Moord op Majorca Zinloze razzia tegen de „enkel- parkeerders" in Amsterdamse city Maar wie „dubbelt" of een vrachtauto parkeert, die gaat overal vrijuit PANDA EN DE MEESTERDE IO LIST GRIEP: 'N VEELKOPPIG MONSTER VOL RAADSELACHTIGE LISTEN QJ tón Leerling van Don Camillo Regen van bekeuringen Kamerlid vraagt om opheffing van de D-treintoeslag Ons vervolgverhaal door Paul Tabori 'mm Privé-grachtenenquete Wilde automarkt verdwijnt MAANDAG 4 NOVEMBER 1963 9 mmnmum Hf* >5 iim Neven-immuniteit Inenting mogelijk Meldingsplicht Walter Theimer l 55) Er waren de gebruikelijke tien mi nuten oponthoud voordat de telefonis te zich verwaardigde te antwoorden. Stephen vroeg het nummer van het consulaat in Palma aan. Men vroeg hem te wachten. De telefoon bevond zich in de werk ruimte achter de eigenlijke winkel. Een bank met horlogemakers- en ju weliers-gereedschap stond in de zwak verlichte ruimte, waarin jaren geen stof was afgenomen. Er stonden ver der wat boeken, vuile borden en lege flessen; een grote grijsgestreepte kat lag op de vensterbank te slapen. Janet probeerde meteen vrienden met hem te worden en weldra was de kat zielsvergenoegd aan het spin nen. „U kunt toveren, senora", zei don Basileo, die naar haar keek. „Tortil la haat vrouwen. Hij en ik denken over veel dingen eender". „Maar zelfs Tortilla maakt wel eens een uitzondering", lachte het meisje. „Doet u dat niet?" De horlogemaker haalde zijn schou ders op. „Senora, er is niemand die mij ach ter m'n oren krauwt en zelfs als er een vrouw was die dat wel deed, zou ik er niet op reageren". Stephen, die nog steeds met de hoorn tegen zijn oor gedrukt stond, hoorde gekraak, geschreeuw, gezoem. Eindelijk kwam de telefoniste in Pal- ma aan de lijn. Haar collega in Santa Eugenia herhaalde het nummer. Het was lang stil. Toen zei de telefoniste in Palma: „Wie wil er met dat nummer spre ken?" Stephen aarzelde. „Kolonel Stephen", zei hij, hopende dat de jonge consul hem aan die schuilnaam zou herkennen. Weer was er een lange pauze. „Hallo", riep Stephen en schudde de doom een beetje, hoewel hij wist dat dat niet veel zou helpen. „Hallo, senorita. Ik heb haast". De telefoniste sprak nu: „Wilt u me alstublieft uw nummer geven. Ik zal u terugbellen". „Is het nummer in gesprek?" „Dat kan ik u niet zeggen. Uw num mer alstublieft, senor". „Laat maar. Dank u .wel". Hij legde de hoorn op de haak en draaide zich om naar Janet. In het Engels zei hij „Calvo doet de dingen uiterst zorg vuldig". Ze stond nog steeds de kat te aaien terwijl don Basileo hen kippig aan- „Wat bedoel je?" „Hij is natuurlijk ook op het idee gekomen dat ik de consul zou opbel len. We kunnen hier niet blijven, an ders hebben we binnen een paar mi nuten de burgerwacht op ons nek. Ga mee. Toen ze terugkwamen bij het café, stond papa Luch al op hen te wach ten. „M'n neef is een oplichter," zei hij. „Maar ik heb dit van hem losge kregen..." „Dit" was een van die mi niatuur-autootjes die Stephen al eens eerder had gezien. Het stuur leek op dat van 'n speelgoed-autootje; het zag eruit of je het met één hand zou kun nen optillen, en het had geen versnel lingen. Maar op de smalle wegen van het eiland kon het een aardige snel heid bereiken en ze lagen in de scherpste haarspeldbocht vast op de weg. „Dank u, papa Luch," zei Stehen. De oude man grinnikte. „Je kent m'n naam dus?" „Ja en uw reputatie. We zijn u erg dankbaar. Hoeveel De ex-bandiet maakte een afwerend gebaar. „Niemendal. Een vriendendienst. Als je in Palma bent, laat 'm dan achter in de garage in de Calle Mi guel Marqués. Daar wordt hij wel op gehaald. Veel geluk, amigos." Hij zwaaide naar Janet en Stephen, klom op de bok van zijn kar en reed weg, zonder op een bedankje te wach ten. De gebruikelijke troep straatjon gens en giechelende meisjes had zich rond hun auto verzameld. „Ik hoop dat ik die wagen op gang kan krijgen," zei Stephen terwijl hij Janet hielp instappen. Hij probeerde de starter, vond de rem, oefende even met de koppeling en zette toen de motor aan. Na enkele luide, sputteren de explosies begon deze regelmatig maar nog steeds luidruchtig te lopen. Ze zwaaiden naar de jongeman van het café, die hun succes toewenste met een gezicht of hij daar nogal aan twijfelde. Toen schoten ze de smalle, steile straat in, in de richting van de hoofdweg. Stephen bemerkte dat het stuur nog al los zat maar weldra had hij de nuk ken van het autootje onder de knie. Iemand was zo vriendelijk geweest een kaart van Majorca achter te la ten in het handschoenenkastje. Toen ze een eindje buiten de stad waren, reed hij de wagen aan de kant van de weg en bestudeerde de kaart. „Het zal niet makkelijk zijn," zucht te hij. „Als onze vrienden bijdehand genoeg zijn om te voorkomen dat we telefoneren, zullen ze beslist wel een wacht hebben uitgezet op iedere weg die naar Palma voert..." „Je zult wel een uitweg vinden," zei Janet vol vertrouwen. Hij keek haar aan en glimlachte. „Dank je. Wat een aandoenlijk ver trouwen in mijn capaciteiten..." „Je mag me niet plagen, Stephen," zei ze en bood hem haar lippen. „Zo lang we samen zijn, kan er niets verkeerd gaan," fluisterde ze. Hij kus te haar. „Ik kan nu ook aan José denken zonder naar te worden. Hij komt er niet meer op aan. Niets komt er meer op aan, behalve Ze bleven nog een paar minuten staan en haar vertrouwen deed zijn bezorgdheid nog toenemen, even ten minste. Hij besloot naar Santa Maria te gaan, deze stad voorbij te rijden en dan in zuidelijke richting een se condaire weg naar Palma, westelijk van het vliegveld, in te slaan. Misschien werd er op die weg niet gepatrouilleerd; en als ze eenmaal in de stad waren maakten ze een goede kans door de drukte te worden opge slokt, zodat ze onopgemerkt naar de Calle José Tous Ferrer konden rijden. Het viel hem mee dat hij steeds zo'n 40 kilometer per uur kon rijden. In minder dan een half uur hadden ze de afstand tussen Santa Eugenia en Santa Maria afgelegd, hoewel de weg weldra ontzettend slecht werd. Er liep een weg om de stad heen en hij be sloot deze te verkiezen boven een rit door het centrum. Het was inmiddels donker geworden en er was weinig verkeer. Ze moesten opnieuw de spoorlijn oversteken. Hij hield de kaart in het oog; hij moest de twee de zijweg links nemen. Het was een smalle weg vol stenen. Hij reed voor zichtig; het had geen zin op het laatst nog hun leven te wagen. Naast hem zat Janet te dommelen met haar hoofd op zijn schouder. Hij zag de versperring op de weg al op enige honderden meters afstand en trapte ogenblikkelijk op de rem. Hij had de koplichten niet aangedaan en hoopte dat hun nadering niet was op gemerkt. De wagen zwaaide en stij- gerde en hij was bang dat de remmen het niet zouden houden; maar dat de den ze wel en Janet, die door de schok wakker was geworden, vroeg: „Wat is er?" Hij wees voor zich uit. Er brand den verschillende carbid-lampen op de versperring; ze konden een paar man van de burgerwacht er achter zien staan. „Wat doen we nu?", fluisterde ze met haar lippen vlak bij zijn oor. „Met dit ding kun je niet keren. En we kunnen ook niet verder gaan." „We kunnen 'm omdraaien." Ze was al uit de wagen. Hij volgde haar en samen probeerden ze hem op te tillen. Er klonk een schreeuw. „Geen antwoord geven," fluisterde Stephen. De kreet werd herhaald en toen hij over zijn schouder keek, zag hij de wachten, die nu vóór de versperring stonden, in hun richting kijken. (Wordt vervolgd I Don Paolo Grassi, de pastoor van het alpendorp Gurro in Noord-Italië, is tenlaste gelegd, de burgemeester en lo co-burgemeester in de klokketoren op gesloten te hebben. Volgens de dorpsbewoners is het een geschil tussen de pastoor en de gemeen te omdat deze in gebreke gebleven zou zijn de jaarlijkse toelage van 30.000 lire (180 gulden) te betalen voor de verwar ming van het parochiehuis. Om zijn protest kracht bij te zetten, wilde de priester de gemeentelijke klokkeluider niet meer toelaten. De re gelmaat van het leven in deze uitloper van de Alpen hangt hoofdzakelijk van de kerkklok af. Deze luidt bij zonsop gang, het middaguur, bij zonsondergang en wanneer de kinderen naar school moeten. Burgemeester Alessio Bergamaschi en zijn plaatsvervanger haastten zich naar de klokketoren om te proberen of zij de geestelijke konden overhalen, de klokkeluider weer toe te laten. Volgens de burgemeester had de pastoor toen zo gemanoeuvreerd dat op een gegeven ogenblik hij en zijn loco in de klokke toren gevangen zaten. Nadat zij de deur geforceerd hadden hadden zij hun vrijheid herkregen. De burgemeester heeft een aanklacht tegen Don Paolo ingediend wegens we derrechtelijke vrijheidsberoving. (AP). r - v r - - ,•-£ -r% v mmrnmm (Van onze redacteur in Amsterdam) SINDS ENKELE WEKEN is de Amsterdamse politie bijzonder actief in het bekeuren van overtreders van het parkeerverbod. Het schijnt dat alles op alles wordt gezet om zoveel mogelijk geld binnen te halen. In ploegjes van twee kammen de agenten de binnenstad uit. Iedere ploeg heeft zijn eigen straat of pleintje en als de laatste auto bekeurd is, kan men weer van voren af aan be ginnen. Op het hoofdbureau van politie is zelfs eèn zaaltje ingericht, waar enkele kantoordames de boetes a 7,50 aan de lopende band incasseren. Het is onbegrijpelijk dat de leden van B. en W. en de korpsleiding van de politie, die allen over eigen gereserveerde parkeerplaatsen bij hun kantoren beschikken, opdracht hebben gegeven tot een zo rigoureuze actie die weliswaar wettelijk volkomen juist, maar menselijk gezien hoogst onfatsoenlijk is. Parkeerverboden zijn noodzakelijk maar het is niet meer dan billijk dat tegelijkertijd plaatsen worden aangewezen, waar wèl geparkeerd mag worden. Amsterdam heeft dat sinds jaar en dag verzuimd. Het bekeuren heeft trouwens geen enke le zin, of het moet het vullen van de overheidskas zijn. Enige preventieve wer king gaat er namelijk niet van uit. Want wie is bekeurd, zal zijn auto de volgende dag opnieuw op verboden plaats zetten, omdat hij niet anders kan. Er blijken echter toch nog mogelijkhe den om ongestraft het Amsterdamse ver keer in de war te sturen: wie de dans wil ontspringen, moet Amsterdam per vrachtauto bezoeken. Hij kan deze overal plaatsen zonder de kans te lopen een be keuring te krijgen. Met een touring car kan men de parkeerverboden op Dam rak en Dam gerust overtreden. Wie niet over een vrachtauto of touringcar be schikt, heeft nog 'n mogelijkheid: dubbel- parkeren op de grachten. Het is een a- sociale methode, omdat men andere auto's insluit en een vlotte afwikkeling van het verkeer belemmert, maar de politie zal u niets doen. Zij kan namelijk niets doen omdat het dubbelparkeren niet is te van gen onder een wetsartikel of verordening. Maar misschien dat de politie, inplaats van zich bezig te houden met de geschetste geldklopperij van „enkel-parkeerders", zich nog eens gaat beraden op het straf baar stellen van het dubbel parkeren. Want dat men zich ooit nog zal beraden op het scheppen van meer parkeergele genheid, gelooft niemand. HET RAADSLID E. van Veen, die voor het wat vage partijtje „Veiliger Verkeer1 in de Amsterdamse vroedschap zitting heeft, is met een primeur op de proppen gekomen: met eigen gemaakte stembrief jes is hij, huis aan huis bellend, langs de Lijnbaansgracht gegaan om de bewo ners te vragen of zij wel of niet een voorstander waren van het dempen van deze gracht. De meesten vonden dat het vieze water best kon worden gedempt. Dat was al lang de mening van de heer Van Veen en gesterkt door het standpunt van de bewoners heeft hij opnieuw een krach tig pleidooi voor demping gehouden. De grote afstand tussen stadsbestuurders en burgerij, waarover nogal eens wordt ge klaagd, is er dus niet altijd. EEN AANVULLEND artikel van de Amsterdamse politieverordening zal een eind maken aan de tweedehands-auto markt die sinds jaren iedere maandag middag en -avond te vinden is op het Stadionplein. Het is wel de minst schil derachtige markt die hier iedere maan dag honderden auto's bijeen brengt. Met name de buurtbewoners hebben meer dan eens geprotesteerd tegen het lawaai, de benzinestank en de rommel die vaak achterbleef. Tot dusver is het bijzonder moeilijk gebleken, de handelaren te van gen onder de politieverordenine die het verkopen van auto's op de openbare weg verbiedt. Immers, om een strafbaar feit te kunnen constateren, moest de politie zien dat het geld van de koper naar de verkoper overging en omdat de kooplui heus wel met de verordening op de hoog te zijn, gebeurde deze transactie meestal in een café. De aanvulling van de poli tieverordening houdt in dat het verboden is, motorrijtuigen of onderdelen daarvan op de openbare weg aan te prijzen, ten toon te stellen, te demonstreren, ten ver koop aan te bieden, ter bezichtiging te geven, te laten onderzoeken, te laten be proeven of te verhandelen". Daarmee zijn vrijwel alle handelingen die zich bij de verkoop van auto's plegen voor te doen, opgesomd. De automarkt zal dus spoedig tot het verleden behoren. De enige au tomarkt die in Amsterdam buiten deze verordening valt is de autoveiling die wekelijks op het terrein van het Olym pisch Stadion gehouden wordt en die zich trouwens altijd gunstig heeft onderschei den van de „wilde" markt op het plein. doende hoeveelheden toebereid kan worden als een nieuwe pandemie reeds aan de gang is. TOCH VINDEN vele deskundigen pre ventieve inenting, op zijn minst voor be paalde groepen mensen, aanbevelenswaar dig. Ook de inenting met „oudere" typen verwekkers of met de bijbehorende, van dieren verkregen „anti-lichaampjes" kan volgens vele medici leiden tot behoorlijke immuniteit, ook tegen andere virustypen. Vastgesteld werd, dat mensen die al vaker influenza gehad hebben niet zo gauw, en dan minder erg, ziek worden dan mensen die voor het eerst met griep in aanraking komen. Bovendien kan de werking van moderne entstof versterkt worden door toe voeging van kleine hoeveelheden alu- miniumhydronyde. Proeven met dieren hebben bewezen, dat er inderdaad anti-lichaampjes gevormd worden tegen verwante virussen wanneer men de dieren meermalen infecteert met één influenza-soort. Door de mensen vaker in contact te brengen met griepvirussen zou derhalve veelzijdige immuniteit kun nen ontstaan. Deze zou veel groter zijn dan de aanraking met de toevallig „heersende" virussoort, want dan is men slechts im muun tegen dit bepaalde type van de ziekte. 7. Zo waren Panda's pogingen om zijn tientje terug te krijgen voorlopig wel heel ongelukkig geëindigd. Nadat hij door het slappe wandje was heengeschoten, beland de hij in een ander deel van het oude riool, dat niet, zoals het stuk van Joris Goedbloed, min of meer was schoon gemaakt; er was hier waarschijnlijk sinds on heuglijke tijden niemand meer geweest, en de modder van eeuwen verspreidde een onaangename geur. Men kan zich voorstellen dat hij ziedde van woede. „Die gemene Joris!" mompelde hij. „Eerst mijn tientje ste len en me dan nog in dit stinkhol laten vallen! Maar hij is nog niet van mij af! Ik zal hem leren! Hij zal er spijt van krijgen Pas toen hij nu vol afkeer rondkeek om een eenvoudige weg te vinden waarlangs hij deze omgeving kon verlaten, viel zijn oog op een omvang rijke modderbel die al enige tijd bezig was naast hem op te rijzen. „Bah, was vies," dacht hij nog maar toen zag hij dat het niet een gewone modderbel was. Het onsmakelijke ding rees hoger en hoger en begon een andere vorm aan te nemen, en Panda sprong dan ook in paniek overeind; dit was geen ding maar een levend wezen dat blijkbaar dit riool bewoonde SEDERT de grote „Spaanse griep"-epidemie na de eerste wereldoorlog, houdt griep, ook wel influenza geheten, het medisch onderzoek en de gemoederen bezig. Griep verschijnt op bepaalde tijden als algemeen verbreide „pandemie" waarbij verschillende virussoorten om beurten als verwekker optreden. Juist wanneer men denkt een flink stuk gevorderd te zijn bij de bestrijding van een griepvirus, verdwijnt de verwekker en verschijnt een totaal andere ten tonele. De laatste griepepidemie, van 1957-1958 werd veroorzaakt door het virustype A 2. Dit was verschenen na het type A 1, dat op zijn beurt na het type A, de „klassieke" verwekker van 1918 was gekomen. De eerste variant van A heerste van 1944-1947, toen kwam de tweede variant, die tenslotte in 1957 voor het Aziatische type A 2 moest wijken, In 1963 wordt het type A 2 haast niet meer aangetroffen, aldus deelde prof. dr. H. Lippelt van het instituut voor infectie ziekten in Hamburg mede. De virustypen B en C waren altijd al van onder geschikt belang en komen nog slechts sporadisch voor. DE GRIEPVERWEKKENDE virussoor ten zijn serologisch verschillend. Zij wer ken allen als „antigenen" dat wil zeggen, dat zij in het aangetaste organisme een ontwikkeling van „anti-lichaampjes" op gang brengen die hen uiteindelijk On schadelijk maken. Mensen ontwikkelen na een griepaanval een zeer grote immuniteit tegen de betreffende virussoort. Dit komt, omdat in het lichaam nog lange tijd na de aanval „anti-lichaampjes" gevormd wor den. Maar als er een nieuwe virus komt, verandert dat. Niemand was immuun, toen in 1957 het type A 2 kwam, de „anti lichaampjes" bestreden alleen het type A 1. Daarom werd meer dan tachtig percent van de mensen door deze griepaanval ge troffen. Nu heeft hun lichaam voldoende „anti-lichaampjes" van dit type gevormd, zodat de A 2 niet veel meer kan uitrichten. De griep zal echter voor de volgende keer wel „iets nieuws bedenken" De artsen spieden al naar die nieuwe virussoort. Volgens prof Lippert moet al hun aandacht gevestigd zijn op het tijdig ontdekken van een eventuele nieuwe griep- verwekker. De Wereldgezondheidsorgani satie heeft sedert 1948 overal ter wereld laboratoria opgericht, de zogenoemde „re gionale influenza-centra" Dank zij deze organisatie konden de influenza-centra in 1957-1958 over de uitbreiding van de „pan demie" ingelicht worden en wisten zij welk virus verantwoordelijk voor de toenmalige griepgolf was Zo konden dus elders voor zorgsmaatregelen genomen worden. Dat griep zich tegenwoordig zoveel sneller ver breidt dan vroeger is voornamelijk een ge volg van de snellere verplaatsing van de mensen. IS BESCHERMING tegen griep door in enting mogelijk? In zekere mate wel. In Amerika en in Zweden beeft men in 1959 reeds door een grote inentingscampagne een beschermende werking tegen griep van 80 percent en hoger weten te bereiken. De voor nieuwe griepepidemieën bereide ent stof zal echter ook reeds afgezwakte sporen van het nieuwe type verwekker moeten be vatten. Wanneer deze nog niet bekend is, blijft dat natuurlijk een probleem. Ook is het nog maar de vraag of de entstof in vol Lum Chism, een zestienjarige middel baar scholier uit de stad Louisville in Kentucky (V.S.) heeft wegens onvol doende ijver een herfstrapport mee naar huis gekregen met onder andere een 3 voor scheikunde. Voor straf heeft zijn moeder, mevrouw Claren ce Chism, nu hums auto aan de ket ting gelegd. Tot Kerstmis zal zoon lief nu met de bus naar school moe ten reizen. VOLGENS andere medische deskun digen, onder andere dr. Wohlrab uit Hannover die een speciale studie van griep en griepvirussen gemaakt heeft, zou de neven-immuniteit „bijna onwaarschijnlijk veelzijdig" moeten zijn. Volgens hem is griep „het eensgezinde antwoord van het lichaam op infectie met zestig tot zeventig tot nu toe bekend, uiterst verschillende virussen". De „klassieke" virussen A en B veroorzaken slechts 10 tot 20 percent van de ziektegevallen. Op het ogenblik zijn de artsen in Duitsland verplicht, alle „echte" influenza-gevallen te melden. Voor alle griepachtige aandoeningen zou verplicht melden niet te doen en ook niet zinvol zijn. In ieder geval acht men inenting tegen griep onschadelijk. Deze bestaat uit één tot twee injecties aan het begin van de herfst en verder jaarlijks nog één injectie. De zaak wordt echter ingewikkelder door het feit, dat de afzonderlijke griepgolven aan verschillende leeftijdsgroepen de voor keur geven. Dr. Wohlrab deelde mede, dat de griepgolf van 1957 in de Bondsrepu bliek voornamelijk mensen beneden de 30 jaar heeft aangestoken, terwijl van de daarop volgende griepgolven mensen van alle leeftijdsgroepen het slachtoffer wer den. De laatste grote griepgolf, begin I960, concentreerde zich op mensen ouder dan 30 jaar. Dr. Wohlrab beveelt bescherming door inenting aan vooral voor mensen van 60 jaar en ouder en voor jongere mensen met hart- en circulatieziekten. Door an dere deskundigen wordt inenting aange raden voor alle personen die aan chroni sche ziekten, van welke aard ook, lijden. Het Tweede-Kamerlid de heer Neder- horst (P.v.d.A.) heeft schriftelijk aan de minister van Verkeer en Waterstaat ge vraagd waarom bij het vervoer met inter nationale D-treinen binnen de Benelux op het Belgische traject de D-treintoeslag is afgeschaft, terwijl deze op het Nederland se traject nog bestaat. Hij informeert of de toeslag in Nederland ook kan worden opgeheven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 9