Misdaad
in
Stockholm
Ook de Bondsrepubliek is redelijk
gesorteerd in ijs- en sneeuw-pret
PANDA EN DE MEESTER-RIOLIST
Gerhard Daechsel,
in dienst.van Ae
beroepspelgrim
wereldvrede
Br-*'
B
Ons vervolgverhaal
Garmisch: prijzig
Wendelstein: chique
Dicht bij huis
Mijn liefde is voor alle mensen"
LAANDAG 18 NOVEMBER 1963
door N. Edward Werner
(naar het Zweeds)
's Winters met vakantie (II)
Op de foto met Nina
Flatje voor het
personeel
4)
Het was alsof de inspecteur de
woorden van de dokter niet had ge
hoord. Hij leek geheel verdiept in
een schilderij aan de wand. Maar even
later draaide hij zich om en zei tot
Dahl: „Gaat u zich maar wassen. Ik
stel voor dat u dat in uw eigen flat
doet. Laat u de krant hier."
Dahl legde de krant op een stuk
zeildoek, dat de dokter op de grond
had uitgespreid.
„Ik zou ook graag mijn kantoor op
bellen", zei Dahl, „ik neem aan,
dat u mij nog verder nodig hebt."
De inspecteur, die opnieuw voor
een schilderij stond, antwoordde thans
onmiddelijk: „O, stellig. We zullen
u zeer erkentelijk zijn, als u ons nog
een uurtje of zo gezelschap wilt
houden."
Toen Dahl zich naar boven wilde
begeven, trad de vijfde man, die zich
tot dusver enigszins op de achter
grond had gehouden, naar voren om
hem te begeleiden. „Ik ga met u
mee," zei hij enkel.
Dahl knikte en ging de trap op.
Hij waste zich in zijn badkamer en
belde hierna het Tone-Film kantoor
op. Hij kreeg geen gehoor. Op zijn
horloge kijkend, zag hij dat 't nog
een paar minuten voor negen was.
„Er is nog niemand," zei hij
schouderophalend. „Ik zal binnen en
kele minuten nog eens bellen. Wilt
u intussen een kop koffie? En een
sigaret?"
De man bleek even zwijgzaam als
de inspecteur. Hij nam een sigaret
aan en volgde Dahl naar de keuken.
Zwijgend rookten ze. Dahl haalde
kopjes, suiker en melk te voorschijn,
terwijl ze op de koffie wchtten.
„U wilt toch wel koffie?"
„Graag, 't Ruikt goed. Tussen haak
jes, mijn naam is Keiler."
Ze knikten elkaar toe en gingen
tegenover elkaar zitten.
„Ik heb nog nooit zo iets meege
maakt," merkte Dahl op. „Maar voor
u is het bijna dagelijks werk, ver
onderstel ik."
„Dat niet precies," antwoordde de
politieman met een vaag lachje,
Hij maakte zijn zin niet af. Na het
eerste kopje koffie, sloeg hij een
tweede kop af. Dahl begaf zich op
nieuw naar de telefoon. Thans kreeg
hij wèl antwoord. Hij legde het meis
je, dat de telefoon aannam uit, dat
hij opgehouden werd en dat het waar
schijnlijk wel enige uren zou duren,
misschien, ,zelfs wel langerv
Samen met Keiier ging hij weer
naar benëdên. Er was thani' nog eeh
man bijgekomen. Het was een klein
mannetje, hij leek zo'n vijftig jaar
oud en had een opvallend gebruinde
huid. Hij droeg een koelaandoend
grijs pak en sprak Engels met de
inspecteur. Of eigenlijk leek het meer
op Amerikaans. Ze onderbraken hun
gesprek, toen Dahl binnenkwam, en
de inspecteur stelde de kleine ge
bruinde man vqor als detective Carl
Marsh uit Los Angeles.
„Meneer Marsh is hier met vakan
tie en maakte van de gelegenheid ge
bruik contact met ons op te nemen.
Ik belde hem op, voordat we hier
heen gingen. Spreekt u Engels?"
Dahl antwoordde bevestigend.
„Mag ik me even met die jonge
man onderhouden?" vroeg de Ame
rikaan.
„Natuurlijk," antwoordde de inspec
teur. „Tracht u maar zoveel moge
lijk uit hem te krijgen."
Marsh ging Dahl voor in de zit
kamer en snoof even. Zijn uiterlijk
deed Dahl denken aan een agressieve
terrier. „Heeft iemand hier vanmor
gen gerookt?" vroeg hij.
Dahl antwoordde dat deze lucht er
al gehangen had, toen hij vroeg in
de mogen de flat was binnengegaan
Niemand had er nadien gerookt.
„Rookte de overledene?"
„Hij was dol op sigaren en was
een zware roker
Marsh knikte even en wandelde de
zitkamer door. Daarna liep hij met
Dahl achter zich aan naar Millechs
studio, waar een flitslamp juist op
het moment, dat zij daar binnenkwa
men, ontbrandde. De politiemannen
waren er nog druk bezig met het
maken van aantekeningen, onder lei
ding van de inspecteur. Marsh liep
met Dahl naar de slaapkamer en ver
volgens naar de badkamer, waar hij
opnieuw begon te snuiven. Hij opende
een kastje aan de muur, waaruit hij
een fles gezichtswater nam om hier
van enkele druppels in zijn hand te
sprenkelen. Hij snoof de geur op en
vervolgens streek hij de lotion langs
zijn kin. Hij schroefde de fles weer
dicht, keek naar het etiket en merkte
op: „Lekker spul, zeer verfrissend."
Hij zette de fles terug, voelde nog
even aan de scheerkwast, bekeek het
scheermes en sloot vervolgens het
kastje. Ze zetten hun tocht voort naar
de keuken, waar Marsh even zijn
neus optrok, toen hij de bedompte
lucht daar rook. Hij keek in de lege
kasten en staarde naar het ouderwet
se fornuis. Ten slotte gingen ze naar
de studio terug. Inspecteur Berg
wachtte hen daar op met een vra
gende uitdrukking op zijn gezicht.
„De moordenaar nog niet gevon
den?" vroeg hij met 'een vaag lachje.
Marsh schudde zijn hoofd.
„Die is hier niet meer."
Berg ging nog even door met het
geven van instructies aan zijn men
sen.
„We gaan er zo dadelijk vandoor,"
legde hij uit, en wendde zich tot
Dahl. „We zouden graag zien, dat u
met ons meeging naar het hoofdbu
reau."
„Uitstekend. Maar dan moet ik me
even gaan verkleden."
Opnieuw ging Keller met hem
mee, toen hij zich naar zijn flat be
gaf.
Terwijl ze op de trap liepen, vroeg
Dahl: „Word ik op de een of ande
re reden verdacht?"
„Hoe komt u daarbij?"
„Ik krijg de indruk, dat u mij
moet bewaken. Maar misschien zie
ik 't verkeerd."
De politieman lachte niet onvrien
delijk.
„Laten we 't zó stellen," zei hij,
„dat ik een oogje op u moet houden.
Maar u moet 't niet té ernstig op
nemen."
„Dat doe ik niet. Komt u binnen."
Hij hield de deur van zijn flat open.
„Ik ga even douchen en scheren,
voordat ik me aankleed. Moet u me
ook in de badkamer vergezellen?"
Keiler schudde glimlachend zijn
hoofd.
„Nee, dat is niet nodig."
Dahl nam een douche, schoor zich
en kloeclde zich aap. Binnen een„ljalf
uur was hij klaar, téeller zat in een
tijdschrift te kijken, toen Dahl in
het halletje verscheen. Hij had zich
verkleed in een donkerblauw garbar-
dine pak, met een wit hemd en een
donkerblauwe das. Keiler legde het
tijdschrift neer en merkte op: „U hebt
hier een aardige flat."
„Als u dat zo vindt, probeert u
dan Millechs precies eendere flat te
krijgen. Die komt nu toch vrij."
„Bent u altijd zo geprikkeld na het
toiletmaken?" vroeg Keiler, hem ver
wonderd aankijkend.
„Het spijt me," excuseerde Dahl
zich, „ik ben enigszins over mijn toe
ren door Millechs dood. Hij was zo'n
fijne oude heer. Wie kan nu in he
melsnaam hèm.
Hij haalde Zijn schouders op. '„Kom
laten we gaan."
Toen ze 'weer in Millechs flat te
rugkwamen, merkten ze dat er nóg
meer mensen waren bijgekomen. Vin
gerafdruk-experts liepen overal rond
en Jansson, de concierge van het
flatgebouw, was ook aanwezig. Hij
was een gepensioneerde tramconduc
teur, die bloemen-kweken tot zijn
hobby had gemaakt.
„Wat afschuwelijk is dit allemaal,
meneer Dahl," zei hij, terwijl hij
Dahl de hand drukte. „Wie had dat
nu kunnen denken, dat zo'n aardi
ge man als meneer Millech op zo'n
manier aan zijn eind zou komen."
Inspecteur Berg liep nog steeds
rond met zijn jas over de arm en zijn
hoed in de hand. Marsh keek met
een soort onverschilligheid naar de
vingerafdruk-experts. Dahl merkte op
dat het lichaam van Millech niet
meer aanwezig was.
(Wordt vervolgd/
op
(Van onze correspondent)
wintersportgebied
BONN. Wat de Bondsrepubliek
te bieden heeft is wel niet zo overweldigend als dat van de
Zwitserse en Oostenrijkse buren, maar het mag er toch zijn.
Vooral kan West-Duitsland wintersportoorden aanbieden, die
voor een Nederlandse toerist niet zo ver weg liggen. Het
hoofdgebied, waar koning ski de scepter zwaait ligt natuurlijk
IN DE ALPEN is Garmisch-Partenkir-
chen, gelegen op 746 meter hoogte te
midden van bergen, die tot 3000 meter
reiken, nog altijd het bekendste en best
uitgeruste skioord. Alle nevengenoegens,
die een wintersportvakantie kan brengen,
zijn hier in overvloed voorradig. De fan
tastische ligging van de plaats tussen steil
oprijzende bergwanden maakt hem tot
een van de geliefdste wintersportoorden
van Duitsland. Hoewel er hotels en pen
sions in vele prijsklassen zijn, is Garmisch
niet goedkoop. De laagste prijzen voor
vol pension liggen bij twaalf tot vijftien
mark, de hoogste bij veertig mark per
persoon en per dag.
Andere zeer bekende plaatsen in de Al
pen zijn Berchtesgaden, gelegen op 576
meter hoogte, met 14 skiliften, die als
hoogste punt de Jenner (1800 meter) heb
ben. Evenals in Garmisch kan men ook
schaatsen, bobsleeën en ijshockeyen. De
prijzenscala loopt parallel aan die van
Garmisch. In dezelfde omgeving, name
lijk eveneens in de Chiemgauer Alpen,
ligt Reit im Winkl op 700 meter. Het gaat
door voor een van de mooiste en sneeuw
zekerste wintersportplaatsen van Duits
land. Vooral voor gevorderde skiërs is de
nabijgelegen Winkelmoosalm een paradijs.
GOEDKOPER en stiller dan bovenge
noemde plaatsen is Aschau op 630 meter
hoogte, een van de oudste wintersport
oorden van Beieren. Er zijn een stoel-
tjeslift, twee sleepliften en een spring-
schans. Behalve schaatsen en sleeën kan
men in Aschau ook goed wandelen in het
mooie, glooiende terrein.
Eleganter en duurder zijn de plaatsen
in de buurt van het Wendelsteingebergte,
zoals Rottach-Egern (740 meter), Schlier-
see (800 meter) en Bad Wiessee (735 me
ter). Heel beschut en mooi gelegen is
verder Bayrischzell (802 meter), dat er
drie stoeltjesliften en vijf sleepliften op
nahoudt.
Meer in de buurt van Garmisch liggen
verder het viool bouwërsdorp Mittenwald
(920 meter) met ook veel wandelmoge
lijkheden en het befaamde Oberammer-
gau (850 meter). Voor diegenen die naar
de wintersport gaan, maar ook nog een
iaar culturele excursies willen maken
igt Oberammergau goed. Niet ver® er van
daan vindt men het klooster Ettal, het
Schloss Linderhof en de Wieskirche.
De prijzen in Oberammergau en Mit
tenwald zijn iets gematigder dan in Gar
misch. Goedkoop uit kan men echter in
het op 890 meter hoogte gelegen Krün
zijn, halverwege genoemde plaatsen, aan
de Isar. Volledig pension kan men er
krijgen vanaf vijftien mark in het hoog
seizoen.
EEN MOOI, maar druk wintersportge
bied vormen de Allgauer Alpen. Het een
trum ervan is Oberstdorf (843 m), gele
gen aan de voet van de Nebelhorn en
de Hochvogel, die tot 2600 meter hoogte
reiken. Er zijn acht skiliften en men kan
er elke soort wintersport beoefenen. In
dien men met de auto naar Oberstdorf
gaat, hetgeen goed mogelijk is omdat de
weg er heen via Kempten vlak en goed
is, kan men van hieruit aardige uitstap
jes maken, o.a. naar het op Oostenrijks
grondgebied liggende kleine Walsertal,
waarin de plaatsjes Riezlern, Hirschegg
en Mittelberg prachtige mogelijkheden
bieden voor ervaren en beginnende ski
ers.
De prijzen in het enorme aantal hotels,
pensions en „Gasthöfe" variëren voor
volledig pension per dag van veertien tot
veertig mark. Maar een bed met ontbijt
kan men er met een beetje geluk al voor
vier mark in zogenaamde Fremdenhei-
me vinden. Rustiger en vooral voor de
bijkomende kosten goedkoper zijn de in
de Allgau gelegen plaatsen Pfronten, Wer-
tach, Balderschwang en Obermeiselstein
allemaal uitgerust met de voor winter
sport noodzakelijk accomodatie aan lif
ten, skischolen etc.
Minder in trek, maar van Nederland uit
sneller te bereiken, is het Zwarte Woud,
dat toch enige aardige en knusse winter
sportplaatsen bezit. Buiten het hoofdsei
zoen is de kans dat men daar geen sneeuw
vindt, echter groter. De zekerste plaat
sen zijn Feldberg en Feldberg-Barental,
in de Beierse Alpen, niet ver van de Oostenrijkse grens. Maar
daarnaast heeft ook het Zwarte Woud, vooral in het zuidelijke
deel, aantrekkelijke oorden. Dichter bij huis liggen Sauerland
en Eifel, weliswaar lage gebergten, maar in het hartje winter
vooral voor kortere ski-uitstapjes heel geschikt.
respectievelijk op 900 en 970 meter hoog
te gelegen temidden van bergen, die ma
ximaal de 1500 meter halen. Er zijn in
deze plaatsen liften, etc. evenals in het
op 900 meter hoogte gelegen Bernau. Ver
der is Hinterzarten een prettig skioord.
Het hoogst gelegen dorpje in dit gebied
is Todtnauberg (1021 meter), vanwaar
men vele skimogelijkheden heeft, o.a. ook
in het boven Freiburg gelegen Schauins-
land. Al deze plaatsen zijn zeer gemak
kelijk te bereiken, omdat de autobaan
sinds enige tijd ook Freiburg bereikt, van
welke stad genoemde dorpen niet ver zijn.
Een laatste naam van een charmant
oord: Sankt Blasien op 800 meter. De
prijzen in het Zwarte Woud liggen vaak
iets gunstiger dan in de Alpen, al moet
men hierover niet te veel illusies koes
teren. In Hinterzarten en Feldberg zijn
zij het hoogst. Voor volledig pension be
taalt men er per dag zeker een 20 tot
25 markt in een gemiddeld hotel-pension.
Behalve al deze hoger gelegen skioor
den heeft de Bondsrepubliek nog een en
ander „op lager niveau" te bieden. Ze
ventig kilometer ten oosten van Dussel-
dorf ligt het Sauerland, waarvan Winter
berg (670 meter, met hoogste top in de
omgeving van 842 meter) het hoogtepunt
is. In dit plaatsje zijn drie liften en is
bij sneeuw alles op de skisport ingesteld.
Er zijn 1300 bedden en de prijzen voor
volledig pension lopen er van 9 mark tot
30 mark. Voor weekeindgasten zijn er
vaak speciale bussen en treinen naar
Winterberg, hetgeen uiteraard inhoudt
dat men er zelden de enige bezoeker is.
Het Sauerland heeft nog een groot aan
tal andere dorpen, die geschikt zijn voor
de skisport. Maar accomodatie is er
meestal niet. Alleen in het op 549 meter
gelegen Fredeburg is er een skilift.
Een tweede wintersportgebied op laag
niveau, niet ver van Nederland en even
tueel geschikt voor een lang weekein
de, is de Eifel Niet ver van het be
faamde Monschau liggen Hellenthal, Hol-
lerath en Udenbreth. Het eerst genoem
de dorp is gemakkelijk te bereiken met
een bus vanuit Aken. Hollenrath en Uden
breth, beide gelegen tussen bergen met
een maximumhoogte van 700 meter, heb
ben skiliften.
Dit gebied, dat zich vooral ook leent
voor lange skiwandelingen in Scandi
navische stijl, komt de laatste jaren steeds
meer in trek. De accomodatie breidt zich
dan ook uit. Reeds nu is er een aantal
redelijke kleine hotels en pensions, die
in prijs vaak nog iets lager liggen dan
in het Sauerland. Wegens de groeiende
belangstelling is het bij weekeinden met
sneeuw echter wel te raden, tijdig een
kamer te bespreken.
Indien men met de auto naar de Eifel
of naar het Sauerland gaat, doet men er
wellicht zelfs beter aan niet te logeren
in het skioord zelf, maar in e en van
de vele in deze gebieden gestrooide dor
pen in de buurt.
19. „Nee, mijnheer de visboer, schrikt u maar niet,
mijnheer de visboer", riep Panda haastig: „Blub is
nog een beetje dóm, maar'hij is een heel aardig iemand
uit het riool.Het was echter al te laat. De koop
man Schubsnijder was door Blubs uiterlijk in een zo
danige staat van ontzetting geraakt, dat hij naar geen
rede meer wilde luisteren, en hij slingerde het kiloge
wicht dat hij juist in zijn hand hield pardoes naar de
onwelkome bezoeker toe. Panda's hart sloeg een slag
over. Zou de arme riolist die, zich van geen kwaad
bewust, verlekkerd de schelvis vasthield, door die welge
richte worp niet deerlijk bezeerd worden? Maar neen,
het liep anders. Het gewicht suisde dwars door de mod
derfiguur heen, van voren er in, van achteren er uit,
en Blub keek alleen maar even verbaasd: vervolgens
peuzelde hij lekker de schelvis op, op de manier waarop
amoebale riolisten peuzelen, namelijk door hem kalmpjes
op een willekeurige plek in zijn lijf te steken. Zo hij
dan niet gedeerd was, de visverkoper was het welTer
wijl het niet in zijn vaart gestuite gewicht door de win
kelruit suisde, dreigde de griezelende zakenman temid
den van zijn koopwaar het bewustzijn te verliezen.
Vrijdag arriveerde in Nijmegên Gerhard Daechsel, 30 jaar oud, pelgrim van
beroep. Hij is van plan, een half jaar door Nédèrlatid te reizen om zijn boodschap
te verbreiden. Gerhard heeft vier jaar geledên zijn baan in Canada opgezegd en
is een zwerftocht begonnen waarvan het einde niet in zicht is. Hij loopt, spreekt
en denkt voor de vrede. Wie probeert, hem onder te brengen bij een genoot
schap of vereniging, krijgt een vergevingsgezinde glimlach, „Ik ben vrij, doe dit
alles uit persoonlijk initiatief", vertelt hij. Wel zoêkt hij in ieder land en in
iedere stad contacten met pacifistische groeperingen, ontmóet hij mensen, die
evenzeer als hij het gevaar van de atoomoorlog voor ogen houden.
„HET IS statistisch bewezen", zegt Ger
hard Daechsel, „dat binnen tien jaar bij
na zeker een atoomoorlog zal losbarsten
tenzij er genoeg mensen zijn die zich to
taal „inzetten" vóór Ag vrede. Gerhard
probeert zich te verliezen en de mense
lijke gemeenschap. Hij wil zich „volledig
en in liefde tot iedereen wenden, die hij
ontmoet. „Als je succes verwacht, gaat
het niet", zegt hij. En met onvermoei
bare moed. en onuitputtelijk vertrouwen
pelgrimeert hij als wereldburger door de
wereld. Vier jaar geleden begon hij naar
Engeland over te steken. Daar werd hij
een jaar lang leraar can een gymnasium.
TOEN TROK hij naar Duitsland, on
derwees Engels en vertrok weer na een
jaar. Met dertig gelijkgezinden ging hij
vervolgens naar Rusland en ontmoette
mevrouw Kroesjtsjev „Zij was het met
ons eens, dat er vrede moet komen", ver
telt Gerhard en ter illustratie van zijn
verhaal toont hij een foto, waarop hij
met mevrouw Kroesjtsjev staat afgebeeld.
„We hebben lezingen gehouden en dis
cussiegroepen geformeerd achter het ijze
ren gordijn. Maar het meeste succes
hadden we in Oost-Berlijn, vervólgt hij.
Onze pelgrims voor de vrede kregen er
geen toestemming om te demonstreren.
Maar ze werden tenslotte, toen zij wei
gerden een voet te verzetten, nog stuk
voor stuk in een vrachtwagen getild en
vervoerd. Toen zij gesommeerd werden
de auto te verlaten, weigerden zij op
nieuw en zaten onbeweeglijk. Dit was in
drukwekkend. Ik zag soldaten huilen en
officieren ontroerd toekijken bij onze ma
nifestatie", besluit hij dit gedeelte van
het verhaal.
ZONDER ENIGE pedanterie zet Ger
hard zijn principes uiteen. „In 1961", ver
telt hij, „viel er in mijn woonstaat Caro
lina per ongeluk een kernbom. Hij was
beveiligd door zes zekeringen, waar
van er vijf waren losgeraakt. Het leven
van honderdduizenden hing op dat mo
ment aan een zijden draadje. Dit ge
vaar herhaalt zich steeds weer door kern
proeven, door bewapening, door dreigin
gen. Het beangstigt mij niet, deze ge
dachte. Het is immers niet zo angstwek
kend, een groot gevaar onder ogen te zien
dan een klein gevaar te bedekken met
duizend illusies. De negers in Amerika,
gaat Gerhard verder, hebben wat men
noemt in een „moment of truth" inge
zien, wat zij moesten doen Hun vrede
lievende, maar onstuitbare strijd voor hun
rechten zou men ook in Europa moeten
overnemen. Misschien worden de Euro
peanen eens wakker, schudden ze eens
alle afleidingsmanoeuvres van zich af.
De race naar de dood", zegt de vredes-
pelgrim nadrukkelijk, „zal niet eindigen
voordat 'n shock (economisch óf misschien
wel weer door een kogeloorlog) de men
sen heeft wakker geschud.
GERHARD ZELF heeft zijn „shock" na
zijn bezóek aan Rusland gekregêrt. Voor
dien verdiende hij zijn geld als leraar,
maar sinds twee jaar leeft hij slechts,
„van de vriendelijkheid van anderen".
„Dit is mogelijk", verzekert hij. „Ik heb
pas eenmaal in al die maanden buiten
geslapen". Gerhard ziet deze levenswijze
niet als parasiteren op dé gemeenschap.
„Ik geef hun iets bovennatuurlijks terug",
herhaalt hij steeds. „Ik zie in hen God
zelf en probeer door mijn liefde en mijn
boodschap hén gélukkig en godbewust te
maken". Na Moskou trok hij met rugzak
en handbagage naar Helsinki en verder
door Finland naar Zweden en Noorwegen.
Nu probeert hij in Nederland zijn idee-
én wortel te doen schieten. „Ik weet niet
hóe lang ik hier blijf", zegt hij wat aar
zelend. „In ieder geval een paar da
gen in Nijmegen. En dan maar weer ver
der, éérst naar Arnhem en vervolgens
naar Utrecht". Hij verwacht veel van de
Nederlanders „Tóch zal ik mij voor
ogen blijven houden, dat ik uiteindelijk
niets mag verwachten. In iedere situatie
zal ik kijken wat mogelijk is en dit doen,
maar het is tréurig dat de mensen zo
weinig kunnen en willen denken". Ghan-
di en dé macht dér géweldloosheid hou-
dén Gerhard Daechsel in hun ban ge
vangen. Steunend op zijn liefde voor de
mensen zwerft hij de wereld door, op
zoek 'naar geestverwanten in de strijd
voor de vréde.
Een kogellagerfabriek in de Duitse
stad Schweinfurt heeft op de 280 me
ter hoge Steinberg een torenflat voor
hadr personeel laten bouwen. Het
gevaarte is 73 meter hoog en telt
24 verdiepingen. In de 122 woningen
is ruimte voor ongeveer 400 mensen.