FILATELIE
HET KASTANJEMANNETJE
Schaken
Dammen
ZATERDAG 5 OKTOBER 1963
Erbij
PAGINA VIER
Jan Nelissen
B. Dukel
Mr. Ed. Spanjaard
'JffijffiVnfr1"1"" TV» "'iHif'
ANTILLEN. De postadministratie
van de Ned. Antillen geeft van 23 ok
tober 1963 tot en met 22 januari 1964
een serie van vijf kinderpostzegels uit.
De zegels zijn ontworpen door kinde
ren, wier ontwerpen werden bekroond
in een tekenwedstrijd voor scholieren,
uitgeschreven door de Federatie Antil
liaanse Jeugdzorg onder het motto
,£>oor het kind, voor het kind." De
i
waarden en voorstellingen zijn: 5 plus
2 cent meisje, 6 plus 3 cent drie meis
jes, 10 plus 5 cent wuivend meisje, 20
plus 10 cent drie mannen met vlaggen
en 25 plus 12 cent jongetje. De zegels
zijn gedrukt bij Joh. Enschedé en Zo
nen te Haarlem. Aan de filatelistenlo
ketten van de postkantoren in Neder
land zal de serie voor f 1.96 verkrijg
baar zijn.
CYPRUS. Ter gelegenheid van het
honderdjarig bestaan van het interna
tionale Rode Kruis zijn twee postzegels
uitgegeven, beide uitgevoerd in veel-
kleurendruk. Het zijn een 10 mils met
een verpleegster bij een ziek kind en
een 100 mils met een kindertehuis van
het Rode Kruis in Kyrenia.
ALBANIë. Met afbeelding van vlin
ders is een serie van zes waarden uit
gegeven. De reeks omvat de waarden:
1, 2, 4, 5, 8 en 10 leks. De oplage be
draagt 100.000 complete series.
SOMALIA. De derde verjaardag van
ds onafhankelijkheid is gevierd door
d taifte van drie postzegels in de
Mm
waarden 0.25, 1 en 1.80 sh. so. De ze
gels tonen alle het portret van presi
dent Aden Abdulla Osman en het wa
pen van de republiek.
OOSTENRIJK. Ter gelegenheid van
het honderdjarig bestaan van het inter
nationale Rode Kruis zal op 22 oktober
een postzegel van 3 s. in omloop wor
den gebracht met als voorstelling het
eeuwfeest-embleem van het Rode
Kruis (een gestileerde olielamp). De
zegel is ontworpen en gegraveerd door
Hans Ranzoni jr.
SAINT-PIERRE ET MIQUELON. De
honderdste geboortedag van de Franse
bacterioloog Albert Calmette (1863-
1933) is herdacht met een postzegel
van 30 frwaarop tegen een achter
grond van zeilschepen zijn portret en
een microscoop voorkomen.
GHANA. Een serie van vier waarden
is uitgegeven ter viering van de 54ste
verjaardag van president dr. Kwame
Nkroemah. Op de 1 d. ziet men het
portret van Nkroemah en een lint in
de kleuren van de Ghanese vlag, op de
4 d. zijn portret met de Ghanese vlag
op de achtergrond, op de 1 sh. 3 d. zijn
portret met op de achtergrond vuur
werk dat de naam Ghana vormt en op
de 5 sh. een inlands symbool.
BULGARIJE. Ter gelegenheid van
de Balkan Spelen 1963 is een serie van
vijf postzegels in roulatie gebracht: 1
st. estafettenloop, 2 st. hamerwerpen,
3 st. verspringen, 5 st. hoogspringen en
13 st. discuswerpen. Alle zegels dragen
daarnaast de vlaggen van de deelne
mende landen.
ITALIë. De Italiaanse Europazegels
zijn uitgegeven in de waarden 30 lire
steenrood en bruin) en 70 lire (rood
bruin en groen), beide met het gemeen
schappelijk ontwerp voor 1963, vervaar
digd door de Noor Arne Holm.
PORTUGAL. De Portugese poste
rijen hebben een serie Europapostze
gels met een eigen ontwerp het licht
doen zien, nl. een gestileerde vogel. De
waarden zijn: 1 esc. (blauw, grijs en
zwart), 1.50 esc. (groen, grijs en zwart)
en 3.50 esc. (rood, grijs en zwart).
ZWEDEN. Op 25 oktober zullen twee
postzegels, 20 ore (oranje) en 50 öre
(groen) verschijnen, waarop het land
huis van de plantkundige en natuurvor
ser Carl von Linné (1707-1778), Ham-
marby genaamd, voorkomt. De zegels
zijn ontworpen door Hilding Linnqvist
en gegraveerd door Czeslaw Slania.
GUINGARD (Genève)
Zwart: 2, 3, 7, 11, 13 ,14, 16, 17, 18, 20, 25.
Wit: 22, 27, 28, 33, 34, 38, 41, 42, 45, 46, 48.
Zwart aan zet vervolgde met 14-19,
waarmede wit de dam nam door: 1)
14-19. 2) 28-23 19x30. 3) 45-40 17x28. 4)
40-34 30x39. 5) 48-43 39x37. 6) 41x1 waarna
zwart opgaf. Dit is wel iets voorbarig. De
stand in cijfers: zwart 7 stukken op 2, 3,
11, 13, 16, 20, 25; wit dam op 1 en st. op
27, 38, 46.
Zwart aan zet 11-17. Op 1-6 de plakker
16-21. Wij beoordelen dit eindspel voor
zwart als remise. Wie ontdekt winst?
Van de heer C. Kramer te IJmuiden, die
weer tot de problematiek is teruggekeerd,
ontvingen wij twee tempivraagstukken,
waarvan wij gaarne de oplossing tegemoet
zien.
C. KRAMER (IJmuiden)
Ziehier de treffende inleiding van het
Prisma Schaakboek 4, wederom geschreven
door Hans Bouwmeester. Onder de titel:
„Partijen van wereldkampioenen en hun
rivalen" vertoont de schrijver ons een
uitermate boeiende film van wat wij met
één woord zouden willen karakteriseren
als „topschaak", het topschaak sinds 1851.
De topprestaties van de 21 allergrootsten
in Caïssa's rijk, beginnende bij Anderssen
en eindigende met Petros jan, passeren de
revue. We zien hoe het louter combina-
toire schaak van Anderssen, Paulsen en
Morphy wordt gevolgd door Steiniz'
schaakfilosofie, welke de betekenis van het
positiespel ontdekt. Op hoger niveau, met
Steinitz' verworvenheden als produktieve
basis, keert het combinatiespel weer terug.
De nog jonge ex-wereldkampioen Tal is
daarvan de meest spectaculaire exponent.
Bij welke van de 21 grootheden men ook
kijkt, steeds is het uiteindelijk de combi
natie, welke de beslissing brengt. Met
grote kennis van zaken illustreert Bouw
meester dit aan de hand van tientallen
prachtige partijen. Twee snapshots uit die
partijen volgen hieronder.
Zwart: STEINITZ
Zwart: 2, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 23, 24, 29.
Wit: 18, 20, 22, 25, 26, 31, 35, 37, 38, 42, 48.
C. KRAMER (IJmuiden)
Zwart: 9 12 ,13, 14, 15, 16, 17, 19, 20, 29.
Wit: 25, 28, 31, 32, 36, 37, 39, 40, 48, 49.
Voor beide vraagstukken geldt: wit
speelt en wint.
HET WAS HERFST en daardoor wa
ren de dagen korter geworden en de
nachten langer. De bladeren begonen
van de bomen te vallen en paddestoe
len kwamen uit de grond, de een na
de ander. In het bos vielen eikels en
kastanjes uit de bomen met een harde
tik op de grond en eekhorentjes en
gaaien deden, al hun best om veel lek
kers bij elkaar te zoeken voor als het
winter zou zijn en er niets meer te eten
was in het bos. Maar niet alleen de
dieren zorgden voor de winter, nee ook
liep er door het grote woud een klein,
arm vrouwtje met een versleten, dun
ne jurk aan. Ze was hout aan het
sprokkelen, dorre takken waaraan nooit
meer blaadjes zouden groeien, maar
die als ze in het vuur werden gegooid
flink warmte gaven. Het begon al
avond te worden en het vrouwtje werd
moe. Ze verlangde naar haar hutje en
de grote bos takken onder haar 'arm
werd zwaarder en zwaarder. Met haar
magere, oude hand sloeg ze het stof
van de versleten jurk en zuchtend be
gon ze naar haar huisje te strompelen.
Maar opeens bleef ze verbaasd stil
staan Hoorde ze daar niet een
stemmetje? Ach kom, ze verbeeldde
het zich maar.Ze wilde verder lo
pen, maar ja hoor, daar klonk het
stemmetje weer. „Maar ik ben toch
helemaal alleen in het bos!" dacht het
vrouwtje verbaasd, „ik moet het me
verbeelden". nu klonk de stem
opeens veel duidelijker en daardoor
wist ze ook waar de stem vandaan
kwam. Hi] kwam uit.een grote
groene kastanje!!
Wit: TJIGORIN (aan zet)
Deze stelling ontstond na de 18de zet
van zwart. De zwartspeler Steinitz was,
toen deze partij gespeeld werd (Havana
1892), nog wereldkampioen; op het nip
pertje wist hij een tweekamp van de uit
dager Tjigorin te winnen, maar in de
onderhavige partij werd hij pardoes weg-
gecombineerd. Er volgde: 19) Pd6xf7ü
Dwingt de zwarte koning naar het midden.
19) Kg8xf7. 20) e5-e6t Kf7xe6. Na
20) De6:? wint 21) Pg5f direct 21)
Pf3-e5 De dame moet wijken, de ko
ning kan het front niet meer ontvluchten.
21 )Dd7-c8. 22) Tfl-el Ke6-f6. 23) Ddl-
h5 Dreigt onder andere Pg4 mat. 23)
g7-g6. 24) Ra3xe7t Kf6xe7. Of 24)
Pe7:. 25) Dh4+ g5. 26) Pg4t Kf7. 27) Dg5: en
wits aanval slaat aanstonds dóór. 25) Pe5x
g6ft Ke7-f6. 26) Pg6xh8 Rb6xd4. Of bij
voorbeeld 26) Dh8:. 27) Te5 Dc8. 28) g4!
enz. 27) Tbl-b3! Deze toren gaat nu
beslissend ingrijpen-. 27) Dc8-d7. 28)
Tb3-f3 Ta8xh8. 29) g2-g4 Th8-g8. 30) Dh5-
h6t Tg8-g6. 31) Tf3xf5+ en zwart gaf het
op (31) Df5:. 32) Df8t enz.).
Tot slot een schitterende combinatie uit
1926 van Nimzowitsch.
Zwart: RUBINSTEIN
VERBAASD LIEP het oudje er naar
toe en nadat ze haar takkenbos op de
grond had laten glijden raapte ze met
haar bevende vingers de kastanje op.
Heel duidelijk klonk nu de stem en het
nieuwgierige oudje peuterde de bolster
van de kastanje open. Maar wat schrok
ze toen ze binnenin niet een glanzende,
bruine kastanje zag zitten, maar een
klem, grijnzend mannetje met een le
lijke haakneus en stekende oogjes.
„Hihihihi', gilde het kereltje, lelijke
heks, domoor, je zult er spijt van
hebben dat je me uit de kastanje
bolster gehaald hebt. Ik doe alleen
maar lelijke dingen, want als ik goede
dingen doe dan krijg ik een hekel aan
mezelf!"
Ineens sprong het kereltje op de tak
kenbos en voor het vrouwtje iets kon
doen had hij de droge takken in brand
gestoken. Daar had ze nu de hele mid
dag haar best voor gedaan! Ze kon
wel huilen en ze begon werkelijk te
snikken, toen het lelijke ding vlug als
een sprinkhaan in haar haar sprong en
er met zijn lange vingers aan begon
te trekken.
Huilend van pijn en angst holde ze
door het bos zo hard ze maar kon
op haar oude benen. Gelukkig sprong
de gemenerd eensklaps weer van haar
hoofd en verdween in de struiken. Nu
hoorde ze het angstige gillen van een
konijn en daarna het klagend piepen
van een jong eekhoorntje, want alles
wat het mannetje tegen kwam werd
geplaagd. Angstig rende het. vrouwtje
voort, met trillende benen en kloppend
hart. Opeens struikelde ze over een
boomstronk en daardoor viel ze languit
op de harde grond.
Uw grote adepten zullen bewonderens
waardige dingen doen, zonder dat de we
reld hen als grote geleerden of kunstenaars
zal beschouwen. Zo zult ge altijd een stief
kind zijn, maar uw schoonheid zal door
de eeuwen heen bewonderd worden. En
met dit lot zult ge u moeten verzoenen".
(IJmuiden). De loting, door de heer J. H.
Meure in het clublokaal van de Haarlemse
Damclub verricht, is gewonnen door de
"ESTELLé (Jussy)
- r I) i 4 i"
huis der schone kunsten was het uitge
nodigd en daarbij voelde het zich te trots
en verheven om vriendschap en onderdak
te zoeken bij de spelen-van-alle-dag.
Zwart: 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 12, 13, 14, 15,
16, 19, 21, 23, 24, 26.
Wit: 25, 27, 28, 30, 31, 32, 33, -35, 37, 38, 40,
41, 42, 43, 45, 47, 48, 49.
Wit 18) 33-29??? Zwart aan zet wint een
stuk of damzet, en daarna de partij.
18) 33-29 24x22. 19) 27x29 21-27. 20) 31x22
14-20. 21) 25x23 26-31. 22) 37x26 12-18.
23) 23x12 8x46.
Toen zal wellicht de Heer het volgende
antwoord hebben gegeven: Ik heb u geen
bepaald tehuis toegedacht omdat de gren
zen van uw gebied niet scherp te trekken
zijn. Toch zijt ge verwant zowel aan de
wetenschap als aan de kunst. De eerste
kunt ge voorhouden dat zij nauwelijks
strenger en logischer te werk gaat dan gij
de tweede dat ge een rijkdom aan schoon
heid ontvouwt aan hen die in uw onuit
puttelijke mijn weten door te dringen.
Het volgend fragment uit de partij.
ESTELLé (Jussy)
Zoek niet naar onderdak bij uw trotse
verwanten. In hun tehuis zullen ook lieden
binnensluipen die daar in feite niet horen
en vaak zullen deze kleinen als groten ge
vierd worden. Bij u echter zal slechts het
waarlijk grote talent stralen en daarbij het
zwakkere de juiste belichting geven. Grote
vertegenwoordigers zal ik u zenden die u
dan weer tot de wetenschap, dan weer tot
de kunst zullen nader brengen. Voor hen
zult ge een verleidelijke sirene'zijn en door
hen in uw hart te sluiten, zult gij hun veel
vreugde maar ook veel leed brengen.
Nu vertelde het vrouwtje alles me
horten en stoten en af en toe hielr
ze op om even te snikken. De tovenaa
luisterde heel aandachtig, maar toen zf
hem van het kastanjemannetje vertel
de sprong hij op en riep:
„Maar dat is -die lelijke Glorm, dif
ik voor straf in die kastanjebolster ge
stopt had. Dus hij heeft die nare stre
ken nog niet afgeleerd? Wacht maar
dan zal ik nu zorgen dat hij nooit mee'
van die streken kan uithalen! Kom
moedertje, wijs me maar eens de weg
Vertel me waar je dat mannetje ge
zien hebt. Het wordt al steeds donker
der en het mannetje Glorm zal van
nacht zeker in een kastanjeboom wil
len slapen, want dat is hij nu zó ge
wend. Ik zal me in zo een boom om
toveren en dan moet hij maar eens
kijken wat er gebeurt!" Zo vlug als
ze maar konden stapten ze weer te
rug. Wel trilde het vrouwtje nog steeds,
maar nu de sterke tovenaar er bij was
was ze toch niet zo bang meer. Nu
kwamen ze bij de piek waar de ver
brande takkenbos lag en meteen mom
pelde de tovenaar een spreuk.Vlak
voor de ogen van het verbaasde oude
vrouwtje stond nu een schitterende kas
tanjeboom met zware takken en grote,
smalle bladeren. Daar hoorde het
vrouwtje eenklaps de stem van.het ke
reltje Glorm die er weer aankwam.
Vlug verstopte ze zich achter een
strüik bij de' kastanje. Ze was juist
op tijd weg, want daar stond Glorm
al voor de boom en riep: „Hahahaa!",
een heerlijke kastanjeboom om van
nacht in te slap.en, en morgen zal ik
er de mooiste takken afbreken, want
als ik dankbaar ben, dan word ik ziek
van mezelf". Kwiek klom hét manne
tje in de boom maar daar schoten
plotseling twee takken naar voren en
eer het geschrokken kereltje weg kon
ER KLONK WEER een spreuk door
komen, zat hij stevig gevangen,
het bos en wég was de boom en de
tovenaar stond er weer, met het
schreeuwende en spartelende ventje in
zijn stevige handen. „Dartijn heeft me
weer, Dartijn heeft me weer!",
schreeuwde Glorm, „nu ben ik verlo
ren! Help, help!".
Van alle kanten kwamen de dieren
uit het bos op het geschreeuw af, maar
natuurlijk hielp er geen één de lelijkerd.
Ook het vrouwtje kwam achter de
struik vandaan en luisterde met een
heel ernstig gezicht toen de tovenaar
zei: „Voor al jouw lelijke streken zal
ik je nu straffen Glorm! In een lelijke
vergiftige paddestoel zal ik je veran
deren, zodat niemand je óóit zal willen
plukken! Dat is je straf!"
Vlug prevelde de tovenaar weer een
spreuk, terwijl Glorm angstig gilde.
Plotseling was de lelijkerd verdwe
nen, maar voor de voeten van de to
venaar groeide nu een stinkende don
kere paddestoel.
Het was al aardedonker toen he*
vrouwtje die avond thuis kwam, maar
toen ze voorzichtig een kaars had aan
gestoken zag ze in haar hutje een grote
takkenbos, een mand turf en drie goud
stukken liggen en ook een briefje!
Met bevende handen zette het moe
dertje haar bril op en las, toen ze het
briefje dicht bij de kaars hield:
Omdat u zo geschrokken bent geef
ik u dit.
En eronder stond met zwierige let
ters: Tovenaar Dartijn.
Nu moest het vrouwtje alweer hui
len, maar deze keer was het van vreug
de.
heer Smit. Deze heeft het damboek reeds
ontvangen.
TOPSCHAAK
„Als de Schepper zijn grote werk vol
bracht had, zo begint de Hongaarse schaak
meester Géza Maroczy zijn beroemde Mor-
phy-biografie, kwam het schaakspel tot
hem met de klacht dat het zonder tehuis
was gebleven. Noch in het ernstige paleis
der wetenschappen noch in het glanzende
Wie meer wil weten van 's werelds top
schaak lope Prisma-college bij onze oud
stadgenoot!
UIT BUSSUM.
Het' jaarlijks in september georganiseer
de viertallentoernooi van de Gooise Bridge
Club is weer achter de rug en vrijwel
iedereen die het bijwoonde is tevreden
van Bussum naar huis teruggekeerd. De
wedstrijden waren dan ook spannend, de
gezelligheid groot en de organisatie uit
stekend. Het bestuur van deze actieve Bus-
sumse vereniging mag dan ook met trots
terugzien op een evenement, dat in tien
jaren tijd gegroeid is tot één der meest
populaire toernooien bij de opening van
het bridgeseizoen.
De wedstrijden werden gespeeld op basis
van „a board-a match", hetgeen zeggen wil
dat men per spel 2-0, dan wel 1-1 scoorde;
ook hier waren de overslagen per spel dus
van het grootste belang.
In de onderstaande partij bleek de ge
miste overslag van weinig belang aan
de andere tafel waren NZ namelijk niet tót
een manchebod gekomen:
H 9 7 6 5
OH72
<0 H 7 6 4
V
De vroegere Nederlander,' thans Zwitser,
J. T. Cazemier uit Assen, is er in geslaagd
het kampioenschap van Zwitserland op zijn
naam te brengen, vóór de 17-voudige ex-
kampioen Guingard. De heer Cazemier, die
al énige jaren in Frauenfeld woont zal
zijn nieuwe vaderland in 1964 vertegen
woordigen bij het toernooi om het wereld
kampioenschap dammen.
De eindstand van het toernooi om het
kampioenschap van Zwitserland met zeven
spelers, is als volgt: Cazemier 20, Guingard
17, Gedance 14, Tchudin 12, Augagnent 11,
Estèllé 6, Rambossen 4.
Hieronder enkele fragmenten uit het
Zwitserse toernooi. Vanuit de aanvang-
stelling, wit Estellé; zwart Cazemier.
1) 32-28 20-24. 2) 34-29 14-20. 3) 37-32 17-21.
4) 41-37 21-26. 5) 40-34 20-25. 6) 29x20 25x14.
7) 31-27 19-24. 8) 44-40 14-19. 9) 34-30 18-23.
10) 50-44 10-14. 11) 30-25 12-18. 12) 36-31
7-12. 13) 40-34 2-7. 14) 34-29 23x34. 15) 39x30
11-17. 16) 44-40 17-21. 17) 46-41 18-23.
Stand na de 17de zet door zwart.
CAZEMIER (Frauenfeld)
Wit: NIMZOWITSCH
V 10 8 4
9 A V 10 5
O A 5
8 73
West gever, allen kwetsbaar. Nadat west,
noord en oost hadden gepast, opende zuid
met één schoppen west twee klaver
noord vier schoppen allen pasten. Als
zuid met zo'n zwak spel ooit de schoppen
wil bieden moet hij dat. direct doen later
krijgt men wellicht niet meer de kans.
Noords verhoging tot vier schoppen was
intelligent: vermoedelijk had west een
sterke klaverkleur, waaruit weer volgde
noords drie koningen goed bij het zuidspel
leken te passen.
West incasseerde in slag 1 klaverheer en
in slag 2 speelde hij ruitenvrouw na, door
zuid gewonnen met ruitenaas. Zuid speelde
in slag 3 een kleine schoppen naar de heer,
genomen door oost met schoppenaas. In
slag 4 speelde oost ruiten negen na, west
nam over met ruiten tien en noord won
met ruitenheer.
In slag 5 volgde schoppen vijf uit noord,
oost een kleine en zuid sneed met schoppen
tien had u dat ook gedaan?
De reden waarom zuid sneed was, dat
west vermoedelijk zes klaveren en ten
minste drie ruitens bezat (9 kaarten) en
oost dus slechts drie klaveren met drie of
vier ruitèns (6 of 7 kaarten). De kans op
„lengte" in schoppen bij oost, was dus
groot genoeg om de snit te wagen die
ook goed zat, want west speelde een kla
vertje bij. Schoppenvrouw kon nu nage
trokken worden en bij west verscheen
wederom een klavertje, bij oost viel de
schoppenboer.
Wanneer NZ nu in de slagen 7 en 8 resp.
hartenaas en dan een kleine harten naar
de hartenheer speelt, bekennen beide
tegenspelers met kleine hartens. Noord
speelt dan in slag 9 weer harten en bij
oost komt de harten negen moet zuid op
hartenboer snijden, of de hartenvrouw
leggen? Het contract is natuurlijk al ver
zekerd, maar als zuid vier hartenslagen
maakt krijgen NZ een overslag, daar
noords derde ruitentje weg kan (voor
noords vierde ruiten, heeft zuid nog maar
één troef over).
Dit probleem is verre van eenvoudig en
lijkt wellicht meer een kwestie van. raden
dan van weten. Men mag aannemen, dat
west de strijd begon met zes klaveren en.
één schoppen: als west drie ruitens had,
heeft hij ook drie hartens gehad. Heeft
west echter vier ruitens, dan bezat hij
slechts twee hartens en moet op harten
boer worden gesneden. De oplossing van
dit vraagstuk ligt in siag 4: als oost vier
ruitens zou hebben gehad van de negen,
zou hij aannemende dat west vrouw-
boer-tien bezat nooit de ruiten negen
hebben gespeeld, maar een kleine, daar
men nu eenmaal hoge kaarten niet graag
over elkaar laat vallen. Zuid had west dus
op vier ruitens moeten taxeren en har
ten moeten snijden.
NU SNIKTE ZE hardop van pijn en
verdriet en opeens hoorde ze iemand
met haastige stappen naar haar toe ko
men. Nu boog een vriendelijk heer zich
over haar heen die vroeg: „Wat is er
moedertje? Ben je gevallen en doet het
pijn? Kom, zeg het maar aan mij. Ik
ben tovenaar Dartijn en ik kan de pijn
zó weg krijgen".
Wit heeft een krachtige koningsaanval,
maar hoe ontloopt hij een, naar het schijnt
tenminste op eeuwig schaak uitlopende,
drijfjacht op zijn eigen koning? Er volgde:
38)' Rd2xh6 Dc2-bl+. 39) Kfl-e2! Aan
het aftrekschaak 39) Rclf heeft wit niet
veel. 39) Dbl-c2f. 40) Ke2-e3!
Zeer verrassend. De witte koning begeeft
zich in het open veld, waarvan de pointe
aanstonds blijkt. Na 40) Rd2j Kg8. 41) Th7
Tf7 kan zwart zich nog verdedigen. 40)
Rd8-b6t- Of 40) Dclj. 41) Ke4! Delf.
42) Te3! Dh4j. 43) Kd5 gh6:. 44) Th3 en wit
wint. De mars van de witte monarch is be
paald imposant. 41) Ke3-e4! Dc2-e2f. 42)
Th3-e3U De wel zeer ongewone pointe. Er
dreigt Dg7: mat èn Te2:. Daartegen is geen
verweer, zodat zwart het opgaf.
In de rubriek van 17 augustus plaatsten
wij een zestal problemen van de heer Kleen
uit Heemstede. Deze serie (moeilijke)
vraagstukken werd goed opgelost door
de heren H. G. Teunisse, C. Luske, J. J. P.
Kraayer (allen te Haarlem), J. van Dijk
(Aerdenhout), C. Kramer en W. de Smit