Kampens theologische hogeschool middelpunt van discussies Groning en en Brussel zijn thans de kandidaten Deens waarnemer ziet verandering in de r.-k. kerk Nauwere samenwerking tussen hervormde en remonstranten TELE-BIBLE SERVICE NIEUWE UITGAVEN Baptisten-jongeren blijven in de oecumene Stop alstublieft dat boek in mij! Zendingscentrum inmmt tl ZATERDAG 14 DECEMBER 1963 E*bij PAGINA VIJF H m is» i I* min Boeiende rondreis door Nederlands prehistorie „DE WERELD VAN HET ROMAANS" door Elisabeth H. Korevaar-Hesseling (Elsevierpockets, Amsterdam). „HEER HAAS OP HET HAZEPAD", door Muriel Holland, vertaald door Joh. M. Couturier, plaatjes Edgar Norfield. Moet „Kampen" worden opgeheven? Er zijn gerefor meerden, die vinden dat het eigenlijk weinig zin meer heeft om de theologische hogeschool van de gereformeerde kerken in Kampen te handhaven, nu daar nog maar zo weinig studenten studeren. In het blad „De Strijdende Kerk", orgaan van de gereformeerde stichting gemeente- toerusting geeft ds. B. J. Aalbers als zijn mening dat men in elk geval niet toekan met één theologisch opleidings instituut. Concentratie van de theologische vorming aan één enkele instelling acht hij onjuist, gezien de omvang van de gereformeerde kerken, de verhouding tot de andere kerken en de enorme oecumenische en apostolaire opgaaf waarvoor de gereformeerde theologie zich momenteel gesteld ziet. Hij geeft verschillende suggesties. Zo beklemtoont hij dat de theologische fa culteit aan de Vrije Universiteit moet blijven bestaan. Echter zouden krach tige pogingen moeten worden gedaan dat de hervormde kerk evenals aan de rijksuniversiteiten enige kerkelijke hoog leraren aan de theologische faculteit van de Vrije Universiteit benoemt en de examens van de Vrije Universiteit erkent. De schrijver vindt dat het hoog tijd wordt dat de hervormde kerk haar oecumenische gezindheid ook op dit ge bied in daden omzet en dat er formele mogelijkheden worden geopend voor deze gang van zaken. Groningen Hij stelt verder voor dat de gerefor meerde kerken de theologische hoge school overbrengen naar een andere universiteitsstad en zoeken naar een vorm van samenwerking met de theo logische faculteit aldaar. Hij denkt bij voorbeeld aan Groningen als daarvoor geschikt, mee met het oog op sprei ding in ons land. Ds. Aalbers vindt het niet juist in het huidige stadium iets dergelijks aan alle rijksuniversiteiten in Nederland te doen. Wel acht hij het het overwegen waard of geen medewerking zou kunnen worden verleend aan de theologische faculteit te Brussel. Dit zou dan ook in een zodanige vorm van samenwer king moeten, dat deze faculteit ook voor de gereformeerden aanvaardbaar zou kunnen zijn. Belangrijke gedachte ..De gedachte zou belangrijk zijn" vindt de schrijver, „niet alleen voor een kerkelijke doorvoering van de Be- nelux-idee, maar ook vanwege de sprei ding'van opleidingscentra, de steun van hét protestantisme in België en het zui den 'van ons land en de mogelijkheid om in de komende sterkere ontmoeting 0000000000**0000000000000000000000000000*, Professor Kristen Skydsgaard, Deens waarnemers bij het Vaticaanse concilie voor de Lutherse wereldfederatie, heeft het schema voor de christelijke een heid „een grote stap vooruit" genoemd, „waarvan we een paar jaar geleden niet hadden kunnen dromen". Uit sommige passages in de toespra ken van het huidige debat en ook uit enige gedeelten van het schema blijkt echter dat de eenheid alleen vanuit de rooms-katholieke gezichtshoek wordt bekeken, „alsof alle andere kerken die eenheid moeten vinden, die aan de rooms-katholieke kerk alleen gegeven is". Men spreekt alsof alleen de rooms- katholieke kerk de volheid van Chris tus en de volheid van de genade bezit. Op deze manier blokkeert de rooms- katholieke kerk de weg naar het be grijpen van de houding van niet-ka- tholieke kerken, aldus ds. Skydsgaard. De sterke nadruk op de hiërarchie, in het schema over de kerk, noemde ds. Skydsgaard „vreemd en onaanvaard baar". Dit schema bevat echter gedach ten van fundamenteel christelijke en reformatorische waarde, zei hij- „Er zijn tekenen, die er op wijzen, dat de rooms-katholieke kerk een innerlijke verandering doormaakt, van een in zich zelf besloten rooms-katholicisme, auto ritair en juridisch, tot een meer open, dienende en vrijere kerk". Ds. Skyds gaard is hoogleraar in de Semantische theologie aan de universiteit van Kopen hagen. Het centraal Comité van de Neder landse Baptisten Jeugd Beweging heeft besloten volop te blijven meedoen in het werk van de Oecumenische Jeugd raad. De Unie van Baptisten Gemeen ten heeft in het voorjaar besloten het lidmaatschap Van de Wereldraad van Kerken om te zetten in een waarne merschap. Meerderen waren van gevoelen dat pok de jongeren zich aan het Oecume nisch jeugdwerk moesten onttrekken. Op de vergadering in Zwolle besloot men echter met meer dan tweederde van het aantal stemmen het eigen ge luid van de jongeren naar voren te brengen en in het oecumenisch jeugd werk geheel te participeren. met de rooms-katholieken, juist in de zuidelijke streken een zekere specialisa tie gezamenlijk te bevorderen." Ds. Aalbers wil de instelling in Kam pen handhaven. Alleen wordt die omge zet in een seminarie van de gereformeer de kerken. In dit seminarie worden de studenten samengebracht, die elders (Amsterdam-Groningen-Brussel) hun theologische opleiding kregen. In een periode van bijvoorbeeld vier maanden wordt nog een sterke praktisch-gerich- te scholing gegeven, terwijl tevens za ken als nu in peremptoir examen zit ten, hier worden ondergebracht. Hét seminarie dient dus een zuiver kerkelijk-gereformeerde zaak te zijn. Tevens zou men hier volgens ds. Aal bers onder moeten brengen een nascho lingscentrum voor de predikanten. Het vraagstuk van de pastor pastorum dient eveneens binnen dit kader tot een oplos sing te worden gebracht. Wat de ge bouwen in Kampen betreft zou men vol staan met de bouw van een goed inter naatsgebouw, meent ds. Aalbers. E.. Wil tmm {«i iftV wij **Wp' '0000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000M Het moderamen van de generale sy node der Nederlandse hervormde kerk en de commissie tot de zaken der remonstrantse broederschap hebben gezamenlijk een schrijven gericht tot de kerkeraden van hun gemeenten, waarin zij wijzen op de wenselijkheid van nader contact tussen beide kerk gemeenschappen. Een theologische commissie bestaande uit gedelegeerden van beide kerkgemeenschappen heeft verschillende theologische geschilpun ten nader doordacht, waarbij veel meer dan voorheen een overeenkomstige ge richtheid aan de dag is getreden. De onderlinge verhouding tussen de hervormde en de remonstrants-gere- reformeerde gemeenten vertoont een grote verscheidenheid, in verschillen de gemeenten hebben reeds ontmoetin gen plaats tussen de kerkeraden. In het bovengenoemde schrijven wordt er nu op aangedrongen bij deze contacten ook de leden der gemeenten te betrekken, bijvoorbeeld door het be leggen van gemeenteavonden. Ook het bijwonen van elkanders kerkdiensten wordt aanbevolen. In het bijzonder •0000000000000000000000000000000000000000' Mrs. Frances Stanford vertoeft al twintig jaar in de binnenlanden van de Ivoorkust- Ze leert er de Gouro-taal en zet het gesprokene in schrijftaal om. De plaatselijke bevolking zorgde voor het onderricht. Jongetjes trokken bij voorbeeld aan hun wollige krullen en noemden dan het Gouro-woord voor „haar". Toen zij haar eerste Gouro-boek had geschreven, kwamen de Gouro-christe- nen rondom haar zitten. Eén stak het boek naar voren en zei: „Stopt u dat alstublieft in mij", op die manier vra gend of hij mocht leren lezen. Mrs. Stanford vertaalde eerst het evangelie van Marcus, daarna het ge hele Nieuwe Testament en nu is zij be zig de hele bijbel in de Gouro-taal over te zetlen. In Zürich kan men nu boodschappen van anderhalve minuut lengte horen als men nummer 051/27.36.36 belt. De boodschappen zijn gebaseerd op de bij bel. De medewerkers aan deze „Tele-Bi- ble Service" zijn predikanten en pries ters. In St. Gallen werkt dit systeem nu al een jaar. Men krijgt gemiddeld vierhonderd telefoontjes per dag. Maar het bijzondere van Zürich is dat daar protestanten en rooms-katholieken sa menwerken. De kapel van het zendingscentrum in Baarn zal op 16 december in gebruik worden genomen. Het ligt in de bedoe ling dat de voorzitter van generale zendingsdeputaten, dr. J. C. Gilhuis, de kapel ten geschenke aanbiedt aan de voorzitter van de generale synode van de gereformeerde kerken in Nederland, dr. P. G. Kunst. In de hierop volgende dienst zal ds. B. Richters, directeur van het zendings centrum te Baarn, voorgaan. Voor deze dienst is een bijzondere liturgie ontwor pen. De bouw van deze kapel is mogelijk geworden dankzij vele giften. De ka pel zal worden gebruikt voor de mor genwijdingen en de avondsluitingen van het personeel en de conferentiegan gers. Het ziet er naar uit, dat veel bruids paren in Baam van deze kapel gebruik zullen maken voor een trouwdienst. De kapel leent zich hiertoe uitstekend. wordt aandacht gevraagd voor het ge meenschappelijk overleg inzake datge ne wat in de oecumene in brede zin aan de orde is. Dit zou tevens kunnen inhouden een beraad over de arbeid der zending, de betekenis van de oe cumenische zondag en de voorberei ding voor de collecten voor oecumeni sche hulp. Dat reeds besloten is deze onderwer pen jaarlijks op dezelfde zondagen in de gemeenten aan de orde te stellen kan daarbij een goed uitgangspunt zijn. Tenslotte vragen de beide kerken met nadruk aan de kerkeraden kanselruil en gemeenschappelijke avondmaalsvie ring te overwegen. „VOGELS DER WERELD" door Hans Hvass (Moussault's uitgeverijen n.v., Amsterdam). De serie natuurgidsen van Moussault is een welkome aanvulling op de reeds bestaande populaire werken over onze dierenwereld. In deze kolommen heb ben we al eens een lovend oordeel ge geven over het eerste werk in deze serie, dat aan de prehistorische die ren was gewijd. In dit boek over vo gels mist men de dimensie van de tijd, die aan het werk over de oertijd en de ontwikkeling van de dierenwereld zijn eigen fascinerende karakter geeft, maar ook hier is de gebruikte formu le toch weer zeer dankbaar: duidelij ke gekleurde tekeningen, die de ver schillen tussen de soorten goed laten zien. De illustraties van Wilhelm Ei gener zijn aantrekkelijk en zeer be langrijk is de rol, die Rinke Tolman bij het totstandkomen van de Neder landse uitgave heeft gespeeld: niet al leen heeft hij de vertaling verzorgd, maar hij heeft het boek ook aange past aan de Nederlandse omstandighe den. W000000000000W00000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000' Bij Van Gorkum in Assen is een bo'ekje verschenen van dr. Benigho van Luijk o.s.a. over „Voorspel, ont wikkeling, oordeel rondom Luther". De schrijver zegt in de inleiding te stre ven naar een objectief beeld, maar de tekst van het boekje wijst helaas in een andere richting. De schrijver werkt namelijk regelmatig met waarde-oorde- len, die het boek een nadrukkelijk rooms-katholiek stempel geven. Het boek geeft een handzaam over zicht van een bewogen tijd, compleet met een chronologisch register. Maar het zou meer waarde hebben gehad als de schrijver inderdaad objectief de ver schillende standpunten tegenover elkaar had gezet. Nu blijft het bij een opper vlakkige beschouwing, waarin de leer- verschillen eigenlijk maar een zeer klei ne plaats innemen. ..Les Eglises Wallonnes des Pays- Bas" is een uitgave van L'Echo des églises wallonnes. Voorafgegaan door boodschappen van pasteur P. Bourguet, president van de nationale raad van de hervormde kerk in Frank rijk en van dominee P. G- van den Hooff, president van de Nederlandse hervormde synode, biedt dit boekje in formerende artikelen over de Waalse gemeenten in ons land, die zijn opgeno men in het hervormde kerkverband. „De Waalse gemeenten hebben in de eeuw van het ontstaan van de Gerefor meerde Kerk in de Nederlanden een belangrijke invloed gehad op het be lijden en de ordening van het kerkelijke leven. Het is ook aan hen te danken, dat naast de Heidelbergse Catechismus die van Genève in ons land de hem toe komende plaats heeft" schrijft ds. Van den Hooff. Men kan in het boekje lezen hoe in 1586 in Haarlem de Waal se gemeente werd gesticht met als voorganger de uit Antwerpen gevlucht- te Jean Taffin. In een slotbeschouwing wordt opge merkt dat de Walen geen „snobs" zijn omdat ze een kerk bezoeken, waar Frans wordt gesproken, hoewel ze Ne derlanders zijn. Zij herinneren zich dat deze kerk „de moederkerk" van de her vorming in de lage landen is ge weest en zij hebben ook gemerkt dat de nauwkeurigheid en de helderheid van de Franse taal, gecombineerd met de grote aandacht, die zij vereist, hen heeft geleid tot een verdieping van hun gedachten en geloof. Het eerste Kerstnummer ligt ook al weer voor ons: „De Strijdkreet" van het Leger des Heils. Een zeer opmer kelijk onderdeel in de weer rijk ver zorgde uitgave is een serie bijdragen van bekende Nederlanders, aan wie de vraag was voorgelegd: „Wat is uw meest geliefde Bijbeltekst?" Een merk waardige bijzonderheid in deze serie bijdragen, waarbij een zeer treffende van Godfried Bomans, is dat mgr. Bekkers als enige, zich niet alleen bij de bijbel houdt. Hij noemt nog een ci taat, namelijk van Teilhard de Chardin. Het hoofdbestuur van de Vereniging van Kerkvoogdyen in da Nadariandee hervormde kerk heeft een aardig boek je samengesteld onder de titel „Ru'ith- te", dat de jonge leden een inzicht geeft in de organisatie van de kerk. Dat daarbij veel aandacht komt te val len op het werk van de kerkvoogdij is in dit kader natuurlijk met verwonder lijk. Alleen hebben we een uiteenzet ting over de taak van de ouderlingen gemist. OP HET GEBIED van de archeo logie bestaat een duidelijke wissel werking: de belangstelling ervoor neemt sterk toe, hetgeen leidt tot het ontstaan van nieuwe boeken over dit onderwerp, die op hun beurt de be langstelling weer stimuleren. Het is verheugend dat naast de grote stroom van werken over de historie van oude volken in oost en west nu ook de oudste geschiedenis van onze eigen streek steeds meer in de belangstel ling komt. In het zojuist verschenen werk van L. Th. Lehmann en Bert Schierbeek 1) kunnen wij een boek begroeten, dat niet alleen een uit stekend overzicht geeft van wat wij op dit moment van onze eigen pre historie weten, maar ook boeiend is geschreven SPELENDERWIJS LEERT men „ar cheologisch denken", hetgeen heel vaak betekent dat men niet te snel conclu sies moet trekken. Men ontdekt, dat de vondst van een enkele vaas of beker, van een enkel graf of paalgat er soms toe kan leiden, dat men een gevestigde opvatting geheel moet herzien. Dat men een onderwerp als dat van dit boek nooit precies kan begrenzen komt door lopend tot uiting. De schrijvers voeren de lezers mee naar Canada om te de monstreren hoe onze „rendierjagers" zullen hebben geleefd en zij besteden grote aandacht aan de verhalen van Herodotus over de „Scythen", die door zijn eigen tijdgenoten niet werden ge loofd, maar nu nog erg bescheiden blij ken te zijn geweest, want dit volk moet zelfs in onze streken hebben geleefd. Het ls een merkwaardige sensatie te lezen hoe de Oostenrijkers ook al in de grijze oudheid in korte broekjes lie pen, kleine hoedjes op hun hoofd zet ten en waarschijnlijk al jodelden. Al leen waren het toen grote vechtersba zen, die met strijdwagens ook onze streken onveilig hebben gemaakt. ..MENS EN GRONDSPOOR" is een Ideaal boek voor diegenen, die ook eens wat over archeologie willen weten. Maar de kans is zeer groot, dat het voor hen dan een begin zal blijken te zijn van een verdere verdieping van de zojuist opgedane wetenschap. Want de prehistorie van Nederland is een uiter mate boeiend onderwerp. Dat laten Lehmann en Schierbeek in dit boek wel duidelijk zien, ook door middel van treffende foto's. 1) „Mens en grondspoor", silhouetten der Nederlandse prehistorie, door L. Th. Leh mann en Bert Schierbeek (Heijnis n.v., Am- „EXOTISCHE VOLlèRE-VOGELS en CACTUSSEN EN VETPLANTEN in kleur. De n.v. uitgeversmij Kosmos, Am- ster dam-Antwerpen, heeft de liefhebbers zeer aan zich verplicht met deze twee stevige boekjes, waarin een keur van kleurenfoto's over de genoemde onder werpen is opgenomen. M. Legendre schreef de tekst over de vogels, waarbij J. Niepce de illu straties verzorgde en R. R. P. van der Mark de Nederlandse bewerking, H. Rose die over de vetplanten, waarbij G. D. Duursma de tekst bewerkte. Ook hier zijn de foto's van Niepce, die een groot liefhebber blijkt te zijn van kleu rige achtergronden. „DE SLAG IN DE JAVAZEE" door Oli ver L. Gordon. Prisma-pocket. Vertaling: Ton Stam. De commandant van het Britse oor logsschip Exeter Oliver L. Gordon beschrijft na zijn pensionering de slag in de Javazee. Aan de hand van zijn-dagboek verhaalt hij wat hem en zijn kameraden te wachten stond in de Japanse concentratiekampen. „DE FUNCTIE VAN DE KUNST in onze tijd', een serie voordrachten (Ser- vire-pocket, Den Haag). Dit boekje bundelt de tekst van een reeks voordrachten, gehouden tijdens een symposion van de Sociëteit voor Culturele Samenwerking te Den Haag. De functie van de litteratuur wordt be handeld in een uitvoerig essay van prof. dr. J. M. M. Aler, hoogleraar te Leiden, waarbij dr. V. E. van Vriesland en Hella S Haasse korte co-referaten le- vepen- Prof. dr. H. Hungerland, hoog leraar aan de Universiteit van San Francisco, schrijft over de functie van de beeldende kunst in onze tijd, waar bij als co-referenten optreden J. B. Ba- kema, architect, en dr. H. R. Rookma- ker, wetenschappelijk hoofdambtenaar aan de Leidse universiteit. Bertus van Lier besluit de rij met een opstel over de functie van de muziek. Eén der beroemde Italiaanse renais sanceschilders: Leonardo da Vinei. „GROTE SCHILDERS van de Renais sance in Italië" door Berenson (Elsevier- pockets, Amsterdam). De Italiaanse Renaissance is een der grootste cultuurtijdperken in Europa geweest. In algemene zin heeft Burck- hardt er reeds in de vorige eeuw hét standaardwerk over geschreven en Be renson mag als de tweede worden ge noemd, maar dan speciaal waar het de beeldende kunsten betreft. Ook zijn boeken dateren van voor de eeuwwisse ling, maar overtroffen is hij door late re onderzoekers niet. Deze pocket be vat vier herdrukken van essays van Berenson, nog altijd zeer lezenswaard en voor iedere leek begrijpelijk, vooral omdat veel uitstekende illustraties de tekst vergezellen. JEZUS VAN NAZARETH" door prof. dr. G. Bornkamm (W. de Haan, Zeist- Antwerpen, Phoenixpocket). Professor Bornkamm geeft in dit boek een overzicht van wat er zuiver Zo zag Rembrandt in een ets het „Ecce Homo". Heeft Pilatus Jezus echt aan het volk getoond of is het legendeHet is één der vragen, die door prof. Born kamm in het boek „Jezus van Nazareth" worden besproken. historisch nu eigenlijk vgn de figuur Jezus van Nazareth bekend is. Hij komt tot de conclusie dat veel beschrij vingen en citaten in de bijbel pas la ter door een gelovige overlevering in de voornamelijk door de schrijver be handelde synoptische evangeliën zijn opgenomen. De beschrijving van het leven van Jezus is dienstbaar gemaakt aan zijn verkondiging, de volgorde van bepaalde episoden wisselt vaak, omdat de evangelisten een bepaalde gebeur tenis vaak gebruikten ter illustratie van een woord van Jezus. De schrijver meent dat aan het wer kelijk bestaan van Jezus niet getwij feld kan worden evenmin als aan zijn sterven en opstanding. Maar terwijl Jezus' verkondiging vaak berustte op wat hij- was, hebben de evangelisten dit duidelijker willen maken voor hun leerlingen door Jezus titels te geven, die hij zelf niet heeft gebruikt, maar waarvan de toepasselijkheid op Jezus de evangelisten pas na zijn dood en opstanding is duidelijk geworden. Het door A. Reisig goed vertaalde boek is sober geïllustreerd. De Gotiek is ten onrechte veelal de meest bewonderde Middeleeuwse cul tuurperiode en men is daarom wel eens geneigd de voorafgaande periode te veronachtzamen. Het is de verdienste van deze schrijfster, dat zij haar licht laat vallen op de Romaanse kunst, die veel meer was dan alleen maar een aan de Gotiek voorafgaand verschijn sel. Vooral in Frankrijk heeft de Ro maanse periode schatten voortgebracht De schrijfster is geen kunsthistorica in de engere zin, maar toch een goede gids langs de Romaanse monumenten, waarvan men de belangrijkste in de illustraties opgenomen vindt „DOKTER IN ALASKA" door A. Co- mandini (H. Meulenhoff, Amsterdam Dit is de levensbeschrijving van dok ter Grafton Burke, de „Schweitzer van Alaska", door zijn echtgenote, een uit stekende biografie over een der eerste Amerikaanse dokters, die zijn leven of ferde ten bate van Indianen en Eskimo's boven de poolcirkel. Het is ook een ont roerend relaas, door zijn vrouw, die hem in alles terzijde stond en een uit voerige beschrijving geeft van de pri mitieve. omstandigheden, die in de eer ste helft van deze eeuw in dit onherberg zame land voorkwamen'n doktersecht paar, dat strijdt tegen onkunde, mis verstand. tegenwerking, verschrikkelij ke ziekten, de duisternis van de pool nacht, de verschrikkelijke koude, de al even verschrikkelijke gebruiken van de primitieve bevolking, die bovendien van de blanke goudzoekers langs de Yukon weinig goed heeft geleerd. Dit is een zeer waarachtig geschre ven boek, honderdmaal beter dan de stroom van romantische doktersro mans en -verhalen die vanaf „Het red dende mes" door George Sava nu al jarenlang een volkomen vals beeld ge ven van wat het betekent een dokter te zijn, vooral als men de praktizerende damesbladhelden-in-witte-jas plaatst tegenover een werkelijke figuur als een Grafton Burke is geweest. De oorspronkelijke titel Mr. Hare and the honey bees, is niet zo gelukkig ver taald want „het hazepad kiezen" is een gevestigde uitdrukking en we moeten de jongelui niet in de war brengen, om dat blijkt dat heer Haas nu net nooit of te nimmer het hazepad kiest. In tegendeel hij is een machtig zelfinge nomen beestje, dat er altijd weer in slaagt zijn mede-dieren op min of meer aardige wijze voor schut te zetten. Ook dit boekje zou nooit geschreven zijn als de auteur Winnie the Pooh niet kende, wat niet zo'n bezwaar is daar het toch wel een aardig produkt in het genre werd. Heel leuke plaatjes. Voor beneden de acht ja ar. <S

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 17