ZEE GEEFT PROOI NIET PRIJS
In havenmond van IJmuiden ligt
een rimboe van scheepswrakken
Britse twaalf mijlszone is
nog niet geheel zeker
„Cycloop" wordt „Pollux"
PRAKTIJK EN SCHOLING HAND IN HAND
DE MIDDENSTAND
IN DE
TIJDSSTROOM
Amsterdam desondanks de snelst
groeiende haven van Europa
I
Meelfabrikanten
in België eisen
prijsverhoging
In de vishal
en op zee
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1963
9
Nieuw kanaalprofiel
Ingenomen
D uwvaart
Erepenning voor
professor Ten Doesschate
Kort nieuws
door jhrdr. J. C. Mollerus
oud-secr K v K. Haarlem e.O:
Het stuk oude scheepsplaat, dat hier
wordt opgehaald, is maar een fractie
van de enorme hoeveelheden ijzer
die nog op en in de zeebodem tussen
de pieren liggen. Tenminste tien
scheeps- en vliegtuigwrakken vor
men hier een ondoordringbare bar
rière, die een lelijke streep door de
(be)rekening van Rijkswaterstaat
betekent.
Bij de werkzaamheden ter verbetering van de havenmond in IJmuiden heeft
zich een geduchte tegenvaller voorgedaan. Waar men gehoopt had slechts het
wrak van de hier in de meidagen van 1940 tot zinken gebrachte „Jan Pietersz.
Coen" te hoeven verwijderen, is gebleken dat niet minder dan tien wrakken van
onder andere vissersschepen en vliegtuigen geborgen moeten worden om een on
belemmerde doorgang van de schepen tussen clc verlengde pieren te kunnen
verzekeren. Het „schcepskerkhof" heeft een zodanige omvang dat de duikers en
bergingsvaartuigen voor een schier hopeloze taak stonden orde in deze rimboe
van verwrongen ijzeren platen te scheppen, wrakken de zich bovendien in de
loop der jaren steeds dieper in de zeebodem hebben ingegraven Rijkswaterstaat
heeft dit opruimingswerk dan ook begin van deze maand doen staken. Andere
mogelijkheden worden overwogen om de ijzermassa's uit de weg te ruimen,
Gaat het verwijderen van de obstakels
Üi de IJmuidense havenmond dus niet van
een leien dakje, de bouw van de nieuwe
pieren verloopt tot dusver geheel naar
wens. Fundering voor de verlenging van
de pieren, die bestaat uit enorme keien,
is vrijwel gereed. Over enkele weken zul
len, zoals wij al eerder berichtten, twee
zogenaamde kraaneilanden van het type,
dat ook voor olieboringen in zee wordt ge
bruikt, in IJmuiden aankomen. Deze
kraaneilanden zijn nodig voor het aan
brengen van de asfaltbedekking van de
pieren. Men hoopt op deze wijze per dag
vijftien meter pier te maken. De arbei
ders op de kraaneilanden zullen veertien
dagen achtereen in dienst blijven en wor
den daarna per helikopter afgelost.
De verlenging van de IJmuider pieren
en het slopen van het door deze verlen
ging overbodig zijnde hoofd van de zuide
lijke pier, zullen in de loop van 1965 wor
den voltooid.
In het waterloopkundige laboratorium te
Voorst (NOP) is niet alleen de haven
mond te IJmuiden, maar ook het nieuwe
profiel van het Noordzeekanaal te zien. In
het miniatuur-Noordzeekanaal, dat precies
op schaal is gebouwd, varen modellen van
80.000-tons zeeschepen. Aanvankelijk is ge
probeerd deze modellen radiografisch te
besturen, maar tenslotte heeft men ze be
mand met vletter!ieden, waardoor de wer
kelijkheid zo dicht mogelijk werd bena
derd.
Een der eisen, waaraan het nieuwe
Noordzeekanaal moet kunnen voldoen is,
dat twee schepen van 80.000 ton elkaar in
het kanaal zonder problemen moeten kun
nen passeren.
In het laboratprium is uitgerekend dat
de minimum bodembreedte van het Noord
zeekanaal 135 meter moet zijn (van 15 me
ter diepte!, terwijl de veilige breedte 170
meter zou zijn: De huidige breedte is 75
meter en de -diepte 13 meter. Inmiddels
is reeds op enkele gedeelten een begin ge
maakt het kanaal aan de zuidzijde te ver
breden tot 135 meter, waarna door ver-
graving aan de noordzijde de gewenste
breedte van 170 meter zal worden verkre
gen. Deze werkzaamheden zullen in 1968
zijn voltooid. Bovendien wordt een strook
grond gereserveerd om het Noordzeeka
naal de „levensader van de Amsterdamse
haven," in een verder gelegen toekomst
tot 225 meter te kunnen verbreden.
Amsterdam is bijzonder ingenomen met
de verbetering van de haventoegang, die
Voor de zoveelste maal daalt een
duiker in de zee voor IJmuiden af
om een inspectietocht te houden tus
sen de chaos van scheepswrakken die
de toegang tot het Noordzeekanaal
voor de grootste schepen versperren.
de eerstkomende jaren haar beslag zai
krijgen. Hoewel in het jongste verleden
wel eens is betwijfeld of de hoge kosten
die hiermee zijn gemoeid, verantwoord
zijn met het oog op de toch reeds om
vangrijke werken in de Europoort, heeft
het Amsterdamse gemeentebestuur steeds
gesteld dat de modernisering van de ha
venmond een levensbelang is voor de ge
hele hoofdstad. Terwijl de Rotterdamse
haven altijd een zelfstandige economische
eenheid is geweest, was de Amsterdamse
haven van oudsher een middel om handel
te drijven. Deze situatie is ook thans nog
zo (Amsterdam heeft voor 25 percent zijn
welvaart aan de haven te danken), hoe
wel sinds het achterland een rol ging spe
len, ook de doorvoer van betekenis is ge
worden.
Ondanks de vlakbij gelegen Rotterdam
se haven groeit de haven van Amsterdam
die thans 1300 hectaren bestrijkt als
nooit tevoren. De laatste jaren is de groei
procentueel zelfs het grootst van alle
Europese havens. In 1963 wordt een toe
neming van de jaarlijkse omzet verwacht
van 2,5 miljoen ton, waardoor de totale
omzet op 14,5 miljoen ton zal komen.
Terwijl Amsterdam steeds heeft ge
ijverd voor verbetering van de haventoe
gang, is tevens strijd gevoerd voor een
verbetering van de afvoermogelijkheden
naar het achterland. De modernisering m
de binnenvaart, die zich onder meer uitte
in grotere en snellere schepen en in de
toepassing van de duwvaart, heeft nieuwe
eisen gesteld aan het Amsterdam-Rijnka
naal.
Drie belangrijwe obstakels in deze
scheepvaartweg zullen in de loop van 1965
en 1966 uitt de weg worden geruimd. In
deze jaren zullen de spoorbrug te Weesp*
en de beide spoorbruggen te Utrecht war-
dep verhoogd. Het kanaal, dat thans vijf-
ti'g meter breed is, zal voorts 75 meter en
6 meter diep worden, zodat drie vaareen-
heden naast elkaar kunnen varen. In ver
band met de duwvaart zullen de sluizen
bij Wijk bij Duurstede en Tiel van achttien
meter breedte op 24 meter breedte wor
den gebracht, bij een lengte van 270 me
ter. In afwachting hiervan is in Tiel een
haven aangelegd, waar duwbakken in een
andere formatie kunnen worden gebracht
om toch de sluizen te kunnen passeren.
Na Jarenlang in onzekerheid te hebben
verkeerd, heeft Amsterdam thans de ze
kerheid dat het kanaal zo snel mogelijk
zal worden verbeterd. Het moeilijkste kar
wei bij de verbreding zal het gedeelte
door de Betuwe vormen, waar nieuwe dij
ken moeten worden aangelegd. De werk
zaamheden, die door Rijkswaterstaat
worden uitgevoerd, vergen een investe
ring van 260 miljoen. In 1971 zal het
Amsterdam-Rijnkanaal aan de nieuwe
eisen voldoen.
LONDEN (Reuter) Hel Britse minis
terie van Buitenlandse Zaken heeft cate
gorisch ontkend, dat de Britse regering
dinsdag aan het begin van de Europese
visserijconferentie te Londen bekend zal
maken voornemens te zijn de exclusieve
visserijrechten in de Britse kustwateren
van drie tot twaalf mijl uit te breiden.
Het ministerie reageerde hiermee op
een gerucht in de pers, dat zulks het ge
val zou zijn.
Volgens een gezaghebbende bron zal
de regering haar beleid bepalen in het
licht van de besprekingen van de volgen
de week.
De vergadering zal worden bijgewoond
door vertegenwoordigers van de E.E.G.-
landen, de E.V.A. land, Spanje, IJs
land en de Ierse republiek. Verwacht
wordt dat de bijeenkomst twee tot drie
dagen zal duren.
LONDEN (AP) De Britse vereniging
van trawlervissers- heeft de regering ge
vraagd de Britse visserijgrens meer naar
zee te verleggen zoals ook andere visserij-
landen langs de Noordzee gedaan hebben.
De publikatie in „Trawling Times"
komt aan de vooravond van de confe
rentie van zestien landen, die dinsdag in
Lancaster House wordt geopend.
Deze is bijeengeroepen padat Groot-
Brittannië op 29 april te kennen had ge
geven zich te willen terugtrekken uit de
Noordzee-conventie, die in 1882 door
Groot-Brittanmé, Frankrijk, België, Ne
derland. Duitsland en Denemarken werd
ondertekend.
Het artikel wijst er op dat IJsland,
Noorwegen, Denemarken en Rusland hun
visserijgrens verlegd hebben of van plan
zijn dit te doen, waardoor visserijgron-
den. die generaties lang vrij toegankelijk
waren, afgesloten worden.
Behalve verlegging van de Britse vis
serijgrens wil de federatie bescherming
van de Britse vissers tegen buitenlandse
concurrentie en een overeenkomst over
de maaswijdten. Er wordt op gewezen
dat sommige landen zulke kleine mazen
gebruiken dat de visserij gronden worden
leeggevist.
Een woordvoerder van het Foreign Of
fice heeft opgemerkt dat nog geen over
eenstemming is bereikt over de agenda
van de conferentie.
De federatie wil een twaalf-mijlsvis-
serijzone. De landen, die hiervan het
meeste nadeel zouden ondervinden, zijn
Frankrijk, Nederland en België.
De IJmuidense zeesleepbont „Cycloop" van n.v. Bureau AVijsmuller, die zich de
laatste twee jaar niet meer in IJmuiden heeft getoond,, omdat de sleepboot was
gestationeerd te Marsa el Brega in Libië voor het assisteren van tankschepen, zal
niet meer in IJmuiden terugkeren. De „Cycloop", die in 1953 werd gebouwd, 1200
IPK sterk en 32 meter lang is, werd verkocht door n.v. Bureau Wijsmuller aan de
Compagnie Générale d'Equipeménts pour lés Travaux Maritimes. De sleepboot Is
woensdag 27 november te Valétta, Malta, overgedragen aan de nieuwe eigenaren
en herdoopt in „Pollux". De thuishaven wordt Bordeaux.
MMiik
Van 1953 tot en met 1961 heeft de Cy
cloop" vele lange zeereizen op de Atlan
tische Oceaan, in de Golf van Mexico, de
Caribische Zee, de Middellandse Zee en
de Indische Oceaan uitgevoerd. Ook vele
hulpverleningen en bergingen werden vol
bracht. Dc „Cycloop" was ondermeer be
trokken bij het bergen van de „Katingo",
„Falcon", „Statendam" „Maria Luisa", „La
gos Ontario", „C. Sadikoglu", „Iano", „Mos-
borg" en „Panaghia T". In 1962 en 1963
werkte de sleper te Marsa el Brega, de
oliehaven van Esso in Libië.
De laatste sleepreis voor Wijsmuller door
de „Cycloop" werd begin november ge
maakt, toen een heistelling en een sleep
boot van Marsa el Brega naar Malta wer
den gebracht. De „Cycloop" kreeg vervol
gens te Malta een dok- en onderhouds
beurt en werd woensdag overgedragen. De
bemanning van de „Cycloop" keerde enke
le weken geleden reeds in Nederland terug
per chartervliegtuig.
De verkoop van de „Cycloop" houdt ver
band met het feit, dat de accommódatie-
eisen, zoals die door Wijsmuller voor de
lange zeesleepreizen werden verwezenlijkt
op de bestaande en niéuwe zeeslèepboten
van de zeehelden- en provincieklasse, op de
„Cycloop" niet waren door te voeren, ook
al had men eventueel zullen besluiten om
het schip te verbouwen.
De naam „Cycloop" blijft in de zeesleep
wereld gehandhaafd, daar de in 1957 ge
bouwde zeesleepboo* „Friesland", die met
haar 1200 IPK in feite niet thuishoort in
de provincieklasse, binnenkort zal worden
herdoopt in „Cycloop".
De provincieklasse (2000 tot 4000 IPK)
zal dan bestaan uit de Gelderland, Gronin
gen, Zeeland en Utrecht; de zeehelden
klasse (sterker dan 5000 IPK) omvat de
„Jacob van Heemskerck" en „Willem Ba
rendsz" en tot de klasse van de mytholo
gische heldenfiguren blijven behoren (met
plm. 1200 IPK in de machinekamer) de
„Cycloop" (ex „Friesland"), „Titan", „Sim-
son", „Hector", „Stentor", „Nestor".
IJm. Crt
BRUSSEL (ANP) De Belgische meel
fabrikanten hebben gedreigd maandag in
staking te gaan indien de geblokkeer
de meelprijzen in België niet mo
gen worden verhoogd.
De Algemene Vereniging van Belgische
meelfabrikanten heeft kortgeleden een
verzoek ingediend om de prijzen te mo
gen verhogen. De minister van Economi
sche Zaken wees het verzoek echter af
hoewel de prijzeneommissie een gunstig
advies had uitgebracht.
Donderdag besloten de meelfabrikanten
echter toch tot een verhoging over te
gaan en met ingang van 2 december
de prijs van 650 op 698 frank per 100 kg
te brengen. Er wordt nog overleg gepleegd
tussen de fabrikanten en de minister.
Een staking zou geen onmiddellijke ge
volgen hebben voor de broodvoorziening
hoewel de voorraden bij de bakkers op
niet meer dan voor een week worden ge
schat. 1
Vrijdagmiddag werd prof. dr. J. F. ten
Doesschate. vroeger directeur van Hoog
ovens IJmuiden, in een speciale bijeen'
komst van de Nederlandse Organisatie
voor de Internationale Kamer van Koop-
handel, de zilveren erepenning van.deze
organisatie aangeboden. De heer Ten
Doesschate. die vanaf 1949 voorzitter van
deze organisatie is' geweest, heeft' in 1962
om gezondheidsredenen zijn functie neer
gelegd.
De erepenning een creatie van
Haagse kunstenaar Pol Dom is slechts
eenmaal eerder uitgereikt, nj. aan wijlen
dr. F. H. Fentener van Vlissingen. Na
uitreiking van de erepenning volgde een
receptie waarop velen de scheidende voor
zitter de hand kwamen drukken.
de
KAARSEN VOOR HET PELOTON
(The wax boom), door George Mandel;
vertaald uit het Amerikaans door J. F.
Kliphuis (Sijthoff, Leiden).
Een oorlogsroman van de gebruikelij
ke soort. De psychologie van de front
soldaat wordt ditmaal beschreven tegen
de achtergrond van gevechtshande
lingen tijdens het Ardennenoffensief in
de laatste wereldoorlog.
De DAG" (Le Jour), door Elie Wiesel;
vertaald uit het Frans door Jan Harden-
berg (uitg. C. de Boer n.v., Hilversum).
Een korte, aangrijpende-roman, hel
der van taal en sober van toon, over
een man, wiens levenswil is vernietigd
door zijn ervaringen in een Duits con
centratiekamp.
De auteur, Hongaar van geboorte, is
Amerikaans staatsburger en als jour
nalist verbonden aan de Jewish Daily
Forward. Hij schrijft romans in het
Frans.
De ik-figuur uit „De dag" is een jong
journalist, die als slachtoffer van een
verkeersongeluk in een Newyorks zie
kenhuis zweeft tussen leven en dood.
Die toestand symboliseert zijn situatie.
De problematiek daarvan is niet Ham-
Iets „zijn of niet. zijn", maar „zijn èn
niet zijn". Hij is één van hen die te
rugkeerden uit de concentratiekampen,
één van de „geweigerden". Een leven
de dode, in wiens innerlijk een gebied
is "Verwoest. Hij voelt zich een bood
schapper der doden tussen de levenden.
Herinneringsbeelden blokkeren hem de
toegang tot het heden.
De strijd tussen leven en dood, dië
aan zijn ziekenhuisbed wordt gevoerd
door een arts en door een jonge vrouw,
Kathleen, dre hem liefheeft, is een strijd
tussen heden en verleden. Kathleen doet
een beroep op zijn levenswil. Zij gelooft
in dè almacht van de liefde. Zij wil
hem het verleden laten vergeten en
hem laten delen in de vreugden van
het heden. Maar hij antwoordt: „Ik ben
mijn verleden. Als dat begraven is, ben
ik mee begraven".
vrijdag in totaal
vis, waarvan 255
Vrijdag
In IJmuiden werden
aangevoerd 4250 kisten
kisten tong en tarbot, 835 schol, 10 Schar,
2800 haring, 132 wijting. 191 kabeljauw en
gul, 7 haai en 20 diversen.
Prijzen per kilo, in guldens: grote tong
6,80—6,50. grootmiddel tong 7—6, kleinmid-
del tong 7—6, kleine tong I 7,50—7, kleine
tong II 6,10—5,20, tarbot I 6,30—5,20.
Per 50 kilo: tarbot IV 196180, grote
schol 61, grootmiddel schol 60, kleirimiddel
schol 57, kleine schol I 57 kleine schol II
3219, schar 3222, verse haring 21,20-
14.60, wijting 6343, grote gul 71—48, mid
del gul 5646, kleine gul 5646, kleine
haai 2813.
Per 125 kilo: grote kabeljauw 228—128.
Besommingen
In IJmuiden wérden vrijdagmorgen de
volgende besommingen, in guldens, ge
maakt: KW 74—2870, KW 141—5190, KW
579680, IJM 2—4230, WKD 1—440.
Kidnanmoord. Vrijdagavond is in dé rivier
de Alt bij Liverpool het lijkje gevonden
van een baby van twee maanden, die
de dag tevoren uit een kinderwagen was
ontvoerd terwijl de moeder in de nabij
Liverpool gelegen plaats Buytort in een
winkel stond.
Ter gelegenheid van het jaarlijkse Na
tionale Middenstandscongres van dè Ko
ninklijke Nederlandse Middenstandsbond
te Utrecht heeft de voorzitter van deze
bond, de heer P. G. van der Weele, een
uiterst interessante rede uitgesproken. Dat
deze begaafde leider bij die gelegenheid
het wel en wee zo hij dat ziet
van de middenstand besprak, spreekt voor
zich zelf. Aktuele vraagstukken van de
naaste toekomst.
Tot deze onderwerpen behoorde öök het
onderdeel: Middenstandsonderwijs. Enige
tijd later werd dit onderwerp ook aange
sneden door de heer Albert Hêijn. presi
dent-directeur van het gelijknamige win
kelbedrijf. Deze maakte bij die gelegen
heid o.m. de opmerking, dat het veel aan
trekkelijker zou zijn te zeggen: „Ik werk
bij die en die bank," dan te antwoorden:
Ik ben kruidenier." Uit historisch oog
punt is deze instelling begrijpelijk, maar
door de opkomst van het grootwinkelbe
drijf is ook de kruidenier langzamerhand
„volwassen" geworden. Er worden aan
hem veel hogere eisen gesteld dan vroe
ger en er zijn tal van nieuwe functies
in het levensmiddelenbedrijf ontstaan. Een
eenvoudig detaillistendiploma aldus de
heer Heijn is feitelijk' niet meer vol
doende. Het probleem waarmede elk groot
winkelbedrijf te maken heeft iS de vraag:
,Hoe krijg ik voldoende mensen van ka
liber". Uit dien hoofde pleittè de heer
Heijn voor een ondernemersoplèiding Op
universitair niveau, al voegde hij hieraan
toe, dat een dergelijke opleiding ook nut
tig zou zijn voor de zelfstandige detaillist.
Als hij zijn taak goed vervult, zal hij
aldus de heer Heijn heus niet door de
supermarkten worden verdrongen. Onder
dat „goed doen" verstond de heer Heijn:
het samenwerken in vrijwillige filiaalver
enigingen, inkoopveremgingen e.d. Naar
de mening van de heer Heijn heeft het
grootwinkelbedrijf door het invoeren van
verkoopverbeteringen de concurrentiever
houdingen geprikkeld, waardoor het prijs
peil in de laatste jaren in Nederland laag
kon worden gehouden. De heer Heijn oor
deelde: „We houden elkaar wakker over
de verhouding tussen grootwinkelbedrijf
(1300 kruidenierswinkels van het grootwin
kelbedrijf hebben thans 22 percent van de
omzet) en zelfstandigen. D? zelfbedienings
zaken (40 percent van de kruideniersóm-
zet gaat thans via deze zaken, die slechts
14 percent vormen van het totaal aantal
zaken) hebben een reeks van nieuwe func
ties geschapen, functies op universitair ni
veau, zodat het niet langer mag voorko
men, dat als iemand nergens voor deugt
hem maar aangeraden wórdt kruidenier
te worden. Aldus de heer Heijn.
De heer v. d. Weele besteedde Ook de
nodige aandacht aan het onderwijs van de
ondernemer m het midden- en kleinbedrijf
dat zich zou moeten richten op de struc
turele wijzigingen in de middenstandson-
derneming. Dit onderwijs zal enerzijds
moeten bevatten een algemene ontwikke
ling, maar daarnaast een aantal bedrijfs
economische aspecten. Het huidige zo ge
noemde middenstandsdiploma „biedt vol
strekt onvoldoende mogelijkheden de On
dernemer van morgen theoretisch op zijn
taak voor te bêrêiden." De middenstand
van de toekomst komt voor legio proble
men te staan. Deze zullen alleen opgelost
kunnen worden als men de beschikking
heeft over personen met zakelijk instinct
en voorzien van algemene, bedrijfsecono
mische en zeker ook commerciële inslag-
Naast deze kennis speelt met name bij
het ambacht de vakbekwaamheid een be
langrijke rol. Öp dit terrein staat een en
ander onder invloed van de ontwikkeling
in E.E.G.-verband. In dat verband wees
de heer v. d. Weele er op, dat de Am
bachtsfederatie van de Internationale Mid
denstandsunie streeft naar het behoud van
de waarde, gehecht aan de diverse ves-
tigingsregeiingen, die ons aldus de
heer v. d. W. in Nederland steunt in
het streven de positieve zijden niet alleen
voor het ambacht, doch öök voor de de
tailhandel te blijven handhaven. Ook de
zelfstandige, speciale opleidingen, die zich
tot taak stellen de huidige ondernemer be
drijfseconomisch en commercieel bij te
scholen zijn uitermate waardevol. Van de
opleiding naar de individuele bedrijfseco
nomische voorlichting is maar één stap,
waaraan eveneens een sterke behoefte be
staat en waardoor de micro-economische
horizon van de individuele ondernemer
sterk wordt verruimd.
In dit korte overzicht werd o.i. het be
langrijkste samengevat uit de inleidingen,
die door de heren Heijn en v. d. Weele
zijn gehouden. Beiden hebben hun inzich
ten uiteen gezet. De heer Heijn bepleit een
ondernemersopleiding op universitair ni
veau en voegt daaraan toe, dat deze op
leiding ook nuttig zou zijn voor de zelf
standige detaillist. De heer v. d- Weèle
stelt uitdrukkelijk, dat het middenstands
diploma volstrekt onvoldoende mogelijk
heden biedt. Hij spreekt niet over een uni
versitaire opleiding. Toch gaan beide spre
kers uit van de gedachte, dat de midden-
standsopleiding in ieder geval op een ho
ger niveau gebracht moet worden. Een
zienswijze, die wij gaarne delen. Toch is
er o.i. een belangrijke groep, zowel in de
detailhandel als in het ambacht, die een
geheel andere positie inneemt dan de groe
pen waar de beide inleiders in de eerste
plaats aan hebben gedacht. Daarbij wordt
dan in 't bijzonder gewezen op de „klei
neren", o.m. ten plattelande, die ook mid
denstanders zijn, dóch een geheel andere
taak vervullen dan hun collega's in de gró
tere en grootste centra. Zijn zij nutteloze
figuren? Geenszins. Zouden wij ons op het
standpunt durven te stellen, dat verbre
ding van inzicht hun onthouden zou moe
ten worden? Natuurlijk niet. Maar zij ko
men daaraan niet toe. Ten plattelande, en
niet alleen daar, leven middenstanders, die
al te dikwijls een manusje van alles zijn
en dit ook moeten zijn. Meer dan eens
combmeren zij een detail- met een am
bachtelijk bedrijf. Voor hen gelden ge
heel andere normen dan voor de detail
list-sec, of de ambachtsman-sec. Ze zijn
onmisbaar in hun omgeving, zij kunnen in
wezen alleen bestaan, indien de combina
tie van dikwijls uiteenlopende bedrijfjes
in hun eigen bedrijf blijft bestaan. Na
tuurlijk zullen velen kunnen trachten hun
kennis te verrijken, voor zover hun tijd
dat toelaat. Maar via de praktijk, niet
via de universitaire weg.