Eens meer dan duizend
nu nog maar tien, aan
molens,
de Zaan
WAAR DE
WIEKEN
VAN DE
MOLENS
LUSTIG
SLAAN
1
isiiliiiiiiiiudi!
De laatste malende oliemolen ter
wereld (dank zij tien Zaanse bedre
ven, verenigd in het „Olieslagers
contract 1958", die borg staan voor
de exploitatie) is De Zoeker in het
AVestzijderveld bjj Zaandijk. Ook
deze molen zal moeten verdwenen
als de Coentunnel klaar is en men
overgaat tot bebouwing van het
Westzijderveld. De Zoeker stamt
uit 1676.
DE ZAANSE MOLENS brachten
in voorbije eeuwen de industrie tot
bloei, daar in het moerassig land ten
noorden van Amsterdam. In onze
eeuw heeft diezelfde industrie, uit
gevloeid als een olievlek op het
water over de hele Zaanstreek, de
molens die haar groot maakten naar
de ondergang gevoerd. Toen de
stoomkracht werd uitgevonden, was
het met de molens gedaan. Het be
drijfsleven biedt geen ruimte voor
romantiek, het is nuchter en als het
moet meedogenloos. De Zaanstreek is
daarvan het beste voorbeeld. Wat
geen nut meer had, moest verdwijnen.
De molens werden aan hun lot .over
gelaten, ze luidden uitgediend. Meest
al gingen ze ten onder aan verwaar
lozing, in het gunstigste geval werd
in hun romp een motor geplaatst.
Doch dat lot was minstens zo erg,
omdat een door het gemis van roeden
en wieken ontluisterde molen een
naargeestige aanblik biedt.
MET DE MOLENS verdwenen de
molenaars. En met de molenaars de
molentaal. De Zaankanter van deze tijd
zal er wel niet meer aan denken zijn
voornemen om te gaan slapen aan te
kondigen met de woorden: Ik ga de
klossenbak eens opzoeken. Zoals hij te
gen de tandarts niet meer zal zeggen,
dat zijn „kammen en dollen" (tanden
en kiezen) maar eens nagekeken moes
ten worden. Eens waren dat uitdruk
kingen, die eigen waren aan de gang
bare spreektaal in de Zaanstreek. En
wie weet nog de juiste betekenis van
„een lapje zwichten"?
Eens duizend molens, nu nog tien. De
industrialisatie bracht de Zaanstreek
welvaart. Voor de arbeiders, die de in
dustrie nodig had (tegenwoordig noemt
men ze werknemers, zoals er geen boe
ren meer zijn doch nog slechts agra
riërs) diende woonruimte te worden ge
schapen. De Zaanse dorpen, die zo'n
driehonderd jaar geleden dank zij de
molens een ongekende opkomst door
maakten, moesten worden uitgebreid.
De stad Zaandam ontwikkelde zich
snel. Straten werden uitgerold in het
polderland, nieuwe wijken rezen op uit
de weilanden. Ook van deze expansie
drang werden molens het slachtoffer.
Ze stonden zonder meer in de weg.
Prognoses dichten de Zaanstreek in
het jaar 1980 ten naaste bij 250.000 in
woners toe. Ni} hoeft men niet te gaan
varen op het bestek van planologen,
doch het staat wel vast, dat de ver
stedelijking van de Zaanstreek in de
komende decennia in versneld tempo
voortgang zal vinden. De Zaanse ge
meenten hebben uitbreidingsplannen ge
reed liggen, het streekplan voor de
Zaanstreek dat in 1959 gereed kwam
en enkele jaren later werd herzien
voorziet in de bouw van vele, vele wo
ningen, wegen en een tunnel. En op
nieuw zullen onder meer de molens de
dupe worden van de niet tegen te hou
den ontwikkeling. Eén blik op de kaart,
waarop het streekplan en alles wat
daarmee samenhangt, in beeld is ge
bracht, maakt zulks duidelijk indien
men de posities van de nog resterende
molens daarop intekent. Ze zullen, de
meeste althans, verstikt worden door
de nieuwe woonwijken, of ingesloten
worden door toekomstige industrieën.
Of ze zullen weliswaar kunnen blijven
staan, doch dan tegen een achtergrond
van hoge flatgebouwen, of overscha
duwd worden door een viadukt. En ook
dan is een molen geen molen meer.
Omdat een molen niet kan bestaan
zonder ruimte, omdat een molen zijn
schoonheid verliest als hij het moet
stellen zonder een wijde horizon.
ER ZIJN ER IN DE Zaanstreek, die
dit gevaar hebben onderkend. Weliswaar
laat eens duizend, nu nog tien
doch nog steeds niet tè laat. De Zaanse
architect Jaap Schipper was een van
hen. Bij hem rijpte, in het begin van
Naast De Kat werd de specerijen
molen De Huisman aan de rand van
de Kalverpolder herbouwd. Dat ge
beurde in 1957.
de vijftiger jaren, het idee de nog
resterende molens veilig te stellen, sa
men met nog bestaande waardevolle
voorbeelden van oude Zaanse hout
bouwkunst, zoals karakteristieke houten
Zaanse huizen dat zijn. Want ook die
fraaie oude houten Zaanse huizen vie
len en vallen geregeld ten offer aan
uitbreidings- en saneringsplannen. Het
idee van Schipper sloeg aan, doch voor
de realisatie zou ongeveer 3,5 miljoen
nodig zijn.
Om die enorme som bijeen te kunnen
brengen werd in 1961 de stichting Zaan
se Schans in het leven geroepen. Negen
Zaangemeenten werken daarin samen,
met oudheidkundige, heemkundige en
andere verenigingen. Met name de
stichting Zaans Schoon en de vereni
ging De Zaanse Molen waren enorm
enthousiast. Dat enthousiasme is in de
jaren die volgden helaas danig bekeold.
Niet als gevolg van de financiële pro
blemen, want die bleken, na toezeg
gingen van bijvoorbeeld Monumenten
zorg en de provincie Noord-Holland,
nog wel op te lossen, al komt men nog
altijd zo'n zeshonderdduizend gulden te
kort.
Neen, de ijveraars voor het behoud
van waardevolle, specifiek Zaanse cul
tuurmonumenten hebben andere zorgen.
Men was het aanvankelijk snel eens
over de plaats waar het te scheppen
reservaat van molens en houten huizen
zou moeten komen. De Kalverpolder,
pal oostelijk van Zaandijk als men de
Zaan oversteekt, vormde de meest
ideale en eigenlijk enige plaats. Deze
polder immers, in het westen grenzend
aan de hier zo fraaie en brede Zaan,
ligt tegenover de beroemde, ver buiten
de landsgrenzen bekende Gortershoek
in de gemeente Zaandijk, een reeks
houten huizen, alle nog in originele
staat en van verschillende architectuur.
Bovendien is de Kalverpolder zelf een
ongerept stuk natuur, zo karakteristiek
voor het begrip polder dat men zich
geen beter voorbeeld kan wensen. En
tenslotte kan men in de Kalverpolder,
turend naar het oosten, nog de zo
Zaanse en zo mooie vrije horizon ont
dekken. Een horizon, die huizen en mo
lens precies nodig hadden: een horizon
tevens, die vrij en ruim zou blijven,
omdat ver in het oosten aan de Kalver
polder de Wijde Wormer grenst, waar
naar het inzicht van de planologen en
deskundigen op het gebied van de
ruimtelijke ordening ook in de toekomst
het vee zal kunnen blijven grazen.
HELAAS, NADIEN is er tussen de
gemeente Zaandam enerzijds en de
stichting „Zaans Schoonde vereni
ging „De Zaanse Molen" en de vereni
ging „De Zaanse Oudheidkamer" an
derzijds een geschil gerezen. Zaandam
wilde een uitbreidingsplan in de Kal
verpolder tot stand brengen, zo bleek
toen in 1961 een herziening van het
streekplan aan de orde kwam. Dat uit
breidingsplan dateerde reeds van 1959,
doch Zaans Schoon en De Zaanse Mo
len hadden er onvoldoende aandacht
aan geschonken. Toen ook Zaandam
wilde participeren in de stichting Zaan
se Schans veronderstelde men bij
Zaans Schoon en De Zaanse Molen wel
wat erg naïef, dat Zaandam dit uitbrei
dingsplan dan wel zou schrappen. Voor
de Zaanse Schans, het molen- en hui
zenreservaat dat een nationaal monu-
men dient te worden, was slechts een
betrekkelijk smalle strook grond langs
de Zaan gereserveerd. Huizen en mo
lens zouden dus de vrije horizon ont
beren. Het geschil groeide uit tot regel
rechte ruzie, zo zelfs dat men in de
De laatste verfmolen ter wereld, de
Duinjager, werd in 1960 aan de rand
van de Kalverpolder herbouwd op
de onderbouw van de voormalige
molen De Kat. De herbouwde molen,
die thans De Kat wordt genoemd,
staat daar zoals het moet: aan het
water, met de vrjje ruimte achter
zich.
Bedreigd door havenplannen en
stadsuitbreiding staat, dichtbij het
station Zaandam, de houtzaagmolen
De Held Jozua. Ook deze paltrok-
molen, van welk type er nog maar
drie in Nederland zijn, kan behou
den blijven door hem over te plaat
sen naar de Zaanse Schans. Deze
molen werd in 1719 gebouwd.
De laatste papiermolen ter wereld
en ais zodanig in binnen- en bui
teland vermaard is De School
meester in Westzaan. Hij is eigen
dom van de Vereniging van Papier
fabrikanten in Nederland, die grote
bedragen aan het herstel besteedde.
gende bebouwing te zijn gered. Dat er
afgezien van de houten huizen
veel op het spel staat moge blijken uit
een opsomming van zeven nog res
terende waardevolle molens, die in de
nabije toekomst ernstig gevaar lopen.
De plannen rondom het havengebied,
dat ten noorden van het Noordzeeka
naal is geprojecteerd, zullen er toe lei
den dat de paltrok-houtzaagmolen De
Held Jozua in het Westzijderveld nabij
het station Zaandam niet zal kunnen
worden gehandhaafd. Het is een van
de drie nog in Nederland voorkomende
exemplaren van dit molentype.
Een toekomstig havengebied in het
Westzijderveld bij Westzaan, alsmede
uitbreiding van die gemeente, zullen de
molen Het Prinsenhof in gevaar bren
gen. Het gaat hier om de laatste Zaan
se pelmolen.
Eveneens in Westzaan staat aan de
Guisweg de laatste papiermolen ter we
reld. Deze molen. De Schoolmeester, is
thans eigendom van de Vereniging van
Papierfabrieken in Nederland, die zon
der enige subsidie de molen heeft ge
restaureerd en weer bedrijfsklaar heeft
gemaakt. Aanleg van de Coentunnelweg
van Koog aan de Zaan af door het
Westzijderveld houdt in, dat over de
Guisweg, vlak bij de molen, een groot
viaduct zal moeten worden gebouwd,
waarbij de molen in het niet zal ver
zinken. Tevens dringt ook hier de be
bouwing naar de molen op.
De laatste nog malende oliemolen ter
wereld is De Zoeker in Zaandijk. Tien
Zaanse bedrijven houden hem in be
drijf; verenigd in het „Olieslagerscon
tract 1958" staan deze bedrijven borg
voor de exploitatie. De molen zal zeker
moeten verdwijnen als begonnen wordt
met de hier geprojecteerde bebouwing
van het Westzijderveld.
Eveneens in Zaandijk, doch dan aan
de Zaan. zal de oliemolen De Koper
slager, thans reeds vrijwel ingebouwd,
in gevaar komen door een nieuw ont
worpen brug over de Zaan.
Toekomstige bebouwing (volgens het
streekplan) van het Wormerveld en de
Enge Wormer in het noordoostelijk dee
van de Zaanstreek zal leiden tot ver
dwijning van de korenmolen De Koke
hij staat midden in de geprojecteerd,
bebouwing.
(Vervolg zie pagina 3)
DE MOLENS VAN DE ZAAN.Welke Nederlander heeft er nooit van
gehoord? Ai was het alleen maar door het feit, dat we nog altijd „met z'n allen
naar de Zaan gaan" in dit land, als we aan het feestvieren zijn en er gezongen
moet worden. En waarom gaan we in feeststemming met z'n allen naar de
Zaan? Omdat de wieken van de molens daar lustig slaan. Jawel, maar het is
maar goed dat, in de feestroes, niemand op de gedachte komt het lied aan de
werkelijkheid te gaan testen.
Zo'n duizend molens moet de Zaanstreek ooit gehad hebben. Omstreeks 1950
waren er daar nog vijftien van over. En thans kan men aan twee handen de
Zaanse molens tellen; dan moet men er ook molenrompen zonder kap, roeden
en wieken bij tellen om aan die twee handen vol molens toe te komen. Toch
zijn het er eens duizend geweest! Ze gaven het vlakke, zompige polderland
aan weerskanten van de Zaanstroom zijn geheel eigen karakter. De eerste
Zaanse molen moet al in de veertiende eeuw in Jisr» hebben gestaan; hij maalde
het graan van de boeren tot meel. Het is niet geheel ongegrond zich af te
vragen, waar in de twintigste eeuw de laatste zal staan.
weer en zelfs kwam de kwestie op pro
vinciaal niveau aan de orde, toen de
heer E. P. Clijnck, Zaankanter in nart
en nieren, het nodig vond in de ver
gaderingen van Provinciale Staten zijn
hart te luchten. In januari 1962 werd
door dit college een door de h^er
Clijnck ingediende motie aanvaard. Die
hield in dat de Kalverpolder voor liet
molen- en huizenreservaat en ten be
hoeve van het natuurschoon geheel
opengehouden zou worden. Bij een vol
gende wijziging van het streekplan zou
dan de bestemming van de polder wor
den gewijzigd in die var. natuurreser
vaat en recreatiegebied.
Een jaar later werd in de Statemzit-
ting die motie min of meer van de tafel
geveegd, tot grote verontwaardiging
van de voorstanders van een geheel on
bebouwde Kalverpolder. Daarvóór was
er, in maart 1962, tussen de belang
hebbenden een bespreking gehouden,
waarna de ene partij meedeelde dat
een compromis was bereikt, terwijl de
andere partij liet weten nergens van te
weten. Dat compromis zou bestaan uit
bebouwing van de halve polder door
Zaandam, waardoor de Zaanse Schans
meer ruimte zou krijgen.
Sinds januari, toen de Staten van
Noord-Holland, afgaande op eenzijdige
mededelingen dat een compromis was
bereikt, de motie Clijnck uitgevoerd
achten, is het rumoer om de Kalver
polder verstomd. De huidige situatie
doet sterk denken aan een „staakt het
vuren". En ook een beetje aan een
„koude oorlog".
Zaanstreek de Kalverpolder „het Nieu
we Guinea van de Zaanstreek" ging
noemen ten tijde van het touwtrekken
tussen Nederland en Indonesië over het
huidige West-Irian.
WANT IN DAT DEEL van de Kal
verpolder, dat grenst aan de Zaan, is
men doorgegaan met het herbouwen
van elders afgebroken houten huizen.
En ook is, naast de molens De Ooie
vaar, de Duinjager en De Kat (die
reeds eerder werden gerestaureerd),
aan de waterkant De Poelenburg her
bouwd, na van wurging door opdrin-
ER WERDEN in de afgelopen twee
jaren protesten ingediend, vergaderin
gen en besprekingen gehouden, tal van
artikelen in Zaanse kranten geschre
ven. Men beschuldigde elkaar over en