Tal van critische vragen uit
de Kamer aan min. De Jong
AVI A[<
Duits-Nederlands schoolblad
niet geschikt voor ons land
FEITEN VAN DEZE WEEK
SCHRIJVENDELEZERSSCHRIJVENDELEZERSSCHRIJVEN
De verticale structuur
Rijkspolitie zonder
Schoonheidsfoutjes
Minister Bogaers
is voor spreiding
Bouwondernemers vinden
houding metaalindustrie
bijzonder kortzichtig
Aanstaande bruid
was een man
Nieuwbouw is alleen
voor „doorschuivers"
in Amsterdam
Pap, yoghurt en
vla twee cent
duurder
Gasadviescommissie als
voorloper van de gasraad
POTTERS
J.INIA
ZATERDAG 2 NOVEMBER 1963
5
neem toch een
Ambtelijke pensioenen
Vroege krant
Aan alle Polen in
Nederland
Een vraag:
Reddingshaak
Verwarming Schalkwijk
Dr. E. van Raalte
Christelijk dorp in Israel
Demp niet de put als het
kalf verdronken is
De Tweede Kamerleden vinden alge
meen de mededeling van de minister van
Defensie, dat zijn voorkeur uitgaat naar
de zogenoemde verticale structuur op
grond van verder niet toegelichte
politieke, bestuurlijke en organisatorische
overwegingen, ten enenmale ontoereikend
om de publieke opinie en de Staten-Gene-
raal in staat te stellen tot een zelfstandige
oordeelvorming. Dit staat in het voorlopig
verslag van de Tweede Kamer over de
begroting van het departement van De
fensie.
De Kamerleden stellen vele vragen hier
over. Welke zijn deze politieke bestuurlijke
en organisatorische overwegingen? Hoe is
de organisatie van de departementen van
Defensie bij onze bondgenoten? Hoe is
bij onze NAVO-bondgenoten de politieke
verantwoordelijkheid verdeeldd tussen mi
nister en de eventuele staatssecre
tarissen? Welke principiële tekortkomin
gen kleven aan de door de minister ten
departemente aangetroffen organisatie, die
een ingrijpende wijziging wettigen als de
bewindsman voorstaat?
Meent de minister dat iedere nieuw op
tredende bewindsman al naar zijn persoon
lijk inzicht tot zulk een drastische reor
ganisatie zou kunnen overgaan, zodat bij
elke kabinetswisseling tenzij het punt
bij de formatie reeds beslist is slechts
kan worden afgewacht aan welke struc
tuur de nieuwe minister van Defensie de
voorkeur zal blijken te geven?
Advertentie
Zwitsers precisiewerk
In de Staatscourant zijn nieuwe keu
ringseisen voor de rijkspolitie gepubli
ceerd. Daarui blijkt dat bij de fysieke
beoordeling ongetwijfeld velen door de
mand zullen vallen die schoonheidsfoutjes
hebben. Eén van de redenen tot afkeuring
is bijvoorbeeld duidelijk scheelzien. De
kandidaat mag wel lichtelijk O- of X-
benen hebben, maar in uniform mag dat
niet zichtbaar zijn. Verder zijn een kippe-
borst en stotteren uit den boze.
Het gebit moet in zodanige staat ver
keren, dat noch de spraak noch het kauw-
vermogen ongunstig wordt beïnvloed. Een
kandidaat met een kunstgebit kan worden
goedgekeurd, maar moet zich schriftelijk
verplichten het gebit ook in bruikbare toe
stand te zullen houden.
De benaming „speurder" voqr een politie
man wordt duideljk als wij lezen: „Aan
gezien een scherp reukvermogen voor een
politieman van groot belang is, verdient
het aanbeveling de kandidaat aan een
eenvoudige reukproef te onderwerpen."
Men zal het kunnen toejuichen dat aan
de vrouwelijke kandidaten nog zwaardere
esthetische eisen worden gesteld. „Bij de
keuring zal aan hun algemene lichame
lijke ontwikkeling bijzondere aandacht
moeten worden besteed, daar hier, meer
nog dan bij het mannelijk personeel, het
esthetisch moment een rol speelt. Een goed
geproportioneerde lichaamsbouw is ver
eist."
Verrassend achteraan komt de zin:
„Bij het onderzoek mogen geen grove
storingen van het intellect aan de dag
treden."
Minister Bogaers (Volkshuisvesting en
Bouwnijverheid) acht het wenselijk dat
voorgenomen vestigingen van industriën,
kantoren en instellingen, voorzover deze
niet-specifiek aan het westen gebonden
zijn, worden gerealiseerd in „overig"
Nederland. Het nemen van maatregelen
tegen een ongewenste vestiging in de
randstad wordt door de regering bepaald
niet afgewezen.
Dit heeft de minister gisteren verklaard
bij de voortgezette beraadslagingen over
het hoofdstuk „Ruimtelijke ordening" van
diens begroting 1964 Meegedeeld werd,
dat een interdepartementale werkgroep
voorstellen uit het rapport van de „Com-
missie-Drees" met betrekking tot de ves
tiging van rijksinstellingen elders dan in
West-Nederland nader uitwerkt. Op korte
termijn kan de publikatie van de inhoud
van dit rapport worden tegemoet gezien.
Minister Bogaers deelde in dit verband
nog mee dat het vrijwel vast staat dat
de nieuwe uitbreiding van de organisatie
voor toegepast natuurwetenschappelijk
onderzoek (T.N.O.) niet in Arnhem zal
komen.
„Het standpunt van de metaalindus-
trieelen is bijzonder kortzichtig en snjjdt
in eigen vlees", aldus reageert de raad
van het bestuur bouwbedrijf in haar or
gaan „Bouwbelangen" op de publikatie
van de federatie metaal en elektrotech
nische industrie, dat de door minister Bo
gaers voorgestelde onlossing van het wo-
ningbouwvraagstuk erger is dan de kwaal.
De raad van bestuur bouwbedrijf meent
dat het F.M.E.-standpunt niet alleen in
druist tegen de eis van het Nederlandse
volk om met alle middelen de woning
nood op telossen, maar dat ook de in
dustriële produktie afhankelijk is van de
gebouwen die worden afgeleverd.
Bouwbelangen meent dat de F.M.E.
voorts tekortkomingen bij het bouwbedrijf
signaleert die er niet zijn.
De werkgeversorganisaties hebben in
middels tevergeefs getracht de vakcen
trales te overreden gezamenlijk de bouw-
nota af te wijzen. In de centrale werk
geversverenigingen zijn de bouwers niet
vertegenwoordigd.
Voorts worden vele vragen gesteld over
de nieuwe verhoudingen over de verant
woordelijkheden van politieke en militaire
functionarissen, over de gevolgen voor het
georganiseerd overleg en over de ophef
fing van het directoraat-generaal van De
fensie.
Van vele zijden wordt verder geïnfor
meerd naar de redenen waarom het nood
zakelijk of wenselijk wordt geacht de
staatssecretarissen te huisvesten bij de
chefs van staven der krijgsmachtsonderde
len en naar de financiële consequenties
daarvan.
Waarom de staatssecretarissen niet op
hun natuurlijke plaats ten departemente
naast de minister geplaatst? zo vroegen
sommige kamerleden, die zeiden uit een
oogpunt van politieke vormgeving in ons
democratische bestel, ernstige en zelfs
overwegende bezwaren te koesteren tegen
deze „residentiekeuze".
Schrik en verbazing heeft bij de fami
lie Mooy aan de Delftsestraatweg te Pijn-
acker deze week de ontdekking opgeleverd
dat een dochter des huizes, de 23-jarige
Jannie, haar hele leven als... „mannelijk"
in het geboorteregister van Overschie heeft
gestaan.
Er moet indertijd bij het overschrijven
van de aktes een vergissing zijn begaan,
die, nu Jannie en haar verloofde Piet
Weerheim in Pijnacker wilden gaan aan
tekenen, te voorschijn kwam. Dat Jannie
van de vreemde fout nooit eerder iets
heeft gemerkt komt doordat ze bij „be
volking" wel als van vrouwelijke kunne
genoteerd stond.
De ongerustheid is overigens gauw ver
dwenen. Op last van de officier van justi
tie te Rotterdam, die door de burgemees
ter van Pijnacker was ingelicht, is de ver
gissing nu aangemerkt als spel- of stijl
fout in het geboorteregister hersteld.
13 november is Jannie de bruid, en dan
helemaal echt.
(Van onze redacteur in Amsterdam)
Een door Nederlandse en Duitse scho
lieren gezamenlijk samengesteld school
blad is pas van Duitsland naar Nederland
gezonden, nadat de pagina's waarop een
artikel over de Duitse militairen in Bu-
del stond uit het blad waren gescheurd.
Het blad is een samenvoeging van het
schoolblad „De Klepel" van de prof.
dr. G. van der Leeuw-ULO in Amsterdam
en van het blad „Psyche" van het Berge-
borbeck-gymnasium in Essen.
Op initiatief van de Duitse scholieren
is deze gezamenlijke uitgave tot stand ge
komen onder de naam „Psyche De Kle
pel". „'Psyche De Klepel" werd in
Duitsland gedrukt.
Voordat de voor Amsterdam bestemde
partij van vijftienhonderd exemplaren
was verstuurd ontdekte de leiding van de
Duitse school dat één van de Duitse scho
lieren een artikel had geschreven waarin
de Duitse troepen in Budel er niet te
best af kwamen.
Om te voorkomen dat de Amsterdamse
ULO-leerlingen een „verkeerde indruk"
De wethouder voor de Volkshuisvesting
in Amsterdam, mr. Th. Elsenburg heeft
een wijziging in de regeling voor de wo
ningtoewijzing van het C.B.H. (Centraal
Bureau voor Huisvesting) bekend gemaakt.
Daarin is onder meer bepaald dat bij
nieuwbouw (huurwoningen) de doorschui
ving verplicht is voor particuliere eige
naars en woningbouwverenigingen.
Dat betekent dat zij die voor een nieuwe
(nooit bewoonde) woning in aanmerking
willen komen een bruikbare woning moe
ten achter laten. Ook ter beschikking van
het C.B.H. komende nieuwbouwwoningen
zullen zoveel mogelijk worden toegewezen
aan degenen die een zelfstandige woning
vrijmaken.
Als gevolg van de verhoging van de prijs
voor consumptiemelk met ingang van 3
november mogen ook de verbruikersprij-
zen voor yoghurt, pappen, vla's e.d. met
twee cent per liter worden verhoogd.
zouden krijgen werd besloten de bladen
niet te verzenden. Later werd een op
lossing gevonden door de pagina's eruit
te scheuren.
Het ligt in de bedoeling de gezamenlijke
uitgave van de schoolbladen in de toe
komst te herhalen. Vermoedelijk zal de
kopij dan wel tevoren worden gecen
sureerd.
Binnenkort is de installatie te verwach
ten van een voorlopige gas-adviescommis-
sie als voorloper van de gasraad. Hierin
hebben zitting vertegenwoordigers van de
Gasunie, van de S.Jt.O.G. en eventuele
andere grootafnemers en van het alge
meen belang.
In verband met de parlementaire be
handeling is het wenselijk gebleken om
de commissie uit te breiden met vertegen
woordigers van andere producenten van
kolen, olie en gas, zoals de particuliere
mijnen, oliemaatschappijen die niet in de
aardgasexploitatie deelnemen en de Hoog
ovens.
De minister van Economische Zaken
heeft voorts verzocht vertegenwoordigers
van de kolen- en oliehandel en van de
kleinverbruikers (dus de consument) in de
voorlopige gasadviescommissie zitting te
doen hebben.
Voor deze laatste groep hebben de Ne
derlandse huishoudraad en het Consu
menten Contact Orgaan mr. P. van Rij,
directeur-secretaris van het C.C.O. voor
gedragen als vertegenwoordiger.
De voorlopige adviescommissie (en later
ook de gasraad) zal enerzijds kunnen op
treden als adviesorgaan van de minister
voor het te voeren gasbeleid, anderzijds
als gesprekscentrum fungeren voor de
bovengenoemde partijen.
Advertentie
MEHTHOLPÏllETS
Te den hoest en Keelpil
Uitwerking frappanti
Het stukje over ambtelijke pensioenen
van de heer Bedeaux in uw blad van 26
dezer behoeft m.i. enige aanvulling. Er is
namelijk vergeten te vermelden dat het
pensioen van de heer B. nu waardevast is
en dat hij nu 40 x l3/« percent van zijn in
de laatste 3 jaren genoten salaris uitbe
taald krijgt. Hiervoor heeft hij wel 48 jaar
premie betaald, maar in het begin van zijn
loopbaan was dit bedrag heus niet groot.
Als de heer B. de nadruk legt op het feit
dat hij de volle premie heeft betaald, dan
zou hij in evenredigheid met die betaalde
bedragen ongeveer 70 percent van zijn ge
middelde salaris als pensioen moeten ont
vangen. Dat hij 70 percent van zijn laatst
genoten salaris kan ontvangen dankt hij
aan het feit dat 't rijk de honderden mil
joenen van het tekort van het Burgerlijk
Pensioenfonds probeert aan te zuiveren
met ons aller belastingpenningen. Het ware
te wensen dat ook niet-overheidsdienaren
deze gunstige pensioenregeling van de heer
Bedeaux deelachtig zouden kunnen worden.
M. VISSER, Haarlem.
Mijn oude Zeeuwse vriend, sprekend
over de financiële entechnische moge
lijkheden van een stadsbestuur, pleegt
te verzuchten: „In 'e stad bin z' var voor-
uut."
Toen ik dezer dagen als postabonnee
van Haarlems Dagblad de krant van 24
oktober ontving, bleek bovenaan pagina 1
te staandonderdag 31 oktober
1 9 63.
Zonder commentaar toonde ik mijn
vriend deze grappige vergissing, waarop
hij met een verbaasd gezicht zei: „Noe
wit 'k 't dust: in 'e stad bin z' maêr een
w e e k e vooruut!"
IJ. KOOPMANS,
Kamperland (Zld.).
Kamperland, 26 oktober 1963.
De Stichting „Hulpverlening aan zieken
in Polen" doet een beroep op alle Poolse
organisaties en aan alle in Nederland ver
blijvende Polen om een financiële bijdrage
te willen leveren als hulp ter bestrijding
van de Concilie onkosten van Zijne Emi
nentie Kardinaal Stefan Wyszynski, Pri
maat van Polen en de andere in Rome
verblijvende Poolse bisschoppen
Zoals u allen bekend is, is door de Poolse
regering bij uitreis uit Polen een bedrag
van 5 dollar als uitreisdeviezen toege
staan, dit vertegenwoordigd een bedrag
van pl.m. f 18,wat volgens menselijke
begrippen niet toereikend is voor de duur
van het Concilie.
Tijdens de eerste Conciliezitting zijn
onze geestelijke leiders ondersteund ge
worden door onze landgenoten die in
Amerika verblijven.
Nu menen wij dat het dit keer onze
plicht is om daadwerkelijke steun te bie
den. Ook doen wij een beroep op onze
Nederlandse vrienden om ons. bij de ver
wezenlijking van onze plannen, bij te
staan. Uw storting kan geschieden op giro
89.46.31 van onze SHchting te Hoensbroek,
s.v.p. vermelden: „Voor Kard. Wyszynski.
A. PERCZAK. voorzitter,
M. SADOWSKI. secretaris,
"V W. DROZNIAK, penningm.
Hoensbroek.
Zijn er veel abonnees op uw krant ge
weest, die gemerkt hebben, dat het buiten
blad van Haarlems Dagblad van 24 oktober
al 31 oktober aanwees?
H. C. KESTING MEIJER, Santpoort.
(N a s c h r i f t: Waarschijnlijk héél veel,
maar men heeft het ons nagenoeg stil
zwijgend vergeven. Red.)
In deze rubriek worden eenmaal per
week brieven opgenomen, die met uit
drukkelijk verzoek tot publikatie aan de
redactie worden toegezonden; voorwaar
den tot publikatie zijn:
Het onderwerp dient van genoegzaam
algemeen belang te zijn en uit het oog
punt van dat algemene belang te zijn
beschouwd.
De inzender moet de brief met zijn
volle naam en adres ondertekenen en in
stemmen met de vermelding van zijn
naam en woonplaats (Dus geen pseudo
niem of initialen)
De brief moet gesteld zijn in behoorlijk
Nederlands en in begrijpelijke, beknopte
vorm.
De redactie behoudt zich het recht voor
de brief ter publikatie te bekorten op
niet essentiële punten, of opneming te
weigeren
Opneming van een bepaalde brief be
tekent allerminst, dat de redactie net
eens is met daarin vervatte meningen of
argumenten.
Dezer dagen raakte een vrouw te water
in de Jan Gijzenvaart in Haarlem-Noórd.
Hulp was onmiddellijk aanwezig en de
vrouw werd op het droge gehaald, zonder
schadelijke gevolgen zoals dat heet. Toen
ik later de onheilsplek passeerde, viel
mijn oog op de reddingshaak die op de
kwakel behoort te hangen. Deze haak hing
niet aan de brugleuning, lag ook niet in
het gras als herinnering aan een gelukte
redding. Neen, de reddingshaak stak mid
den in de vaart uit de grond omhoog!
Niet op de plaats waar de vrouw te water
had gelegen, doch een tiental meters be
oosten de kwakel. Hulp door middel van
deze reddingshaak had niet geboden kun
nen worden. Zou geen tijdige hulp aanwe
zig zijn geweest die de zwemkunst vol
doende machtig was om zich zonder be
denken in het vieze water te begeven, wat
zou dan het gevolg geweest kunnen zijn?
Ik moet hierbij denken aan de film
titel „De moordenaars Zijn onder ons".
Dat is het kind dat onnadenkend de red
dingshaak gebruikt om een bal uit hét
water te trekken en (gemakshalve?) ver
geet de haak weer op zijn plaats terug
te brengen. Dat is de opgeschoten kwa
jongen of nozem die de reddingshaak zon
der noodzaak ver uit de kant het water
inwerpt. Dat zijn de ouders die dit zien
en er misschien met een schouderopha
len? aan voorbij gaan zonder de „da
ders" te vertellen dat hun optreden het
verlies van een mensenleven kan beteke
nen. Misschien zelfs van twee mensenle
vens, want bij het ontbreken van de red
dingshaak kan een ongeoefende zich in ge
vaar begeven, want hulp wil men bieden.
Alle burgers moeten er voor zorgen dat
de van gemeentewege geplaatste red
dingsmiddelen uitsluitend als zodanig wor
den gebruikt en steeds op hun plaats te
vinden zijn. Burgerzin is zo'n mooi begrip,
maar men moet het in het hart met zich
meedragen.
H. R. VOS, Haarlem.
Naschrift: Inderdaad ligt hier een taak
voor alle burgers, maar dan willen wij
hier met name de surveillerende politie
mensen noemen voor wie het de-ogen-de-
kóst-geven een tweede natuur is geworden
en die oók óp het' euvel van de verwijder
de reddingshaak attent kunnen zijn. Ove
rigens verdient het wellicht aanbeveling
ook in Haarlem de reddingshaak te ver
vangen door de lijn met toebehoren die in
een kastje aan de brug wordt aange
bracht. In geval van nood moet dan eerst
een ruitje worden ingeslagen. Onlangs nog
is dit in Heemstede ingevoerd als resul
taat van het overleg tussen het gemeente
bestuur en de plaatselijke reddingsbriga
de.
Stadsredactie Haarlems Dagblad
Het zal waarschijnlijk weinig mensen
bekend zijn dat een deel van de inwo
ners van Schalkwijk 's morgens om half
negen nog in de kou zit en gedwongen
wordt 's avonds om elf uur in bed te
Op en om liet Binnenhof
Vragen is een, antwoorden twee
De enige deze week door de Tweede
Kamer gehouden openbare vergadering,
wel te verstaan in zgn. volle (nl. niet
commissiorale) bijeenkomst, was vrijwel
uitsluitend gewijd aan vragen en ant
woorden.
Het begon met vragen van mevrouw
Brautigam (P.v.d.A.) over het verschijn
sel van prijsstijgingen, die al ten dele,
zo heet het wel als voorloopsters op de
komende flinke loonsverhogingen waar
neembaar zijn. Minister Andriessen maak
te er zich in zoverre niet met een Jantje
van-Leiden af, dat hij de vragenstelster in
tal van opzichten nauwkeurig bescheid gaf
door concrete cijfers ter tafel te brengen.
Dat was juist gezien v«n de minister van
Economische Zaken. Doch hij bedierf ten
slotte veel, toen hij de indruk maakte te
trachten het verschijnsel als niet veront
rustend te beschouwen, door te gewagen
van de herfstverschijnselen, waartoe zul
ke prijsstijgingen zouden behoren. Het is
waar, hij ging niet zover dat hij geheel en
al zweeg over andere factoren, welke ge
heel los staan van het feit dat de herfst
is ingetreden. Niettemin zag het er toch
wel naar uit, alsof zijn bedoeling was de
ware aard van de stijgingen in kwestie
zoveel mogelijk verhuld te houden in een
herfstachtig mistgordijn. Ik weet niet hoe
deze bewindsman, toen hij nog als hoog
leraar examina afnam aan de Universi
teit van Amsterdam, placht te reageren
wanneer een student op een examen bezig
was enigermate om de zaak heen te pra
ten. Vermoedelijk zal hij met een derge
lijke manier van antwoorden slechts ma
tig tevreden geweest zijn. Voor soortgelij
ke matige tevredenheid bestond mijns in
ziens aanleiding na zijn beantwoording
van mevrouw Brautigams vragen. Het ge
leek er te veel op dat hij de ogen, meer
dan verstandig is, voor de werkelijkheid
gesloten wilde houden.
De binnenlandse veiligheidsdienst
De minister-president heeft er goed aan
gedaan zo ronduit mogelijk in te gaan op
de vragen van de heer Vondeling (P.v.d.A.)
over afluisteren van telefoongesprekken
en dergelijke. Let wel, zo ronduit als
slechts doenlijk was. De materie toch,
waarover het loopt, maakt afdoende ver
schaffing van opening van zaken te enen
male uitgesloten. Het werk van de Binnen
landse Veiligheidsdienst toch brengt juist
met zich mee, dat zo niet alles dan toch
heel veel in het geheim moet gebeuren en
ook geheim dient te blijven. Bedoelde tak
van dienst zouden wij in Nederland nodig
hebben zo verkondigen degenen, die
vindep dat wij het er niet zonder kunnen
stellen om de veiligheid van de staat
te beschermen tegen hen, die haar (die
veiligheid) zouden bedreigen. Dat zijn dus
bovenal spionerende lieden, hetzij buiten
landers, hetzij landgenoten die als hand
langers van mensen uit het buitenland op
treden. Welnu, spioneren doet men in het
geheim en precies hetzelfde geldt voor de
contra-spionage. De heer Vondeling, voor
zitter van de vaste Kamercommissie wel
ke met de aangelegenheden inzake de Bin
nenlandse Veiligheidsdienst bemoeienis
heeft (in die zin dat zij met het parlemen
taire controlerecht naar beste vermogen
er voor waakt, dat er niets gebeurt dat in
nenjacht zich eventueel te buiten zouden
kunnen gaan. Het grootste gevaar voor
misbruiken is, dunkt me, gelegen in de
omstandigheid dat ambtenaren van of
medewerkers aan B.V.D., ook al door hun
eigen voorliefde voor een dergelijke taak,
wel eens in de verleiding kunnen raken
de door de leiding (het hoofd van de
Dienst en daar weer bovèn, het Kabinet)
voorgeschreven spelregels niet steeds ge
heel en al na te komen.
De organisatie op Defensie
Minister De Jong, hoofd van het depar
tement van Defensie, deed erg zijn best
om ter gelegenheid van de interpellatie-
Wierda (P.v.d.A.) over de voorgenomen
reorganisatie op Defensie, de indruk te
wekken dat de door hem gekoesterde
plannen in wezen heus niet zulk een ge
weldige verandering te weeg zullen bren
gen. De bouw van zijn departementale in
deling was volgens hem vertikaal en blijft
dat. Mét de interpellant scheen echter on-
de rechtsstaat onduldbaar zou zijn) zal
natuurlijk zelf terstond moeten erkennen
dat men nooit, ook niet in die commissie,
precies achter het naadje van de kous zal
kunnen komen. De fijnste naadjes toch zal
men allicht van de zijde van de Binnen
landse Veiligheidsdienst menen verborgen
te moeten houden. Intussen is het tenmin
ste goed, dat het kabinet zijn uiterste best
doet om enerzijds de commissie behoor
lijk op de hoogte te houden, anderzijds bij
de Dienst inachtneming te verlangen van
bepaalde gedragsregels, zodat aldus de
best denkbare waarborgen verkregen zou
den kunnen worden ten behoeve van de
rechten waarop alle burgers in ons demo-
kratisch bestel aanspraak hebben. Minis
ter Marijnen en de overige leden van het
kabinet zullen verstandig handelen door
met bekwame spoed te onderzoeken of en
in hoeverre door middel van aanvulling
van onze wetgeving nog versterking be
reikbaar zal zijn van waarborgen tegen
misbruiken, waaraan ambtenaren van de
Binnenlandse Veiligheidsdienst door een
teveel aan vlijt op het gebied van spion
der anderen mr. Geertsema (V.V.D.) het
toch wel een beetje anders te zien. Laatst
genoemde afgevaardigde gaf te kennen,
dat hij evenals zijn gehele fractie ernstige
bezwaren tegen een vertikale opbouw
koestert. Volgens hem bestaat het gevaar,
dat de minister meer die richting zal gaan
inslaan dan misschien w.el wenselijk of
zelfs aanvaardbaar zou zijn. In tegenstel
ling echter tot de heer Wierda bleek de
woordvoerder van de liberale fractie be
reid de minister voorlopig zijn gang te
laten gaan, opschorting van de verdere
reorganisatie tot de Kamer bij de begro
ting nader met minister De Jong van ge
dachten zal kunnen wisselen, verlangde
hij daarom niet. Een minister moet im
mers vrij zijn om zijn departement in te
richten zoals hij wil en voor zijn verant
woording kan nemen. Blijkt dan tenslotte,
dat de Kamer het door de minister in dit
opzicht gevoerde of nader te voeren beleid
niet voor haar rekening wil of kan nemen,
dan is het aan de Kamer om zulks ten
slotte kenbaar te maken. En aan de mi
nister blijft het daarop, hetzij eieren voor
zijn geld te kiezen door uiteindelijk tè
handelen in overeenstemming met wat
een meerderheid in het parlement kan
aanvaarden, hetzij zijn portefeuille er aan
te geven omdat tussen hem en de volks
vertegenwoordiging een te groot verschil
van inzicht bestaat.
Het merkwaardigste van het overigens
korte interpellatiedebat was in mijn ogen,
dat minister De Jong het deed voorkomen
alsof het straks, nadat hij eerst zijn reor
ganisatie zou hebben doorgezet, toch nog
mogelijk zou wezen, haar weer fluks on
gedaan te maken.
De staatssecretarissen
Het probleem van de staatssecretarissen
is nogal onduidelijk. Immers, de opzet
met betrekking tot de positie van en de
functieverdeling tussen de drie staatsse
cretarissen, waarmee de minister zich wil
omgeven, is bepaaldelijk zo dat het verti
kale stelsel zal gelden, in elk geval een
heel wat vertikaler dan onder het vorige
kabinet het geval was.
De door de minister tot nu toe uitver
koren kandidaat voor het nog te bezetten
staatssecretariaat voor de luchtmacht, ko
lonel Bosch, is het met de opzet van de
minister geheel en al eens. Doch juist om
dat de V.V.D.-fractie daarvan niets wil
weten en deze kandidaat voorzien werd
van het etiket „liberaal", heeft hij voor
een benoeming bedankt.
In het licht van wat de minister deze
week in de Kamer had gezegd, doet deze
gang van zaken wel een beetje eigenaar
dig aan. Duister is overigens ook, in hoe
verre bij het probleem vertikale dan wel
horizontale bouw van en binnen het depan
tement van Defensie een dermate zwaar
wegend staatkundig beginsel in het geding
is, dat de liberale fractie en kolonel Bosch
het zó oneens waren, dat de kolonel niet
als „vertrouwensman" van zijn liberale
„geestv rwanten"(?) als staatssecretaris
kon optreden. Of zat de moeilijkheid wel
licht ook hierin, dat inderdaad een vraag
teken op zijn plaats is als men in verband
met kolonel Bosch van wie het heet
dat hij donateur was van de Christe-
lijk-Historische Unie! van liberale
„geestverwanten" gewaagt?
kruipen. Op dat laatste tijdstip gaat na
melijk de verwarming in deze wijk uit,
ondanks een bedrag van 4,50 per week
gedurende het gehele jaar.
Als men inlichtingen wil inwinnen over
de moeilijkheden die hiermee verband
houden, wordt men van het kastje naar
de muur gestuurd. De wethouder van
volkshuisvesting verwijst naar woning
bouwvereniging, maar deze zegt met de
verwarming niets te maken te hebben.
Deze gang van zaken is niet juist.
We wórden hier in Schalkwijk in de
maling genomen door een paar ambte
naars, die hun wil opleggen aan enkele
duizenden mensen, die geen schoorsteen
bezitten om zelf te stoken. Er moet voor
de verwarming in Schalkwijk een com
missie in het leven geroepen worden, an
ders zijn wij machteloos.
S. A. WESSELS, Haarlem
Ik ben enkele malen op bezoek geweest
bij het energieke Zwitserse echtpaar in
het „christelijke" dorp NeS Anim in Is
raël, waarover uw blad schreef. Het leeft
er zeer primitief en bijzonder eenzaam.
Gelukkig heeft het de beschikking over
een autootje. Daarmee kan het, 's winters
met veel moeite, de bewoonde wereld be
reiken. Als het regent wordt „de weg"
een modderpoel. Ik woonde en werkte zes
weken in de Kibbutz Beit Ha'emeke. Die
grenst aan Nes Anim. Ik was in de ge
legenheid de opvattingen van de Israeli's
over het project Nes Anim te leren ken
nen.
Vele Joden tonen een bijzondere, mijns
inziens begrijpelijke, overgevoeligheid als
zij maar enigszins een poging tot bekering
tot het christendom vermoeden. Dit we
tende, en ook de houding van het Opper
rabbinaat in Jeruzalem kennende, ver
wachtte ik maar weinig sympathie voor
de plannen van Nes Amim. Dit viel bij
zonder mee. Het bleek, dat men zich
reeds gedurende lange tijd met dit „pro
bleem" bezig hield en dat er nog zeer
reeent een discussie-avond was georgani
seerd, waarop ieder Kibbutz-lid zijn me
ning ten beste had mogen geven.
Nadat men uitgebreid het vóór en het
tegen had besproken, was men niet al
leen tot. de slotsom gekomen, dat men in
het algemeen Sympathie tegenover deze
onderneming stond, maar zelfs werd be
sloten, deze daadwerkelijk te steunen. Als
ik mij niet vergis stelde men mensen en
landbouwmachines beschikbaar om bij
het oogsten te helpen.
Wél meende ik hier en daar een zeke
re twijfel te bespeuren wat betreft het
slagen van de onderneming: „Beginnen is
niet zo moeilijk, maar of het ooit wat
wordt, da's een tweede". Bij nadere on
dervraging bleken deze mensen dan toch
vaak niet volledig óp de hoogte te zijn.
Absoluut afwijzend was een enkeling.
Er bleek dan vooral een zekere Vrees te
bestaan voor een mogelijke samenspanning
van de christenen van Nes Amim met de
(Christen) Arabieren: „Waarom móeten ze
juist hier komen tussen alle Arabieren?"
Inderdaad ligt Nes Amim midden tussen
zo'n 5 a 6 Arabische dorpen. Maar men
vergeet dan, dat het juist alleen maar
mogelijk is, van de Arabieren grond te
kopen, daar de Israëlische regering
heel begrijpelijk van het geringe, dat
zij heeft, niets wil verkopen. Overigens
ondervindt Nes Amim meer medewerking
van de Joden dan van de Arabieren.
De Zwitserse leraar, die zich vóór twee
jaar beschikbaar stelde, Nes Amim te hel
pen oprichten, had tot voor kort de hele
dag zijn handen vol met het verjagen van
de Arabische schapen en geiten, die zich
te goed kwamen doen aan „zijn" te velde
staande gewas.
Wanneer de reeds lang verwachte houten
woonbarakken zullen arriveren en daar
mee ook de mensen, die in Zwitserland en
Nederland reeds lang zitten te popelen
om aan de slag te gaan, dan zal er voor
het echtpaar een heel wat plezieriger tijd
Zijn aangebroken.
MEJ. C. E. POT
P.C. Boutensstraat 134 hs.
Haarlem-Noord
Gelukkig heeft de automobilist, die op
24-10-1963 zijn auto kapot reed tegen de
gevel van de heer Peute 't er levend afge
bracht zelfs liep hij geen verwondingen
op. Maar de heer Peute zit voor de vier
de keer met de brokken. Want wéér
werd zijn gevel ontzet. De heer Peute is
zo langzamerhand een betreurenswaardi
ge figuur geworden. Als een van Haar
lems gemeentebestuursleden op de fata
le plaats woonde zou het zeker bij één
keer zijn gebleven, maar nu geldt het
een handelaar in kampeerartikelen.
Vele keren zijn er op het Spaarne slip
partijtjes, die meestal aflopen met blik
schade en kleine ziekenhuisbehandelingen,
maar dat telt niet meer mee. Doden
moeten °r vallenHoeveel? Volgens
mij duurt het niet lang meer. Spelende
kinderen en onschuldige voetgangers zijn
een gemakkelijke prooi van Haarlems
grote nalatigheid. Dat het tot nu toe al
lemaal „zo goed" is afgelopen Is alleen
maar geluk en toeval. Is het waar, dat
volgens een gerucht, de bestrating van
monumentenzorg niet veranderd mag wor
den? Dit alleen ï.v.m. het aanzien van
het oude waaggebouw? Hopelijk is deze
bewering in een met nuchtere bui uitge
sproken.
Er is maar één oplossing, die de ge
vaarlijke situatie kan veranderen, n.l de
ze' niet eerst zus bestraten en zo riole-
ren, maar meteen en direct debestrating
op de boek DamstraatSpaarne verbete
ren en wel zo, dat dit voor het verkeer
geen enkel gevaar meer op kan leveren.
Er staan mensenlevens op het spel.
Voorts wil ik wijzen op artikel 25 van
het wegenverkeersreglement, dat als volgt
luidt: „Het is verboden zich zodanig op
de weg te gedragen, dat het verkeer in
gevaar wordt gebracht, of redelijkerwijs
aangenomen kan worden dat het verkeer
in gevaar kan worden gebracht".
Tot slot lanceer ik hier het nieuwe ar
tikel 25B. „Het is verboden aan de be
treffende instanties, om een voor het
verkeer opengestelde weg met opzet er
zo gevaarlijk bij te laten liggen dat goe
de en geroutineerde automobilisten hun
auto toch verkreukeld uit een winkel
kunnen slepen".
:j. P J WOU
n (N.)