FILATELIE
PAULTJE PLAAGGEEST
Jfet fuard
van
De verruiming van de realiteit
1
Dammen
ZATERDAG 2 NOVEMBER 1963
Erbij
PAGINA VIER
O
m Wm
B. Dukel
Jan Nelissen
Ja Ho
S. M
FRANKRIJK. De Franse posteryen
geven op 12 november twee nieuwe
frankeerzegels uit. Het zijn een 0.85 fr.
met een werk van de schilder Mare
Chagall „Les Mariés de la Tour Eiffel"
en een 0.95 fr. met een gebrandschil
derd raam uit de beroemde gothische
kathedraal St. Maria te Chartres.
EGYPTE. Ter gelegenheid van de
internationale wedstrijd om het kam
pioenschap lange afstand zwemmen in
het Suezkanaal is een postzegel van
10 mills (blauw en bruin) verschenen.
De zegel vertoont de kaart van het
Suezkanaal, de wereldbol en een zwem
mer in actie.
i; -
LIECHTENSTEIN. Op 5 december
zal de derde serie met afbeeldingen van
minnezangers in omloop worden ge
bracht: 25 rp. Heinrtch von Sax, 30 rp.
Kristan von Hamle, 75 rp. Werner von
Teufen en 1.70 fr. Hartmann von Aue.
De zegels zijn in zeskleurendruk uitge
voerd bij da Zwitserse drukkerij Cour-
voisier.
SAN MARINO. Een serie van tien
postzegels is mtgegeven bij gelegen
heid van de voor-Olympische Spelen te
Tokio: 1 lirre hordenloop voor dames,
2 lire polsstokhoogspringen, 3 lire esta-
fettenloop voor dames, 4 lire hoogsprin
gen, 5 lire voetbal, 10 lire hoogspringen
voor dames, 30 lire discuswerpen voor
dames, 60 lire speerwerpen voor dames,
70 lire waterpolo en 115 lire hamer-
werpen.
UNO. De postdienst van de UNO
geeft op 4 november twee postzegels
uit met als voorstelling het gebouw bij
het hoofdkwartier van de UNO te New
York, waar de zittingen van de Alge
mene Vergadering worden gehouden.
De zegels in de waa/rden 5 cents (don
kerblauw, lichtblauw (en lichtgroen)
en 11 cents (donkergroen, lichtgroen en
lichtblauw), zijn ontworpen door Kurt
Plowitz. De oplage bedraagt respectie
velijk 2.650.000 en 2.400.000 exemplaren.
PHILIPP1JNEN. De honderdste ge
boortedag van de Philippijnse held
Andres Bonifacio zal worden herdacht
door de uitgifte (op 30 november) van
en serie van drie postzegels: 5, 6 en
20 sentimo. De zegels laten Bonifacio
met een vlag zien.
BULGARIJE. Ter gelegenheid van het
rijfde internationale slavistencongres
s een postzegel van 5 st. in roulatie
jebracht, waarop een, op perkament
geschreven tekst uit de Slavisch-Bul-
7aarse geschiedenis voorkomt. De op-
age bedraagt 200.000 exemplaren.
SAMOA I SISIFO (WEST-SAMOA).
De eerste verjaardag van de onafhan
kelijkheid is gevierd met een serie van
her waarden: 1 d., 4 d., 8 d. en 2 sh.
Mie zegels vertonen de portretten van
le staatshoofden Tupua Tamasese Mea
ili en Malietoa Tanumafili 11, alsmede
iet wapen van West-Samoa.
NOORWEGEN. Op 5 november zal
en serie van vijf nieuwe frankeerzegels
verkrijgbaar worden gesteld. De 30 öre
bruinolijf), 55 öre (bruinoranje), en 85
ire (grijs) brengen een vis en een koren
aar in beeld en de 65 öre donkerblauw
m 80 öre (lïlarood) een kerk en het
Noorderlicht. De zegels zijn ontworpen
door Arne Holm.
MONACO. In november zal een post-
'egel van 2 fr. verschijnen ter herinne-
ing aan het feit, dat Roland Garros
hjftig jaar geleden de eerste vlucht
ver de Middellandse Zee maakte. Het
ortret van Garros en een vliegtuig
omen erop voor.
NIEUW-ZEELAND. Ter viering van
et honderdjarig bestaan van de Nieuw-
zeélandse spoorwegen zal binnenkort
een serie van twee zegels worden uit
gegeven. Het zijn een 3 d. met een loko-
motief uit 1863 en 1963 en een 1 sh. 9 d.
een expresstrein, getrokken door een
moderne lokomotief tegen de achter
grond van een berglandschap.
PUNTEN EN OORDEEL
Mijn partner, een redelijk sterke speler,
rag zich in een viertallenwedstrijd voor
zien van de volgende zuidkaarten:
10 9853 O V O B 8 6 3 2 H B
West was gever, niemand kwetsbaar.
West paste - noord een harten - oost paste
- zuid een schoppen - west twee klaver -
noord doublet - oost paste. Wat had u ge
daan als zuid?
De zuidspeler nam het doublet uit met
twee ruiten, dit later argumenterende met
het argument „ik had slechts zeven pun
ten". De gehele uitleg bleek de volgende te
zijn:
A B
O H B 8 6 3
AH
V 7 6 2
4
O A 9 2
O V 9 4
A 10 9 8 5 4
H V 7 6 2
V? 10 7 5 4
10 7 5
3
10 9 8 5 3
C V
O B 8 6 3 2
H B
Het elndcontract werd twee schoppen, te
spelen door zuid. Door goed afspelen
slaagde zuid erin het contract te winnen
en NZ scoorden dus 110 punten. Had zuid
echter op het doublet van twee klaver ge
past, dan waren OW kansloos drie down
gegaan en hadden NZ 500 geschreven.
Normaal tegenspel tegen twee klaver
gedoubleerd is het innen van twee hoge
ruitens door noord op de tweede ruiten
speelt zuid een lage bij om aan te geven,
dan noord de lagere der overblijvende
kleuren moet inspelen, dus harten noord
speelt harten zes, west wint hartenaas. Nu
volgen klaveraas en de tien na, zuid wint:
zuid speelt ruiten, noord troeft. OW ver
liezen nog twee hartens en schoppenaas:
drie down.
Punten zijn in bridge uitgevonden om
een eerste, globale kaartwaardering te
maken. Zij vormen echter niet het einde
van de bridgewijsheid, want als dat zo was,
zou een moeilijk spel beter door twee tel
machines dan door twee partners uitge-
boden worden. Een doublet op een laag
contract, nadat de partner nog maar weinig
geboden heeft, is altijd een voorstel tot
tegenspelen het is nimmer een bevel.
De partner moet oordelen of zijn spel voor
defensieve actie geschikt is en zuids
oordeel in bovenstaand spel was geheel
onjuist. Zijn enkele harten alsmede zijn
twee honneurs in troef (klaver), hadden
hem moeten doen besluiten het doublet in
te laten, ondanks zijn „slechts zeven pun
ten". Zijn spel is niet sterk, maar ideaal
om tegen te spelen.
Veranderen wij nu eens de uitleg in de
volgende mogelijkheid:
A B
OHB863
AH
V 7 6 2
10
9
E
3
10
4
10
8
7
6 3
H
B
4
v> A 9 2
O V 9 4
A 10 9 8 5 4
H V 8 7 6 2
C V 7 5
O B 5 2
3
Het bieden zou net zo begonnen zijn:
zuid pas - west pas - noord een harten -
oost pas - zuid een schoppen - west twee
klaver - noord doublet - oost pas - wat
moet zuid nu doen?
Zuids spel heeft nu, tegen een klaver
contract nauwelijks defensieve waarde.
Zijn zeskaart schoppen zonder aas doet
nauwelijks op een slag hopen, hij heeft
driehartens mee, zodat OW kort in die
kleur zullen zijn - hij heeft niets in troef
(klaver) - Zuid moet zijn partner nu ver
tellen, dat hij weinig voelt om tegen te
spelen: hij kan twee harten bieden of twee
schoppen - beide biedingen zullen gemak
kelijk kunnen leiden tot het goede eind-
contract van vier schoppen, dat NZ met
enig beleid kunnen maken. Zou zuid op
het doublet van twee klaver passen, dan
kunnen zij dat contract met moeite één
down spelen - wat niet opweegt tegen het
mogelijk manchebod.
Slotsom: Waardeer uw spel niet slechts
in punten, doch oordeel wat er met uw
punten (hoge kaarten) het beste gedaan
kan worden.
H. W. Filarski
Bridge vraag dezer week: Zuid gever, NZ
kwetsbaar, viertallenwedstrijd. Zuid heeft:
65 O A 10 4 3 2 10 8743 H
Biedverloop- zuid past - west een ruiten
- noord een schoppen - oost twee harten -
NZ passen verder - west drie klaver - oost
vier harten. Waarmee moet zuid uitkomen?
GROOTMEESTERLIJKE EXACTHEID
De Joegoslavische grootmeester Gligoric
heeft het zonetoemooi Enschede op zijn
naam gebracht. Van de zestien door hem
gespeelde partijen verloor hij er niet één.
Met de regelmaat van een klok scoorde hij
de voor de eindoverwinning benodigde
halve en hele punten. Zijn geheim? Aller
eerst een volstrekt vertrouwen in de logica
van het schaakspel. Gligoric gaat er van
uit dat een logisch verantwoorde opbouw
„vanzelf" op den duur vruchten afwerpt.
Daarom laat hij zich niet nodeloos in op
wilde avonturen, doch. volstaat hij ermede,
zijn stukken volgens gezonde principes te
ontwikkelen. Vandaar dat zijn partijen, al
thans in de aanvangsfase, gewoonlijk wei
nig spectaculairs laten zien.
In de tweede plaats: permanent, syste
matisch en intensief studeren en trainen.
Gligoric lééft voor zijn hobby.
En ten derde: het beoefenen van zelf
beheersing om in goede conditie te blijven;
niet roken, vroeg naar bed, lichamelijke
ontspanning e.d. Het resultaat bleek in
Enschede; het zal stellig ook blijken in het
komendein terzonale toernooi én wie weet
daarna op het laatste deel van de weg naar
het wereldkampioenschap.
Een duidelijk voorbeeld van zijn stijl
levert onderstaande partij tegen de Bel
gische representant Boey, die kennelijk in
opkomst is.
Wit: Gligoric. Zwart: Boey.
Oud Benoni
1) d2-d4 Pg8-f6. 2) c2-c4 c7-c5. 3) d4-d5
e7-e5. 4) Pbl-c3 d7-d6. 5) e2-e4 Rf8-e7. Een
bekende stelling, in welke wit meer ruimte
bezit, doch zwart tegenkansen kan schep
pen met ondermijningsacties, namelijk
f7-f5, respectievelijk b7-b5. Voorts kan
zwart via g5 zijn „slechte" koningsloper
trachten af te ruilen tegen wits „goede"
van cl. Dit verklaart wits volgende zet,
welke zo nodig f2-f4 mogelijk maakt.
6) g2-g3 0-0. 7) Rfl-g2 Pf6-e8. 8) Pgl-e2
Re7-g5. 9) f2-f4 Rg5-h6. 10) 0-0 Pb8-d7.
Het meest essentiële veld is nu e5; de af
ruil f4xe5 haalt voorlopig niets uit, omdat
na de5: veld d6 vrijkomt voor Pe8. Gligoric
doet het echter kalm aan en gaat eerst
zijn „goede" loper cl onttrekken aan het
vis a vis (gelijk hij het uitdrukte in het
Bulletin) met zwarts slechte raadsheer op
h6. 11) b2-b3 a7-a6. 12) a2-a4 g7-g6. 13)
Ddl-c2 Pe8-g7. 14) Rcl-b2 f7-f6. Gligoric
achtte f7-f5 actiever, hoewel hij dan na
Tael meer ruimte plus een ontwikkelings-
voorsprong behoudt. 15) Tal-el Dd8-e7.
16) Pe2-cl a6-a5. 17) Pcl-d3 b7-b6. 18)
Rb2-cl!Een zeer fijne zet. Wit dreigt
19) fe5: Rel:. 20) ed6: met pionwinst. Dit
dwingt zwart vrijwel tot een essentiële
concessie, het opgeven van de centrale
pion op e5. 18) e5xf4. 19) g3xf4
Thans draait alles om de vraag, of wit de
opmars e4-e5 kan doorzetten. Gligoric be
reidt deze in alle rust voor. 19) Rc8-b7.
20) Pc3-dl Pg7-e8. 21) Pdl-f2 Rh6-g7. 22)
Rcl-b2Het pendelen van deze raads
heer heeft zijn strategische vruchten afge
worpen. 22) Pe8-c7. 23) Dc2-d2!
Schijnbaar kon wit hier reeds aanstonds
e4-e5 spelen, omdat na 23) e5 fe5:. 24) fe5:
de5:. 25) d6 plotseling Rb7 en prise staat.
Maar dan redt zwart met 25) Dg5!
verrassend de hele situatie. Het voorzien
van dergelijke ressources behoort tot de
capaciteiten van de grootmeester. 23)
b6-b5. De Belg verliest zijn geduld en
poogt zich dubieuze tegenkansen te ver
schaffen. Misschien was 23) Tab8, om
Rb7 te dekken en zodoende e4-e5 nog te
bemoeilijken, beter. 24) a4xb5 a5-a4.
Zwart: BOEY
OOOOOOOCCOCOOOOOOCCCCCOOOOOOOOOOOOOOOOOOCÖCOCC
30coooooo^xioo<xioooooooooooooooooooocoooomocö
GLIGORIC (aan zet)
25) e4-e5!De strategisch beslissende
doorstoot; de stelling gaat open, waarna
de harmonische positie van de witte stuk
ken vruchten gaat afwerpen. 25)
f6xe5. 26) f4xe5 De7-h4. Na 26) ab3:.
27) ed6: Dd6:. 28) Rg7: Kg7:. 29) Pe4 heeft
zwart nog minder in te brengen. 27) e5xd6
Rg7xb2. 28) Pd3xb2 Pc7-e8. 29) Tel-e4
Dh4-d8. 30) Pb2xa4 Pe8xd6. 31) Te4-f4
In verband met een mogelijk Pc4: houdt
wit c4 gedekt. 31) Pd6-f5. 32) Pf2-e4
Dd8-e7. 33) Pe4-g3 Pf5-d4 34) d5-d6!
Zwart, die deze zet toeliet, heeft vermoede
lijk wits volgende tussenzet over het hoofd
gezien. 34) De7xd6. 35) Tf4xd4!
Vooral niet 35) Rb7:? wegens Pf3t met
damewinst. 35) Tf8xflt- 36) Pg3xfl
c5xd4. 37) Rg2xb7 Ta8-f8. 38) Rb7-d5t
Kg8-g7. 39) Dd2xd4t Pd7-e5. 40) Pa4-c5
Dd6-f6. Met zowaar nog twee dreigingen:
Dfl: mat en Pf3t met damewinst. 41)
Pc5-e6+ Kg7-h8 42) Pfl-d2 Pareert
alles. Daarentegen zou na 42) Pf8:? Pf3+
Dd4: gevolgd zijn. 42) Tf8-e8. 43) Dd4-
f2 Te8xe6. 44) Rd5xe6 Df6xe6. 45) Df2-f8t
De6-g8. 46) Df8-f6t en zwart gaf het op.
Na dameruil lopen de witte vrijpionnen on
gehinderd door.
Een staaltje van grootmeesterlijke exact
heid!
Mr. Ed.. Spanjaard
Na wereldkampioen ir. Koeperman en
Tsecholev is de 20-jarige Andreiko Rus-
lands sterkste dammer. Dit heeft hij met
het winnen van het internationaal toer
nooi in de maand september te Jalta ge
demonstreerd.
De enige Nederlander was de 22-jarige
Eddie Holstvoogd uit Zaandam, die uit elf
partijen elf punten veroverde en daarmede
de best geplaatste buitenlander was.
Wij laten hieronder zien, op welk een
fraaie wijze Andreiko van Eddie won.
^OOOOOXJOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOCOOOOOOCCCCCOOOOOCCCCOOOC
8 ymü'. WM WM W"
Een bijzondere stijl en opvatting heeft
de Russische student over het opstellen
van zijn stukken. Oud-wereldkampioen
I. Weiss sprak eenmaal: „Alles is speel
baar, mits goed voortgezet", en zo is ook
Andreiko van mening. Indien wij de stel
ling in Nederlandse clubs ter beoordeling
zouden aanbieden, dan zou, naar alle waar
schijnlijkheid het antwoord luiden: „Wit
staat beter". Met wit aan zet, laat de Rus
zien hoe de sterke centrummacht van wit
als een kaartenhuis ineenstort. In de partij
1) 27-22? '18x27. 2) 32x21 23x32. 3) 38x27
19-23. Plotseling staat wit voor grote moei
lijkheden. Er dreigt dam met 23-29 en
11-17.
Opsluiten met 42 of 43-38 komt met 23-29
en 11-17 een goede aanval van zwart. Ook
op de ruil 33-28 volgt 24-29 en 11-17. Wit
moet dus noodgedwongen de ruilcombina-
tie met elke dam nemen. 4) 33-29 24x33.
5) 39x8 30x50. 6) 8-3 en na 11-17. 7) 21x12
7x18 won zwart dit eindspel meesterlijk.
De zwartdam en stukken staan beter op
gesteld na het nemen van de combinatie,
welke afwikkeling de scherpe Rus zeker
had doorzien.
Na afloop vond men bij analyse de vol
gende weerlegging voor wit. Vanuit de
cijferstand: 1) 27-21 1-6. 2) 42-37 7-12.
3) 16x7 2x11. 4) 48-42 11-16? 5) 28-22 moet
18x27. 6) 33-29 24x33. 7) 38x9 27x29. 8) 9-3
16x27 3x35 met winst.
In de komende wereldkampioenschappen
1964 zullen wij zeker meer van de naam
Andreiko horen.
H. BELIEN (Heemstede)
-- - - -- - - - - -
Wm. wm mm
W. v. d. SLUIS (Amsterdam)
Zwart: dam op 49, stuk op 38.
Wit: v. d. Sluis twee dammen op 2 en 5
en twee stukken op 19 en 47.
In het toernooi om het kampioenschap
van Noord-Holland 1963 eindigde dit eind
spel. met grote overmacht voor wit, dn
remis^tgfft n, «k?* mes» .Mt
Bij diepe analyse ontdekte de Amster
damse kampioen, met wit aan zet, de vol
gende geniale winst: 1) 19-14 49-43. Ge
dwongen voor zwart. Op 38-43 2-16 43-48
47-42 en 5x32 wint. Op 49-44 2-30 wint.
Wit moet veld 48 veroveren om 38 tegen
te houden en met stuk 14 doorlopen naar
de derde dam.
2) 14-9 43-48. Gedwongen omdat op 49
verrassend 5-37 wint. 3) 2-35 48-26. Op
48-25 9-3 en zwart staat verloren. 4) 9-3
38-43? en met een fraai slot 5) 47-42 26-48.
6) 35-49 en zwart staat schaakmat.
Graag commentaar van eindspellief
hebbers.
Tegen H. Belien werd jk in hetzelfde
toernooi slachtoffer van het volgend ope-
ningsdamzetje. H. Belien zwart. Dukel wit.
1) 32-28 18-23. 2) 38-32 12-18. 3) 31-27
7-12. 4) 43-38 20-24. 5) 37-31 14-20. 6) 49-43
17-21. 7) 27-22 18x27. 8) 31x22 11-17. 9)
22x11 16x7. 10) 36-31 6-11. 11) 31-26 21-27
met dam voor zwart.
Tot slot een probleem van A. Douma en
D. Vuurboom.
MOOOOOeCCCOOOOOOOOOOOOOOOOOCCCCCÖMOOOCOOrcOOOOCO^COCOC
Zwart: 1, 2, 7, 11, 13, 18, 19, 20, 23, 24,
25, 30.
Wit: 16, 27, 28, 32, 33, 34, 38, 39, 42, 43,
44, 48. 1
3000c00000000f300c000ööc0000000000000000«000sco00000000c
Zwart: 11, 16, 21, 29, 30, 34.
Wit: 27, 31, 32, 43, 44, 49
Wit speelt en forceert de winst. 1) 31-26
11-17. 2) 43-38 enz. enz.
'UMop uaa ueeS MO ua uajadseu (uajmj
jo) uaddotps Sou uep uejj pmz 'uaAaojj
jaAepi uaa pmz jee( pjoou ua Seis uee see_
-uaddoqas jam pjoou jSuajq dm/A pmz -'
uaiads jaoj} jeeuiuaa ja/A jaorn jsoo 'jpojj
apaaMj ap pjoou jeep 'uapjo/A ppads
-aS uajinj ubjj uep 'see jaq }ssm 'jaaqjaA
-epi jam Ctq jjbjs :jaAeiq u; jaAaojjje uaa
do uajads a; ;saa/AaS sb/a sueq ajsaq spmz
'aiqeeiu jads ;aq jsoo jepoz 'uajadsje uaij
uajjeq uba eujaiq ua ubaoojj jsaoui pmz
- jaAejq apiaads ua MnojAuapeq apjaassea
-ui 'je uajmj apjftA ap apjaojj 'do uajaA
-epi aaA\j jsoo apunnj suajmj aSoq sjsaM
do 'uom JS3M 'jaaqjaABjq apjaads ua uieu
pmz 'jaaqjaojj apjaads jsoo 'Jaaq ap jsoo
'eu jnapt aip appads ua seeuaddoqos uieu
pjoou Ij I 6 H V 9 H A H V O' 9 li
Z 8 peq )sa/A 'jin uaddoqos jaui jeejq
uieMq pmz 'uajaAepi auiapf jota ua afj
-uajtnj uaa 'afjuajjeq upa 'auioja-sbb uba
suaddoqas uaAaz pjoou peq jads aSjpjeeM
-jpaur pp ui :SeeJAaSpijq do pjooMjnv
ACHTER IN HET KLEINE, donkere
schuurtje van de ouders van Paultje
stond een klein hokje met een stukje
gaas ervoor. Dat hokje was door Paul
tje zelf gemaakt 'en er staken scherpe
spijkers aan alle kanten uit.
Toen het hokje klaar was probeerde
Paul een vogeltje te vangen. Er kwam
een kleine, schuwe mus en die vloog
per ongeluk in de schuur.
„Ha," riep Paul en met een hoop
moeite ving hij de vogel en deed hem
in het hok. Urenlang bleef hij staan
kijken hoe het diertje angstig fladder
de en 's avonds was het beestje dood.
De vogels buiten hadden het angstige
piepen gehoord en kwetterden opgewon
den tegen elkaar. Ze spraken er nog
steeds over toen ze tegen de avond in
het bos gingen slapen en de kabouters
hoorden het en praatten er ook over.
Maar Paultje wist daar allemaal niets
van en ving een duinkonijntje, een ma
ger diertje dat angstig in een hoekje
van de kooi kroop en niet wilde eten.
Paultje moest er om lachen en liet
het diertje aan zijn vriendjes zien.
„Leuk hè?", vroeg hij en de vriend
jes knikten. Maar het konijntje vond
het helemaal niet leuk, het werd ziek
en ging dood. En de dieren buiten de
schuur wisten ervan, ze spraken erover
en ook de kabouters kwamen het te
weten
.U l
Na de mus en het konijn kwamen er
f nog meer dieren in het donkere hok te
zitten: een spreeuw en een eend, een
mol en een jong fazantje en al die die
ren gingen na een paar dagen dood.
En steeds weer spraken de dieren er
over en altijd maar weer hoorden ook
de kabouters ervan en ze besloten de
dieren te gaan helpen en het stoute
jongetje eens flink te laten schrikken.
DAGENLANG KLONK er 's nachts in
het bos getik van tientallen kleine ha
mertjes en het geschraap van zaagjes.
De werkkabouters van koning Kwidool
waren een hok aan het maken, een
stevig hok, en ze zorgden ervoor dat er
een deur in kwam die niet gemakkelijk
open te maken was. Ze werkten een
paar nachten lang en eindelijk vond de
koning dat het goed was en de hamers
en zaagjes gingen weer in de kasten
van het paleis.
Nu kwamen er boodschapkabouters,
het waren er tien, zij moesten van de
koning zorgen dat er een jongetje ge
haald werd, een klein jongetje dat al
tijd dieren plaagde en in een donker
hokje opsloot en dat ventje heette
Paultje! De boodschapkabouters deden
hun werk goed en het spartelende
jongetje werd naar de kabouterkoning
gebracht en in het hok gezet!
Eerst wilde hij proberen het hok open
te maken, maar de kabouters hadden
een stevig hok gemaakt en Paultje be
zeerde alleen maar zijn handen aan een
paar punten van spijkers.
„Ineens vloog er een mus voor de
deur van het hok en riep: „Lelijke jon
gen, weet je nu hoe naar het voor mijn
neefje was om in een hok te zitten?
Blijf jij ook maar lekker zitten hoor!"
Maar Paultje stak boos zijn tong uit
en de mus vloog weg.
Toen kwamen er andere dieren en al
lemaal spraken ze tegen Paultje en die
hoorde alles, want daar hadden de ka
bouters wel voor gezorgd.
HET WERD DONKER en de jongen
bleef alleen in het hok en hij werd
bang. Hij wilde graag naar zijn vader
en moeder toe en angstig begon hij te
huilen. De kabouters en de vogels en
de andere bosbewoners kwamen bij el
kaar in het paleis van koning Kwidool
en de koning sprak: „Hoort eens beste
vrienden, hoe dat vervelende Paultje
nu huilt. Ik geloof dat het best een
lief jongetje zal worden en dat hij al
leen maar een beetje dom is geweest.
Ik zal hem morgen vertellen dat het
voor bosbewoners helemaal niet leuk is
om in een klein donker hok te zitten
en dat ze dan dood gaan. Vinden jullie
ook niet dan hij dan straf genoeg heeft
gehad?"
Nu wilden de dieren en de bosbewo
ners het jongetje niet te lang plagen
en daarom vonden ze allemaal dat de
koning gelijk had.
Vlug liep Kwidool op zijn tenen naar
de kooi van Paultje en hij hoorde het
jongetje heel hard huilen. Maar de ka
bouter tikte met een toverstokje tegen
de kooi en toen werd het stil in het
hok. Paultje was in slaap gevallen...
De volgende dag maakten de kabou
ters hem wakker en de koning vertelde
dat alle dieren het net zo erg als Paul
vonden om in een naar hok te worden
gestopt en Paultje schaamde zich diep.
„Ik zal het echt nooit meer doen",
fluisterde hij, „maar mag ik alstublieft
weer naar mijn moeder?" Er kwamen
alweer tranen in zijn donkere kijkers.
De kabouterkoning maakte het hok open
en Paultje sprong er uit, zo vlug hij
maar kon. Hij rende naar huis en vloog
daar zijn moeder in de armen. Wat
waren zijn ouders blij toen hun jon
getje weer veilig thuis was! Het was
groot feest bij Paultje thuis, maar ook
bij de kabouters en dieren, want nog
dezelfde dag kwar i een merel aan de
kabouterkoning vertellen dat hij zelf
gezien had dat Paultje het hok kapot
had gemaakt en van het hout dat hij
samen met zijn vader een mooi huisje
in de tuin gemaakt. Een huisje op een
paal en daarin had Paultje broodkrui
mels en stukjes kaas gestrooid. „Heer
lijke kaas", vertelde de merel, want
die had alle stukjes lekker opge
snoept.
Het paard van Teun de schillenman,
dat is me er eentje, hoor!
Daar loopt hij wat hij lopen kan;
hij is er weer eens vandoor.
Over het spoor,
langs de dijk en dan
een heleboel weilanden door.
Het paard van Teun de schillenman
komt bij zijn vrouwtje Noor
„Ha Noor, ik kom vanavond bij je, hoor!
Daar kun je van op an."
Weg is het paard van de schillenman
en loopt weer wat hij lopen kan!
Hij moet eerst werken, hoor!
(Vervolg van pag. 2)
een baantje als schipper op een schuit
die gemeerd ligt in de haven van New
York; dat is de basis vanwaar hij de
stad bezoekt, maar waar hij het groot
ste deel van de tijd niet van afkomt en,
geholpen door af en toe een prik in zijn
arm, probeert een vrij uitzicht op de
werkelijkheid te krijgen.
ER IS GEEN verhaal in dit boek,
dat samengesteld is uit losse herinne
ringen, en wie zijn lectuur wil gebrui
ken als middel om het welbehagen te
vinden van een wereld waar alles in
elkaar past, zal er gauw genoeg van
hebben. De kracht van Trocchi is dat
zijn wereld op papier net zo slecht ge
voegd en onbevredigend is als in de
dagelijkse ervaring. De zin ervan is
dat de positie zelden zo duidelijk ge
steld wordt, in een sobere stijl die alle
misverstand uitsluit. Het blijft misschien
onbevredigend, en Trocchi zelf zegt ook
dat hij nog niet begonnen is met te
zeggen wat hij dacht te bedoelen; maar
vergeleken bij zijn beeld van de werke
lijkheid hebben de meeste andere voor
stellingen van zaken een geparfumeer
de smaak.