De dokter zelf vindt toch ook:
Een beetje
slanker
worden is
echt wel
nuttig!
„We moeten weer eens een paar bejaarden in huis nemen"
Onze tuin- en kamecpCanten-
André Maurois over De Vrouwen
ierf
ZATERDAG 2 NOVEMBER 196 3
Erbij
„Kies uw masker met
zorg misschien houdt
u het voor 't leven"
G. Kromdijk
André Maurois
(Van onze medische medewerker)
TAL VAN MENSEN zouden
hun lichaamsgewicht gaarne willen
verminderen, al is het alleen maar
in verband met hun uiterlijk. En
toch is dat uiterlijk een zaak van
minder gewicht in de ogen van de
dokter aan de schade die het over
gewicht het gehele organisme be
rokkent. Een teveel aan lichaams
gewicht vermindert de dagelijkse
arbeidsprestatie, vormt een grote
factor in de verkorting van de
levensduur en kan te vroeg ern
stige stoornissen in het algemeen
welzijn veroorzaken. Verhoogde
bloeddruk, hartziekten, suiker
ziekte, aandoeningen van de ge
wrichten, kunnen in verband met
overwicht ontstaan en talloze acute
en chronische ziekten worden er
door verergerd. De chirurg en
narcotiseur beschouwen een corpu
lent persoon steeds ah een groter
risico. Vaak ziet de dokter bij cor
pulente mensen dat hun gezond
heid, eenmaal aangetast, zich min
der snel herstelt. Vermoedelijk
neemt het lichamelijk weerstands
vermogen af als het vetoverschot
toeneemt. Deze feiten moeten
iemand van te zwaar gewicht er
toe brengen, besliste pogingen tot
vermindering van zijn gewicht te
ondernemen. Gelukkig ligt dit op
enkele uitzonderingen na, binnen
ieders bereik.
IK HEB ALTIJD ouden van dagen
aan tafel en in huis gehad. Het begon
toen ik een kind was met mijn groot
vader van moederszijde. Hij had als
zouaaf de oorlog in Italië meegemaakt
en toen na de wapenstilstand van
Villafranca de vrede gesloten werd,
werd hij regiments-muzikant. Hij
speelde schuiftrompet en bracht het
zelfs tot „eerste trombonist van het
muziekkorps van de Keizerlijke Gar
de". Half historische en half legen
darische familiekronieken vermelden,
dat hij zelfs door keizerin Eugenie
ontboden werd om voor haar kleine
hofhouding te spelen als zij, zonder
dat de keizer het wist, een bal gaf.
Nadien heeft die beroemde trombone
dertig jaar lang boven het bed van
mijn moeder aan een spijker ge
hangen. Ik herinner me mijn groot
vader nog vaag, als een klein stevig
mannetje, dat altijd uit zijn humeur
was, dat dikwijls in de kast gedoken
stiekum een glas wijn achterover
sloeg en dat altijd over Solferino
sprak.
PAGINA DRIE
IK HEB DESTIJDS eens een gesprek gehad met de
grote Pirandello, de toneelschrijver wiens stukken steeds
de veranderlijkheid van de persoonlijkheid tot onderwerp
hadden. „Op school al" zei hij „ja zelfs reeds als kind,
werd ik geobsedeerd door het feit dat een enkelvoudige
weergave geen juist beeld geeft van de menselijke persoon
lijkheidVoor sommige mensen spelen wij de ene rol,
voor anderen een andere. Soms is het verschil zo groot, dat
het een pijnlijke opgave wordt met twee vrienden tezamen
te zijn. Wij moeten een van de twee wegsturen om ons
op ons gemak te voelen, anders moeten wij op jammerlijke
wijze twee tegenstrijdige rollen vertolken". „Veel buiten
echtelijke liefdesavonturen" zo voegde hij er aan toe
„komen voort uit de onmogelijkheid langer een rol vol te
houden, die men vroeger te goeder trouw had aanvaard.
Een man heeft zich voor een bepaalde vrouw (zijn echt
genote) gehuld in een valse deugdzaamheid. Hij heeft een
houding aangenomen, die hij niet kan volhouden. Hij moet
vluchten, dat wil zeggen een nieuw leven beginnen met
een andere vrouw, voor wie hij een andere rol speelt, een
rol die hem, althans op dat moment, beter ligtDat er
achter al die figuren een enkelvoudig ik zou bestaan is
een illusie! Leven is telkens veranderen. Als deze beweeg
lijkheid ophoudt, wordt het wezen oud en sterft".
Pirandello had gelijk. De mens is
niet altijd dezelfde. Een enkele vrouw
herbergt honderd verschillende vrou
wen in zich. Is zij goed? Is zij slecht?
Zij is beide tegelijk. En zij is tevens
koket, trouw, verdorven, heilig, teder
en wreed. Dit hangt af van de omstan
digheden en van de tegenspelers. Heb
ben sommige illustere vrouwen hun tijd
genoten niet verrast door even plotse
linge als onvoorzienbare veranderingen?
Daar is bijvoorbeeld Louise de La
Vallière, de minnares van Lodewijk
XIV. Aanvankelijk het verlegenste en
puurste meisje aan het hof, wordt zij
de maitresse van de koning en cho
queert de openbare mening. Zij eindigt
haar leven als boetelinge in een zeef
streng klooster. Ook in onze tijd zien
wij hoe een Eva Lavallière, de toneel
speelster, het meest bandeloze bestaan
verwisselt voor een zeer ingetogen
kloosterleven. Een andere actrice, de
beeldschone Juliette Drouet, die zich
als een echte' courtisane aan de
meest biedende verkocht en op grote
voet leefde, vatte liefde op voor de toen
straatarme Victor Hugo en aan zijn
zijde leidde zij een leven in afzondering,
ontbering en ballingschap met een
grenzeloze toewijding, onvoorwaarde
lijke trouw en bovenmenselijke zelfver
loochening.
EEN ANDER VOORBEELD, George
Sand. Zij treedt ons tegemoet als een
vroom jong meisje, dan als vurig paard-
rijdster, vervolgens als echtgenote vol
goede wil, die, teleurgesteld, van de
ene minnaar naar de andere gaat.
Bovendien is zij een talentvol schrijf
ster, vaardig in de politiek, grootgrond-
bezitster en tegelijk aanhangster van
socialistische denkbeelden, een grillige
minnares, maar een trouw vriendin en
tenslotte een weldoende oude dame en
een voorbeeldige grootmoeder.
Maar wie was dan de ware La Val
lière? Wie was de ware George Sand?
Ze zijn allen echt. Elk was oprecht,
zelfs in haar eigen ogen. Wij spelen
onze rollen zowel voor onszelf als voor
anderen. Onder de schijnwerpers van
onze gevoelens wisselen wij van kleur
zoals danseresjes met een wit jurkje aan
dat nu eens geel dan weer roze of blauw
lijkt. Ons jonge ik lacht om de harts
tochten van grijsaards, hartstochten die
de onze zullen zijn als we eenmaal voor
de schijnwerper van de ouderdom zul
len staan. De situatie verandert man
nen en vrouwen. Wie had ooit kunnen
denken, dat de jonge, lichtzinnige prin
ses Marie-Antoinette een indrukwek
kende koningin zou worden en daarna
een martelares vol waardigheid?
Niet alleen hebt ge in u de tien, de
honderd vrouwen die de liefde, de si
tuatie tevoorschijn roept, ge herbergt
nog tal van andere die wellicht nooit
ontdekt zullen worden. Er zijn vrouwen
die een pose hebben aangenomen en die
nimmer afleggen. Soms is het een mooie
pose, bijvoorbeeld die van de deugd
zame, trouwe, berustende vrouw die
zich geheel wijdt aan het geluk van
anderen, zonder iets voor zichzelf te
vragen. Echter, de vrouw die zo'n mooie
rol speelt, hoort zo nu en dan een
innerlijke stem zeggen: „Alles goed en
wel, maar ben je werkélijk veroordeeld
om je hele leven lang zo door te gaan?
Ook jij zou, net zo goed als ieder ander,
de verliefde behaagzieke vrouw kunnen
spelen als je dat wilde'*.
IK HEB VROEGER in Engeland eens
een zeer bekoorlijke en verlegen vrouw
gekend. Zij was met een intelligente
man getrouwd en scheen totaal door
hem te zijn Uitgedoofd. Aangetrokken
door haar schoonheid, maakten de man
nen haar vurig het hof, maar door haar
zwijgzaamheid en haar schijnbare on-
Cyclamen, een rijk
bloeiende kamerplant.
CYCLAMEN ZIJN
ideale kamerplanten;
wekenlang kan men er
plezier van hebben en
als men ze goed ver
zorgd zelfs wel maan
denlang; bovendien kan
men de knollen na de
bloei overhouden. De
cyclamen verlangt in
deze tijd van het jaar
een zonnig plekje; ech
ter niet in de normaal
verwarmde kamer; die
is voor hen veel te
warm; de bloemstengels
zullen dan te ijl op
groeien en bovendien zal
het blad uit elkaar zak
ken en geel worden. De
matig verwarmde kamer
is dus de beste stand
plaats. Cyclamen zijn
erg gevoelig voor koud
leidingwater; men moet
ze dan ook beslist water
op kamertemperatuur
geven. Dat kan men op
de potgrond geven, doch
ook op een bloemscho-
teltje gieten. Als er na
een kwartier nog water
op staat, moet men het
restant echter wel ver
wijderen; ze mogen in
geen geval met de voet
in het water staan. De
bloemist heeft wel voor
goede potgrond gezorgd,
maar als de plant steeds
nieuwe bloemknoppen
vormt zal er van uw
kant ook iets gedaan
moeten worden: weke
lijks een weinig bemes
ten; de bekende kamer-
plantenmest kan men er
voor gebruiken. Uitge
bloeide bloemstengels
kan men afsnijden; de
resten zullen wel ver
drogen.
GERANIUMS, die men
nu aan de droge kant
houdt, zullen veel geèl
blad vormen; dat moet
men regelmatig verwij
deren; het gaat anders
rotten en dan bestaat er
kans dat ook de sten
gels inrotten. Geraniums
hebben nu niet veel wa
ter nodig; als men een
maal in de twee weken
een klein beetje geeft is
dat voldoende.
Klimplantjes of wand-
plantjes die te veel
ruimte van de muur in
be slag nemen, kan men
nu wel wat terugsnoeien.
De topjes die vrijkomen
kan men eventueel wel
als stekken gebruiken;
in een potje met zande
rige grond zullen ze ge
makkelijk wortels vor
men.
Uw Ficus decora heeft
veel warmte nodig en
moet beslist in een nor
maal verwarmde huis
kamer staan en zo licht
en zonnig mogelijk. Als
de bladeren beneden de
vensterbank zitten is dat
niet zo best; die zullen
geel worden en ten
slotte verloren gaan. Zet
de plant dus iets hoger.
t)e ficus is ook erg ge
voelig voor koud water;
doe dus een scheut
warm water door het
koude heen en laat geen
water onder in de sier-
pot staan; de plant heeft
een hekel aan natte en
koude voeten.
verschilligheid lieten zij de moed zak
ken. Op zekere avond werd er in Lon
den een bal masqué gegeven. Toevallig
kwam ik naast een mooie jonge vrouw
te zitten die niet danste. Uit beleefdheid
begon ik een gesprek; zij antwoordde
met zoveel esprit en vrijmoedigheid,
dat ik bij haar bleef. Zij had mij ge
heel voor zich gewonnen. Toen zij er
zeker van was, dat de bekoring van
haar wezen en haar woorden hun uit
werking niet gemist hadden, lachte
zij en nam haar masker af. Tot mijn
stomme verbazing herkende ik de scho
ne zwijgster. Haar masker had haar in
staat gesteld een andere vrouw te zijn.
Een andere vrouw die zijzelf was. Dit
is bepaald de reden waarom de bals
masqués in de Opéra vroeger zo'n suc
ces waren. Het is zo aangenaam om
zichzelf te vergeten en terug te vinden.
HET LEVEN IS een bal masqué.
Moet men er altijd hetzelfde masker
dragen? Dat hangt van het masker af
en van U. Als U het verkeerde mas
ker gekozen heeft, als het U niet staat,
als het U pijn doet, als het U dwingt
een rol te spelen die U niet ligt, pro
beer dan een ander. Er is ruime keus
in deze branche. Naast het masker van
strenge vroomheid ligt dat van de ban
deloze liefde of beter nog de fijne glim
lach waaruit de sereniteit geboren
wordt. Maar als U, na lang zoeken
het masker van het geluk gevonden
heeft, de rol waarin U zich op Uw ge
mak voelt, houdt het dan. Er is een
Engelse anekdote waar ik veel van
houd en die Max Beerbohm heeft neer
geschreven. Het gaat om een achttien
de eeuwse vrijbuiter, een soort Don
Juan, die een meisje probeert te ver
leiden. „Hoe kan ik iets voor U voe
len", zegt zij, „als Uw onbetrouwbaar
heid op Uw gezicht te lezen staat?"
Nu leefde er in die tijd in Londen
een maskermaker, die zo bekwaam was
dat zijn maskers als gegoten zaten en
niet van het ware gezicht van zijn
klanten te onderscheiden waren. Onze
verleider laat zich trekken aanmeten
van een buitengewone kuisheid en be
proeft andermaal zijn geluk bij het
meisje. Dit keer heeft hij succes. Zij
wordt tot over de oren verliefd en op
zekere avond, als zij op het punt staat
met hem er vandoor te gaan, komt er
een rechtschapen man tussenbeide die
het hele avontuur met bezorgdheid
heeft gevolgd en die haar de ogen wil
openen. „Begrijpt u dan niet", zegt
hij, „dat u zich compromitteert? Dit
is dezelfde schurk, die het al eerder
op u gemunt had." „Maar dat is on
mogelijk", antwoordt ze, „dat mooie
gezicht.„Kijk eens goed", zegt hij
dan. Hij rukt het masker af, maar
tot zijn grote verbazing kwam achter
het masker een volkomen identiek ge
laat tevoorschijn. De geveinsde liefde
was een oprechte liefde geworden.
DIT IS EEN prachtig symbool. Meer
dan eens komt het vóór dat iemand
op den duur geheel en al één wordt
met de rol die hij gekozen heeft. In
de roman van Balzac speelt de prinses
van Cadignan dat zij verliefd is, maar
zij wordt oprecht verliefd. Kies dus
uw masker met zorg, misschien houdt
u haar voor het leven.
GEWICHTSVERMEERDERING is
in de meeste gevallen het resultaat
van te veel eten. Wij geven direct
toe dat een bepaalde familie-aanleg
in sommige gevallen robuuste, po
tige gestalten kan voortbrengen.
Vaak ziet men reeds bij zuigelingen
en kinderen in hun heel prille jaren
symptomen van vetzucht. Maar wij
kunnen gebruik maken van de voe
dingswetenschap om deze neigingen
te verzwakken.
In plaats van de hoeveelheid voedsel
te verminderen, gaan de meeste men
sen echter naar de dokter om een of
ander medicament tot verlaging van
hun gewicht. Er zijn medicamenten
die in het proces van de gewichts
vermindering toegepast kunnen wor
den, maar dan alleen onder toezicht
van de dokter. Toch moet niemand
in de eerste plaats zijn toevlucht
nemen tot pillen en injecties. Allêen
in uitzonderlijke gevallen mag men
die gebruiken.
HIJ OF ZIJ die een lang leven en
gezondheid verlangt, moet overleg
gen hoe hij zijn eetlust kan inper
ken. Op de keper beschouwd is het
menselijke organisme als een ma
chine. Wordt het teveel gebruikt,
dan doen zich onwillekeurig een
vroegtijdig verval en ziekte voor.
Door nauwlettendheid in het dieet
en in de levenswijze kan dit èf ver
hoed óf uitgesteld worden.
In de voeding onderscheiden we
vijf verschillende voedingsstoffen:
eiwitten, vitaminen, mineralen, vet
ten en koolhydraten Eten we meer
koolhydraten dan wij nodig hebben,
dan slaat het lichaam die in zijn
depots op, vermoedelijk in de vorm
van vet. De eiwitten zijn onmisbaar
voor de opbouw van de lichaams
cellen, de koolhydraten en vetten
leveren de energie voor al onze ac
tiviteiten, waarbij men dan ook nog
dient te bedenken dat vele vetten
belangrijke vitamines bevatten. De
omvang van deze bewaarplaatsen is
niet bij alle mensen gelijk. Er zijn
mensen die bovenmatige hoeveel
heden vet opzamelen tegen anderen
die dit veel minder doen. Eiwitten,
vitaminen en mineralen worden door
het lichaam in het algemeen niet op
geslagen en zê worden slechts ge
bruikt naarmate het lichaam ze da
gelijks nodig heeft. Het is van be
lang van deze drié belangrijke on
derdelen van onze voeding voldoen
de op te nemen. Gebruiken we elke
dag te weinig eiwitten, vitaminen of
mineralen, dan wordt het lichaam
onvoldoende verzorgd.
Waar moeten we op letten?
GAAT HET OM een vermindering
van het gewicht, dan moeten we
zorgen voor een beperking van het
gebruik van vetten en zetmeel en
slechts zoveel eiwit gebruiken als
voor de instandhouding van het
lichaam nodig is. Alleen wanneer we
juist genoeg eiwit in ons opnemen
dat we in dit opzicht kunnen vol
doen aan de eisen van het lichaam,
en aan de andere kant vetten en
koolhydraten lager houden dan onze
dagelijkse énergiebehoefte, zullen we
ons lichaamsgewicht lager zien wor
den. Volgens dit programma zult u
de overwinning behalen over uw
aangeboren of verworven neigingen
en alle andere gewichtsbev or derende
omstandigheden.
Zelfs wanneer u minder eet dan
le overige gezinsleden en desondanks
zwaarder wordt, moogt u het geloof
in de mogelijkheid om door minder
te eten in gewicht af te nemen, niet
verliezen.
In de interneringskampen hebben
we kunnen nagaan hoe alle mensen
aan gewicht verloren, wanneer de
voedingsporties onder de dagelijkse
behoefte lagen. De corpulenten gin
gen sneller in gewicht naar beneden
dan de mageren. Het was interessant
dat dikke personen die 30, 40, 50 en
soms zelfs 60 pond aan gewicht ver
loren, tot de ontdekking kwamen dat
heel wat kwalen waaraan ze voor
dien leden, waren verdwenen. Tot
die kwalen behoorden: kortademig
heid, vermoeidheid, hoge bloeddruk,
suikerziekte en andere klachten. Een
ieder die aan gewicht verliest, voelt
zich best en is verrast dat zich geen
gevoel van zwakte voordoet. Het is
helemaal niets bijzonders dat bij
mensen die 30 tot 60 pond lichter
worden, de spieren beter functio
neren en zijn veel meer dingen met
groter gemak kunnen doen dan voor
heen; dat de vermoeidheid afneemt
en de overbelasting van de lichaams
organen Ophoudt. Daarbij constateert
men dat alles nu vanzelf gaat tot
zelfs op hoge leeftijd, wanneer einde
lijk eens de hindernissen en overbe
lastingen zijn opgeruimd.
ER ZIJN MENSEN die geneesmid
delen moeten gebruiken in verband
met hun verhoogde bloeddruk of
suikerziekte, maar die zonder medi
cijnen verder door het leven gaan als
ze eerst drastisch zijn vermagerd.
Ziet u dat het gewicht begint te ver
minderen, aanvaard dat dan als een
zekere mogelijkheid dat u van het
resterende teveel aan kilo's ook wer
kelijk af kunt komen. De eerste
schrede bestaat in een werkelijk wil
len en het aan de dag leggen van
wilskracht wat het eten betreft. De
volgende schrede omvat de voorbe
reiding van een goed uitgebalanceerd
iieet en het voornemen daarvan geen
duimbreed af te wijken.
Bij een vermindering van het
lichaamsgewicht speelt een juist uit
gebalanceerd en zorgvuldig afge
meten dieet de voornaamste rol.
Zo'n dieet moet worden opgemaakt
in overleg met een dokter en moet
van tijd tot tijd opnieuw worden na
gegaan. Men moet de zekerheid heb
ben dat in de behoeften aan vita
minen en mineralen werkelijk wordt
voorzien en dat eveneens voldoende
eiwit aanwezig is.
Het is geen kwelling
IN EEN VERSTANDIG uitgewerkt
dieetprogramma hoeft de gewichts
vermindering geen kwelling te zijn.
wanneer u in alle ernst tot samen
werking bereid bent en verstandig
handelt. U moet nie<* moedeloos wor
den wanneer geen directe resultaten
worden bereikt, ook niet wanneer
het gebeurt dat zich tussentijds een
gewichtstoeneming voordoet. Houdt
u in de letterlijke zin aan het uitge
werkte programma wat betreft
voedsel, drinken en beweging. Resul
taten zullen zich zeer zeker voordoen
en men zal zich alleszins bevredigd
voelen. Is bij de gewichtsafneming
het gewenste peil bereikt, dan móet
men zich leren houden aan een dieet
dat een handhaving ervan mogelijk
maakt. Is men namelijk van het
overgewicht eindelijk bevrijd, dan is
het bijzonder van belang het liT
chaamsgewicht zo te houden. Het is
niet goed nu met het dieet op te
houden zodat het gewicht wederom
omhoog gaat, want dat kan nadelig
zijn voor de organen van 't lichaam.
U moet doorgaan met uw bèper-
kingsprogramma. U zult zich echter
verheugen wanneer u weet dat u ha
enkele weken ervaring vruchten,
groente en andere spijzen kunt uit
kiezen die u met smaak zult nuttigen
en waarmee u uw eetlust kunt be
vredigen. U zult tot uw genoegen
constateren dat het beperkte menu
u beter smaakt dan uw voordien zo
overladen spijskaart. En u zult meer
achting voor uzelf gaan krijgen. Ook
zal uw nieuw verkregen lichamelijk
welzijn u veel meer bevrediging
schenken dan uw „krachtig" voedsel
van voordien.
Heus, het loont de moeite er ern
stig naar te streven te vermageren.
NA HEM TROK Zijn broer bij óns in.
Oom Eugène was een oom van mijn
moeder. Hij was stokdoof. Mijn vader
ontving iedereen aan zijn tafel en als
je er eenmaal was, was het de gewoon
ste zaak van de wereld dat je bleef. De
bruidsschat van oom Eugène bestond uit
zes zakdoeken, twee nieuwe lakens en
een Louis XIII tafel, waaraan ik nu
deze kleine kroniek zit te schrijven. We
hadden met hem te doen, want het was
hem tegengelopen. Hij was met een
dichteres getrouwd, die een voorliefde
had voor de félibres (Provengaalse
dichters), met name twee elegante fi
guren met grote hoeden op en bakke
baarden, wier wangen door talloze ban
ketten rood aangelopen waren. De ar
me Eugène werd door haar zo bedolven
onder de werken van Mistral, dat hij
er volkomen versuft van raakte. Tenslot
te zocht zij haar heil buiten de echte
lijke woning en werd groenteverkoop-
stèr in Marseille, vanwaar zij smach
tend bloemkolen aan Aubanel zond. Ze
heeft een paar gedichten nagelaten, die
allemaal op „ou" rijmden. Het boek
je dat zij op haaar kosten te Forcal-
quier liet drukken, vertoont op de om
slag een soort metro-ingang anno 1900.
OOM EUGENE WAS net als mijn
grootvader een klein stevig mannetje,
maar hij sprak bijna nooit. Als hij wat
zei, dan was dat alleen om mijn moe
ders kookkunst te roemen. Voordat hij
bij ons kwam. leefde hij van gekookte
aardappelen, die hij zelf klaarmaakte,
terwijl zijn begenadigde echtgenote zich
aan de muzen wijdde en rijmelarijen op
„Ou" fabriceerde. In ons gezin werd
hij olijvenexpert en bestierde de boom
gaarden en de olijfolièwinnmg. Op ze
kere avond, toen wij aan tafel zaten,
stierf hij ineens. Hij piepte alleen even,
als een muis.
Toen de bejaardenvoorraad van on
ze familie uitgeput raakte, ontfermden
wij ons over onze huisbazin. Het was
een goede ziel, deze oude vrijster, die
de hele winter stookte door twee blok
ken hout tegen elkaar te wrijven. Wij
betaalden haar 50 francs per maand
huur voor een huis met zeven enor
me kamers, waarin je wel kon paard
rijden, maar dat van onder tot boven
op instorten stond. Het lekte in alle
bedden. Jarenlang heb ik naast mijn
nachtkastje een paraplu bij de hand
gehouden. Net als mijn ouders werd
ik dikwijls wakker doordat regendrop
pels met een dof getik op mijn de
kens vielen. Dan stak ik mijn para
plu op en sliep weer door.
MIJN VADER, die geen vlieg kwaad
deed „hield niet van pastoors". Hij
hield het bij de revolutie van '48, Zo-
la en de zaak Dreyfus. De conversa
tie van juffrouw was een en al eucha
ristie, communie, mis, vespers, lof, ka
nunnik, diaken en deken wat de klok
sloeg. Het viel niet mee om met deze
twee violen tot eenstemmigheid te ge
raken. Zonder haar gevoel van eigen
waarde geweld aan te doen, neeg mijn
moeder meer naar de kant van de ka
thedraal en mijn vader respecteerde
haar opvattingen. Zo ging mejuffrouw
D. rustig door met praten over God
de Zoon en zijn zaken, terwijl vader,
zwijgend, ostentatief „De fóut van pas-
toor Mouret" zat te lezen. Zoals al
le revolutionairen van zijn tijd was va
der fel gekant tegen een schandaal.
Die abbé Mouret was de felste uitda
ging die hij in de gegeven omstandig
heden kon doen. Overigens bereikte
hij zijn doel niet. Het woord „pastoor"
maakte voor juffrouw D. alles goed,
zelfs Zola. Zij dacht dat het een god
vruchtig werk was en meende zelfs
mijn moeder te moeten gelukwensen
met de goede geest van haar man.
Tactvol als zij was incasseerde mijn
moeder het compliment en sprak er
vérder niet over.
IK HEB MIJN VADER niet lang mo
gen houden. Hij stierf in 1920, kort
nadat ik was gedemobiliseerd. Hij heeft
me nog juist heelhuids uit de oorlog
van '14 zien komen. Dat was, achter
af bezien, geen kleinigheid. Moeder is
langer bij ons gebleven. Gedurende de
oorlog van '40 waren we met ons veer
tienen aan tafel, onder wie verschei
dene ouden van dagen: mijn moeder,
haar broer (mijn oom dus), de groot
moeder van mijn vrouw die 103 jaar
is geworden en tenslotte mijn
schoonmoeder.
Natuurlijk ontvielen ze ons een voor
een.
Een paar jaar geleden gingen de kin
deren uit huis en mijn vrouw en ik
bleven alleen. Op een avond toen ik
na het eten een pijp zat te roken,
zei Elise tegen me: „We moeten weer
eens een paar bejaarden in huis ne
men".
Jean Giono
CVertalingem Frits Andrlessen)