Moord op Majorca Si PANDA EN DE MEESTER*RIO LIST KREMER Thee 1 Reactor in de rotsen is atoomlaboratorium der kleine landen Nooafs-Nederlandse samenwerking In Halden bestaat 12{ jaar Dierenaar won hoofdprijs in wedstrijd „LENS EN DIER" Ons vervolgverhaal door Paul Tabori s h \V ae WOENSDAG 30 OKTOBER 1963 s Rond de koperen jeep (I) Meer Nederlanders Klein begonnen Commercie van de baan SÉ» v,i xt -f' t f -*? txx 'r - - - L I i 51) „Ons?" De kapitein trok zijn wenk brauwen op. Toen lachte hij. „Ach ja, dat vergat ik even. Jij en Janet wat is de liefde toch een heerlijk iets! Ik wou dat ik erin kon geloven! Hoewel, eerlijk gezegd, Barrett, ben je toch een beetje te oud om voor Romeo te spelen Het was krankzinnig, Barrett wist het. Maar hij had er nu genoeg van. Terwijl hij van de bank sprong en zich tegen Calvo aanwierp, greep deze naar zijn pistool. Hij was echter net iets te langzaam. Barretts vuist trof hem in zijn gezicht en deed hem achterover op de vloer belanden. Hij had nog geprobeerd zijn evenwicht te bewaren, maar het kleedje gleed on der zijn voeten weg en hij sloeg in zijn volle lengte achterover. Ogen blikkelijk pakte Barrett hem op en hield hem als een schild tussen hem zelf en Marcus. De kleine man had even geaarzeld, totaal verrast hij was net iets te laat, net als zijn chef. „Pak zijn revolver", riep Stephen Janet toe, die overeind was gespron gen en nu vlak achter hem stond. Ze boog zich naar voren en trok de revolver uit Calvo's holster. „Marcus", zei Barrett, „doe de deur open". „Doe niet zo stom", schreeuwde de ander. „Je kunt hier toch niet van daan komen „Janet richt het pistool op hem. Als hij niet doet wat 'm gezegd wordt, schiet je". Marcus stond als een dwaas te dan sen, zijn eigen revolver op Barrett gericht. Maar hij kon niet schieten zonder Calvo te treffen die kans liep hij tenminste. Hij probeerde het met woorden. „Zelfs al zie je kans weg te komen de politie zal je oppikken. Iedere man van de burgerwacht, iedere poli tieman heeft je signalement. En als zij je te pakken hebben, zullen w ij je weer hier krijgen „Janet", zei Stephen, geen acht op hem slaand. „Ik tel tot drie. Als hij de deur niet open doet, schiet je hem neer „Maar ik zei je toch Stephen, die nog steeds het slappe lichaam van Calvo vasthield, begon in de richting van Marcus te lopen. „Je hebt me gehoord „Ik ik heb geen sleutel". „Eén", telde Barrett. „Barrett, ik zweer het". „Gooi je revolver neer. Vlak voor m'n voeten". Marcus aarzelde, gehoorzaamde dan. Barrett keek rond. Er bevond zich een raam met gordijnen ervoor links van het bureau. „Zijn dat openslaande ramen?" Marcus knikte en likte met zijn tong langs zijn lippen. „Waar komen ze op uit?" „Op het terras. Barrett Calvo was niet van plan je iets te doen. Hij wilde je „Doe het raam open. En ga er dan naast staan. Hou hem in de gaten, Janet". Marcus aarzelde, maar trok toen de zware gordijnen open. Bar rett verschoof Calvo's lichaam en bukte zich om de tweede revolver op te pakken. Krakend gingen de ramen open. Een sterke geur van rozen kwam de kamer binnen. „Achteruit. Ga achteruit", com mandeerde Barrett. Marcus gehoor zaamde. Nog steeds de bewusteloze kapitein voor zich uit dragend, liep Barrett naar de ramen. Janet, die haar ogen op Marcus gevestigd hield, volgde hem. „Barrett voor de laatste maal.." Terwijl hij met zijn rug naar het open raam stond, slingerde Stephen het lichaam van Calvo van zich af. Het raakte Marcus pal tegen de borst en deze viel neer. Barrett nam Janets hand en trok haar snel door de ramen de nacht in. dat hij net voor zich uit kon zien. Zijn vermoeidheid scheen van hem te zijn afgevallen. Onder het voortsnel len luisterde hij naar geluiden van een eventuele achtervolging en lette scherp op tekenen van gevaar. Maar alles bleef rustig. De overweldigende geur van de rozenstruiken omvatte hen. Janet was stil; haar hand voelde koud in de zijne. Ze waren vlak bij de bomen toen een hond uit de struiken tevoorschijn kwam. Het was een kolossaal dier, een kruising tussen een bulldog en 1 i Hoofdstuk XIII Een smalle streep licht scheen uit de kamer achter hen en verlichtte hun weg over het terras en de trap af naar de tuin. Doelbewust rende Stephen naar de beschutting van een groepje bomen. een Elzasser. Hij blafte niet maar zijn diepe gegrom was een even dui delijk waarschuwingsteken. Hij ver sperde hun weg, zijn haren stonden overeind, zijn tanden blikkerden. Stephen richtte zijn revolver. „Nee", fluisterde Janet dringend „Nee, Stephen". „Maar „Dat schot zal ons verraden.." Hij haalde zijn schouders op en trok haar naar rechts. Onmiddellijk veranderde de hond van plaats. Het gegrom klonk nu luider en dreigender. Zijn staart zwaaide heen en weer en hij trok zijn bovenlip nog verder omhoog. Barrett richtte op nieuw de revolver, maar Janet maak te zich los en liep voor hem langs. „Nee, niet doen!" Hij trachtte haar nog tegen te houden, maar het was al te laat. Ze liep langzaam op de hond toe, die nog harder begon te grommen en met een poot in de grond woelde. Janet begon tegen hem te praten met een lage eentonige stem, een stroom van Spaanse woorden, zacht en sus send. De hond volhardde nog in zijn waakzame, dreigende houding. Bar rett zag het aan, hij voelde zich niet op zijn gemak en stond klaar om te schieten. Hij verstrakte nog meer toen Janet zich plotseling voorover boog tot haar gezicht nog maar enke le centimeters van de kop van de hond was. De grote ogen van het dier schitterden nu fel. Van verbazing of van woede, dat kon Stephen niet zeg gen. Nu legde Janet haar hand onder de kop van het dier en tilde die op. Ze was nu zo dichtbij dat haar neus die van de hond raakte. Toen blies ze heel zacht. Bijna ogenblikkelijk ontspanden zich de spieren van de hond. Hij hield op met grommen en met zijn grote roze tong likte hij Janets hand. Ze gaf hem een lief kozend klopje op zijn kop en liep toen terug naar Stephen. „Dat is in orde zei ze. „Hij laat ons nu wel met rust". „De wonderen zijn de wereld n-og niet uit", lachte bij om zijn opluch ting te verbergen. „Het is geen wonder. Ik heb het van een vrouw in Engeland geleerd. Je kunt het ook met paarden en stie ren doen. Het lukt altijd." Toen ze verder liepen in de richting van de bescherming biedende bomen, liep de hond achter hen aan. Janet draaide haar hoofd om en gaf zacht een bevel. Het dier stond stil en keek hun ver langend na toen ze in het groen ver dwenen. De tuin, die haast een park leek, hield op bijeen hoge stenen muur met gebroken glas er bovenop. Maar Stephen vond er vlakbij een hoop rot tend stro, door een tuinman daar achtergelaten. Hij stapelde de zachte vochtige massa op het glas en trok zich op. Hij bukte zich om Janet te helpen en beiden sprongen op het pad, dat aan de andere kant van de muur liep. Ze was nu erg rustig. Stephen was eigenlijk blij om hun ontmoeting met de hond. Ze had iets te doen gehad, had zich ergens voor geïnteresseerd; haar versuftheid was enigszins verdwenen. Vroeg of laat moest hij toch met haar spreken over Calvo, over de onmenselijke schok die de kapitein haar had be zorgd. Maar dat kon nog wel even wachten. Het was geen prettige taak maar het moest gebeuren. Maar het was Janet zelf die er over begon zodra ze het pad waren over gestoken en even uitrustten onder het overhangende gedeelte van een rots. (Wordt vervolgd HIJ HEET ASMUND DALENE. Ik weet niet of hii getrouwd is of vrijgezel, of hij rijk is of arm, klein of groot. Ik weet alleen van nern dat hij de enige man ter wereld is, die boven op een kernreactor woont. Van tijd tot tijd drijven uit het dal beneden hem flarden van stoomwolken langs zijn ramen omhoog stoom, die de papierfabriek van Halden wel zou willen gebruiken, doch no altijd niet kan krijgen. Asmund Dalene bekommert zich noch om de reactor nocl om de stoom die deze produceert. Tussen de vloer van zijn blauwgeverfde huisje en de diep in de rots daaronder uitgehouwen reactorruimte ligt maar liefst zestig meter onwrikbaar gesteente. En derhalve is er ook geen gezondheids- of andere autoriteit, die de wenkbrauwen fronst. HALDEN heet de woonplaats van de unieke Noor. Het is een stadje van zo'n 20.000 inwoners en het ligt aan de Idde- fjord in het zuiden van Noorwegen, vlak bij de Zweedse grens. In de Europese ge schiedenis werd het voor het eerst ge noemd, toen de Zweedse koning Karei XII er in 1718 sneuvelde in een oorlog tegen Denemarken. Nu heeft Halden opnieuw een Europese klank, door een heel .wat vreedzamer oorzaak. En zeker in Neder landse oren voor zover toebehorende aan „atoomdeskundigen" zal deze naam vertrouwd klinken. In het werk met de reactor onder het blauwe huisje gaat ons land namelijk de komende drie jaar, via het Reactor Centrum Nederland, een bedrag steken van negenhonderdduizend gulden. ZESTIEN LANDEN hebben de afgelopen jaren grote belangstelling gehad voor het reactorproject. Het waren de dertien sta ten van de Organisatie voor Europese Samenwerking en Ontwikkeling plus de Verenigde Staten, Canada en Finland. Ge leerden en technici uit alle windstreken werken er samen aan de vervolmaking van de H.B.W.R., de „heavy boiling water reactor". Er bestaan tegenwoordig, koud twintig jaar na de eerste „uraanzuil" die tijdens de oorlog in werking kwam, allerlei soor ten en typen kernreactoren. Doch bij alle het principe eender: splijtstof wordt omgeven door een z.g. moderator, die de vrijkomende neutronen zodanig afremt dat zij nieuwe splijtingen kunnen veroor zaken, terwijl de ontstaande warmte wordt afgevoerd via een koelmiddel. Als moderator èn als koelmiddel heeft de Haldense reactor het beroemde „zware water", als splijtstof licht verrijkt ura nium. Het modererende zware water wordt rondgepompt en geeft de opgeno men warmte in warmtewisselaars af aan o tweede, eveneens gesloten circuit, vanwaar zij naar een derde, open buizen stelsel wordt overgebracht. Dit laatste mondt uit in de vrije lucht en blaast de stoom uit, die Asmund Dalene, daar boven op zijn rots, soms voorbij ziet zweven. HET IS DEZE HERFST twaalfeneen - half .jaar geleden, dat Nederland en Noorwegen hun intensieve samenwer king begonnen op het gebied van de kernfysica en de kernenergie. Samen vatten zij de exploitatie aan van de „J.E.E.P.",, een van de eerste kernreac toren op het Europese vasteland. Ter gelegenheid van dit koperen jubileum heeft een onzer redacteuren een bezoek gebracht aan het Noorse instituut voor atoomenergie, dat de J.E.E.P. onder zjjn hoede heeft. In een drietal artikelen zal hjj verhalen over verleden, heden en toekomst en over het werk van de Nederlanders in Noorwegen. tor. Dat is een tamelijk kostbare .vloei stof, daar de winning ervan uit gewoon water kapitalen aan energie vraagt. Noor wegen echter is, met zijn overvloed aan elektrische stroom van waterkrachtcentra les, een van de weinige landen die over een zwaarwaterfabriek beschikken en het ligt voor de hand dat het graag het af zetgebied daarvan vergroten wil. Wordt de HBWR technisch een succes, dan is hij tegelijk economisch een zeer aantrekkelij ke zaak. Andere landen die zo'n reactor zouden willen gaan gebruiken voor een elektrische centrale of een schip, zullen immers al gauw bij de Noren aankloppen om de levering van het nodige zware wa ter! Men ziet het: kernenergie is al lang geen kwestie meer van enkel wetenschap en techniek, maar evenzeer van econo mische motieven. EXPERIMENTEEL reactorwerk is heel duur. Vandaar dat de Noren van hun Hal dense project, dat zij als kleine natie niet zelfstandig konden blijven financie ren, een internationale zaak hebben ge maakt. Drie jaar geleden kwam de OESO ten tonele en er werd een driejarenplan opgesteld voor het ontwikkeling van het HBWR tot een commerciële krachtbron. rots. Zoals gezegd zal ons land negen ton in dit werk steken. De totale kosten er van zullen tussen de tien en veertien mil joen liggen. Vandaar dat men in o*'«i hoopt en ook wel verwacht dat de Amerikanen en de Canadezen mee zul len blijven doen. DE KOMENDE jaren zullen er onge twijfeld nog meer Nederlanders naar Noor wegen gaan dan tot nog toe het geval was. Behalve Kjeller zal nu ook Halden hun bestemming worden. Niet dat daar Twee stoomwolken, één van de reac tor, één van de papierfabriek, die er nu zelf maar voor zorgt. Hoog boven de linker wolk, die uit de reactor, het blauwe huisje van Asmund Dalene, die boven op de reactor woont l/fijii/Ui/i/ft/Hf/ft/Hf DE NOREN begonnen een jaar of zeven geleden het werk in Halden als een na tionaal project. De eerste kokend-zwaar-water-reac- tor ter wereld was een geheel Noorse aangelegenheid en dus een fraaie natio nale primeur. De bedoeling was heel sim pel: we bouwen een stoomproducerende reactor en de stoom verkopen we aan de papierfabriek aan de overkant van de straat. De fabriek voelde er alles voor, doch stelde als voorwaarde dat zij stoom zou krijgen van constante druk en tempe ratuur en in constante hoeveelheden. Dat was best, en hoog boven de straat werd een glimmende buis aangebracht van reac tor naar fabriek. Die leiding is nu nog even ongebruikt als op de dag van aan leg, want de papierfabriek krijgt nog al tijd' geen reactorstoom. Aan de andere kant van de straat kunnen ze namelijk niet aan de voorwaarde voldoen. „Hal den" is een internationaal project ge worden en de produceerde stoom is van hoofdzaak gedevalueerd tot bijzaak. Op de voorgrond staat nu het experimentele werk, en daarvoor worden met de reac tor allerlei capriolen uitgehaald. Nu eens werkt hij op zijn volle vermogen van 20.000 kilowatt, dan weer staat hij stil. Soms ontwikkelt hij een kwart, soms ook maar een tiende van zijn werkkracht. Bij gevolg is er de ene keer veel. de andere maal weinig stoom. En aan zo'n grillige leverancier heeft de papierfabriek niets. Daarom blijft zij zelf haar stoom maken, op de oude. vertrouwde manier, met be hulp van elektriciteit. Die in Noorwegen trouwens spotgoedkoop is. DIE LAGE elektriciteitsprijs is ook de reden geweest waarom de Noren besloten, juist zwaar water te kiezen voor hun reac- r; -i- ''vis:'': -;-'V ff V*'' - f. - V C..:... ,i A as* +- i. -.Mm 'j*- - y V, - - - r .v Een sliertje stoom kringelt uit de reactorleidingen omhoog langs de rotswand waarin de reactor is ge bouwd. De fraaie leiding over de< straat is nog altijd ongebruikt ooit gebrek aan Nederlanders is geweest van het begin af aan hebben er altijd wel een paar rondgelopen. Met name on ze Koninklijke marine detacheert er ge regeld enige officieren van haar techni sche diensten, opdat die zich het werken met moderne instrumenten en werktuigen meester kunnen maken. We hebben wel geen atoomonderzeeers, maar je kunt nooit weten. Op het ogenblik snuffelen er de luitenants-ter zee der tweede klasse, 1 oudste categorie, H. N. van Leeuwen uit Zeist en A. Brouwers uit 's-Hertogenbosch rond. Tijdens mijn bezoek waren beiden in dè regelkamer doende met allerlei knopjes en wijzertjes. Ook die kamer ligt aan de bui tenkant van de rots. Televisiebeelden vor men de enige visuele verbinding met de reactorhal, aan het einde van een vijftig meter diepe gang in het gesteente. Wan neer rood oplichtende transparanten ver kondigen, dat de reactor „on" is. zijn alle deuren in de gang hermetisch dicht, want in de hal van 30 bij 26 bij 11 meter geen natuurlijke grot, doch zorgvuldig uit geboord! heerst tijdens het werk een stralingspeil, dat het betreden ervan zeer ongezond zou maken. Lopen al die buitenlanders eigenlijk niet in de weg? Project-directeur E. Jansen, een Noor met onmiskenbaar Nederlaridse voorouders, draait het juist om. „Wij zou den niet buiten hen kunnen," zegt hij, „want enerzijds hebben we zelf te weinig goed personeel, en aan de andere kant komen uit de geïnteresseerde landen juist de beste specialisten hierheen, zodat het werk in Halden wetenschappelijk op een hoog peil staat." Noorwegen ziet veel in de reactor in-de- rots, Nederland kennelijk ook. Opnieuw ontstaat er een belangengemeenschap tus sen twee kleine landen. Uitstel congresgebouw. In het kader van de regeringsactiviteiten tot tempori sering van de overheidsinvesteringen is, in overleg met alle daarbij betrokkenen, over eenstemming bereikt om met de bouw werkzaamheden aan het Haagse congres gebouw niet eerder te beginnen dan 1 juli 1964. Dit heeft de burgemeester van Den Haag aan de gemeenteraad medegedeeld. Dat plan loopt eind van dit jaar af. Ni is er in Oslo een overeenkomst gepara feerd, waarbij de OESO geheel op de achtergrond raakt. In het nieuwe drieja renplan zijn het Noorwegen, Nederland, Zweden, Finland, Zwitserland en Oosten rijk, die het geld op tafel zullen leggen voor allerlei nieuwe proeven diep in de 3. Panda had in zijn haast niet opgemerkt dat een uit het rooster gestoken hand zich meester had gemaakt van zijn dure tientje, en wist dus niet beter of het bankbiljet was tussen de roosterspijlen door naar bene den verdivenen, in een of ander riool of zo. Hoewel hij zich in het algemeen niet tot het putscheppersam- bacht aangetrokken voelde, aarzelde hij nu geen ogen blik maar begon onmiddellijk de put te openen. Dat hij waarschijnlijk in de viezigheid zou moeten vissen kon hem niet schelen; er zijn gevallen bekend van personen die heel wat onsmakelijker dingen gedaan hebben voor een tientje. Maar wat hij te zien kreeg toen hij naar beneden keek tartte zijn stoutste ver wachtingen. Wie had zich ook voor kunnen stellen dat iemand uit een oud en blijkbaar in onbruik geraakt stuk riool een knus, zij het dan ook bescheiden, wo ninkje had kunnen maken! Het welkom dat Panda ten deel viel was echter niet hartelijk. „Tot welke duistere diepten", zo vroeg de bewoner klagend, „is onze beschaving gezonken, wanneer allerhand volk iemands appartement binnendringt zonder belet te vra gen? O slempora, o mores, zo roep ik met de Klas sieken uit!" Zoals ervaren lezers vermoed zullen heb ben was de spreker niemand anders dan Panda's oude kennis Joris Goedbloed. Advertentie In Artis is, in een feestelijke bijeen komst met de prijswinnaars, de uit slag bekendgemaakt van de nationale fotowedstrijd 1963 onder het motto „Lens en dier". In groep I (voor deel nemers tot en met 20 jaarwerd de de hoofdprijs van 100 toegekend aan de heer P. W. K. Boekman uit Bergen (N.-H.) voor diens geestige foto van een achteromkijkend ezeltje. In Groep II (zwgrt wit) verwierf de heer F. P. B. J. Roosendaal uit Die- ren(!) de hoogste eer plus f 500 met zijn hierbij afgebeelde opname van een hertje in de vrije wildbaan, een qua sfeeruitbeelding en fijne verlich ting (tegenlicht) voorbeeldige dieren- foto. In Groep III (dia's) sleepte de heer F. Falkeisen uit Amsterdam de erepalm en een geldprijs van even eens 500 in de wacht, terwijl in de smalfilmsectie de hoogste bekronin gen werden verworven door respec tievelijk de heren G. de Ruiter uit Vianen (films zonder geluid: f 250 plus Artisplaquette) en H. Otto, Utrecht (Geluidsfilms, f 250 en pla quette). Bekroningen werden voorts o.m. toegekend aan twee Haarlem mers: mej. A. Vissers en de heer G. J. L. Offerhaus in Groep II en aan de IJmuidense mej. N. Heydenrijk in Groep III,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 15