FILATELIE HET KASTANJEMANNETJE Schaken Dammen ZATERDAG 5 OKTOBER 1963 Erbij PAGINA VIER Jan Nelissen B. Dukel Mr. Ed. Spanjaard 'JffijffiVnfr1"1"" TV» "'iHif' ANTILLEN. De postadministratie van de Ned. Antillen geeft van 23 ok tober 1963 tot en met 22 januari 1964 een serie van vijf kinderpostzegels uit. De zegels zijn ontworpen door kinde ren, wier ontwerpen werden bekroond in een tekenwedstrijd voor scholieren, uitgeschreven door de Federatie Antil liaanse Jeugdzorg onder het motto ,£>oor het kind, voor het kind." De i waarden en voorstellingen zijn: 5 plus 2 cent meisje, 6 plus 3 cent drie meis jes, 10 plus 5 cent wuivend meisje, 20 plus 10 cent drie mannen met vlaggen en 25 plus 12 cent jongetje. De zegels zijn gedrukt bij Joh. Enschedé en Zo nen te Haarlem. Aan de filatelistenlo ketten van de postkantoren in Neder land zal de serie voor f 1.96 verkrijg baar zijn. CYPRUS. Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het interna tionale Rode Kruis zijn twee postzegels uitgegeven, beide uitgevoerd in veel- kleurendruk. Het zijn een 10 mils met een verpleegster bij een ziek kind en een 100 mils met een kindertehuis van het Rode Kruis in Kyrenia. ALBANIë. Met afbeelding van vlin ders is een serie van zes waarden uit gegeven. De reeks omvat de waarden: 1, 2, 4, 5, 8 en 10 leks. De oplage be draagt 100.000 complete series. SOMALIA. De derde verjaardag van ds onafhankelijkheid is gevierd door d taifte van drie postzegels in de Mm waarden 0.25, 1 en 1.80 sh. so. De ze gels tonen alle het portret van presi dent Aden Abdulla Osman en het wa pen van de republiek. OOSTENRIJK. Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het inter nationale Rode Kruis zal op 22 oktober een postzegel van 3 s. in omloop wor den gebracht met als voorstelling het eeuwfeest-embleem van het Rode Kruis (een gestileerde olielamp). De zegel is ontworpen en gegraveerd door Hans Ranzoni jr. SAINT-PIERRE ET MIQUELON. De honderdste geboortedag van de Franse bacterioloog Albert Calmette (1863- 1933) is herdacht met een postzegel van 30 frwaarop tegen een achter grond van zeilschepen zijn portret en een microscoop voorkomen. GHANA. Een serie van vier waarden is uitgegeven ter viering van de 54ste verjaardag van president dr. Kwame Nkroemah. Op de 1 d. ziet men het portret van Nkroemah en een lint in de kleuren van de Ghanese vlag, op de 4 d. zijn portret met de Ghanese vlag op de achtergrond, op de 1 sh. 3 d. zijn portret met op de achtergrond vuur werk dat de naam Ghana vormt en op de 5 sh. een inlands symbool. BULGARIJE. Ter gelegenheid van de Balkan Spelen 1963 is een serie van vijf postzegels in roulatie gebracht: 1 st. estafettenloop, 2 st. hamerwerpen, 3 st. verspringen, 5 st. hoogspringen en 13 st. discuswerpen. Alle zegels dragen daarnaast de vlaggen van de deelne mende landen. ITALIë. De Italiaanse Europazegels zijn uitgegeven in de waarden 30 lire steenrood en bruin) en 70 lire (rood bruin en groen), beide met het gemeen schappelijk ontwerp voor 1963, vervaar digd door de Noor Arne Holm. PORTUGAL. De Portugese poste rijen hebben een serie Europapostze gels met een eigen ontwerp het licht doen zien, nl. een gestileerde vogel. De waarden zijn: 1 esc. (blauw, grijs en zwart), 1.50 esc. (groen, grijs en zwart) en 3.50 esc. (rood, grijs en zwart). ZWEDEN. Op 25 oktober zullen twee postzegels, 20 ore (oranje) en 50 öre (groen) verschijnen, waarop het land huis van de plantkundige en natuurvor ser Carl von Linné (1707-1778), Ham- marby genaamd, voorkomt. De zegels zijn ontworpen door Hilding Linnqvist en gegraveerd door Czeslaw Slania. GUINGARD (Genève) Zwart: 2, 3, 7, 11, 13 ,14, 16, 17, 18, 20, 25. Wit: 22, 27, 28, 33, 34, 38, 41, 42, 45, 46, 48. Zwart aan zet vervolgde met 14-19, waarmede wit de dam nam door: 1) 14-19. 2) 28-23 19x30. 3) 45-40 17x28. 4) 40-34 30x39. 5) 48-43 39x37. 6) 41x1 waarna zwart opgaf. Dit is wel iets voorbarig. De stand in cijfers: zwart 7 stukken op 2, 3, 11, 13, 16, 20, 25; wit dam op 1 en st. op 27, 38, 46. Zwart aan zet 11-17. Op 1-6 de plakker 16-21. Wij beoordelen dit eindspel voor zwart als remise. Wie ontdekt winst? Van de heer C. Kramer te IJmuiden, die weer tot de problematiek is teruggekeerd, ontvingen wij twee tempivraagstukken, waarvan wij gaarne de oplossing tegemoet zien. C. KRAMER (IJmuiden) Ziehier de treffende inleiding van het Prisma Schaakboek 4, wederom geschreven door Hans Bouwmeester. Onder de titel: „Partijen van wereldkampioenen en hun rivalen" vertoont de schrijver ons een uitermate boeiende film van wat wij met één woord zouden willen karakteriseren als „topschaak", het topschaak sinds 1851. De topprestaties van de 21 allergrootsten in Caïssa's rijk, beginnende bij Anderssen en eindigende met Petros jan, passeren de revue. We zien hoe het louter combina- toire schaak van Anderssen, Paulsen en Morphy wordt gevolgd door Steiniz' schaakfilosofie, welke de betekenis van het positiespel ontdekt. Op hoger niveau, met Steinitz' verworvenheden als produktieve basis, keert het combinatiespel weer terug. De nog jonge ex-wereldkampioen Tal is daarvan de meest spectaculaire exponent. Bij welke van de 21 grootheden men ook kijkt, steeds is het uiteindelijk de combi natie, welke de beslissing brengt. Met grote kennis van zaken illustreert Bouw meester dit aan de hand van tientallen prachtige partijen. Twee snapshots uit die partijen volgen hieronder. Zwart: STEINITZ Zwart: 2, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14, 23, 24, 29. Wit: 18, 20, 22, 25, 26, 31, 35, 37, 38, 42, 48. C. KRAMER (IJmuiden) Zwart: 9 12 ,13, 14, 15, 16, 17, 19, 20, 29. Wit: 25, 28, 31, 32, 36, 37, 39, 40, 48, 49. Voor beide vraagstukken geldt: wit speelt en wint. HET WAS HERFST en daardoor wa ren de dagen korter geworden en de nachten langer. De bladeren begonen van de bomen te vallen en paddestoe len kwamen uit de grond, de een na de ander. In het bos vielen eikels en kastanjes uit de bomen met een harde tik op de grond en eekhorentjes en gaaien deden, al hun best om veel lek kers bij elkaar te zoeken voor als het winter zou zijn en er niets meer te eten was in het bos. Maar niet alleen de dieren zorgden voor de winter, nee ook liep er door het grote woud een klein, arm vrouwtje met een versleten, dun ne jurk aan. Ze was hout aan het sprokkelen, dorre takken waaraan nooit meer blaadjes zouden groeien, maar die als ze in het vuur werden gegooid flink warmte gaven. Het begon al avond te worden en het vrouwtje werd moe. Ze verlangde naar haar hutje en de grote bos takken onder haar 'arm werd zwaarder en zwaarder. Met haar magere, oude hand sloeg ze het stof van de versleten jurk en zuchtend be gon ze naar haar huisje te strompelen. Maar opeens bleef ze verbaasd stil staan Hoorde ze daar niet een stemmetje? Ach kom, ze verbeeldde het zich maar.Ze wilde verder lo pen, maar ja hoor, daar klonk het stemmetje weer. „Maar ik ben toch helemaal alleen in het bos!" dacht het vrouwtje verbaasd, „ik moet het me verbeelden". nu klonk de stem opeens veel duidelijker en daardoor wist ze ook waar de stem vandaan kwam. Hi] kwam uit.een grote groene kastanje!! Wit: TJIGORIN (aan zet) Deze stelling ontstond na de 18de zet van zwart. De zwartspeler Steinitz was, toen deze partij gespeeld werd (Havana 1892), nog wereldkampioen; op het nip pertje wist hij een tweekamp van de uit dager Tjigorin te winnen, maar in de onderhavige partij werd hij pardoes weg- gecombineerd. Er volgde: 19) Pd6xf7ü Dwingt de zwarte koning naar het midden. 19) Kg8xf7. 20) e5-e6t Kf7xe6. Na 20) De6:? wint 21) Pg5f direct 21) Pf3-e5 De dame moet wijken, de ko ning kan het front niet meer ontvluchten. 21 )Dd7-c8. 22) Tfl-el Ke6-f6. 23) Ddl- h5 Dreigt onder andere Pg4 mat. 23) g7-g6. 24) Ra3xe7t Kf6xe7. Of 24) Pe7:. 25) Dh4+ g5. 26) Pg4t Kf7. 27) Dg5: en wits aanval slaat aanstonds dóór. 25) Pe5x g6ft Ke7-f6. 26) Pg6xh8 Rb6xd4. Of bij voorbeeld 26) Dh8:. 27) Te5 Dc8. 28) g4! enz. 27) Tbl-b3! Deze toren gaat nu beslissend ingrijpen-. 27) Dc8-d7. 28) Tb3-f3 Ta8xh8. 29) g2-g4 Th8-g8. 30) Dh5- h6t Tg8-g6. 31) Tf3xf5+ en zwart gaf het op (31) Df5:. 32) Df8t enz.). Tot slot een schitterende combinatie uit 1926 van Nimzowitsch. Zwart: RUBINSTEIN VERBAASD LIEP het oudje er naar toe en nadat ze haar takkenbos op de grond had laten glijden raapte ze met haar bevende vingers de kastanje op. Heel duidelijk klonk nu de stem en het nieuwgierige oudje peuterde de bolster van de kastanje open. Maar wat schrok ze toen ze binnenin niet een glanzende, bruine kastanje zag zitten, maar een klem, grijnzend mannetje met een le lijke haakneus en stekende oogjes. „Hihihihi', gilde het kereltje, lelijke heks, domoor, je zult er spijt van hebben dat je me uit de kastanje bolster gehaald hebt. Ik doe alleen maar lelijke dingen, want als ik goede dingen doe dan krijg ik een hekel aan mezelf!" Ineens sprong het kereltje op de tak kenbos en voor het vrouwtje iets kon doen had hij de droge takken in brand gestoken. Daar had ze nu de hele mid dag haar best voor gedaan! Ze kon wel huilen en ze begon werkelijk te snikken, toen het lelijke ding vlug als een sprinkhaan in haar haar sprong en er met zijn lange vingers aan begon te trekken. Huilend van pijn en angst holde ze door het bos zo hard ze maar kon op haar oude benen. Gelukkig sprong de gemenerd eensklaps weer van haar hoofd en verdween in de struiken. Nu hoorde ze het angstige gillen van een konijn en daarna het klagend piepen van een jong eekhoorntje, want alles wat het mannetje tegen kwam werd geplaagd. Angstig rende het. vrouwtje voort, met trillende benen en kloppend hart. Opeens struikelde ze over een boomstronk en daardoor viel ze languit op de harde grond. Uw grote adepten zullen bewonderens waardige dingen doen, zonder dat de we reld hen als grote geleerden of kunstenaars zal beschouwen. Zo zult ge altijd een stief kind zijn, maar uw schoonheid zal door de eeuwen heen bewonderd worden. En met dit lot zult ge u moeten verzoenen". (IJmuiden). De loting, door de heer J. H. Meure in het clublokaal van de Haarlemse Damclub verricht, is gewonnen door de "ESTELLé (Jussy) - r I) i 4 i" huis der schone kunsten was het uitge nodigd en daarbij voelde het zich te trots en verheven om vriendschap en onderdak te zoeken bij de spelen-van-alle-dag. Zwart: 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 12, 13, 14, 15, 16, 19, 21, 23, 24, 26. Wit: 25, 27, 28, 30, 31, 32, 33, -35, 37, 38, 40, 41, 42, 43, 45, 47, 48, 49. Wit 18) 33-29??? Zwart aan zet wint een stuk of damzet, en daarna de partij. 18) 33-29 24x22. 19) 27x29 21-27. 20) 31x22 14-20. 21) 25x23 26-31. 22) 37x26 12-18. 23) 23x12 8x46. Toen zal wellicht de Heer het volgende antwoord hebben gegeven: Ik heb u geen bepaald tehuis toegedacht omdat de gren zen van uw gebied niet scherp te trekken zijn. Toch zijt ge verwant zowel aan de wetenschap als aan de kunst. De eerste kunt ge voorhouden dat zij nauwelijks strenger en logischer te werk gaat dan gij de tweede dat ge een rijkdom aan schoon heid ontvouwt aan hen die in uw onuit puttelijke mijn weten door te dringen. Het volgend fragment uit de partij. ESTELLé (Jussy) Zoek niet naar onderdak bij uw trotse verwanten. In hun tehuis zullen ook lieden binnensluipen die daar in feite niet horen en vaak zullen deze kleinen als groten ge vierd worden. Bij u echter zal slechts het waarlijk grote talent stralen en daarbij het zwakkere de juiste belichting geven. Grote vertegenwoordigers zal ik u zenden die u dan weer tot de wetenschap, dan weer tot de kunst zullen nader brengen. Voor hen zult ge een verleidelijke sirene'zijn en door hen in uw hart te sluiten, zult gij hun veel vreugde maar ook veel leed brengen. Nu vertelde het vrouwtje alles me horten en stoten en af en toe hielr ze op om even te snikken. De tovenaa luisterde heel aandachtig, maar toen zf hem van het kastanjemannetje vertel de sprong hij op en riep: „Maar dat is -die lelijke Glorm, dif ik voor straf in die kastanjebolster ge stopt had. Dus hij heeft die nare stre ken nog niet afgeleerd? Wacht maar dan zal ik nu zorgen dat hij nooit mee' van die streken kan uithalen! Kom moedertje, wijs me maar eens de weg Vertel me waar je dat mannetje ge zien hebt. Het wordt al steeds donker der en het mannetje Glorm zal van nacht zeker in een kastanjeboom wil len slapen, want dat is hij nu zó ge wend. Ik zal me in zo een boom om toveren en dan moet hij maar eens kijken wat er gebeurt!" Zo vlug als ze maar konden stapten ze weer te rug. Wel trilde het vrouwtje nog steeds, maar nu de sterke tovenaar er bij was was ze toch niet zo bang meer. Nu kwamen ze bij de piek waar de ver brande takkenbos lag en meteen mom pelde de tovenaar een spreuk.Vlak voor de ogen van het verbaasde oude vrouwtje stond nu een schitterende kas tanjeboom met zware takken en grote, smalle bladeren. Daar hoorde het vrouwtje eenklaps de stem van.het ke reltje Glorm die er weer aankwam. Vlug verstopte ze zich achter een strüik bij de' kastanje. Ze was juist op tijd weg, want daar stond Glorm al voor de boom en riep: „Hahahaa!", een heerlijke kastanjeboom om van nacht in te slap.en, en morgen zal ik er de mooiste takken afbreken, want als ik dankbaar ben, dan word ik ziek van mezelf". Kwiek klom hét manne tje in de boom maar daar schoten plotseling twee takken naar voren en eer het geschrokken kereltje weg kon ER KLONK WEER een spreuk door komen, zat hij stevig gevangen, het bos en wég was de boom en de tovenaar stond er weer, met het schreeuwende en spartelende ventje in zijn stevige handen. „Dartijn heeft me weer, Dartijn heeft me weer!", schreeuwde Glorm, „nu ben ik verlo ren! Help, help!". Van alle kanten kwamen de dieren uit het bos op het geschreeuw af, maar natuurlijk hielp er geen één de lelijkerd. Ook het vrouwtje kwam achter de struik vandaan en luisterde met een heel ernstig gezicht toen de tovenaar zei: „Voor al jouw lelijke streken zal ik je nu straffen Glorm! In een lelijke vergiftige paddestoel zal ik je veran deren, zodat niemand je óóit zal willen plukken! Dat is je straf!" Vlug prevelde de tovenaar weer een spreuk, terwijl Glorm angstig gilde. Plotseling was de lelijkerd verdwe nen, maar voor de voeten van de to venaar groeide nu een stinkende don kere paddestoel. Het was al aardedonker toen he* vrouwtje die avond thuis kwam, maar toen ze voorzichtig een kaars had aan gestoken zag ze in haar hutje een grote takkenbos, een mand turf en drie goud stukken liggen en ook een briefje! Met bevende handen zette het moe dertje haar bril op en las, toen ze het briefje dicht bij de kaars hield: Omdat u zo geschrokken bent geef ik u dit. En eronder stond met zwierige let ters: Tovenaar Dartijn. Nu moest het vrouwtje alweer hui len, maar deze keer was het van vreug de. heer Smit. Deze heeft het damboek reeds ontvangen. TOPSCHAAK „Als de Schepper zijn grote werk vol bracht had, zo begint de Hongaarse schaak meester Géza Maroczy zijn beroemde Mor- phy-biografie, kwam het schaakspel tot hem met de klacht dat het zonder tehuis was gebleven. Noch in het ernstige paleis der wetenschappen noch in het glanzende Wie meer wil weten van 's werelds top schaak lope Prisma-college bij onze oud stadgenoot! UIT BUSSUM. Het' jaarlijks in september georganiseer de viertallentoernooi van de Gooise Bridge Club is weer achter de rug en vrijwel iedereen die het bijwoonde is tevreden van Bussum naar huis teruggekeerd. De wedstrijden waren dan ook spannend, de gezelligheid groot en de organisatie uit stekend. Het bestuur van deze actieve Bus- sumse vereniging mag dan ook met trots terugzien op een evenement, dat in tien jaren tijd gegroeid is tot één der meest populaire toernooien bij de opening van het bridgeseizoen. De wedstrijden werden gespeeld op basis van „a board-a match", hetgeen zeggen wil dat men per spel 2-0, dan wel 1-1 scoorde; ook hier waren de overslagen per spel dus van het grootste belang. In de onderstaande partij bleek de ge miste overslag van weinig belang aan de andere tafel waren NZ namelijk niet tót een manchebod gekomen: H 9 7 6 5 OH72 <0 H 7 6 4 V De vroegere Nederlander,' thans Zwitser, J. T. Cazemier uit Assen, is er in geslaagd het kampioenschap van Zwitserland op zijn naam te brengen, vóór de 17-voudige ex- kampioen Guingard. De heer Cazemier, die al énige jaren in Frauenfeld woont zal zijn nieuwe vaderland in 1964 vertegen woordigen bij het toernooi om het wereld kampioenschap dammen. De eindstand van het toernooi om het kampioenschap van Zwitserland met zeven spelers, is als volgt: Cazemier 20, Guingard 17, Gedance 14, Tchudin 12, Augagnent 11, Estèllé 6, Rambossen 4. Hieronder enkele fragmenten uit het Zwitserse toernooi. Vanuit de aanvang- stelling, wit Estellé; zwart Cazemier. 1) 32-28 20-24. 2) 34-29 14-20. 3) 37-32 17-21. 4) 41-37 21-26. 5) 40-34 20-25. 6) 29x20 25x14. 7) 31-27 19-24. 8) 44-40 14-19. 9) 34-30 18-23. 10) 50-44 10-14. 11) 30-25 12-18. 12) 36-31 7-12. 13) 40-34 2-7. 14) 34-29 23x34. 15) 39x30 11-17. 16) 44-40 17-21. 17) 46-41 18-23. Stand na de 17de zet door zwart. CAZEMIER (Frauenfeld) Wit: NIMZOWITSCH V 10 8 4 9 A V 10 5 O A 5 8 73 West gever, allen kwetsbaar. Nadat west, noord en oost hadden gepast, opende zuid met één schoppen west twee klaver noord vier schoppen allen pasten. Als zuid met zo'n zwak spel ooit de schoppen wil bieden moet hij dat. direct doen later krijgt men wellicht niet meer de kans. Noords verhoging tot vier schoppen was intelligent: vermoedelijk had west een sterke klaverkleur, waaruit weer volgde noords drie koningen goed bij het zuidspel leken te passen. West incasseerde in slag 1 klaverheer en in slag 2 speelde hij ruitenvrouw na, door zuid gewonnen met ruitenaas. Zuid speelde in slag 3 een kleine schoppen naar de heer, genomen door oost met schoppenaas. In slag 4 speelde oost ruiten negen na, west nam over met ruiten tien en noord won met ruitenheer. In slag 5 volgde schoppen vijf uit noord, oost een kleine en zuid sneed met schoppen tien had u dat ook gedaan? De reden waarom zuid sneed was, dat west vermoedelijk zes klaveren en ten minste drie ruitens bezat (9 kaarten) en oost dus slechts drie klaveren met drie of vier ruitèns (6 of 7 kaarten). De kans op „lengte" in schoppen bij oost, was dus groot genoeg om de snit te wagen die ook goed zat, want west speelde een kla vertje bij. Schoppenvrouw kon nu nage trokken worden en bij west verscheen wederom een klavertje, bij oost viel de schoppenboer. Wanneer NZ nu in de slagen 7 en 8 resp. hartenaas en dan een kleine harten naar de hartenheer speelt, bekennen beide tegenspelers met kleine hartens. Noord speelt dan in slag 9 weer harten en bij oost komt de harten negen moet zuid op hartenboer snijden, of de hartenvrouw leggen? Het contract is natuurlijk al ver zekerd, maar als zuid vier hartenslagen maakt krijgen NZ een overslag, daar noords derde ruitentje weg kan (voor noords vierde ruiten, heeft zuid nog maar één troef over). Dit probleem is verre van eenvoudig en lijkt wellicht meer een kwestie van. raden dan van weten. Men mag aannemen, dat west de strijd begon met zes klaveren en. één schoppen: als west drie ruitens had, heeft hij ook drie hartens gehad. Heeft west echter vier ruitens, dan bezat hij slechts twee hartens en moet op harten boer worden gesneden. De oplossing van dit vraagstuk ligt in siag 4: als oost vier ruitens zou hebben gehad van de negen, zou hij aannemende dat west vrouw- boer-tien bezat nooit de ruiten negen hebben gespeeld, maar een kleine, daar men nu eenmaal hoge kaarten niet graag over elkaar laat vallen. Zuid had west dus op vier ruitens moeten taxeren en har ten moeten snijden. NU SNIKTE ZE hardop van pijn en verdriet en opeens hoorde ze iemand met haastige stappen naar haar toe ko men. Nu boog een vriendelijk heer zich over haar heen die vroeg: „Wat is er moedertje? Ben je gevallen en doet het pijn? Kom, zeg het maar aan mij. Ik ben tovenaar Dartijn en ik kan de pijn zó weg krijgen". Wit heeft een krachtige koningsaanval, maar hoe ontloopt hij een, naar het schijnt tenminste op eeuwig schaak uitlopende, drijfjacht op zijn eigen koning? Er volgde: 38)' Rd2xh6 Dc2-bl+. 39) Kfl-e2! Aan het aftrekschaak 39) Rclf heeft wit niet veel. 39) Dbl-c2f. 40) Ke2-e3! Zeer verrassend. De witte koning begeeft zich in het open veld, waarvan de pointe aanstonds blijkt. Na 40) Rd2j Kg8. 41) Th7 Tf7 kan zwart zich nog verdedigen. 40) Rd8-b6t- Of 40) Dclj. 41) Ke4! Delf. 42) Te3! Dh4j. 43) Kd5 gh6:. 44) Th3 en wit wint. De mars van de witte monarch is be paald imposant. 41) Ke3-e4! Dc2-e2f. 42) Th3-e3U De wel zeer ongewone pointe. Er dreigt Dg7: mat èn Te2:. Daartegen is geen verweer, zodat zwart het opgaf. In de rubriek van 17 augustus plaatsten wij een zestal problemen van de heer Kleen uit Heemstede. Deze serie (moeilijke) vraagstukken werd goed opgelost door de heren H. G. Teunisse, C. Luske, J. J. P. Kraayer (allen te Haarlem), J. van Dijk (Aerdenhout), C. Kramer en W. de Smit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 16