakken en keek somber naar eene lang kras op zijn been, waaruit langzaam bloed neersiepelde. Toen sloot zijn rechterhand zich om een doosje lu cifers. Zijn portefeuille, een sigaren- etui en een zakdoek waren alles wat hij had meegenomen naar Pantaleu. Hij ging op z'n knieën in de klei ne inham zitten en betastte de grond. Die was kurkdroog. Hij brak een paar takjes van een olijfboompje en maak te er een hoopje van. Daarna streek hij een lucifer aan. De takjes vat ten onmiddellijk vlam; een dunne ko lom scherpe rook steeg omhoog. Hij schoof een paar meter op, dicht bij de klip blijvend, en herhaalde de han deling. Binnen vijf minuten was er een half dozijn vuurtjes. De vlammen kropen met grote snelheid omhoog. Hij vroeg zich af welke gevangenis straf er stond op het in brand ste ken van een eiland; maar hij dacht wel dat er sterk verzachtende om standigheden voor hem golden. Toen de vuurtjes samenkwamen en de rook dikker werd, begon de beschieting op nieuw, maar de kogels vlogen over hem heen en belandden zonder on gelukken ir het zand. De rook werd almaar dikker. Zijn ogen deden pijn en hij begon te hoes ten. Hij kon zich echter niet bewe gen voordat het gordijn van vonken en rook dik en hoog genoeg zou zijn om hem voldoende te beschermen. Het leek eindeloos lang te duren, maar toch gingen er niet meer dan tien minuten voorbij voordat het vuur, dat gretig voedsel vond in het dro ge gras, omhoog begon te loeien, in de richting van de top. Al die tijd was er niet geschoten; maar de hit te en de verstikkende rook begonnen ondragelijk te worden. Stephen hield zijn adem in en sprong toen naar vo ren, in de richting van de veilige zee. Hij had de waterkant bereikt en stond op het punt te duiken het was er tamelijk diep en er waren geen rotsen dicht bij de oppervlakte toen hij een korte, brandende pijn in zijn rug voelde. Hij wankelde een ogenblik maar stond niet stil. Zijn sterke armslag bracht hem een tien tal meters van de kant voor hij dook en onder water verder zwom zolang zijn longen het hielden. Toen kwam en keek achterom. De helling van het eiland was één massa vlammen; ze hadden het punt MISSCHIEN zal het nooit gebeuren, maar zou het te eniger tijd nodig zijn, dan kan en mag de Eerwaarde Moeder Agatha van de (Australische) Congregatie der Zusters van Barmhartigheid een stoomlocomotief besturen. Zij is namelijk sedert korte tijd in het bezit van het diploma Ketelver zorging en Treinmachinist, waarschijnlijk de enige religieuze ter wereld, die ooit zo'n diploma heeft behaald. Agatha is Moeder-Overste in het St. Vin cent de Paul's Weeshuis in Melbourne. Daar heeft zij de zorg voor een kleine honderd jongens en meis jes van twee tot zeventien jaar. Dat is natuurlijk geen sinecure. Wat bewoog Moeder Agatha dan om bij haar vele en drukke werkzaamheden nog te gaan studeren voor dat voor een nonnetje toch wel zeer ongewone diploma? Een tijd geleden bespraken de zeventien in het weeshuis werkzame zusters, hoe zij tot bezuinigingen zouden kunnen geraken. Een harer opperde het plan om de man die voor de ketel van de warmwatervoorziening zorgde, te ontslaan en zijn werk voortaan door een der zusters te laten doen. „Niemand van ons", vertelde moeder Agatha, „had eigenlijk een technische knobbel. Maar ik had zo nu en dan wel eens geprutst aan de was machine en daarom vond men blijkbaar, dat ik de meeste technische aanleg had. Welnu, ik besloot de ketel voor mijn rekening te nemen. Maar ik begreep, dat ik daarvoor meer van techniek zou moe ten weten dan nodig is om een was machine op gang te houden!" was verre van veilig. DAAROM LIET moeder Agatha zich een jaar geleden inschrijven voor een schriftelijke cursus „Ketelverzorging". In den beginne viel het haar niet gemakke lijk. Zij bekeek de tekeningen bij de les sen en probeerde vervolgens om de wer king van de ketel in het weeshuis te be grijpen. Gelukkig was er een man van het vak in de buurt die naar hielp om wegwijs te worden. „Zo'n ketel is name lijk nog vrij ingewikkeld, weet U," zegt de moeder-overste. Na de schriftelijke cursus ging Agatha zes maanden de lessen in ketelverzorging en ketelbehandeling volgen aan het Ko ninklijk Technologisch Instituut in Mel bourne. „De leraren waren wel een beet je verbaasd, toen ik daar verscheen als leerlinge, maar zij waren allemaal bijzon der aardig en behulpzaam, al begrepen zij dan niet goed, waarom een non zo diep in de techniek wilde duiken." Toen Moeder Agatha examen deed, za gen de examinatoren ernstig toe, hoe zij in habijt met witte kraag en kap zeer deskundig de ketel bediende. „Ik slaagde met lof. Dat was echt een op luchting. Ik behoefde de ketel wel niet uit elkaar te nemen, maar ik moest op heel veel vragen antwoord geven Sedert kort heeft moeder Agatha een as sistente, zuster Marie-Adèle. Als zij het te druk heeft met andere bezigheden in het weeshuis, let Marie-Adèle op de ketel. „Zij zal," vernamen wij van moeder Agatha, „over enige tijd ook het diploma ketelver zorging en treinmachiniste wel halen, lijkt mij. Dan zijn we beiden gediplomeerd." Moeder Agatha heeft uit dit alles echt een zwak voor de techniek overgehouden. Hij was ongeveer halverwege de westkust van Pantaleu in het water gegaan. Dat betekende een keus tus sen Dragonera of rond de noordzij de van het kleinere eilandje zwem men en zo de vaste) wal bereiken. Hij keek naar Dragonera en besloot dat dat te ver was. Bovendien had Calvo hem verteld dat het onbewoond was, afgezien van de vuurtorenwach ters, en hij was bovendien nauwe lijks in staat een steile berg van driehonderd meter op te klimmen om j hulp te vragen. Hij begon dus maar. w evenwijdig aan de westkust van Pan taleu te zwemmen. Plotseling voelde een scherpe, steeds terugkerende pijn in zijn linkerschou der. Hij draaide zich op z'n rug en voelde met zijn rechter hand. Zijn vingers raakten een dikker, warmer vocht dan zout water. De jager had uiteindelijk toch zijn prooi te pakken gekregen! Hij had er geen idee van hoe erg het was en behalve de steeds terugkerende pijnscheuten voelde hij weinig. Zou het zoute water het bloe den stoppen? Zou het bloed haaien aantrekken"' Waren er eigenlijk wel haaien in deze buurt? Hij wilde dat hij het zich kon herinneren. Al die tijd zwom hij door en draaide zich Weldra weer op zijn buik. De noor delijke punt van Pantaleu kwam in zicht en hij veranderde van richting. Hij kon nu de vaste wal zien, de hui zen van San Telmo, de gebogen lijn van de baai. Nog geen kilometer, schatte hij. Er stond een sterkere stroming toen hij de bescherming van de kust van Pantaleu verliet. Hij pro beerde met zijn rechterarm het leeu wendeel van het werk te doen, maar dat viel niet mee. De pijn bleef nu en was van een zeurderig gevoel ver anderd in een scherpe, vinnige steek. Hij draaide zich weer op z'n rug, liet zijn armen rusten en bewoog zich voort met zijn benen. Een golf sloeg 8 Van een medewerker) WIE BI] ZIJN rijexamen één voorrangsfout maakt, is ge zakt. Het redt hem niet, dat hij misschien overigens vlekke loos gereden heeft. Een voorrangsfout komt hem op zoveel strafpunten te staan dat het begeerde rijbewijs aan zijn neus voorbijgaat. Zó belangrijk achten deskundigen (terecht) de voorrangskwestie voor de verkeersveiligheid. Ook bij aan rijdingen hangt het óórdeel over de schuldvraag veelal nauw met voorrangsvragen i samen. Is het echter wel zo'n natuur lijke zaak, dat wij juist aan van rechts naderend snelverkeer voorrang verlenen? De geleerden zijn het daarover volstrekt niet eens. over hem heen, hij kreeg het zoute water naar binnen en werd erdoor verblind. Stephen ergerde zich aan zijn lichaam dat hem in de steek liet; het was altijd zo'n trouwe en betrouwbare dienaar geweest! Het kwam niet in hem op dat hij zou kunnen sterven; het zou zo'n stom en nutteloos einde zijn. (Wordt vervolgd) AL RUIM DERTIG jaar geleden kwam de vraag „voorrang aan rechts of voor rang aan links?" in parlementaire kringen ter sprake naar aanleiding van de begro ting van Waterstaat. En uit de Memorie van Antwoord van de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat blijkt, dat de deskundigen ook in die dagen geen gelijk luidende opinie hadden. Zeker werd de kwestie toen niet voor de eerste maal aan de orde gesteld. En sindsdien is het twist punt periodiek herleefd. Op het ogenblik is het wel bijzonder ac tueel. Internationaal is de verkeerswetge- ving in beweging geraakt. De Zweden na men het besluit, binnenkort rechts te gaan houden, net als de overige landen van het Europese continent. Daardoor gaat het hardnekkig links houdende Engeland zo zeer een uitzonderingspositie innemen dat ook daar de pleidooien voor koerswijziging luider dan ooit zullen klinken. In Ne derland staat een ingrijpende wijziging van het Wegenverkeersreglement op sta pel, in verband met de gewenste aanpas sing aan een uniforme Europese regeling' der verkeersvraagstukken. Dit alles verklaart, dat in de loop van dit jaar in één van onze autobladen, de „Autokampioen" van de A.N.W.B., uit le zerskringen andermaal tal van argumen ten voor een radicale verandering der voorrangsregeling zijn aangedragen. Op zichzelf zijn deze argumenten weliswaar niet alle nieuw, maar ze worden aange voerd door bekwame mannen, die over het vraagstuk grondig hebben nagedacht. DAT DE BESTAANDE regeling („snel verkeer van rechts gaat vóór") ideaal zou zijn, zal geen sterveling willen beweren. Elke automobilist kent uit ervaring de dwaasheid, dat het zich langs een hoofd verkeersader voortspoedende verkeer voortdurend bedacht moet zijn op roeke lozen, die met een beroep op hun voor- rangsrecht uit alle onaanzienlijke zijstraat jes tevoorschijn kunnen schieten. Dit be zwaar kan in steden met een grillig stra- tennet maar zeer ten dele worden wegge nomen door voorrangs- en stopborden. Een en ander verklaart ook, dat België ge ruime tijd een afwijkende regeling had, die onder meer de straten met tramrails automatisch tot voorrangsstraten procla meerde. Daaraan kleefden echter weer an dere bezwaren. Ze noopten de Belgen on langs, hun uitzonderingssysteem prijs te geven en de in allerlei varianten elders ge bruikelijke „voorrang voor rechts" te aan vaarden. West-Europa houdt met uitzondering van Zweden (nog korte tijd) en Enge land rechts. Men zou van een histo risch uitgangspunt kunnen spreken waar over discussie zinloos is. Maar dat geldt niet voor de voorrangsregels. Die moeten zo logisch mogelijk en op grond van de verkeerspraktijk bij het eenmaal gekozen uitgangspunt aansluiten. En als het op een werkelijk doeltreffende aanpassing aan komt, zo zeggen de critici is de conclusie niet moeiijk: de natuurlijke aanvul ling van „rechts houden" is „voorrang aan links". Waarom? Voorstanders menen de eer ste argumenten al te vinden in een na tuurlijk uitvloeisel van het „rechts hou den". Zelfs zónder dwingende wetsregels zal niemand in twijfel trekken, dat hij af- buigplannen voorrang moet worden ver leend aan tegemoetkomend verkeer en dat men inhalende voertuigen eerst voorbij moet laten gaan. Zowel die tegenliggers als die inhalers bevinden zich links van de waarnemers. Hier is dus ook in de be staande verkeersregels reeds een erkenning van het begrip „voorrang voor links" ge legen. 48. De verdichtsels, die de Broederschap op de her berg had losgelaten, zaaiden veel onrust en paniek. Niet slechts de kamer van Panda en Joris maakten zij onveilig, maar ook drongen zij door tot een belen dend vertrek, waarin een bejaarde dame te slapen lag. Deze werd onaangenaam getroffen, toen zij bij het ont waken een vreemde verschijning uit haar sleutelgat zag dwarrelen en ze zette het dan ook op een snerpend gil len. De leden van de broederschap verbleekten, toen dit geluid tot hen doordrong, „Hoor!" prevelde de Moer- heer ontsteld. „Onschuldigen lijden mee'. Dat mag niet!" „We zijn te ver gegaan," zei de Lord der Nevelen met bleke lippen. „De verdichtsels moeten weer in de fles worden teruggevoerd. Snel!" Dit korte gesprekje werd opgevangen door Joris, die zijn pogingen om verdicht sels te vangen had moeten opgeven, omdat zijn prooi steeds door de mazen glipte. „Ei, ei", mompelde hij. „Zij schijnen dus een middel te kennen, om deze in teressante gedrochtjes opnieuw te flessen. Die metho de moet ik leren. Hier hangt veel van af!" En op de tenen liep hij naar het raam BELANGRIJKER IS, dat van de recht se rijpositie uit het „zicht" op zijstraatjes links veel beter is dan op zijstratjes rechts. Mede door de grotere afstand merkt men het van links naderende ver keer eerder op en men kan er dus soepe Ier op reageren. De verkeersstroom langs een hoofdstraat zou minder met verrassen de „uitschieters" rekening hebben te hou den en zich vlotter kunnen voortbewegen Bijzonder gunstig zou het effect zijn op de verkeerscircuits (rotondes), waar de zaak thans gemakkelijk vastloopt doordat het „ronddraaiende" verkeer aan alle toe gangswegen voorrang moet geven. In Duitsland heeft men opstoppingen willen voorkomen door op de circuits aan het ronddraaiende verkeer door middel van het blauwe bord met de drie witte pijlen voorrang te verlenen. Maar de algemene regel „voorrang voor links" zou afzonder lijke maatregelen overbodig maken. Alle rotondes zouden dan automatisch eerst het draaiende verkeer verwerken en pas daarna nieuwe toevloed mogelijk maken. Alweer: vlotter verkeersafwikkeling. Ten slotte menen de voorstanders van voorrang voor links" dat landen als Zwe den en Engeland zich gemakkelijker bij 'n algemeen Europees „rechts houden" zul len kunnen aansluiten, wanneer hun door door de regel „voorrang aan van links na derend verkeer" 'n soort compromis wordt geboden. Het huidige standpunt van de A.N.W.B. als verkeersorganisatie is ten aanzien van dit vraagstuk voorzichtig en neutraal. Men erkent bepaalde voordelen, maar wijst ook op nadelen van het „links gaat vóór". Teken bijvoorbeeld een kruispunt van gelijkwaardige wegen en geef daarop met stippellijnen de baan van oversteken de, rechts houdende voertuigen aan. In zo'n geval blijkt, dat de remweg van het tot voorrang geven verplichte voertuig bij voorrang aan van links naderend ver keer" aanmerkelijk korter is dan bij „voorrang aan van rechts naderend ver keer". Tegen dit bezwaar hoort men dan weer Koestert zij plannen om nog meer diplo ma's te behalen? Toen wij dit voorzichtig opperden, schudde zij even van neen, maar na een paar secnd-en zei zij toch nadenkend: „Hoewel, het zou misschien wel nuttig wezen om een bekwaam lood gietster te zijn.Daar moet ze zelf toch een beetje om lachen. Maar haar zusters zeggen dat de kans erin zit. „We kennen haar, ze zal niet rusten voordat ze ook het vakdiploma loodgieter en zinkbewerker bezit, en dan maar sleutelen ze is er verzot op N.v.O. Advertentie DE PIJNSTILLER Verkoudheid... weg ermeel Be scherm u ertegen, bevrijd u er van met WITTE KRUIS, (poeders, tabletten of cachets). Salicyl-vriJ en daardoor geen maagklachten. aanvoeren, dat de verkorting van de rem weg slechts schijnbaar is. Een van links naderend voertuig ziet men op zijwegen op groter afstand aankomen dan een voer tuig van rechts. Daardoor wordt ook de reactiemarge ruimer, zodat de remweg in feite in beide gevallen ongeveer gelijk blijft. Tegen het geschetste voordeel van linkse vorrang bij verkeerscircuits is geen enkel bezwaar aan te voeren. Wat de voorstanders van „voorrang voor links" in hun enthousiasme echter uit het oog verliezen is, dat men ook met de beste theorieën moeilijk dor een histo risch gegroeide situatie heenbreekt. De si tuatie is nu eenmaal: RECHTS houden en voorrang aan RECHTS. Het heeft jaren geduurd, eer Zweden de moed opbracht om de daar geldende traditie van „LINKS houden" te doorbreken. Men kwam daar toe niet door de overweging, dat rechts houden oéter zou zijn, maar gooide het roer om omdat op het Europese vaste land iederéén rechts houdt en het interna tionale verkeer een steeds groter rol gaat spelen. Nederland kan zich om welke echte of vermeende voordelen ook bij het steeds nadrukkelijker streven naar Euro pese uniformiteit geen uitzonderingspositie veroorloven. Aanvaarding van het begin sel „voorrang aan links" is derhalve alleen op Europees niveau denkbaar. Het ziet er echter naar uit, dat de weerstand van een op dit punt gelijkgerichte continentale ver- keersgewoonte sterker zal blijken dan de logica van een handvol non-conformisten. Waarbij dan nog komt dat een omscha keling enorme sommen aan wegbebake- ning en andere voorzieningen zou vergen. Voor het einde van september boekte Spanje zijn tienmiljoenste buitenlandse toerist in dit jaar, een nieuw record voor de bloeiende vrcemdelingenindustrie die dit jaar naar schatting bijna 2200 mil joen zal inbrengen. Manuel Fraga Iribarne, de Spaanse minister van Voorlichting en Toerisme, is tevreden met het seizoen 1963. Maar voor 1964 heeft hij grote plannen om de natuur lijke attracties van Spanje nog meer uit te buiten. Het buitenlandse toerisme redt de devie- zenpositie van de Spaanse regering van een tekort en geeft honderdduizenden Spanjaarden werk. De groei van de toeris tenindustrie is voor een groot deel te dan ken aan de thans 40-jarige minister Fraga Iribarne die in juli 1962 werd benoemd. Alleen al dit jaar is men aan de Costa del Sol van Malaga tot Gibraltar be gonnen met de bouw van 100 nieuwe ho tels. Elders in het land rijzen hotels, mo tels en andere logeergelegenheden even eens als paddestoelen uit de grond. Vorig jaar ontving Spanje 8.668.722 buitenlandse bezoekers, een toeneming van 16 percent ten opzichte van 1961. Het grootste deel hiervan (3.792.876) kwam uit Frankrijk, dat in felle concurrentiestrijd met Spanje is voor het zomertoerisme. Uit Engeland kwamen vorig jaar 898.810 bezoekers, uit West-Duitsland 666.487, uit Zweden. Dene marken en Noorwegen tezamen 250.000 een half miljoen uit de Verenigde Staten en meer dan 175.000 uit Latijns Amerika. VOLGENS DE minister is de orde die in Spanje heerst een grote factor in het aantrekken van de toeristen. Een vrouw kan te middernacht in elke Spaanse stad alleen over straat gaan zonder gevaar te lopen te worden gemolesteerd of beroofd. Een andere factor is, dat men in Spanje meer kan doen met zijn geld. De minister en zijn medewerkers trachten te vermij den om het woord „goedkoop" te gebrui ken, want ook in dit land stijgen de prij zen gestaag. Men heeft berekend, dat de buitenlandse bezoekers vorig jaar gemid deld 50 gulden per dag tijdens hun bezoek aan Spanje hebben uitgegeven. Dit jaar is dat gemiddelde nog iets hoger. De Spaanse regering strijdt voortdurend tegen de prijsstijgingen in de toeristen industrie. Zij meent dat de groei van het toerisme alleen mogelijk is als men in Spanje meer.voor hetzelfde geld kan ko pen dan in Frankrijk en Italië. De hoteltarieven worden gecontroleerd door de regering. Dit jaar is aan de hotels een verhoging van 10 tot 25 percent van de prijzen toegestaan. Het volgend jaar zal er geen verhoging plaats vinden. De regering doet alles om het toerisme te stimuleren, o.a. door credieten voor de bouw van hotels en andere faciliteiten. Tot 1955 was het buitenlandse bezoek be neden de twee miljoen per jaar. De vijf miljoen werd pas in I960 gepasseerd. Augustus is de populairste toeristen- maand. De bezoekers komen voor 75 percent per auto of bus, 13,6 percent over zee en tien percent door de lucht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 11