Tal van critische vragen uit de Kamer aan min. De Jong AVI A[< Duits-Nederlands schoolblad niet geschikt voor ons land FEITEN VAN DEZE WEEK SCHRIJVENDELEZERSSCHRIJVENDELEZERSSCHRIJVEN De verticale structuur Rijkspolitie zonder Schoonheidsfoutjes Minister Bogaers is voor spreiding Bouwondernemers vinden houding metaalindustrie bijzonder kortzichtig Aanstaande bruid was een man Nieuwbouw is alleen voor „doorschuivers" in Amsterdam Pap, yoghurt en vla twee cent duurder Gasadviescommissie als voorloper van de gasraad POTTERS J.INIA ZATERDAG 2 NOVEMBER 1963 5 neem toch een Ambtelijke pensioenen Vroege krant Aan alle Polen in Nederland Een vraag: Reddingshaak Verwarming Schalkwijk Dr. E. van Raalte Christelijk dorp in Israel Demp niet de put als het kalf verdronken is De Tweede Kamerleden vinden alge meen de mededeling van de minister van Defensie, dat zijn voorkeur uitgaat naar de zogenoemde verticale structuur op grond van verder niet toegelichte politieke, bestuurlijke en organisatorische overwegingen, ten enenmale ontoereikend om de publieke opinie en de Staten-Gene- raal in staat te stellen tot een zelfstandige oordeelvorming. Dit staat in het voorlopig verslag van de Tweede Kamer over de begroting van het departement van De fensie. De Kamerleden stellen vele vragen hier over. Welke zijn deze politieke bestuurlijke en organisatorische overwegingen? Hoe is de organisatie van de departementen van Defensie bij onze bondgenoten? Hoe is bij onze NAVO-bondgenoten de politieke verantwoordelijkheid verdeeldd tussen mi nister en de eventuele staatssecre tarissen? Welke principiële tekortkomin gen kleven aan de door de minister ten departemente aangetroffen organisatie, die een ingrijpende wijziging wettigen als de bewindsman voorstaat? Meent de minister dat iedere nieuw op tredende bewindsman al naar zijn persoon lijk inzicht tot zulk een drastische reor ganisatie zou kunnen overgaan, zodat bij elke kabinetswisseling tenzij het punt bij de formatie reeds beslist is slechts kan worden afgewacht aan welke struc tuur de nieuwe minister van Defensie de voorkeur zal blijken te geven? Advertentie Zwitsers precisiewerk In de Staatscourant zijn nieuwe keu ringseisen voor de rijkspolitie gepubli ceerd. Daarui blijkt dat bij de fysieke beoordeling ongetwijfeld velen door de mand zullen vallen die schoonheidsfoutjes hebben. Eén van de redenen tot afkeuring is bijvoorbeeld duidelijk scheelzien. De kandidaat mag wel lichtelijk O- of X- benen hebben, maar in uniform mag dat niet zichtbaar zijn. Verder zijn een kippe- borst en stotteren uit den boze. Het gebit moet in zodanige staat ver keren, dat noch de spraak noch het kauw- vermogen ongunstig wordt beïnvloed. Een kandidaat met een kunstgebit kan worden goedgekeurd, maar moet zich schriftelijk verplichten het gebit ook in bruikbare toe stand te zullen houden. De benaming „speurder" voqr een politie man wordt duideljk als wij lezen: „Aan gezien een scherp reukvermogen voor een politieman van groot belang is, verdient het aanbeveling de kandidaat aan een eenvoudige reukproef te onderwerpen." Men zal het kunnen toejuichen dat aan de vrouwelijke kandidaten nog zwaardere esthetische eisen worden gesteld. „Bij de keuring zal aan hun algemene lichame lijke ontwikkeling bijzondere aandacht moeten worden besteed, daar hier, meer nog dan bij het mannelijk personeel, het esthetisch moment een rol speelt. Een goed geproportioneerde lichaamsbouw is ver eist." Verrassend achteraan komt de zin: „Bij het onderzoek mogen geen grove storingen van het intellect aan de dag treden." Minister Bogaers (Volkshuisvesting en Bouwnijverheid) acht het wenselijk dat voorgenomen vestigingen van industriën, kantoren en instellingen, voorzover deze niet-specifiek aan het westen gebonden zijn, worden gerealiseerd in „overig" Nederland. Het nemen van maatregelen tegen een ongewenste vestiging in de randstad wordt door de regering bepaald niet afgewezen. Dit heeft de minister gisteren verklaard bij de voortgezette beraadslagingen over het hoofdstuk „Ruimtelijke ordening" van diens begroting 1964 Meegedeeld werd, dat een interdepartementale werkgroep voorstellen uit het rapport van de „Com- missie-Drees" met betrekking tot de ves tiging van rijksinstellingen elders dan in West-Nederland nader uitwerkt. Op korte termijn kan de publikatie van de inhoud van dit rapport worden tegemoet gezien. Minister Bogaers deelde in dit verband nog mee dat het vrijwel vast staat dat de nieuwe uitbreiding van de organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (T.N.O.) niet in Arnhem zal komen. „Het standpunt van de metaalindus- trieelen is bijzonder kortzichtig en snjjdt in eigen vlees", aldus reageert de raad van het bestuur bouwbedrijf in haar or gaan „Bouwbelangen" op de publikatie van de federatie metaal en elektrotech nische industrie, dat de door minister Bo gaers voorgestelde onlossing van het wo- ningbouwvraagstuk erger is dan de kwaal. De raad van bestuur bouwbedrijf meent dat het F.M.E.-standpunt niet alleen in druist tegen de eis van het Nederlandse volk om met alle middelen de woning nood op telossen, maar dat ook de in dustriële produktie afhankelijk is van de gebouwen die worden afgeleverd. Bouwbelangen meent dat de F.M.E. voorts tekortkomingen bij het bouwbedrijf signaleert die er niet zijn. De werkgeversorganisaties hebben in middels tevergeefs getracht de vakcen trales te overreden gezamenlijk de bouw- nota af te wijzen. In de centrale werk geversverenigingen zijn de bouwers niet vertegenwoordigd. Voorts worden vele vragen gesteld over de nieuwe verhoudingen over de verant woordelijkheden van politieke en militaire functionarissen, over de gevolgen voor het georganiseerd overleg en over de ophef fing van het directoraat-generaal van De fensie. Van vele zijden wordt verder geïnfor meerd naar de redenen waarom het nood zakelijk of wenselijk wordt geacht de staatssecretarissen te huisvesten bij de chefs van staven der krijgsmachtsonderde len en naar de financiële consequenties daarvan. Waarom de staatssecretarissen niet op hun natuurlijke plaats ten departemente naast de minister geplaatst? zo vroegen sommige kamerleden, die zeiden uit een oogpunt van politieke vormgeving in ons democratische bestel, ernstige en zelfs overwegende bezwaren te koesteren tegen deze „residentiekeuze". Schrik en verbazing heeft bij de fami lie Mooy aan de Delftsestraatweg te Pijn- acker deze week de ontdekking opgeleverd dat een dochter des huizes, de 23-jarige Jannie, haar hele leven als... „mannelijk" in het geboorteregister van Overschie heeft gestaan. Er moet indertijd bij het overschrijven van de aktes een vergissing zijn begaan, die, nu Jannie en haar verloofde Piet Weerheim in Pijnacker wilden gaan aan tekenen, te voorschijn kwam. Dat Jannie van de vreemde fout nooit eerder iets heeft gemerkt komt doordat ze bij „be volking" wel als van vrouwelijke kunne genoteerd stond. De ongerustheid is overigens gauw ver dwenen. Op last van de officier van justi tie te Rotterdam, die door de burgemees ter van Pijnacker was ingelicht, is de ver gissing nu aangemerkt als spel- of stijl fout in het geboorteregister hersteld. 13 november is Jannie de bruid, en dan helemaal echt. (Van onze redacteur in Amsterdam) Een door Nederlandse en Duitse scho lieren gezamenlijk samengesteld school blad is pas van Duitsland naar Nederland gezonden, nadat de pagina's waarop een artikel over de Duitse militairen in Bu- del stond uit het blad waren gescheurd. Het blad is een samenvoeging van het schoolblad „De Klepel" van de prof. dr. G. van der Leeuw-ULO in Amsterdam en van het blad „Psyche" van het Berge- borbeck-gymnasium in Essen. Op initiatief van de Duitse scholieren is deze gezamenlijke uitgave tot stand ge komen onder de naam „Psyche De Kle pel". „'Psyche De Klepel" werd in Duitsland gedrukt. Voordat de voor Amsterdam bestemde partij van vijftienhonderd exemplaren was verstuurd ontdekte de leiding van de Duitse school dat één van de Duitse scho lieren een artikel had geschreven waarin de Duitse troepen in Budel er niet te best af kwamen. Om te voorkomen dat de Amsterdamse ULO-leerlingen een „verkeerde indruk" De wethouder voor de Volkshuisvesting in Amsterdam, mr. Th. Elsenburg heeft een wijziging in de regeling voor de wo ningtoewijzing van het C.B.H. (Centraal Bureau voor Huisvesting) bekend gemaakt. Daarin is onder meer bepaald dat bij nieuwbouw (huurwoningen) de doorschui ving verplicht is voor particuliere eige naars en woningbouwverenigingen. Dat betekent dat zij die voor een nieuwe (nooit bewoonde) woning in aanmerking willen komen een bruikbare woning moe ten achter laten. Ook ter beschikking van het C.B.H. komende nieuwbouwwoningen zullen zoveel mogelijk worden toegewezen aan degenen die een zelfstandige woning vrijmaken. Als gevolg van de verhoging van de prijs voor consumptiemelk met ingang van 3 november mogen ook de verbruikersprij- zen voor yoghurt, pappen, vla's e.d. met twee cent per liter worden verhoogd. zouden krijgen werd besloten de bladen niet te verzenden. Later werd een op lossing gevonden door de pagina's eruit te scheuren. Het ligt in de bedoeling de gezamenlijke uitgave van de schoolbladen in de toe komst te herhalen. Vermoedelijk zal de kopij dan wel tevoren worden gecen sureerd. Binnenkort is de installatie te verwach ten van een voorlopige gas-adviescommis- sie als voorloper van de gasraad. Hierin hebben zitting vertegenwoordigers van de Gasunie, van de S.Jt.O.G. en eventuele andere grootafnemers en van het alge meen belang. In verband met de parlementaire be handeling is het wenselijk gebleken om de commissie uit te breiden met vertegen woordigers van andere producenten van kolen, olie en gas, zoals de particuliere mijnen, oliemaatschappijen die niet in de aardgasexploitatie deelnemen en de Hoog ovens. De minister van Economische Zaken heeft voorts verzocht vertegenwoordigers van de kolen- en oliehandel en van de kleinverbruikers (dus de consument) in de voorlopige gasadviescommissie zitting te doen hebben. Voor deze laatste groep hebben de Ne derlandse huishoudraad en het Consu menten Contact Orgaan mr. P. van Rij, directeur-secretaris van het C.C.O. voor gedragen als vertegenwoordiger. De voorlopige adviescommissie (en later ook de gasraad) zal enerzijds kunnen op treden als adviesorgaan van de minister voor het te voeren gasbeleid, anderzijds als gesprekscentrum fungeren voor de bovengenoemde partijen. Advertentie MEHTHOLPÏllETS Te den hoest en Keelpil Uitwerking frappanti Het stukje over ambtelijke pensioenen van de heer Bedeaux in uw blad van 26 dezer behoeft m.i. enige aanvulling. Er is namelijk vergeten te vermelden dat het pensioen van de heer B. nu waardevast is en dat hij nu 40 x l3/« percent van zijn in de laatste 3 jaren genoten salaris uitbe taald krijgt. Hiervoor heeft hij wel 48 jaar premie betaald, maar in het begin van zijn loopbaan was dit bedrag heus niet groot. Als de heer B. de nadruk legt op het feit dat hij de volle premie heeft betaald, dan zou hij in evenredigheid met die betaalde bedragen ongeveer 70 percent van zijn ge middelde salaris als pensioen moeten ont vangen. Dat hij 70 percent van zijn laatst genoten salaris kan ontvangen dankt hij aan het feit dat 't rijk de honderden mil joenen van het tekort van het Burgerlijk Pensioenfonds probeert aan te zuiveren met ons aller belastingpenningen. Het ware te wensen dat ook niet-overheidsdienaren deze gunstige pensioenregeling van de heer Bedeaux deelachtig zouden kunnen worden. M. VISSER, Haarlem. Mijn oude Zeeuwse vriend, sprekend over de financiële entechnische moge lijkheden van een stadsbestuur, pleegt te verzuchten: „In 'e stad bin z' var voor- uut." Toen ik dezer dagen als postabonnee van Haarlems Dagblad de krant van 24 oktober ontving, bleek bovenaan pagina 1 te staandonderdag 31 oktober 1 9 63. Zonder commentaar toonde ik mijn vriend deze grappige vergissing, waarop hij met een verbaasd gezicht zei: „Noe wit 'k 't dust: in 'e stad bin z' maêr een w e e k e vooruut!" IJ. KOOPMANS, Kamperland (Zld.). Kamperland, 26 oktober 1963. De Stichting „Hulpverlening aan zieken in Polen" doet een beroep op alle Poolse organisaties en aan alle in Nederland ver blijvende Polen om een financiële bijdrage te willen leveren als hulp ter bestrijding van de Concilie onkosten van Zijne Emi nentie Kardinaal Stefan Wyszynski, Pri maat van Polen en de andere in Rome verblijvende Poolse bisschoppen Zoals u allen bekend is, is door de Poolse regering bij uitreis uit Polen een bedrag van 5 dollar als uitreisdeviezen toege staan, dit vertegenwoordigd een bedrag van pl.m. f 18,wat volgens menselijke begrippen niet toereikend is voor de duur van het Concilie. Tijdens de eerste Conciliezitting zijn onze geestelijke leiders ondersteund ge worden door onze landgenoten die in Amerika verblijven. Nu menen wij dat het dit keer onze plicht is om daadwerkelijke steun te bie den. Ook doen wij een beroep op onze Nederlandse vrienden om ons. bij de ver wezenlijking van onze plannen, bij te staan. Uw storting kan geschieden op giro 89.46.31 van onze SHchting te Hoensbroek, s.v.p. vermelden: „Voor Kard. Wyszynski. A. PERCZAK. voorzitter, M. SADOWSKI. secretaris, "V W. DROZNIAK, penningm. Hoensbroek. Zijn er veel abonnees op uw krant ge weest, die gemerkt hebben, dat het buiten blad van Haarlems Dagblad van 24 oktober al 31 oktober aanwees? H. C. KESTING MEIJER, Santpoort. (N a s c h r i f t: Waarschijnlijk héél veel, maar men heeft het ons nagenoeg stil zwijgend vergeven. Red.) In deze rubriek worden eenmaal per week brieven opgenomen, die met uit drukkelijk verzoek tot publikatie aan de redactie worden toegezonden; voorwaar den tot publikatie zijn: Het onderwerp dient van genoegzaam algemeen belang te zijn en uit het oog punt van dat algemene belang te zijn beschouwd. De inzender moet de brief met zijn volle naam en adres ondertekenen en in stemmen met de vermelding van zijn naam en woonplaats (Dus geen pseudo niem of initialen) De brief moet gesteld zijn in behoorlijk Nederlands en in begrijpelijke, beknopte vorm. De redactie behoudt zich het recht voor de brief ter publikatie te bekorten op niet essentiële punten, of opneming te weigeren Opneming van een bepaalde brief be tekent allerminst, dat de redactie net eens is met daarin vervatte meningen of argumenten. Dezer dagen raakte een vrouw te water in de Jan Gijzenvaart in Haarlem-Noórd. Hulp was onmiddellijk aanwezig en de vrouw werd op het droge gehaald, zonder schadelijke gevolgen zoals dat heet. Toen ik later de onheilsplek passeerde, viel mijn oog op de reddingshaak die op de kwakel behoort te hangen. Deze haak hing niet aan de brugleuning, lag ook niet in het gras als herinnering aan een gelukte redding. Neen, de reddingshaak stak mid den in de vaart uit de grond omhoog! Niet op de plaats waar de vrouw te water had gelegen, doch een tiental meters be oosten de kwakel. Hulp door middel van deze reddingshaak had niet geboden kun nen worden. Zou geen tijdige hulp aanwe zig zijn geweest die de zwemkunst vol doende machtig was om zich zonder be denken in het vieze water te begeven, wat zou dan het gevolg geweest kunnen zijn? Ik moet hierbij denken aan de film titel „De moordenaars Zijn onder ons". Dat is het kind dat onnadenkend de red dingshaak gebruikt om een bal uit hét water te trekken en (gemakshalve?) ver geet de haak weer op zijn plaats terug te brengen. Dat is de opgeschoten kwa jongen of nozem die de reddingshaak zon der noodzaak ver uit de kant het water inwerpt. Dat zijn de ouders die dit zien en er misschien met een schouderopha len? aan voorbij gaan zonder de „da ders" te vertellen dat hun optreden het verlies van een mensenleven kan beteke nen. Misschien zelfs van twee mensenle vens, want bij het ontbreken van de red dingshaak kan een ongeoefende zich in ge vaar begeven, want hulp wil men bieden. Alle burgers moeten er voor zorgen dat de van gemeentewege geplaatste red dingsmiddelen uitsluitend als zodanig wor den gebruikt en steeds op hun plaats te vinden zijn. Burgerzin is zo'n mooi begrip, maar men moet het in het hart met zich meedragen. H. R. VOS, Haarlem. Naschrift: Inderdaad ligt hier een taak voor alle burgers, maar dan willen wij hier met name de surveillerende politie mensen noemen voor wie het de-ogen-de- kóst-geven een tweede natuur is geworden en die oók óp het' euvel van de verwijder de reddingshaak attent kunnen zijn. Ove rigens verdient het wellicht aanbeveling ook in Haarlem de reddingshaak te ver vangen door de lijn met toebehoren die in een kastje aan de brug wordt aange bracht. In geval van nood moet dan eerst een ruitje worden ingeslagen. Onlangs nog is dit in Heemstede ingevoerd als resul taat van het overleg tussen het gemeente bestuur en de plaatselijke reddingsbriga de. Stadsredactie Haarlems Dagblad Het zal waarschijnlijk weinig mensen bekend zijn dat een deel van de inwo ners van Schalkwijk 's morgens om half negen nog in de kou zit en gedwongen wordt 's avonds om elf uur in bed te Op en om liet Binnenhof Vragen is een, antwoorden twee De enige deze week door de Tweede Kamer gehouden openbare vergadering, wel te verstaan in zgn. volle (nl. niet commissiorale) bijeenkomst, was vrijwel uitsluitend gewijd aan vragen en ant woorden. Het begon met vragen van mevrouw Brautigam (P.v.d.A.) over het verschijn sel van prijsstijgingen, die al ten dele, zo heet het wel als voorloopsters op de komende flinke loonsverhogingen waar neembaar zijn. Minister Andriessen maak te er zich in zoverre niet met een Jantje van-Leiden af, dat hij de vragenstelster in tal van opzichten nauwkeurig bescheid gaf door concrete cijfers ter tafel te brengen. Dat was juist gezien v«n de minister van Economische Zaken. Doch hij bedierf ten slotte veel, toen hij de indruk maakte te trachten het verschijnsel als niet veront rustend te beschouwen, door te gewagen van de herfstverschijnselen, waartoe zul ke prijsstijgingen zouden behoren. Het is waar, hij ging niet zover dat hij geheel en al zweeg over andere factoren, welke ge heel los staan van het feit dat de herfst is ingetreden. Niettemin zag het er toch wel naar uit, alsof zijn bedoeling was de ware aard van de stijgingen in kwestie zoveel mogelijk verhuld te houden in een herfstachtig mistgordijn. Ik weet niet hoe deze bewindsman, toen hij nog als hoog leraar examina afnam aan de Universi teit van Amsterdam, placht te reageren wanneer een student op een examen bezig was enigermate om de zaak heen te pra ten. Vermoedelijk zal hij met een derge lijke manier van antwoorden slechts ma tig tevreden geweest zijn. Voor soortgelij ke matige tevredenheid bestond mijns in ziens aanleiding na zijn beantwoording van mevrouw Brautigams vragen. Het ge leek er te veel op dat hij de ogen, meer dan verstandig is, voor de werkelijkheid gesloten wilde houden. De binnenlandse veiligheidsdienst De minister-president heeft er goed aan gedaan zo ronduit mogelijk in te gaan op de vragen van de heer Vondeling (P.v.d.A.) over afluisteren van telefoongesprekken en dergelijke. Let wel, zo ronduit als slechts doenlijk was. De materie toch, waarover het loopt, maakt afdoende ver schaffing van opening van zaken te enen male uitgesloten. Het werk van de Binnen landse Veiligheidsdienst toch brengt juist met zich mee, dat zo niet alles dan toch heel veel in het geheim moet gebeuren en ook geheim dient te blijven. Bedoelde tak van dienst zouden wij in Nederland nodig hebben zo verkondigen degenen, die vindep dat wij het er niet zonder kunnen stellen om de veiligheid van de staat te beschermen tegen hen, die haar (die veiligheid) zouden bedreigen. Dat zijn dus bovenal spionerende lieden, hetzij buiten landers, hetzij landgenoten die als hand langers van mensen uit het buitenland op treden. Welnu, spioneren doet men in het geheim en precies hetzelfde geldt voor de contra-spionage. De heer Vondeling, voor zitter van de vaste Kamercommissie wel ke met de aangelegenheden inzake de Bin nenlandse Veiligheidsdienst bemoeienis heeft (in die zin dat zij met het parlemen taire controlerecht naar beste vermogen er voor waakt, dat er niets gebeurt dat in nenjacht zich eventueel te buiten zouden kunnen gaan. Het grootste gevaar voor misbruiken is, dunkt me, gelegen in de omstandigheid dat ambtenaren van of medewerkers aan B.V.D., ook al door hun eigen voorliefde voor een dergelijke taak, wel eens in de verleiding kunnen raken de door de leiding (het hoofd van de Dienst en daar weer bovèn, het Kabinet) voorgeschreven spelregels niet steeds ge heel en al na te komen. De organisatie op Defensie Minister De Jong, hoofd van het depar tement van Defensie, deed erg zijn best om ter gelegenheid van de interpellatie- Wierda (P.v.d.A.) over de voorgenomen reorganisatie op Defensie, de indruk te wekken dat de door hem gekoesterde plannen in wezen heus niet zulk een ge weldige verandering te weeg zullen bren gen. De bouw van zijn departementale in deling was volgens hem vertikaal en blijft dat. Mét de interpellant scheen echter on- de rechtsstaat onduldbaar zou zijn) zal natuurlijk zelf terstond moeten erkennen dat men nooit, ook niet in die commissie, precies achter het naadje van de kous zal kunnen komen. De fijnste naadjes toch zal men allicht van de zijde van de Binnen landse Veiligheidsdienst menen verborgen te moeten houden. Intussen is het tenmin ste goed, dat het kabinet zijn uiterste best doet om enerzijds de commissie behoor lijk op de hoogte te houden, anderzijds bij de Dienst inachtneming te verlangen van bepaalde gedragsregels, zodat aldus de best denkbare waarborgen verkregen zou den kunnen worden ten behoeve van de rechten waarop alle burgers in ons demo- kratisch bestel aanspraak hebben. Minis ter Marijnen en de overige leden van het kabinet zullen verstandig handelen door met bekwame spoed te onderzoeken of en in hoeverre door middel van aanvulling van onze wetgeving nog versterking be reikbaar zal zijn van waarborgen tegen misbruiken, waaraan ambtenaren van de Binnenlandse Veiligheidsdienst door een teveel aan vlijt op het gebied van spion der anderen mr. Geertsema (V.V.D.) het toch wel een beetje anders te zien. Laatst genoemde afgevaardigde gaf te kennen, dat hij evenals zijn gehele fractie ernstige bezwaren tegen een vertikale opbouw koestert. Volgens hem bestaat het gevaar, dat de minister meer die richting zal gaan inslaan dan misschien w.el wenselijk of zelfs aanvaardbaar zou zijn. In tegenstel ling echter tot de heer Wierda bleek de woordvoerder van de liberale fractie be reid de minister voorlopig zijn gang te laten gaan, opschorting van de verdere reorganisatie tot de Kamer bij de begro ting nader met minister De Jong van ge dachten zal kunnen wisselen, verlangde hij daarom niet. Een minister moet im mers vrij zijn om zijn departement in te richten zoals hij wil en voor zijn verant woording kan nemen. Blijkt dan tenslotte, dat de Kamer het door de minister in dit opzicht gevoerde of nader te voeren beleid niet voor haar rekening wil of kan nemen, dan is het aan de Kamer om zulks ten slotte kenbaar te maken. En aan de mi nister blijft het daarop, hetzij eieren voor zijn geld te kiezen door uiteindelijk tè handelen in overeenstemming met wat een meerderheid in het parlement kan aanvaarden, hetzij zijn portefeuille er aan te geven omdat tussen hem en de volks vertegenwoordiging een te groot verschil van inzicht bestaat. Het merkwaardigste van het overigens korte interpellatiedebat was in mijn ogen, dat minister De Jong het deed voorkomen alsof het straks, nadat hij eerst zijn reor ganisatie zou hebben doorgezet, toch nog mogelijk zou wezen, haar weer fluks on gedaan te maken. De staatssecretarissen Het probleem van de staatssecretarissen is nogal onduidelijk. Immers, de opzet met betrekking tot de positie van en de functieverdeling tussen de drie staatsse cretarissen, waarmee de minister zich wil omgeven, is bepaaldelijk zo dat het verti kale stelsel zal gelden, in elk geval een heel wat vertikaler dan onder het vorige kabinet het geval was. De door de minister tot nu toe uitver koren kandidaat voor het nog te bezetten staatssecretariaat voor de luchtmacht, ko lonel Bosch, is het met de opzet van de minister geheel en al eens. Doch juist om dat de V.V.D.-fractie daarvan niets wil weten en deze kandidaat voorzien werd van het etiket „liberaal", heeft hij voor een benoeming bedankt. In het licht van wat de minister deze week in de Kamer had gezegd, doet deze gang van zaken wel een beetje eigenaar dig aan. Duister is overigens ook, in hoe verre bij het probleem vertikale dan wel horizontale bouw van en binnen het depan tement van Defensie een dermate zwaar wegend staatkundig beginsel in het geding is, dat de liberale fractie en kolonel Bosch het zó oneens waren, dat de kolonel niet als „vertrouwensman" van zijn liberale „geestv rwanten"(?) als staatssecretaris kon optreden. Of zat de moeilijkheid wel licht ook hierin, dat inderdaad een vraag teken op zijn plaats is als men in verband met kolonel Bosch van wie het heet dat hij donateur was van de Christe- lijk-Historische Unie! van liberale „geestverwanten" gewaagt? kruipen. Op dat laatste tijdstip gaat na melijk de verwarming in deze wijk uit, ondanks een bedrag van 4,50 per week gedurende het gehele jaar. Als men inlichtingen wil inwinnen over de moeilijkheden die hiermee verband houden, wordt men van het kastje naar de muur gestuurd. De wethouder van volkshuisvesting verwijst naar woning bouwvereniging, maar deze zegt met de verwarming niets te maken te hebben. Deze gang van zaken is niet juist. We wórden hier in Schalkwijk in de maling genomen door een paar ambte naars, die hun wil opleggen aan enkele duizenden mensen, die geen schoorsteen bezitten om zelf te stoken. Er moet voor de verwarming in Schalkwijk een com missie in het leven geroepen worden, an ders zijn wij machteloos. S. A. WESSELS, Haarlem Ik ben enkele malen op bezoek geweest bij het energieke Zwitserse echtpaar in het „christelijke" dorp NeS Anim in Is raël, waarover uw blad schreef. Het leeft er zeer primitief en bijzonder eenzaam. Gelukkig heeft het de beschikking over een autootje. Daarmee kan het, 's winters met veel moeite, de bewoonde wereld be reiken. Als het regent wordt „de weg" een modderpoel. Ik woonde en werkte zes weken in de Kibbutz Beit Ha'emeke. Die grenst aan Nes Anim. Ik was in de ge legenheid de opvattingen van de Israeli's over het project Nes Anim te leren ken nen. Vele Joden tonen een bijzondere, mijns inziens begrijpelijke, overgevoeligheid als zij maar enigszins een poging tot bekering tot het christendom vermoeden. Dit we tende, en ook de houding van het Opper rabbinaat in Jeruzalem kennende, ver wachtte ik maar weinig sympathie voor de plannen van Nes Amim. Dit viel bij zonder mee. Het bleek, dat men zich reeds gedurende lange tijd met dit „pro bleem" bezig hield en dat er nog zeer reeent een discussie-avond was georgani seerd, waarop ieder Kibbutz-lid zijn me ning ten beste had mogen geven. Nadat men uitgebreid het vóór en het tegen had besproken, was men niet al leen tot. de slotsom gekomen, dat men in het algemeen Sympathie tegenover deze onderneming stond, maar zelfs werd be sloten, deze daadwerkelijk te steunen. Als ik mij niet vergis stelde men mensen en landbouwmachines beschikbaar om bij het oogsten te helpen. Wél meende ik hier en daar een zeke re twijfel te bespeuren wat betreft het slagen van de onderneming: „Beginnen is niet zo moeilijk, maar of het ooit wat wordt, da's een tweede". Bij nadere on dervraging bleken deze mensen dan toch vaak niet volledig óp de hoogte te zijn. Absoluut afwijzend was een enkeling. Er bleek dan vooral een zekere Vrees te bestaan voor een mogelijke samenspanning van de christenen van Nes Amim met de (Christen) Arabieren: „Waarom móeten ze juist hier komen tussen alle Arabieren?" Inderdaad ligt Nes Amim midden tussen zo'n 5 a 6 Arabische dorpen. Maar men vergeet dan, dat het juist alleen maar mogelijk is, van de Arabieren grond te kopen, daar de Israëlische regering heel begrijpelijk van het geringe, dat zij heeft, niets wil verkopen. Overigens ondervindt Nes Amim meer medewerking van de Joden dan van de Arabieren. De Zwitserse leraar, die zich vóór twee jaar beschikbaar stelde, Nes Amim te hel pen oprichten, had tot voor kort de hele dag zijn handen vol met het verjagen van de Arabische schapen en geiten, die zich te goed kwamen doen aan „zijn" te velde staande gewas. Wanneer de reeds lang verwachte houten woonbarakken zullen arriveren en daar mee ook de mensen, die in Zwitserland en Nederland reeds lang zitten te popelen om aan de slag te gaan, dan zal er voor het echtpaar een heel wat plezieriger tijd Zijn aangebroken. MEJ. C. E. POT P.C. Boutensstraat 134 hs. Haarlem-Noord Gelukkig heeft de automobilist, die op 24-10-1963 zijn auto kapot reed tegen de gevel van de heer Peute 't er levend afge bracht zelfs liep hij geen verwondingen op. Maar de heer Peute zit voor de vier de keer met de brokken. Want wéér werd zijn gevel ontzet. De heer Peute is zo langzamerhand een betreurenswaardi ge figuur geworden. Als een van Haar lems gemeentebestuursleden op de fata le plaats woonde zou het zeker bij één keer zijn gebleven, maar nu geldt het een handelaar in kampeerartikelen. Vele keren zijn er op het Spaarne slip partijtjes, die meestal aflopen met blik schade en kleine ziekenhuisbehandelingen, maar dat telt niet meer mee. Doden moeten °r vallenHoeveel? Volgens mij duurt het niet lang meer. Spelende kinderen en onschuldige voetgangers zijn een gemakkelijke prooi van Haarlems grote nalatigheid. Dat het tot nu toe al lemaal „zo goed" is afgelopen Is alleen maar geluk en toeval. Is het waar, dat volgens een gerucht, de bestrating van monumentenzorg niet veranderd mag wor den? Dit alleen ï.v.m. het aanzien van het oude waaggebouw? Hopelijk is deze bewering in een met nuchtere bui uitge sproken. Er is maar één oplossing, die de ge vaarlijke situatie kan veranderen, n.l de ze' niet eerst zus bestraten en zo riole- ren, maar meteen en direct debestrating op de boek DamstraatSpaarne verbete ren en wel zo, dat dit voor het verkeer geen enkel gevaar meer op kan leveren. Er staan mensenlevens op het spel. Voorts wil ik wijzen op artikel 25 van het wegenverkeersreglement, dat als volgt luidt: „Het is verboden zich zodanig op de weg te gedragen, dat het verkeer in gevaar wordt gebracht, of redelijkerwijs aangenomen kan worden dat het verkeer in gevaar kan worden gebracht". Tot slot lanceer ik hier het nieuwe ar tikel 25B. „Het is verboden aan de be treffende instanties, om een voor het verkeer opengestelde weg met opzet er zo gevaarlijk bij te laten liggen dat goe de en geroutineerde automobilisten hun auto toch verkreukeld uit een winkel kunnen slepen". :j. P J WOU n (N.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 5