I Moord op Majorca I PANDA EN DE MEESTER^FLESSER Te land, te water of in de lucht: de ijsvogel is overal in zijn element i ermaat NEGEN MUZEN 11 Ons vervolgverhaal door Paul Tabori AMERIKAANSE NOUVEAUTÉ NU MODERN WASSEN WASMACHINE BLAUW WOENSDAG 9 OKTOBER 1963 rmtmmnm Te licht bevonden C. B. van der Geest Dochters geruild •-* - 4 - COP. V»g*TfN TOÓMD68- I I 33) Er scheen wat licht door het gat, maar Stephen wist niet of het uit de opening hoog boven hen kwam. „Kunt u de ruimte zien? Of een ge deelte ervan?" „Ja. Er is niets.alleen een bank.een tafel.en de deur". „Mijnheer .Carpath we zullen al les proberen om u er uit te halen. Maar u moet meewerken." „Maar kunt u zich bewegen? Lo pen?" „Ja.als.als u het touw door snijdt. Barrett zoog op zijn lippen. Hij was er nogal vlug bij geweest om de vrij heid te beloven aan een man die hij nog nooit gezien had, die zich in een gesloten cel bevond, gekneveld en wel en die zich waarschijnlijk in een slechte lichamelijke conditie bevond. Maar hij moest hem moed inpraten. „Een beetje geduld", zei hij. „U moet ons de tijd geven". „Ja", kwam de stem. „Tijd. Ik. heb niet veel tijd meer.ik.ik wil het niet opgeven.als ik dat doe, blijft me niets over.dan zullen ze me vermoorden. Er klonk in de verte een zacht ge luid. Barrett fluisterde gehaast; „Daar komen ze. Niet praten". Het geluid kwam nader. Voetstap pen twee mannen, vermoedde Ste phen. Het vuurtje brandde nog hoe wel de vlammen al lager werden. Hij zei Janet naast de deur te gaan staan en liep op het getraliede venster toe. Hij kon nauwelijks een stukje van de ondergrondse gang zien. Maar toen kwamen de kolonel en Garcia in zicht. Beiden droegen een lantaarn en zagen er uit als twee van de zeven dwergen van Walt Disney. Stephen greep de roestige staven van het tra liewerk vast. Demarest en zijn metgezel liepen langs de deur zonder stil te houden of er zelfs maar naar te kijken. Al les gebeurde in het donker; hun lan taarns verlichtten slechts de grond voor hun voeten. Ze verdwenen in het duister en toen zij een hoek om sloegen, verdween ook zelfs de weer kaatsing van het licht. Barrett scheen aan de tralies te zijn vastgegroeid; Janet liep naar hem toe en fluisterde: „Wat is er?" De aderen op Barretts voorhoofd stonden gespannen; zweetdruppels rolden langs zijn gezicht. Hij bewoog zijn hand. Toen hij de tralies vaster had beetgegrepen, had hij gevoeld dat ze meegaven. Nu, met een laat ste krachtsinspanning, wrong hij ze los. „Kijk". Hij liet ze Janet zien. Ze staarde er niet begrijpend naar. „Maar we kunnen nooit door dat. „Nee. Maar er is een kans.Luis ter. Hij sprak snel, met zachte stem. Ze luisterde naar hem, haar ogen strak op z'n gezicht gericht, dat zwak verlicht werd door het doven de vuur. Toen hij uitgesproken was knikte ze en wilde hem iets vragen; maar op dat moment hoorden ze stemmen in de naastgelegen cel. Stephen liep naar het gat. Ze volgde hem. „En, Carpath?" zei de kolonel. „Ik hoop dat je je onbehaaglijk genoeg voelt. Er kwam geen antwoord. „M'n vrienden worden een beetje ongeduldig", vervolgde de kleine man. „Ik trouwens ook. Dit heeft geen enkele zin. Waarom ben je toch niet verstandig?" „Loop naar de hel". Dat was Carpath; zijn stem klonk sterker en vol venijn. „Je kunt niet erg goed tegen pijn, beste jongen. Herinner je je die keer dat de tandarts zijn boor brak. Er volgde een stroom woorden, wel ke Stephen niet kon verstaan; maar ze klonken als bijzonder onprettige Arabische scheldwoorden. De kolonel wachtte geduldig tot de uitbarsting over was. „Ja, ja", zei hij toen. „Maar als je denkt dat m'n afkomst of mijn uiterlijke verschijning me iets kunnen schelen, vergis je je. Scheld me maar uit, Carpath, als dat je oplucht het zal je niet helpen. Slechts één ding kan dat. „Nee", zei de Uraniumkoning en Barrett begon zijn moed te bewon deren. Gedurende enige tijd werd er geen geluid gehoord, toen was er een be weging, het geluid van metaal op metaal, gevolgd door een schreeuw van pijn. Janet drukte zich dicht te gen Stephen aan. De geluiden bleven aanhouden, luider en sneller achter een, totdat de hele grot er vol mee scheen te zijn. Toen, plotseling, was het afgelopen. „Hij is flauw gevallen", hoorden ze Garcia's lijzige stem zeggen. „Mis schien is hij wel dood". Even later sprak de kolonel weer. Er was nog steeds een spoor van een plat accent. „Nee. Hij is niet dood. Maar hij voelt niets meer. We zullen later te rug komen. Bind hem weer vast." De deur van Carpaths cel ging kra kend open. Barrett liep naar het ven ster. Hij had de gebroken tralies weer op hun plaats gezet. Janet voegde zich net op tijd bij hem om Demarest te zien passeren, die slechts een kor te blik cp hun deur wierp. Ze keek naar Stephen, die zijn hoofd schudde. Even later was de kolonel verdwe nen. Ze stonden tegen de vochtige ijze ren deur gedrukt en wachtten. Ein delijk hoorder ze de deur naast de hunne opengaan en weer gesloten wor den. Garcia verscheen. Barrett riep luid: „Garcia!" De getatoeërde zeeman aarzelde en bleef toen staan. „Wat is er?" vroeg hij. „Het meisje ze is erg ziek. Een beetje water. Garcia grinnikte. „Je houdt mij niet voor de gek, amigo. Ik weet wat je van plan bent". Stephen deed zijn stem verontwaar digd klinken: „Het is geen smoesje kom hier en kijk zelf...."' Hij liep langzaam achteruit, uitno digend. Garcia aarzelde maar liep toen op het raampje toe. Zijn gezicht was er nog maar een paar centime ters vanaf. Op dat moment rukte Bar rett de tralies los. Zijn rechter arm flitste door het gat. Met alle kracht kwam zijn vuist op Garcia's bovenlip terecht. Het hoofd van de zeeman sloeg naar achteren, zijn gewicht was vertrokken van IVfeteen waren Barretts handen bh) zijn nek. Hij moest al zijn spieren spannen het raampje was boven zijn hoofd en ver kon hij er niet door reiken om Gar cia's keel dicht te kunnen knijpen. Hij hield op toen de lange, zware man slap werd onder zijn greep. Hij hield hem rechtop; de zwaarte veroorzaak te een ontzettende pijn van zijn lin kerschouder. Hij hijgde tegen Janet: „Kom.... help...." Het meisje ging voor hem staan. Ze drukte zich stevig tegen hem aan terwijl ze haar handen en onderar men door het raampje wrong. Ze hielp geweldig. Het gewicht leek wat minder, de druk beter te verdragen. „Heb je hem.vermoord?" vroeg ze. „Nee. Maar hij is voor een uurtje of zo buiten westen. Duim nu maar dat hij de sleutels niet heeft laten vallen. „Maar hoe „We moeten hem optillen. Beiden leunden zo ver als ze kon den uit de opening. Het roestige me taal sneed in hun armen en schou ders terwijl ze hem ophesen. Lang zaam, centimeter voor centimeter, kwam Garcia's slappe lichaam naar boven. Het was een ontzettende kar wei en het kostte veel tijd. Ze waren allebei uitgeput toen het middel van de zeeman zichtbaar werd door het raampje. „Nubromde Stephen, „ik moet.één handloslaten Kun je het houden?" „Jaals het niet te lang duurt." (Wordt vervolgdi I I De bekende Enschedese vogelfotograaf C. B. van der Geest, is er in geslaagd, voerende ijsvogels te foto graferen. Uit een schuilhut aan de oever van de Dinkel in Twente sloeg hy vele dagen lang een ijsvogel familie gade bij haar be levenissen te land, te water en in de lucht. In dit ar tikel vertelt hy van zyn boeiende ervaringen. morgen zijn er: 5 grote COCOSMACRONEN van JO voor...65. Geheugensteuntje: deze weels. 200 gn 55. „Wat staat ge daar te staren, manneke?" vroeg Joris. „Steek ook eens een handje toe! Ge wilt toch niet dat dit geld onbeheerd achterblijft, zodat oneer lijke lieden het zomaar kunnen grijpen?" „Maar maar wat wil jij ermee doen?" vroeg Panda onzeker. „Het bij de politie in bewaring geven natuurlijk", ant woordde Joris. „Maar komaan, nu niet langer gebab beld. Ge moogt gerust wel eens uw steentje bijdragen." Zo sprekende, tilde hij de boordevolle zak op en hees deze Panda op de rug. „Pff.wat een gewicht!" hijgde Panda. „Zodra ik een agent zie, geef ik die zak aan hem, hoor, als je dat maar weet!" Nu, lang zou Panda niet naar een wetsdienaar hoeven uit te kijken, want de wakkere agent Maneschijn had intussen reeds bemerkt, dat er iets aan de hand was in het bankgebouw. Oplettend tuurde hij naar een klerk, die met een rokerig wezen tje op de hielen de trap kwam afstuiven. „Heel ver dacht," bromde de politiebeambte. „Dit moet onder zocht worden." En met een waakzame blik in de ogen begon hij de trap te bestijgen. DE FRANSE POLITIE heeft een valse munter gearresteerd die in de afgelopen zeven jaar voor ongeveer 390.000 gulden aan Frans geld zou hebben vervaardigd. Het is de 54-jarige Juan Sabajo, geboortig uit Spanje, die voor zijn valsemunterij de weekeinden zou hebben uitgetrokken ter wijl hij de rest van de week besteedde aan het uitgeven van het geld. De valse munten waren volgens de politie voortref felijk nagemaakt, maar zij wogen aanzien lijk minder dan de echte (Reuter). Schildery maakt slachtoffers. Drie em ployés van de National Gallery in Londen zijn gewond geraakt door de val van een reusachtig schilderij dat zij wilden op hangen. De balans van de operatie: een gebroken pols, een gebroken been en een uit de kom geschoten arm. De drie ge wonden zijn naar een ziekenhuis overge bracht. Het schilderij mankeert niets. Sir John Barbirolli. De onderschei ding van „De grote Ste^ en Kraag van de witte Roos van Finland" is toegekend aan de Britse dirigent sir John Barbirolli, om dat hij zich verdienstelijk heeft gemaakt door de Britten aan te moedigen tot waar dering van de muziek van de Finse com ponist Jan Sibelius. gauw met een flinke vaart in de nestgang om leven later, achter uit lopend, terug te komen. Hij liet zich achterover vallen en dook toen meteen het water in. Tien meter verder streek hij neer op een drijvend eilandje van takken. Telkens als hij uit de nestgang terugkeerde, nam hij een duik om zich te wassen. Een paar minuten later ver scheen het wijfje en hetzelfde schouwspel herhaalde zich. DEZE WASSERIJ werd iedere keer na het voeren herhaald. Dit had zijn reden. Toen ik de gang naar het nest eens goed bekeek, zag ik dat alle uitwerp selen in de smalle schacht van deze gang worden gedeponeerd. Het was daar een onbeschrijfe lijk vieze boel, temeer daar alles krioelde van de maden. Wat daarbinnen gebeurde bleef voor mij verborgen. Toen kwam de jachtopziener met het vocfrstel, het nest open te leggen, hetgeen heel goed mogelijk leek. Want al is de ijsvogel een schuwe vogel, het ouderpaar is zo gehecht aan de jongen, dat het deze alleen bij acuut gevaar pleegt te verlaten. Zo begon dan het moeilijke werk om een paar kubieke me ter zand te verplaatsen zonder de vogel te storen. Alle eer aan de jachtopziener, die zeer be kwaam de gang (70 cm lang en een doorsnee van 5 cm) verticaal doorsneed. Vijf dagen later, toen de oudste jongen hun ogen al open hadden dit gebeurt meestal omstreeks de achtste dag kwamen we bij het „nest" in de vorm van een oven, 23 cm breed, 12 cm hoog en 18 cm diep. Voorzichtig legden we het open en daar zagen we de jongen. De veren leken nu nog draadvormig door de lange schachten, waarin ze geborgen zijn totdat het dier het nest verlaat. De jonge ijsvogels wa ren nu twaalf dagen oud. Ze stonden rechtop in het nest, waarvan de bodem bedekt was met heel fijne „visgraat", zo zacht als dons. Hoe dat erin kwam, wist ik toen nog niet. De ornitholoog Naumann schrijft hierover, dat de oude vogels hun braakballen in het nest spuwen. DE EERSTE dagen, toen de jongen nog kaal en blind waren, was er geen „visgraat" in het nest. Nu de jongen twaalf dagen oud waren, kwamen de vogels 's nachts niet meer voeren. Ik kroop in de schuilhut om te zien, wat er nu in het nest, dat geheel openlag, ging gebeuren. Het voeren van de jongen. Lang hoefde ik niet te wachten. Nauwelijks waren mijn begelei ders verdwenen of daar zat de ijsvogelman reeds boven de beek, op het takje dat zijn start plaats was naar het nest. Hij was in het geheel niet schuw of achterdochtig en vloog na een paar minuten in de nu open gang, liep naar het nest, voerde een der luid kleppende jongen met een visje en ging achterwaarts door de gang terug. Hij duikelde achterover de beek in, alsof er niets ge beurd was. Dit herhaalde zich nog een paar maal en toen scheen hij te begrijpen, dat lopen door de gang niet meer nodig was. Van dat moment af negeerde hij de gang en vloog hij direct naar het nest. Gedurende de tijd, dat ik bij het nest zat voerde de ijsvogel alleen modderkruipers, voorn tjes en andere visjes. Van de eerste dagen weet ik het menu niet. Vermoedelijk kregen de jongen toen ook insecten, daar de mest in de gang de eerste dagen een modderkleur had. Later was deze wit. Intussen stonden de jongen als pinguins rechtop in het nest. PLOTSELING werden ze ac tief, ze klepperden met de sna vels, zoals reigers dat doen. Het volgende moment stond de oude vogel op de nestrand om zijn kroost een visje te voeren. Het dier spoog een braakbal in het nest en zo ontdekte ik, hoe de mooie deklaag in het nest kwam. Nauwelijks lag de braak bal op de grond of alle jon gen hielpen ijverig mee, het ding in stukken te trappen. Dit gebeurde telkens weer als er een bal was. Niet de oude vo gels, maar de jongen zorgden dus voor de nestbekleding. TOEN IK de schuilhut ver liet, dekte ik het nest en een ge deelte van de gang af met 'n met leem besmeerd gazen deksel, zo adat de natuurlijke vijanden en ook de mens de ijsvogel jongen niet konden bereiken. Een paar dagen later waren ook de schachten van hun veren verdwenen en geleken ze vol komen op het ouderpaar. Alleen hun pootjes waren nog grijs van kleur. Twintig dagen oud, verlieten ze het nest. Een paar dagen bleven ze nog in de buurt en werden ze in de struiken door de oude vogels gevoerd. Toen verdwenen ze. Advertentie De stad Rye in de staat New York begint onder leiding van burgemeester H. Clay Johnson een campagne om de wange dragingen te bestrijden van kinderen van gefor tuneerde ouders, die zich amuseren met kruimel diefstallen, vandalisme en „breekfeestjes". Maar om succes te hebben, aldus de burgemeester, moeten eerst de ouders worden opgevoed, want deze zijn de ware schuldigen van de toenemende jeugdcri minaliteit. Johnson gaat een jeugd raad vormen, die een ge dragscode voor ouders en kinderen zal opstellen. Zestig leidende figuren leraren, zakenlieden, geestelijken, padvinders, Rotarians en dergelijke waren aanwezig op een eerste bijeenkomst. Als een ouderpaar zijn kinderen toestaat thuis 'n feest te geven zonder toe zicht van volwassenen, doen hun buren dat ook. terwille van hun status en uit vrees dat hun kin deren anders impopulair zullen worden bij hun leeftijdgenoten. Voor hen die menen dat misdadigheid van de jeugd automatisch gekop peld moet worden aan ar moede, is Rye een para dox. De stad heeft geen krotwoningen, meer dan 23 percent van haar grondbezit is bestemd voor recreatie parken, sportvelden en jeugdcen tra. Een woning van 180.000 gulden bezitten is niets ongewoons in Rye. De huisvaders 'van Rye zijn belangrijke mannen in hun organisaties en za ken. Hun kinderen gaan naar dure scholen. Toch is er bij een groot deel van de jeugd een volle dige minachting voor het ouderlijk gezag. Vanda lisme komt op grote schaal voor en de jeugd-„fees- ten" gaan alle perken te buiten. Het welzijn en de goede naam van de stad worden door dit alles ern stig bedreigd, aldus de burgemeester. Winkeldiefstallen door jongens en meisjes uit de „betere" milieus zijn een groot probleem geworden. In een straat met 50 win kels zijn diefstallen in 33 zaken voorgekomen. Uit vrees de gunst van de ouders te verliezen, doen de winkeliers meestal geen aangifte. Zij „ver geten" het maar liever of brengen het verlies aan de ouders der delinquen ten in rekening. De mees te ouders zijn bereid de diefstallen van hun kin deren op deze wijze „af te kopen". De jeugdraad zal ook een „jury" van tieners aanwijzen om de politie te helpen bij de bestrij ding vgn de jeugdmis- daad. Men is van mening dat deze jury de mentali teit van haar leeftijdge noten beter begrijpt dan de volwassenen en dat haar adviezen bij de ko mende actie daarom van grote waarde zullen zijn. Twee gezinnen te Vancouver in Canada hebben een paar dochters geruild. Dat kwam zo: Elaine Jonasson 15 jaar kon niet opschieten met haar zuster Lyn die een jaar jonger is. De ruzies van de meisjes maakten het leven voor het hele gezin tot een hel. Elaine praatte daar eens over met haar eveneens vijftienjarige vriendin, Linda Strohmeier, die haar vertelde, dat zij zelf niet kon opschieten met haar twee jaar oudere zusje Carol. De meisjes zagen hier een oplossing in en stelden haar ouders voor, dat Elaine bij de Strohmeiers zou intrekken en Carol bij de Jonassons. Beide ouderparen gaven hun zegen en aldus geschiedde. „Het schijnt heel goed te gaan," zegt mevrouw Jonassen. „Alle vier de meisjes lijken zich gelukkiger te voelen." „U moet niet geloven dat ik van Elaine af wil. Ik houd erg veel van haar, maar als ze bij haar vriendin wil wonen, wil ik haar niet binden aan mijn schort." Mevrouw Jonasson vertelde, dat zij me vrouw Strohmeier al 18 jaar kent. Ze voeg de hieraan toe: „Onze denkbeelden over de opvoeding van kinderen zijn dezelfde. Wij blijven beiden verantwoordelijk voor de dochters, die niet in ons huis wonen. We blijven ons ook bezighouden met even tuele schoolproblemen en hen van kleren voorzien." Alle vier de meisjes vinden het mach tig. „We houden het zo tot Kerstmis en als alles goed blijft gaan tot het einde van het schooljaar," zeiden zij (AP). Advertentie graat" was voorlopig niet te vin den. Ik bouwde op enkele me ters van het nest een schuilhut, goed gecamoufleerd, en liet alles een paar dagen met rust. De vierde dag kroop ik in de hut en nauwelijks had ik mijn camera schietklaar of daar zat op een takje boven het water de mooiste gekleurde vogel van Europa. Zeker, we kennen de scharrelaar en de bijeneter, die prachtig van kleur zijn. Maar tegen deze kleine parel der avi fauna, iets groter dan een mus, kunnen zij niet op. Zijn borst is roestbruin, maar bij het naderen van de ruitijd wit gevlekt. Vleugels en bovenzijde van de kop zijn prachtig blauw, bezaaid met lichtgrijze punten. Maar het mooiste is de rug een niet te beschrijven groen-blauwach- tig fonkelende kleur. De zeer korte staart (3 cm) is donker blauw, onder het oog is een lichtbruine streep, aan de zijde van de hals een grote helder witte vlek. De typische, «zeer korte pootjes zijn helder rood. Het vrouwtje is kleiner en don kerder dan de man. Roerloos zat de ijsvogelman daar, een klein visje in zijn naar verhouding grote snavel. Af en toe wendde hij zijn blik naar de schuilhut, als hij daar iets zag bij het richten van de tele lens. Hij bespeurde blijkbaar geen onraad en verdween al slechts 15 cent met Reckltts DE IJSVOGEL kwam tot en met vorig jaar vrij al gemeen in Twente voor. Hoofdzakelijk bij de Dinkel, de Buurserbeek, de Puntbeek en andere beken, maar ook wel in sloten, als de wallen maar dicht begroeid zijn. De afgelopen winter heeft echter de gelederen van deze „amfibievogel" de mooist gekleurde vogel van Europa zeer sterk uitgedund, daar het diertje aangewezen is op open water. Ik heb de af gelopen zomer dan ook heel wat kadavers gevonden, soms in oude nesten, maar geen enkel levend exemplaar. Maar midden juli fluisterde een bevriende jachtopziener mij in het oor: „ijs vogel". Een halfuur later tuurde ik, bijgelicht door een zak lantaarn, in een ongeveer 70 centimeter lange gang het nest van de ijsvogel binnen. Het wijfje zat te broeden. Ik kon niet zien of er eieren waren of jongen. EEN PAAR dagen later wist de jachtopziener me te ver tellen, dat er eieren in het nest lagen. Deze eieren zijn wit met zeer dunne schalen, zo dun dat de dooier er doorheen schijnt. Regelmatig bezocht ik het nest. Vaak zat de vogel er niet op. Dit bewees wel dat de ijsvogel zeer slordig broedt, zoals ook in de vogelboeken te lezen staat. Door de late datum begon ik te twijfelen. Zou het nest in de steek zijn gelaten? Ik merkte echter op, dat een kleinere ijsvogel gevoerd werd. Dat was dus kennelijk het wijf je, dat altijd door de man in de broedtijd wordt geravitailleerd. De vier jongen twaalf dagen oud worden verrast door het flitslicht. Het mannetje met zyn grote snavel. Maar op 27 juli lagen er bui ten het nest holle stukjes verse eierschalen. In het nest zag ik kleine, naakte en blinde jongen liggen, zomaar op de grond. Elke nestbekleding ontbrak, zelfs het veelbesproken „vis-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 11