Misdaad in Stockholm m EINDE VAN EEN VOGELRESERVAAT r' V.v tWm-ëm PANDA EN DE MEESTER^RIOLIST k EERLIJKE BURGERS i iOSRAM 19 Ons vervolgverhaal l W DONDERDAG 12 DECEMBER 1963 mrmmmmi 'mmrmmm door N. Edward Werner (naar het Zweeds) wm/tHtmm/Hmnmmnmtmummmmmmmmmtmm/mmmn iggi 0) - -V V> '4~ - f',r' Marktanalyse I 25) 3 Met een zucht van verlichting liet 3 hij zich weer achterover glijden en 3 strekte zich behaaglijk uit. Hij bleef 3 even stil liggen, spelend met de ge- 5 dachte om vanmorgen zijn gebruike- lijke morgenwandeling over te slaan, j maar een ogenblik later sprong hij J uit zijn bed, ontdeed zich van zijn pyjama en begaf zich neuriënd naar de douche. Ongeveer een kwartier la- 3 ter stak hij de straat over in de rich- J ting van Sturegatan. Hij was niet wei- 6 nig verbaasd daar de oude man aan te treffen, met wie hij slechts enkele i uren geleden een gesprek had gehad. 3 Hij merkte Dahl echter onmiddellijk 3 op en knikte hem toe, toen hij nader - bij kwam. „Ook alweer vroeg bij de hand," zei hij, Dahl vanachter zijn donkere 3 zonnebril opnemend. toen ze zijn teleurgestelde gezicht zag drong zé nog eens aan: „Beloof je met op te bellen voor een andere keer?" Ze hief even in een speels gebaar haar rijzweepje op. „Ik beloof 't," antwoorde hij. „Het zal niet moeilijk zijn om me aan deze belofte te houden." „Goed," zei ze lachend, „ik ga er 3 dan nu maar vandoor, de anderen zullen niet begrijpen, waar ik blijf. 3 Tot spoedig ziens dus!" Ze knikte Dahl toe, gaf het paard 3 een klopje en reed tussen de bomen S wèg om zich bij haar vriendinnen te voegen. Dahl stond haar na te kijken. Hij voelde zijn hart bonzen. „Wel alle machtig," mompelde hij en begon langzaam verder te wandelen. Het was die morgen om half ne- gen al 24 graden en de ijsverkoper 3 bij Stureplein had zo'n lange rij ijs- 3 liefhebbers bil ziin tentie staan Hat 3 Goedemorgen," zei Dahl, terwijl liefhebbers bij zijn tentje staan, dat S hij even stil bleef staan. „Ja, ik vind de voetgangers een omweg moesten S 't zeer verfrissend om 's morgens maken om langs de queue te komen. S vroeg een wandelingetje te maken. Dahl kwam bezweet op kantoor aan. Hij zag dat de oude man, die er Hij was de eerste en hij zette zi:h S S verder zo netjes uitzag, zich nog niet j had geschoren. Na een knikje ver- volgde Dahl zijn wandeling. Op de gebruikelijke plaats kwam hij „de dikke" tegen, wiens naam hem thans bekend was. Hij waagde een vrien delijke groet in zijn richting. Het eni ge antwoord dat hij kreeg, was een boze blik. Dahl wond zich er niet over cp. Hij haalde even zijn schou ders op en wandelde fluitend verder. Toen hij Valhallavagen bereikte, keek hij op zijn horloge en ontdekte dat hij toch een beetje te snel had gelopen. Hij bleef wachten op de hoek van een groot gebouw. Na enkele ogenblikken zag hij in de verte de drie paardrijdsters naderen en zo 5| nonchalant mogelijk vervolgde hij zijn wandeling onder de bomen, net doende alsof hij de paarden achter 3 zich niet hoorde. Hij schrok echter 3 werkelijk, toen hij een zacht duwtje 3 kreeg en een paardeneus in zijn hals 3 voelde. S Ingrid Rydell lachte vrolijk, toen 3 ze zijn verschrikte blik zag. Ook haar twee vriendinnen barstten in lachen uit, terwijl zij doorreden. Door het geluid van de paardehoe- ven had hij niet gemerkt, dat Ingrid g hem zo dicht was genaderd. En zó 3 hadden de meisjes het precies ge- 3 wild. „Maakte ik je aan het schrikken?" vroeg Ingrid lachend. Haar ogen straalden. „Jij niet, maar dat paard van je," S antwoordde Dahl naar haar opkij- S kend. Hij voelde een vreemde emo- S tie bij het zien van het meisje. Op 3 een paarderug gezeten was ze dan i ook stellig het aankijken waard. S Haar benen, in naar-maat-gesneden S jodhpurs, klemden zich tegen het 3 paardelijf, en onder het dunne wit- J zijden bloesje bewoog haar tors rit- J misch mee met de bewegingen van 3 het paard. Ze moest de blik in zijn g ogen begrepen hebben, want ze g bloosde opeens hevig. „Bedankt voor gisteravond," zei ze 3 om haar verlegenheid te verbergen. „Het was voor mij een zeer bij- zondere avond," zei Dahl, terwijl hij 3 de manen van het paard streelde. „Heb je goed geslapen?" „O, heerlijk. Dat doe ik gewoon- lijk, wanneer ik een nachtkus krijg, 3 en gisteravond kreeg ik er zelfs 5S twee." Toen hij haar verwonderd aankeek, legde ze uit: „Ik kreeg er ook een van Paps." „O!" „En jij?" vroeg ze, geamuseerd naar zijn opgelucht gezicht kijkend. „Wat... eh?... O ja, ik sliep als een blok. Dat doe ik gewoonlijk, voor al wanneer ik een nachtkus krijg. En gisteravond kreeg ik er één." Ze lachte vrolijk. „Ik vraag me af, hoe 't zou zijn als we samen eens liedjes gingen schrijven. Ik geloof dat we best zou^ den slagen. We hebben talent." ,,'n Pracht idee! Wat zou je ervan zeggen om vandaag samen te lun chen? We zouden dan een en ander kunnen bespreken en misschien zou den we meteen op een goed thema stuiten?" „Heel lief van je," zei ze, „maar ik ben vanmiddag bezet. Graag een andere keer, echt heel graag." En onmiddellijk aan het schrijven van 8 zijn maandelijks rapport. Dit was een werkwijze, die hij zelf had aanbevo len en waarmee op de duur veel tijd bespaard kon worden. Het had hem enige moeite gekost om zijn idee in gang te doen vinden en hij wilde zich thans graag inspannen om de voordelen van zijn systeem duidelijk aan te tonen. Afgezien hiervan was a hij echt geïnteresseerd in dit werk. 3 Het was een soort mathematisch pro- 3 bleem voor hem, waarbij elk cijfer 8 en elke berekening van belang waren voor het eindresultaat. Hij werkte ijverig door en hoorde de andere kan toormensen arriveren, de een na de 8 ander. Het was tegen tienen, toen 3 iemand de deur van Dahls kamer 3 opende. Het was de baas zelf, die 3 binnenkwam. Borgsten zag er ver- 3 moeid en terneergeslagen uit. „Goedemorgen" zei hij zonder zijn 3 gebruikelijke opgewektheid. „Goedemorgen," antwoordde Dahl 3 en het lukte hem een vragende klank 3 in zijn groet te leggen. Borgsten begon in Dahls kamer op S en neer te lopen. Ten slotte ging hij S óp een puntje van het bureau zit- 3 ten. 3 „Ik wilde je vragen voor een paar dagen met ons mee te gaan naar ons zomerhuisje," zei hij opeens vrij ons vieren zijp: ptijn vrouyc. Moira. jij en ik. We moeten allemaal eens S even de stad uit. Het is hier te warm en bovendien eh vermoed ik 3 dat die Millech-geschiedenis ook jouw 3 zenuwen wel heeft aangetast. Je gaat 3 toch mee, hè? Wat zeg je? Er was geen twijfel mogelijk. Dit 3 was meer dan een uitnodiging, die 3 was een smeekbede. Dahl wees op S de paperassen, die op zijn schrijfta- S fel lagen. „Ja, ik weet 't dat rapport," j zei Borgsten. „Maar daarbij is geen speciale haast. Ik zal Collins zelf 3 schrijven en hem meedelen, dat hij het binnen een week krijgt. Dat is 3 tijdig genoeg." Dahl dacht even na. 3 Jeff Collins was de administrateur 3 van het Condense kantoor, de man 3 die de boekhoudkundige verslagen van 3 alle Europese kantoren verzamelde 3 voor het Amerikaanse hoofdkantoor. S Het was waar, dat er geen onmiddel- S lijke haast bij het rapport was; het 8 kon nog best een week uitgesteld wor- 8 den, voordat Londen ongeduldig zou 3 beginnen te worden. „Bedoelt u dat ik een paar dagen 3 traatje van kantoor. Je had geen ge legenheid voor een normale vakantie S tussen je vorige baan en deze niet- S waar?" ,.Ik had slechts drie dagen", zei 8 Dahl. 3 (Wordt vervolgdi 5$ -36 -.fJr .ja "-.J •i "L f - L-.Vï^L i'"" '-At fc. "v e i v -«i't- ,:,b -V, - Weer valt een prachtig stuk natuur ten offer aan de techniek. \"ogels moeten wijken voor fabrieken, die onze steeds groeiende bevolking werk moeten ver schaffen. Van de ene kant lijkt het on ontkoombaar, maar men blijft toch door piekeren over de keerzijde. Want als het zo doorgaat weet de mens straks niet meer waar hij het zoeken moet in zijn vrije tijd. Vijftigduizend natuurliefheb bers kwamen jaarlijks naar „De Beer", het vermaarde vogelreservaat, dat voor de uitbreiding van de Europoort moet wijken. Na 1 januari zal het niet meer kunnen. De meeuwen zullen krijsen boven fabrieken en kantoren, waar vrien delijke mensen delen van hun lunchpak- kettèn aan de vogels zullen voeren, en niet meer boven een stille wandelaar, die aan hun gedrag geheimen van de na tuur wil aflezen. De poeltjes met zeld zame moerasplanten zullen geasfalteerde wegen worden of een deel van een havenarm. En terwijl nu het geboomte nog domineert bovén het sleepbootje in de open plek, zullen straks gróte schepen daar varen, waar nu de takken nog wui ven in de wind. De Beer is ter dood veroordeeld. Mogen we even triest zijn? Een Joegoslavische schoenenfabriek heeft onlangs twee deskundigen naar Afrika gestuurd om na te gaan, of daar zaken waren te doen met de zwarte bevolking. Het weekblad „Ekonomska politika" te Belgrado bericht, dat zij terugkwa men met twee geheel verschillende opinies. De ene zei: „Geen kans om daar schoenen kwijt te raken; al die lui lopen op blote voeten." En de andere: „Uitstekende vooruit zichten voor de schoenenverkoop. Al die lui lopen op blote voeten." 40. „Ge ziet nu toch zelf, heren spionnen," ging Joris vermanend voort, hoe 'n gedwee schepseltje onze Blub wel is of Blubnik, gelijk gij belieft te zeggen. Kleurt niet het schaamrood uw konen bij de herinnering, dat ge dit wezentje met kogels hebt doorboord? En hoe over ijld was niet uw gewelddadigheid, heren subversivisten.' Ware het niet verstandiger geweest eerst eens even overleg te plegen met een ouder en meer ervaren vak genoot, zoals ik? Als welmenend collega tot u sprekend, heren terroristen, moet ik zeggen dat uw optreden me tegenvalt. Uw vergissing is echter niet onherroepelijk. Nu wij op wat vertrouwelijker voet geraakt zijn, kun nen we misschien eens openhartig samen bespreken hoe Llubniks uitzonderlijke gaven tot óns aller voordeel aan gewend kunnen worden.„Wat?" riep Panda ver ontwaardigd uit. „Wou je Blub verkwanselen aan deze indringers? Ze zijn vast niet te vertrouwen.en jij ook niet!" „Kalm vent!" vermaande Joris Goedbloed, terwijl hij Slinkovitch en Binkovitch met een gebaar uitnodigde mee de deur uit te gaan. „Bemoeit gij u toch niet met zaken die gij nog te jong zijt om te begrijpen! Het past u slechts om nu als een gezeggelijk kereltje zoet ter ruste te gaan, terwijl ik met deze aardige heren nog een korte wandeling maak en enkele aangelegenheden bespreek. Het is alles voor uw best wil en dat van uw vrindje Blub; en enigermate ook voor het mijne." En zo sprekend begeleidde hij de som ber-zwijgende spionnen naar buiten. FAYETTEVILLE (V. S.). Wat zijn burgers? „Inwo ners van een stad; Stede lingen; alle leden van enige staat; Zuidafrikaanse Boe ren, inz. Transvalers en Oranje-Vrij staters; niet in uniform geklede perosnen." Deze wijsheid ontleen ik aan „Koenen Endepols". Maar wacht even. hooage- achte burgeressen en bur gers, we zijn er nog niet. De heren M. J. Koenen en J. Endepols hebben iets over het hoofd gezien. Iets zéér belangrijks. „Hot dogs-Johnny" heeft zijn snackbar vlak bij een kruispunt aan de Fort Bragg Boulevard (hier kort weg genoemd de F. Bie- Bie). Op een avond moesten we bij deze wegkruising stoppen. Het licht was rood. „Door de vele bomen kunnen we het bos niet zien," wordt er wel gezegd. Nu, dit geldt ook voor licht- reklames. In allerlei felle kleuren draaien, wentelen en flitsen ze voor je net vliezen en schreeuwen en dwingen om aandacht. Die Hot Dogs-Johnny. Deze enorme lichtuitbarsting, zó dicht bij, moést ik wel zien. Ja, Johnny boft als het ver keerslicht op rood staat. In groene, gele, paarse en rode letters verkondigt deze Johnny dat hij in zijn eta blissement reeds een bil joen burgers verkocht heeft. Ja een biljoen; ik vergis me niet. Nu zult u vragen: „Een biljoen burgers? Zijn die er wel? En hoe kan Hot Dogs- Johnny dit zo uitbundig verkondigen, terwijl „Koe nen Endepols" er over zwijgt? Ja, hoe zit dit? En aan wie heeft Johnny al die burgers verkocht en wat doen de kopers ermee? De slavenhandel is toch afgeschaft, of niet soms?" Laat ik het u verklaren. Burgers zijn broodjes, be legde broodjes. Jaren gele den hebben Duitse immi granten en zeelieden de z.g. Hamburgers geïntro duceerd. Oorspronkelijk waren dit broodjes belegd met gehakt vlees met uien en specerijen, naar een re- ze niet krijgen, wantcept uit de oude Hanzestad. enfin, de bomen en het bos u weet wel. Daar we, zoals gezegd, moesten stoppen, zag ik door het portierraam de „floep-aan-floep-uit" van Nu redeneren de niet bijs ter geletterde Hot Dogs- Johnny's als volgt: „Ham burgers zijn verkeerd belegde broodjes. Goed, we zullen het zo laten, maar eigenlijk moet er geen ge hakt vlees mét uien op maar harh. Het woord zégt het toch. Hamburgers zijn toch burgers met ham. Burgers zijn dus broodjes en waarom zouden we ons alleen aan hamburgers houden? Variatie moet er zijn. Daarom sttan er op de meer dan levensgrote, met honderden gekleurde lampjes omlijste spijskdart bovén op het dak van Johnny's snackbar niet al leen ham-buróers maar ook cheese-burgers, beef burgers, chicken-burgers, egg-burgers, enz., enz. ver meld En van al die burgers nu heeft Johnny er reeds een biljoen verkocht. Tenmin ste, dat beweert hij via zijn floep-aan, floep-uit-neon- reklame. Het licht werd groen en we reden verder. De be stuurder zei niet veel. Hij was een uur geleden in het duister van 2000 meter hoogte uit een helikopter gesprongen (natuurlijk met een parachute) en had hier bij z'n aansteker verloren. Dit zat hem dwars. De 8- cylinder spon als een poes en ik zat te rekenen: Een biljoen burgers... 1.000.000 x 1.000.000. Ik legde ze naast elkaar, woog ze,... en kwam tot astronomische getallen. Dan moet die Johnny dus al aan Colum bus, de Pelgrimvaders, aan Old Shatterhand en Winne- tou hebben geleverd, mij merde ik verder Nee, zo oud kan hij niet zijn Laten we nu eens verder aannemen dat-ie twintig jaren burgers verkoopt dan wordt dat per jaar een omzet van vijftig miljard. per week één miljard per dagNee, Johnny, dacht ik, je beduvelt de zaak per neonOf is een Amerikaans biljoen kleiner dan bij ons? Haast niet te geloven Ik durfde het de bestuurder niet te vragen. Ik schop niet graag tegen zere benen. Maar als het minder is, nu, dan heeft Johnny mis schien toch gelijkof schoon Johnny vast wel enige honderdduizenden collega's in de States heeft die ook gloeiend actief zijn en ook met biljoenen smij ten Ik zag niets meer Van de weg en van wat er om me heen gebeurde.... Ik zag alleen al die mil joenen Amerikanen al die biljoenen burgers verorbe ren Van Johnny en Jimmy en Honey en Ray en hoe ze meer heten, deze „wees- eerlijk-in-je-reklame-bur- gers" van de V.S. Jan Wieling

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 19