FILATELIE PAULTJE PLAAGGEEST Jfet fuard van De verruiming van de realiteit 1 Dammen ZATERDAG 2 NOVEMBER 1963 Erbij PAGINA VIER O m Wm B. Dukel Jan Nelissen Ja Ho S. M FRANKRIJK. De Franse posteryen geven op 12 november twee nieuwe frankeerzegels uit. Het zijn een 0.85 fr. met een werk van de schilder Mare Chagall „Les Mariés de la Tour Eiffel" en een 0.95 fr. met een gebrandschil derd raam uit de beroemde gothische kathedraal St. Maria te Chartres. EGYPTE. Ter gelegenheid van de internationale wedstrijd om het kam pioenschap lange afstand zwemmen in het Suezkanaal is een postzegel van 10 mills (blauw en bruin) verschenen. De zegel vertoont de kaart van het Suezkanaal, de wereldbol en een zwem mer in actie. i; - LIECHTENSTEIN. Op 5 december zal de derde serie met afbeeldingen van minnezangers in omloop worden ge bracht: 25 rp. Heinrtch von Sax, 30 rp. Kristan von Hamle, 75 rp. Werner von Teufen en 1.70 fr. Hartmann von Aue. De zegels zijn in zeskleurendruk uitge voerd bij da Zwitserse drukkerij Cour- voisier. SAN MARINO. Een serie van tien postzegels is mtgegeven bij gelegen heid van de voor-Olympische Spelen te Tokio: 1 lirre hordenloop voor dames, 2 lire polsstokhoogspringen, 3 lire esta- fettenloop voor dames, 4 lire hoogsprin gen, 5 lire voetbal, 10 lire hoogspringen voor dames, 30 lire discuswerpen voor dames, 60 lire speerwerpen voor dames, 70 lire waterpolo en 115 lire hamer- werpen. UNO. De postdienst van de UNO geeft op 4 november twee postzegels uit met als voorstelling het gebouw bij het hoofdkwartier van de UNO te New York, waar de zittingen van de Alge mene Vergadering worden gehouden. De zegels in de waa/rden 5 cents (don kerblauw, lichtblauw (en lichtgroen) en 11 cents (donkergroen, lichtgroen en lichtblauw), zijn ontworpen door Kurt Plowitz. De oplage bedraagt respectie velijk 2.650.000 en 2.400.000 exemplaren. PHILIPP1JNEN. De honderdste ge boortedag van de Philippijnse held Andres Bonifacio zal worden herdacht door de uitgifte (op 30 november) van en serie van drie postzegels: 5, 6 en 20 sentimo. De zegels laten Bonifacio met een vlag zien. BULGARIJE. Ter gelegenheid van het rijfde internationale slavistencongres s een postzegel van 5 st. in roulatie jebracht, waarop een, op perkament geschreven tekst uit de Slavisch-Bul- 7aarse geschiedenis voorkomt. De op- age bedraagt 200.000 exemplaren. SAMOA I SISIFO (WEST-SAMOA). De eerste verjaardag van de onafhan kelijkheid is gevierd met een serie van her waarden: 1 d., 4 d., 8 d. en 2 sh. Mie zegels vertonen de portretten van le staatshoofden Tupua Tamasese Mea ili en Malietoa Tanumafili 11, alsmede iet wapen van West-Samoa. NOORWEGEN. Op 5 november zal en serie van vijf nieuwe frankeerzegels verkrijgbaar worden gesteld. De 30 öre bruinolijf), 55 öre (bruinoranje), en 85 ire (grijs) brengen een vis en een koren aar in beeld en de 65 öre donkerblauw m 80 öre (lïlarood) een kerk en het Noorderlicht. De zegels zijn ontworpen door Arne Holm. MONACO. In november zal een post- 'egel van 2 fr. verschijnen ter herinne- ing aan het feit, dat Roland Garros hjftig jaar geleden de eerste vlucht ver de Middellandse Zee maakte. Het ortret van Garros en een vliegtuig omen erop voor. NIEUW-ZEELAND. Ter viering van et honderdjarig bestaan van de Nieuw- zeélandse spoorwegen zal binnenkort een serie van twee zegels worden uit gegeven. Het zijn een 3 d. met een loko- motief uit 1863 en 1963 en een 1 sh. 9 d. een expresstrein, getrokken door een moderne lokomotief tegen de achter grond van een berglandschap. PUNTEN EN OORDEEL Mijn partner, een redelijk sterke speler, rag zich in een viertallenwedstrijd voor zien van de volgende zuidkaarten: 10 9853 O V O B 8 6 3 2 H B West was gever, niemand kwetsbaar. West paste - noord een harten - oost paste - zuid een schoppen - west twee klaver - noord doublet - oost paste. Wat had u ge daan als zuid? De zuidspeler nam het doublet uit met twee ruiten, dit later argumenterende met het argument „ik had slechts zeven pun ten". De gehele uitleg bleek de volgende te zijn: A B O H B 8 6 3 AH V 7 6 2 4 O A 9 2 O V 9 4 A 10 9 8 5 4 H V 7 6 2 V? 10 7 5 4 10 7 5 3 10 9 8 5 3 C V O B 8 6 3 2 H B Het elndcontract werd twee schoppen, te spelen door zuid. Door goed afspelen slaagde zuid erin het contract te winnen en NZ scoorden dus 110 punten. Had zuid echter op het doublet van twee klaver ge past, dan waren OW kansloos drie down gegaan en hadden NZ 500 geschreven. Normaal tegenspel tegen twee klaver gedoubleerd is het innen van twee hoge ruitens door noord op de tweede ruiten speelt zuid een lage bij om aan te geven, dan noord de lagere der overblijvende kleuren moet inspelen, dus harten noord speelt harten zes, west wint hartenaas. Nu volgen klaveraas en de tien na, zuid wint: zuid speelt ruiten, noord troeft. OW ver liezen nog twee hartens en schoppenaas: drie down. Punten zijn in bridge uitgevonden om een eerste, globale kaartwaardering te maken. Zij vormen echter niet het einde van de bridgewijsheid, want als dat zo was, zou een moeilijk spel beter door twee tel machines dan door twee partners uitge- boden worden. Een doublet op een laag contract, nadat de partner nog maar weinig geboden heeft, is altijd een voorstel tot tegenspelen het is nimmer een bevel. De partner moet oordelen of zijn spel voor defensieve actie geschikt is en zuids oordeel in bovenstaand spel was geheel onjuist. Zijn enkele harten alsmede zijn twee honneurs in troef (klaver), hadden hem moeten doen besluiten het doublet in te laten, ondanks zijn „slechts zeven pun ten". Zijn spel is niet sterk, maar ideaal om tegen te spelen. Veranderen wij nu eens de uitleg in de volgende mogelijkheid: A B OHB863 AH V 7 6 2 10 9 E 3 10 4 10 8 7 6 3 H B 4 v> A 9 2 O V 9 4 A 10 9 8 5 4 H V 8 7 6 2 C V 7 5 O B 5 2 3 Het bieden zou net zo begonnen zijn: zuid pas - west pas - noord een harten - oost pas - zuid een schoppen - west twee klaver - noord doublet - oost pas - wat moet zuid nu doen? Zuids spel heeft nu, tegen een klaver contract nauwelijks defensieve waarde. Zijn zeskaart schoppen zonder aas doet nauwelijks op een slag hopen, hij heeft driehartens mee, zodat OW kort in die kleur zullen zijn - hij heeft niets in troef (klaver) - Zuid moet zijn partner nu ver tellen, dat hij weinig voelt om tegen te spelen: hij kan twee harten bieden of twee schoppen - beide biedingen zullen gemak kelijk kunnen leiden tot het goede eind- contract van vier schoppen, dat NZ met enig beleid kunnen maken. Zou zuid op het doublet van twee klaver passen, dan kunnen zij dat contract met moeite één down spelen - wat niet opweegt tegen het mogelijk manchebod. Slotsom: Waardeer uw spel niet slechts in punten, doch oordeel wat er met uw punten (hoge kaarten) het beste gedaan kan worden. H. W. Filarski Bridge vraag dezer week: Zuid gever, NZ kwetsbaar, viertallenwedstrijd. Zuid heeft: 65 O A 10 4 3 2 10 8743 H Biedverloop- zuid past - west een ruiten - noord een schoppen - oost twee harten - NZ passen verder - west drie klaver - oost vier harten. Waarmee moet zuid uitkomen? GROOTMEESTERLIJKE EXACTHEID De Joegoslavische grootmeester Gligoric heeft het zonetoemooi Enschede op zijn naam gebracht. Van de zestien door hem gespeelde partijen verloor hij er niet één. Met de regelmaat van een klok scoorde hij de voor de eindoverwinning benodigde halve en hele punten. Zijn geheim? Aller eerst een volstrekt vertrouwen in de logica van het schaakspel. Gligoric gaat er van uit dat een logisch verantwoorde opbouw „vanzelf" op den duur vruchten afwerpt. Daarom laat hij zich niet nodeloos in op wilde avonturen, doch. volstaat hij ermede, zijn stukken volgens gezonde principes te ontwikkelen. Vandaar dat zijn partijen, al thans in de aanvangsfase, gewoonlijk wei nig spectaculairs laten zien. In de tweede plaats: permanent, syste matisch en intensief studeren en trainen. Gligoric lééft voor zijn hobby. En ten derde: het beoefenen van zelf beheersing om in goede conditie te blijven; niet roken, vroeg naar bed, lichamelijke ontspanning e.d. Het resultaat bleek in Enschede; het zal stellig ook blijken in het komendein terzonale toernooi én wie weet daarna op het laatste deel van de weg naar het wereldkampioenschap. Een duidelijk voorbeeld van zijn stijl levert onderstaande partij tegen de Bel gische representant Boey, die kennelijk in opkomst is. Wit: Gligoric. Zwart: Boey. Oud Benoni 1) d2-d4 Pg8-f6. 2) c2-c4 c7-c5. 3) d4-d5 e7-e5. 4) Pbl-c3 d7-d6. 5) e2-e4 Rf8-e7. Een bekende stelling, in welke wit meer ruimte bezit, doch zwart tegenkansen kan schep pen met ondermijningsacties, namelijk f7-f5, respectievelijk b7-b5. Voorts kan zwart via g5 zijn „slechte" koningsloper trachten af te ruilen tegen wits „goede" van cl. Dit verklaart wits volgende zet, welke zo nodig f2-f4 mogelijk maakt. 6) g2-g3 0-0. 7) Rfl-g2 Pf6-e8. 8) Pgl-e2 Re7-g5. 9) f2-f4 Rg5-h6. 10) 0-0 Pb8-d7. Het meest essentiële veld is nu e5; de af ruil f4xe5 haalt voorlopig niets uit, omdat na de5: veld d6 vrijkomt voor Pe8. Gligoric doet het echter kalm aan en gaat eerst zijn „goede" loper cl onttrekken aan het vis a vis (gelijk hij het uitdrukte in het Bulletin) met zwarts slechte raadsheer op h6. 11) b2-b3 a7-a6. 12) a2-a4 g7-g6. 13) Ddl-c2 Pe8-g7. 14) Rcl-b2 f7-f6. Gligoric achtte f7-f5 actiever, hoewel hij dan na Tael meer ruimte plus een ontwikkelings- voorsprong behoudt. 15) Tal-el Dd8-e7. 16) Pe2-cl a6-a5. 17) Pcl-d3 b7-b6. 18) Rb2-cl!Een zeer fijne zet. Wit dreigt 19) fe5: Rel:. 20) ed6: met pionwinst. Dit dwingt zwart vrijwel tot een essentiële concessie, het opgeven van de centrale pion op e5. 18) e5xf4. 19) g3xf4 Thans draait alles om de vraag, of wit de opmars e4-e5 kan doorzetten. Gligoric be reidt deze in alle rust voor. 19) Rc8-b7. 20) Pc3-dl Pg7-e8. 21) Pdl-f2 Rh6-g7. 22) Rcl-b2Het pendelen van deze raads heer heeft zijn strategische vruchten afge worpen. 22) Pe8-c7. 23) Dc2-d2! Schijnbaar kon wit hier reeds aanstonds e4-e5 spelen, omdat na 23) e5 fe5:. 24) fe5: de5:. 25) d6 plotseling Rb7 en prise staat. Maar dan redt zwart met 25) Dg5! verrassend de hele situatie. Het voorzien van dergelijke ressources behoort tot de capaciteiten van de grootmeester. 23) b6-b5. De Belg verliest zijn geduld en poogt zich dubieuze tegenkansen te ver schaffen. Misschien was 23) Tab8, om Rb7 te dekken en zodoende e4-e5 nog te bemoeilijken, beter. 24) a4xb5 a5-a4. Zwart: BOEY OOOOOOOCCOCOOOOOOCCCCCOOOOOOOOOOOOOOOOOOCÖCOCC 30coooooo^xioo<xioooooooooooooooooooocoooomocö GLIGORIC (aan zet) 25) e4-e5!De strategisch beslissende doorstoot; de stelling gaat open, waarna de harmonische positie van de witte stuk ken vruchten gaat afwerpen. 25) f6xe5. 26) f4xe5 De7-h4. Na 26) ab3:. 27) ed6: Dd6:. 28) Rg7: Kg7:. 29) Pe4 heeft zwart nog minder in te brengen. 27) e5xd6 Rg7xb2. 28) Pd3xb2 Pc7-e8. 29) Tel-e4 Dh4-d8. 30) Pb2xa4 Pe8xd6. 31) Te4-f4 In verband met een mogelijk Pc4: houdt wit c4 gedekt. 31) Pd6-f5. 32) Pf2-e4 Dd8-e7. 33) Pe4-g3 Pf5-d4 34) d5-d6! Zwart, die deze zet toeliet, heeft vermoede lijk wits volgende tussenzet over het hoofd gezien. 34) De7xd6. 35) Tf4xd4! Vooral niet 35) Rb7:? wegens Pf3t met damewinst. 35) Tf8xflt- 36) Pg3xfl c5xd4. 37) Rg2xb7 Ta8-f8. 38) Rb7-d5t Kg8-g7. 39) Dd2xd4t Pd7-e5. 40) Pa4-c5 Dd6-f6. Met zowaar nog twee dreigingen: Dfl: mat en Pf3t met damewinst. 41) Pc5-e6+ Kg7-h8 42) Pfl-d2 Pareert alles. Daarentegen zou na 42) Pf8:? Pf3+ Dd4: gevolgd zijn. 42) Tf8-e8. 43) Dd4- f2 Te8xe6. 44) Rd5xe6 Df6xe6. 45) Df2-f8t De6-g8. 46) Df8-f6t en zwart gaf het op. Na dameruil lopen de witte vrijpionnen on gehinderd door. Een staaltje van grootmeesterlijke exact heid! Mr. Ed.. Spanjaard Na wereldkampioen ir. Koeperman en Tsecholev is de 20-jarige Andreiko Rus- lands sterkste dammer. Dit heeft hij met het winnen van het internationaal toer nooi in de maand september te Jalta ge demonstreerd. De enige Nederlander was de 22-jarige Eddie Holstvoogd uit Zaandam, die uit elf partijen elf punten veroverde en daarmede de best geplaatste buitenlander was. Wij laten hieronder zien, op welk een fraaie wijze Andreiko van Eddie won. ^OOOOOXJOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOCOOOOOOCCCCCOOOOOCCCCOOOC 8 ymü'. WM WM W" Een bijzondere stijl en opvatting heeft de Russische student over het opstellen van zijn stukken. Oud-wereldkampioen I. Weiss sprak eenmaal: „Alles is speel baar, mits goed voortgezet", en zo is ook Andreiko van mening. Indien wij de stel ling in Nederlandse clubs ter beoordeling zouden aanbieden, dan zou, naar alle waar schijnlijkheid het antwoord luiden: „Wit staat beter". Met wit aan zet, laat de Rus zien hoe de sterke centrummacht van wit als een kaartenhuis ineenstort. In de partij 1) 27-22? '18x27. 2) 32x21 23x32. 3) 38x27 19-23. Plotseling staat wit voor grote moei lijkheden. Er dreigt dam met 23-29 en 11-17. Opsluiten met 42 of 43-38 komt met 23-29 en 11-17 een goede aanval van zwart. Ook op de ruil 33-28 volgt 24-29 en 11-17. Wit moet dus noodgedwongen de ruilcombina- tie met elke dam nemen. 4) 33-29 24x33. 5) 39x8 30x50. 6) 8-3 en na 11-17. 7) 21x12 7x18 won zwart dit eindspel meesterlijk. De zwartdam en stukken staan beter op gesteld na het nemen van de combinatie, welke afwikkeling de scherpe Rus zeker had doorzien. Na afloop vond men bij analyse de vol gende weerlegging voor wit. Vanuit de cijferstand: 1) 27-21 1-6. 2) 42-37 7-12. 3) 16x7 2x11. 4) 48-42 11-16? 5) 28-22 moet 18x27. 6) 33-29 24x33. 7) 38x9 27x29. 8) 9-3 16x27 3x35 met winst. In de komende wereldkampioenschappen 1964 zullen wij zeker meer van de naam Andreiko horen. H. BELIEN (Heemstede) -- - - -- - - - - - Wm. wm mm W. v. d. SLUIS (Amsterdam) Zwart: dam op 49, stuk op 38. Wit: v. d. Sluis twee dammen op 2 en 5 en twee stukken op 19 en 47. In het toernooi om het kampioenschap van Noord-Holland 1963 eindigde dit eind spel. met grote overmacht voor wit, dn remis^tgfft n, «k?* mes» .Mt Bij diepe analyse ontdekte de Amster damse kampioen, met wit aan zet, de vol gende geniale winst: 1) 19-14 49-43. Ge dwongen voor zwart. Op 38-43 2-16 43-48 47-42 en 5x32 wint. Op 49-44 2-30 wint. Wit moet veld 48 veroveren om 38 tegen te houden en met stuk 14 doorlopen naar de derde dam. 2) 14-9 43-48. Gedwongen omdat op 49 verrassend 5-37 wint. 3) 2-35 48-26. Op 48-25 9-3 en zwart staat verloren. 4) 9-3 38-43? en met een fraai slot 5) 47-42 26-48. 6) 35-49 en zwart staat schaakmat. Graag commentaar van eindspellief hebbers. Tegen H. Belien werd jk in hetzelfde toernooi slachtoffer van het volgend ope- ningsdamzetje. H. Belien zwart. Dukel wit. 1) 32-28 18-23. 2) 38-32 12-18. 3) 31-27 7-12. 4) 43-38 20-24. 5) 37-31 14-20. 6) 49-43 17-21. 7) 27-22 18x27. 8) 31x22 11-17. 9) 22x11 16x7. 10) 36-31 6-11. 11) 31-26 21-27 met dam voor zwart. Tot slot een probleem van A. Douma en D. Vuurboom. MOOOOOeCCCOOOOOOOOOOOOOOOOOCCCCCÖMOOOCOOrcOOOOCO^COCOC Zwart: 1, 2, 7, 11, 13, 18, 19, 20, 23, 24, 25, 30. Wit: 16, 27, 28, 32, 33, 34, 38, 39, 42, 43, 44, 48. 1 3000c00000000f300c000ööc0000000000000000«000sco00000000c Zwart: 11, 16, 21, 29, 30, 34. Wit: 27, 31, 32, 43, 44, 49 Wit speelt en forceert de winst. 1) 31-26 11-17. 2) 43-38 enz. enz. 'UMop uaa ueeS MO ua uajadseu (uajmj jo) uaddotps Sou uep uejj pmz 'uaAaojj jaAepi uaa pmz jee( pjoou ua Seis uee see_ -uaddoqas jam pjoou jSuajq dm/A pmz -' uaiads jaoj} jeeuiuaa ja/A jaorn jsoo 'jpojj apaaMj ap pjoou jeep 'uapjo/A ppads -aS uajinj ubjj uep 'see jaq }ssm 'jaaqjaA -epi jam Ctq jjbjs :jaAeiq u; jaAaojjje uaa do uajads a; ;saa/AaS sb/a sueq ajsaq spmz 'aiqeeiu jads ;aq jsoo jepoz 'uajadsje uaij uajjeq uba eujaiq ua ubaoojj jsaoui pmz - jaAejq apiaads ua MnojAuapeq apjaassea -ui 'je uajmj apjftA ap apjaojj 'do uajaA -epi aaA\j jsoo apunnj suajmj aSoq sjsaM do 'uom JS3M 'jaaqjaABjq apjaads ua uieu pmz 'jaaqjaojj apjaads jsoo 'Jaaq ap jsoo 'eu jnapt aip appads ua seeuaddoqos uieu pjoou Ij I 6 H V 9 H A H V O' 9 li Z 8 peq )sa/A 'jin uaddoqos jaui jeejq uieMq pmz 'uajaAepi auiapf jota ua afj -uajtnj uaa 'afjuajjeq upa 'auioja-sbb uba suaddoqas uaAaz pjoou peq jads aSjpjeeM -jpaur pp ui :SeeJAaSpijq do pjooMjnv ACHTER IN HET KLEINE, donkere schuurtje van de ouders van Paultje stond een klein hokje met een stukje gaas ervoor. Dat hokje was door Paul tje zelf gemaakt 'en er staken scherpe spijkers aan alle kanten uit. Toen het hokje klaar was probeerde Paul een vogeltje te vangen. Er kwam een kleine, schuwe mus en die vloog per ongeluk in de schuur. „Ha," riep Paul en met een hoop moeite ving hij de vogel en deed hem in het hok. Urenlang bleef hij staan kijken hoe het diertje angstig fladder de en 's avonds was het beestje dood. De vogels buiten hadden het angstige piepen gehoord en kwetterden opgewon den tegen elkaar. Ze spraken er nog steeds over toen ze tegen de avond in het bos gingen slapen en de kabouters hoorden het en praatten er ook over. Maar Paultje wist daar allemaal niets van en ving een duinkonijntje, een ma ger diertje dat angstig in een hoekje van de kooi kroop en niet wilde eten. Paultje moest er om lachen en liet het diertje aan zijn vriendjes zien. „Leuk hè?", vroeg hij en de vriend jes knikten. Maar het konijntje vond het helemaal niet leuk, het werd ziek en ging dood. En de dieren buiten de schuur wisten ervan, ze spraken erover en ook de kabouters kwamen het te weten .U l Na de mus en het konijn kwamen er f nog meer dieren in het donkere hok te zitten: een spreeuw en een eend, een mol en een jong fazantje en al die die ren gingen na een paar dagen dood. En steeds weer spraken de dieren er over en altijd maar weer hoorden ook de kabouters ervan en ze besloten de dieren te gaan helpen en het stoute jongetje eens flink te laten schrikken. DAGENLANG KLONK er 's nachts in het bos getik van tientallen kleine ha mertjes en het geschraap van zaagjes. De werkkabouters van koning Kwidool waren een hok aan het maken, een stevig hok, en ze zorgden ervoor dat er een deur in kwam die niet gemakkelijk open te maken was. Ze werkten een paar nachten lang en eindelijk vond de koning dat het goed was en de hamers en zaagjes gingen weer in de kasten van het paleis. Nu kwamen er boodschapkabouters, het waren er tien, zij moesten van de koning zorgen dat er een jongetje ge haald werd, een klein jongetje dat al tijd dieren plaagde en in een donker hokje opsloot en dat ventje heette Paultje! De boodschapkabouters deden hun werk goed en het spartelende jongetje werd naar de kabouterkoning gebracht en in het hok gezet! Eerst wilde hij proberen het hok open te maken, maar de kabouters hadden een stevig hok gemaakt en Paultje be zeerde alleen maar zijn handen aan een paar punten van spijkers. „Ineens vloog er een mus voor de deur van het hok en riep: „Lelijke jon gen, weet je nu hoe naar het voor mijn neefje was om in een hok te zitten? Blijf jij ook maar lekker zitten hoor!" Maar Paultje stak boos zijn tong uit en de mus vloog weg. Toen kwamen er andere dieren en al lemaal spraken ze tegen Paultje en die hoorde alles, want daar hadden de ka bouters wel voor gezorgd. HET WERD DONKER en de jongen bleef alleen in het hok en hij werd bang. Hij wilde graag naar zijn vader en moeder toe en angstig begon hij te huilen. De kabouters en de vogels en de andere bosbewoners kwamen bij el kaar in het paleis van koning Kwidool en de koning sprak: „Hoort eens beste vrienden, hoe dat vervelende Paultje nu huilt. Ik geloof dat het best een lief jongetje zal worden en dat hij al leen maar een beetje dom is geweest. Ik zal hem morgen vertellen dat het voor bosbewoners helemaal niet leuk is om in een klein donker hok te zitten en dat ze dan dood gaan. Vinden jullie ook niet dan hij dan straf genoeg heeft gehad?" Nu wilden de dieren en de bosbewo ners het jongetje niet te lang plagen en daarom vonden ze allemaal dat de koning gelijk had. Vlug liep Kwidool op zijn tenen naar de kooi van Paultje en hij hoorde het jongetje heel hard huilen. Maar de ka bouter tikte met een toverstokje tegen de kooi en toen werd het stil in het hok. Paultje was in slaap gevallen... De volgende dag maakten de kabou ters hem wakker en de koning vertelde dat alle dieren het net zo erg als Paul vonden om in een naar hok te worden gestopt en Paultje schaamde zich diep. „Ik zal het echt nooit meer doen", fluisterde hij, „maar mag ik alstublieft weer naar mijn moeder?" Er kwamen alweer tranen in zijn donkere kijkers. De kabouterkoning maakte het hok open en Paultje sprong er uit, zo vlug hij maar kon. Hij rende naar huis en vloog daar zijn moeder in de armen. Wat waren zijn ouders blij toen hun jon getje weer veilig thuis was! Het was groot feest bij Paultje thuis, maar ook bij de kabouters en dieren, want nog dezelfde dag kwar i een merel aan de kabouterkoning vertellen dat hij zelf gezien had dat Paultje het hok kapot had gemaakt en van het hout dat hij samen met zijn vader een mooi huisje in de tuin gemaakt. Een huisje op een paal en daarin had Paultje broodkrui mels en stukjes kaas gestrooid. „Heer lijke kaas", vertelde de merel, want die had alle stukjes lekker opge snoept. Het paard van Teun de schillenman, dat is me er eentje, hoor! Daar loopt hij wat hij lopen kan; hij is er weer eens vandoor. Over het spoor, langs de dijk en dan een heleboel weilanden door. Het paard van Teun de schillenman komt bij zijn vrouwtje Noor „Ha Noor, ik kom vanavond bij je, hoor! Daar kun je van op an." Weg is het paard van de schillenman en loopt weer wat hij lopen kan! Hij moet eerst werken, hoor! (Vervolg van pag. 2) een baantje als schipper op een schuit die gemeerd ligt in de haven van New York; dat is de basis vanwaar hij de stad bezoekt, maar waar hij het groot ste deel van de tijd niet van afkomt en, geholpen door af en toe een prik in zijn arm, probeert een vrij uitzicht op de werkelijkheid te krijgen. ER IS GEEN verhaal in dit boek, dat samengesteld is uit losse herinne ringen, en wie zijn lectuur wil gebrui ken als middel om het welbehagen te vinden van een wereld waar alles in elkaar past, zal er gauw genoeg van hebben. De kracht van Trocchi is dat zijn wereld op papier net zo slecht ge voegd en onbevredigend is als in de dagelijkse ervaring. De zin ervan is dat de positie zelden zo duidelijk ge steld wordt, in een sobere stijl die alle misverstand uitsluit. Het blijft misschien onbevredigend, en Trocchi zelf zegt ook dat hij nog niet begonnen is met te zeggen wat hij dacht te bedoelen; maar vergeleken bij zijn beeld van de werke lijkheid hebben de meeste andere voor stellingen van zaken een geparfumeer de smaak.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 16