Hart van Parijs door
het gezag gekwetst
en vrienden
brachten ze
met auto's
bijna even
vlug terug...
De clochards
werden bij
tientallen
opgepikt en
weggebracht
van piastic
Be kneep van Sneep: lekvrije kraan
Wekelijks toegevoegd aan alle e
Haarlems Dagblad/Oprechte Haarlet
en IJ muider Courant
is van
HET SCHIJNT ER DAN toch van te moeten komen: de
clochards moeten Parijs uit. Sinds enige tijd stuurt de prefect een
verdubbeld aantal agenten van de sanitaire politie de straat op om
elke vermoede clochard op te pakken en in een auto te stoppen om
hem dan, wanneer alle zitplaatsen (waaronder ook de \Ioer wordt
gerekend) bezet zijn met alle spoed naar het twaalf kilometer ten
westen van Parijs gelegen industriestadje Nanterre te brengen.
Daar worden zij in een gesticht afgeleverd, waarna de politieman
nen hun rubber handschoenen uittrekken, de auto ontsmetten,
daarna een bad nemen om vervolgens snel naar Parijs terug te
keren om er een nieuwe lading op te sporen. In Nanterre worden
de vervuilde straatzwervers gereinigd en van ongedierte bevrijd.
Dan moeten zij zich laten inschrijven. De gezonden onder hen
kunnen, als zij dat willen, aan werk worden geholpen - maar de
meesten bedanken voor de moeite. De zieken worden naar^
pleegtehuizen gebracht, de alcoholisten (en dat zijn waaischijnlijk
de meeste onder hen) worden verolicht pen ontwenningskuur te
te ondergaan.
- Dick Dijs
DE GEVESTIGDE Parijzenaar mag
dan wel eens met weemoed denken
aan het vrijbuitersbestaan van de
clochard, het leed van deze mensen
wordt er niet minder door.
Er zijn vagebonds die ook bedelend
aan de kost komen, al worden zij door
de clochard-uit-overtuiging geschuwd
als de pest. Ik werd in Quartier Latin
eens aangehouden door een vieze kerel
die me aankeek met ogen waarvan de
pupillen in drank waren opgelost, die
wankelde op zijn benen vanwege het
alcoholmisbruik en die me levensbe
schrijvingen van een aantal heili
gen te koop aanbood. Hij vroeg er be
schamend hoge prijzen voor, maar in
wezen bedelde hij niet: hij werkte
en dat wordt hem door de rasechte
clochard nog kwalijker genomen dan
bedelen.
Op een plaatsje dichtbij Place du
Tertre in Montmartre, vanwaar je een
schitterend panorama over de metro-
pole hebt, zat ik eens te praten met
een clochard die opvallend gebruind
was. Hoe dat wel kwam, wilde ik we
ten. „Van de Riviera" verklaarde hij.
„Ik ga elke zomer drie of vier maan
den naar het zuiden. Ik woon op Place
Maubert, bij het Quartier Latin. In de
zomermaanden gaan de studenten met
vakantie, en waarom zou ik dan niet
gaan?"
Deze kerel was geen clochard uit ge
loof. Want ook hij bedelde. Steeds als
er een toerist de plaats opstapte om
van het panorama te genieten, zei hij
tegen mij: „Nou, nog maar eens pro
beren!" Dan stapte hij met de hoed in
zijn hand naar zijn slachtoffer, trok zijn
zieligste gezicht en zei dat hij niet had
te eten. Leverde de bedelpartij hem
niets op, dan kwam hij lachend op me
toe lopen. Kreeg hij wel wat toege
stopt, dan trok hij triomfantelijk gek
ke bekken in 'mijn richting. Met ee.n
lotgenoot begon hij een half uur later
op de bank naast de mijne aan een
uitgebreid diner: stokbrood, sardientjes
kaas, pinda's, sinaasappelen en wijn.
Bovendien had hij net een half pond
tabak gekocht voor zijn fraai gesneden
pijp.
i»iiUHwyuwiAMjyLiJAMJUWJUlZWlW«M*MIUUUUUIIUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUUOOP
Het materiaal is bestand tegen logen,
organische zuren, vetten en oliën. Het
kan ook niet roesten. Gevaar voor stuk-
vriezen bestaat niet meer. De laagste
temperatuur waarbij de kraan kan
worden gebruikt is 65 graden Cel-
cius. Het smeltpunt ligt bij 220 graden.
De kraan kan ook in alle mogelijke
kleuren worden gemaakt, wat voor bin
nenhuisarchitecten heel plezierig moet
zijn.
Om te bedelen is een echte clochard veel te hooghartig. Deze
man aan een van de ingangen van de métro wordt door hen
dan ook geschuwd als de pest.
DANK ZIJ DEZE GROOTSCHEEPSE
actie hebben dit jaar al vele duizen
den clochards het ritje naar Nanterre
gemaakt. Zij verzetten zich nauwe
lijks. Als zij 's nachts van hun karton
nen matras worden gelicht en de „blau
wen" van de sanitaire politie horen
zeggen: „Kom op joh, we gaan naar
Nanterre" mompelen zij: „Alweer?
Kun je niet wachten tot morgen?"
Een verslaggever van France-Soir
ondervroeg de bekendste, in de omge
ving van de Hallen verblijvende en
daar van gevonden fruit levende, vrou
welijke clochard Mathilde, wat zij van
d» ritten naar Nanterre dacht. „Ik heb
die al zo vaak gemaakt" antwoordde
zij onbewogen. „Als ze mij 's nachts
wakker maken en me vertellen dat
we weer naar Nanterre gaan, zeg ik
ze altijd: „Goed lieveling, ik kom er
aan en *ik zal je volgen, waar je ook
heen gaat".
Zo wordt er bijna jaarlijks een po
ging ondernomen om de clochards uit
het Parijse straatbeeld te banden. De
ene keer gebeurt het in het voorjaar
(als de toeristen gaan komen). Een
andere keer in het najaar (als er veel
klachten van buitenlanders zijn ont
vangen).
De ene keer wordt geprobeerd via
een wetsvoorstel de clochards te ver
bieden op de ontluchtingsroosters van
de métro te slapen. Maar tot nog toe
is (tot opluchting van elke Parijzenaar)
een dergelijk wetsvoorstel nooit aan
genomen. Een andere keer werden ve
le tientallen clochards in een nachte
lijke razzia opgepakt en snel in auto
bussen naar veraf gelegen streken ge
bracht, waar zij dan zonder verdere
zorg werden achtergelaten, in de hoop
dat zij over het gehele land zouden
uitzwermen en ten langen leste als
goed oppassende burgers aan het weik
zouden gaan.
ELKE PARIJZENAAR gniffelt nu nog
na als hij denkt aan deze mislukte po
ging. Want een van de clochards bleek
goede relaties te hebben in gegoede
Parijse kringen. Toen zijn gezelschap
uit de autobus was gestapt, comman
deerde hij hen allen tot stilte. Hij
schreed naar de dichtstbijzijnde bistro,
belde een van zijn Parijse vrienden
en zei: „Zeg, de politie is vannacht zo
vervelend geweest. Zij heeft ons op
gepakt en hier afgezet. Kun je ons
met de auto even ophalen?" Daarna
hing hij de haak op, bestelde een beau-
jolais en vertelde de waard over de
nachtelijke busrit.
DE TELEFONISCH gewaarschuwde
Parijzenaar kwam direct in actie. Hij
belde snel een aantal vrienden om hulp
in te roepen. Dezen op hun beurt wend
den zich tot hun kennissen. In een
mum van tijd was een flink aantal
clochards-ophalers gerecruteerd. In
een lange stoet reden zij naar het
dorpje waar de clochards op het
marktplein rustig zaten te wachten. Zij
stapten bedaard in en werden na een
snelle rit in Parijs weer uitgelaten.
Velen van hen zo zegt het verhaal,
waren eerder in de hoofdstad terug dan
de politiemannen die hen hadden weg
gebracht
VANWAAR DEZE massale hulp?
Misschien was het het ingeboren Fran
se verzet tegen al wat naar gezag
DE HEER J. D. A. SNEEP uit Oosterbeek heeft het gevonden. In alle landen waar
men waterleidingen rijk is, heeft men er vele tientallen jaren tevergeefs naar ge
zocht. Ingenieurs van leidingwaterbedrijven, van grondstoffen- en van kranen-
fabrieken braken zich er het hoofd over. Na zijn pensionering zette de heer Sneep
zich achter de tekentafel. Bij hem was het ook niet één-twee-drie bekeken. Twaalf
jaar hield hij zich met het probleem bezig. Nu heeft hij het toch gevonden: de
gegarandeerd lekvrije waterkraan. Met zijn vinding bezorgt deze nu 82-jarige oud
directeur van leidingivaterbedrijven (hij werkte achtereenvolgens in Boskoop,
Vlaardingen en Assen) in de naaste toekomst honderdduizenden mensen een rustiger
slaap. Druppende kranen zullen tot het verleden gaan behoren. Voor de leiding-
waterbedrijven betekent dat een besparing van miljoenen tonnen water per jaar.
Want die talloze (die door de meters niet kunnen worden aangegeven) betekenden
voor die bedrijven enorme verliezen.
„TOEN IK IN ASSEN nog directeur
was, stuurde ik mijn monteurs elk voor
jaar de stad in om in iedere kraan
een nieuw leertje te monteren. Ik liet
dat gratis doen en toch won ik er bij.
Want per etmaal scheelde mij dat
honderd kubieke meter water. Dat be
tekende dat ik elke dag een uur later
kon gaan pompen. Een leertje in een
kraan is een lapmiddel. Want na een
paar maanden is zo'n ding weer ver
sleten. Door de wrijving over metalen
komt het vol inkepingen. Lekken is met
een leertje niet te voorkomen."
Ruim tien jaar lagn knutselde de
heer Sneep om een betere constructie
te vinden. „Ik zette vele tientallen kra
nen op papier. Maar rij zouden te duur
zijn geworden, want zij waren te in
gewikkeld. Het werd bijna horlogema-
kerswerk. Vaak ben ik er mee opge
houden omdat ik dacht dat het toch
niets zou worden. Maar het probleem
bleef in mijn hoofd rondspoken. Ten
slotte gooide ik alle bestaande princi
pes over boord. Ik liet zelfs de oude
materialen voor wat ze waren. Want
op een goede dag bedacht ik dat plas
tiek weieens beter zou kunnen zijn dan
koper."
DE HEER SNEEP stapte naar de
AKU om te vragen welk soort plastiek
hij zou moeten kiezen. „Zij wezen mij
de duurste soort die er bestaat. Het
is zelfs tweemaal zo duur als koper."
Binnen twee jaar had de heer Sneep
het probleem opgelost. Zijn vinding
werd eerst in Frankrijk, toen in Ne
derland en vervolgens in nog zeven
Europese landen en zelfs in Canada ge
patenteerd. Toen pas kon de heer-Sneep
met zijn ontdekking voor de dag ko
men. In vakkringen reageerde men en
thousiast. Alleen de fabrikanten van ko
peren kranen sloeg de schrik om het
hart. Want zij zagen hun eigen produkt
in gevaar. Van hen ondervond de heer
Sneep veel tegenwerking. De verstrek
king van het Kiwa-merk laat zelfs nog
op zich wachten. Maar dit keurmerk
zal toch binnenkort moeten worden ge
geven. „Binnen heel korte tijd komt de
kraan dan in de handel" zegt de heer
Sneep. De eerste paar duizend zijn
trouwens al ter kennismaking onder de
groothandel in binnen- en buitenland
verspreid.
WIE DE KRAAN heeft gezien ver
wacht er veel van. Bij zijn verschijning
op de markt zal hij 25 percent goed
koper zijn dan de bestaande koperen
kranen. Als de eerste series zijn ver
handeld, zal de prijs nog verder kun
nen zakken. Aan slijtage is deze kraan
niet onderhevig. Wrijving van plastiek
on plastiek kan geen slijtplekken tot
geVolg hebben. Voor de industrie biedt
ae Sneep-kraan veel mogelijkheden.
ruikt. Daar komt bij dat de clochard
een geliefd bezit van de Parijzenaar
is. Hij ziet de clochard namelijk als
een verpersoonlijking van de zo fel ver
dedigde Franse hang naar vrijheid en
het zo diep gewortelde individualisme.
Geen van de Parijzenaars zal dan ook
ooit een schoen of een tas in de pou-
belle (de vuilnisemmer) gooien. Hij
zet deze dingen op het deksel, „warrt
misschien heeft een clochard er nog
wat aan."
Dank zij deze vriendelijke gestes
komt de clochard-uit-overtuiging aan
de kost. Bedelen doet hij niet, want
daar is hij te hooghartig voor. Hij
scharrelt zijn kostje bij elkaar door op
vastgestelde tijden bij die en die res
taurants te zijn, waar aan hem de
etensresten worden uitgedeeld. Daar
na slentert hij naar het klooster zus of
zo, waar op een vast tijdstip melk ge
schonken wordt. Zo laveert hij zich
door het leven, bekijkt de drukdoene-
rige Parijzenaars met een zichtbaar
medelijden, lacht eens wat om die
vreemde toeristen, doet in de warme
zon zijn middagdutje, waarbij een lege
wijnfles hem tot hoofdkussen dient en
een volle onder handbereik naast hem
staat.
Want wijn is hun grote troost. Zij
kunnen er niet zonder omdat zij in zijn
verdoving vergetelheid hopen te vin
den: als zij voldoende hebben gedron
ken, houdt hun leedgevoel in ieder ge
val voor een póósje op
Dit is een rijke clochard, want hij heeft
een kinderwagen en bovendien een
vriend. Samen doen zij een tukje op een
der Parijse boulevards.
DE POLITIEPREFECT strijdt nu
weer dagelijks tegen de clochards.
Maar hun aantal neemt desondanks nog
steeds toe. De zwerver uit het Parijse
straatbeeld verbannen is (hoewel no
dig, misschien) een onbegonnen karwei.
Het is als onze eigen strijd tegen vlie
gen. Elk voorjaar beginnen wij een ver
beten jacht op deze vliegensvlugge in
secten. Maar elk jaar verschijnen zij
opnieuw in huis.
Voor ons is het belangrijkste voordeel
waarschijnlijk wel dat we, dank zij het
volhouden "van de heer Sneep, in de
slaap niet meer zullen worden gestoord
door het zenuwaanjagende tjoep-tjoep
van druppende kranen. We hoeven ons
bed niet meer uit om de kraan vaster
te draaien wat in veel gevallen toch
niet hielp. Het getjoep klonk dan nog
uitdagender. Leve de kneep van Sneep!