Kampens theologische hogeschool
middelpunt van discussies
Groning
en en Brussel zijn
thans de kandidaten
Deens waarnemer
ziet verandering
in de r.-k. kerk
Nauwere samenwerking tussen
hervormde en remonstranten
TELE-BIBLE
SERVICE
NIEUWE UITGAVEN
Baptisten-jongeren
blijven in de
oecumene
Stop alstublieft
dat boek in mij!
Zendingscentrum
inmmt tl
ZATERDAG 14 DECEMBER 1963
E*bij
PAGINA VIJF
H
m is»
i
I*
min
Boeiende rondreis door
Nederlands prehistorie
„DE WERELD VAN HET ROMAANS"
door Elisabeth H. Korevaar-Hesseling
(Elsevierpockets, Amsterdam).
„HEER HAAS OP HET HAZEPAD",
door Muriel Holland, vertaald door Joh.
M. Couturier, plaatjes Edgar Norfield.
Moet „Kampen" worden opgeheven? Er zijn gerefor
meerden, die vinden dat het eigenlijk weinig zin meer
heeft om de theologische hogeschool van de gereformeerde
kerken in Kampen te handhaven, nu daar nog maar zo
weinig studenten studeren. In het blad „De Strijdende
Kerk", orgaan van de gereformeerde stichting gemeente-
toerusting geeft ds. B. J. Aalbers als zijn mening dat men
in elk geval niet toekan met één theologisch opleidings
instituut. Concentratie van de theologische vorming aan
één enkele instelling acht hij onjuist, gezien de omvang
van de gereformeerde kerken, de verhouding tot de andere
kerken en de enorme oecumenische en apostolaire opgaaf
waarvoor de gereformeerde theologie zich momenteel
gesteld ziet.
Hij geeft verschillende suggesties. Zo
beklemtoont hij dat de theologische fa
culteit aan de Vrije Universiteit moet
blijven bestaan. Echter zouden krach
tige pogingen moeten worden gedaan
dat de hervormde kerk evenals aan de
rijksuniversiteiten enige kerkelijke hoog
leraren aan de theologische faculteit
van de Vrije Universiteit benoemt en
de examens van de Vrije Universiteit
erkent. De schrijver vindt dat het hoog
tijd wordt dat de hervormde kerk haar
oecumenische gezindheid ook op dit ge
bied in daden omzet en dat er formele
mogelijkheden worden geopend voor
deze gang van zaken.
Groningen
Hij stelt verder voor dat de gerefor
meerde kerken de theologische hoge
school overbrengen naar een andere
universiteitsstad en zoeken naar een
vorm van samenwerking met de theo
logische faculteit aldaar. Hij denkt bij
voorbeeld aan Groningen als daarvoor
geschikt, mee met het oog op sprei
ding in ons land.
Ds. Aalbers vindt het niet juist in
het huidige stadium iets dergelijks aan
alle rijksuniversiteiten in Nederland te
doen. Wel acht hij het het overwegen
waard of geen medewerking zou kunnen
worden verleend aan de theologische
faculteit te Brussel. Dit zou dan ook
in een zodanige vorm van samenwer
king moeten, dat deze faculteit ook
voor de gereformeerden aanvaardbaar
zou kunnen zijn.
Belangrijke gedachte
..De gedachte zou belangrijk zijn"
vindt de schrijver, „niet alleen voor
een kerkelijke doorvoering van de Be-
nelux-idee, maar ook vanwege de sprei
ding'van opleidingscentra, de steun van
hét protestantisme in België en het zui
den 'van ons land en de mogelijkheid
om in de komende sterkere ontmoeting
0000000000**0000000000000000000000000000*,
Professor Kristen Skydsgaard, Deens
waarnemers bij het Vaticaanse concilie
voor de Lutherse wereldfederatie, heeft
het schema voor de christelijke een
heid „een grote stap vooruit" genoemd,
„waarvan we een paar jaar geleden niet
hadden kunnen dromen".
Uit sommige passages in de toespra
ken van het huidige debat en ook uit
enige gedeelten van het schema blijkt
echter dat de eenheid alleen vanuit
de rooms-katholieke gezichtshoek wordt
bekeken, „alsof alle andere kerken die
eenheid moeten vinden, die aan de
rooms-katholieke kerk alleen gegeven
is". Men spreekt alsof alleen de rooms-
katholieke kerk de volheid van Chris
tus en de volheid van de genade bezit.
Op deze manier blokkeert de rooms-
katholieke kerk de weg naar het be
grijpen van de houding van niet-ka-
tholieke kerken, aldus ds. Skydsgaard.
De sterke nadruk op de hiërarchie,
in het schema over de kerk, noemde
ds. Skydsgaard „vreemd en onaanvaard
baar". Dit schema bevat echter gedach
ten van fundamenteel christelijke en
reformatorische waarde, zei hij- „Er
zijn tekenen, die er op wijzen, dat de
rooms-katholieke kerk een innerlijke
verandering doormaakt, van een in zich
zelf besloten rooms-katholicisme, auto
ritair en juridisch, tot een meer open,
dienende en vrijere kerk". Ds. Skyds
gaard is hoogleraar in de Semantische
theologie aan de universiteit van Kopen
hagen.
Het centraal Comité van de Neder
landse Baptisten Jeugd Beweging heeft
besloten volop te blijven meedoen in
het werk van de Oecumenische Jeugd
raad. De Unie van Baptisten Gemeen
ten heeft in het voorjaar besloten het
lidmaatschap Van de Wereldraad van
Kerken om te zetten in een waarne
merschap.
Meerderen waren van gevoelen dat
pok de jongeren zich aan het Oecume
nisch jeugdwerk moesten onttrekken.
Op de vergadering in Zwolle besloot
men echter met meer dan tweederde
van het aantal stemmen het eigen ge
luid van de jongeren naar voren te
brengen en in het oecumenisch jeugd
werk geheel te participeren.
met de rooms-katholieken, juist in de
zuidelijke streken een zekere specialisa
tie gezamenlijk te bevorderen."
Ds. Aalbers wil de instelling in Kam
pen handhaven. Alleen wordt die omge
zet in een seminarie van de gereformeer
de kerken. In dit seminarie worden de
studenten samengebracht, die elders
(Amsterdam-Groningen-Brussel) hun
theologische opleiding kregen. In een
periode van bijvoorbeeld vier maanden
wordt nog een sterke praktisch-gerich-
te scholing gegeven, terwijl tevens za
ken als nu in peremptoir examen zit
ten, hier worden ondergebracht.
Hét seminarie dient dus een zuiver
kerkelijk-gereformeerde zaak te zijn.
Tevens zou men hier volgens ds. Aal
bers onder moeten brengen een nascho
lingscentrum voor de predikanten. Het
vraagstuk van de pastor pastorum dient
eveneens binnen dit kader tot een oplos
sing te worden gebracht. Wat de ge
bouwen in Kampen betreft zou men vol
staan met de bouw van een goed inter
naatsgebouw, meent ds. Aalbers.
E..
Wil tmm
{«i iftV
wij
**Wp'
'0000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000M
Het moderamen van de generale sy
node der Nederlandse hervormde kerk
en de commissie tot de zaken der
remonstrantse broederschap hebben
gezamenlijk een schrijven gericht tot
de kerkeraden van hun gemeenten,
waarin zij wijzen op de wenselijkheid
van nader contact tussen beide kerk
gemeenschappen. Een theologische
commissie bestaande uit gedelegeerden
van beide kerkgemeenschappen heeft
verschillende theologische geschilpun
ten nader doordacht, waarbij veel meer
dan voorheen een overeenkomstige ge
richtheid aan de dag is getreden.
De onderlinge verhouding tussen de
hervormde en de remonstrants-gere-
reformeerde gemeenten vertoont een
grote verscheidenheid, in verschillen
de gemeenten hebben reeds ontmoetin
gen plaats tussen de kerkeraden.
In het bovengenoemde schrijven
wordt er nu op aangedrongen bij deze
contacten ook de leden der gemeenten
te betrekken, bijvoorbeeld door het be
leggen van gemeenteavonden. Ook het
bijwonen van elkanders kerkdiensten
wordt aanbevolen. In het bijzonder
•0000000000000000000000000000000000000000'
Mrs. Frances Stanford vertoeft al
twintig jaar in de binnenlanden van de
Ivoorkust- Ze leert er de Gouro-taal en
zet het gesprokene in schrijftaal om.
De plaatselijke bevolking zorgde voor
het onderricht. Jongetjes trokken bij
voorbeeld aan hun wollige krullen en
noemden dan het Gouro-woord voor
„haar".
Toen zij haar eerste Gouro-boek had
geschreven, kwamen de Gouro-christe-
nen rondom haar zitten. Eén stak het
boek naar voren en zei: „Stopt u dat
alstublieft in mij", op die manier vra
gend of hij mocht leren lezen.
Mrs. Stanford vertaalde eerst het
evangelie van Marcus, daarna het ge
hele Nieuwe Testament en nu is zij be
zig de hele bijbel in de Gouro-taal over
te zetlen.
In Zürich kan men nu boodschappen
van anderhalve minuut lengte horen
als men nummer 051/27.36.36 belt. De
boodschappen zijn gebaseerd op de bij
bel.
De medewerkers aan deze „Tele-Bi-
ble Service" zijn predikanten en pries
ters. In St. Gallen werkt dit systeem
nu al een jaar. Men krijgt gemiddeld
vierhonderd telefoontjes per dag. Maar
het bijzondere van Zürich is dat daar
protestanten en rooms-katholieken sa
menwerken.
De kapel van het zendingscentrum
in Baarn zal op 16 december in gebruik
worden genomen. Het ligt in de bedoe
ling dat de voorzitter van generale
zendingsdeputaten, dr. J. C. Gilhuis, de
kapel ten geschenke aanbiedt aan de
voorzitter van de generale synode van
de gereformeerde kerken in Nederland,
dr. P. G. Kunst.
In de hierop volgende dienst zal ds.
B. Richters, directeur van het zendings
centrum te Baarn, voorgaan. Voor deze
dienst is een bijzondere liturgie ontwor
pen.
De bouw van deze kapel is mogelijk
geworden dankzij vele giften. De ka
pel zal worden gebruikt voor de mor
genwijdingen en de avondsluitingen
van het personeel en de conferentiegan
gers.
Het ziet er naar uit, dat veel bruids
paren in Baam van deze kapel gebruik
zullen maken voor een trouwdienst. De
kapel leent zich hiertoe uitstekend.
wordt aandacht gevraagd voor het ge
meenschappelijk overleg inzake datge
ne wat in de oecumene in brede zin
aan de orde is. Dit zou tevens kunnen
inhouden een beraad over de arbeid
der zending, de betekenis van de oe
cumenische zondag en de voorberei
ding voor de collecten voor oecumeni
sche hulp.
Dat reeds besloten is deze onderwer
pen jaarlijks op dezelfde zondagen in
de gemeenten aan de orde te stellen
kan daarbij een goed uitgangspunt zijn.
Tenslotte vragen de beide kerken met
nadruk aan de kerkeraden kanselruil
en gemeenschappelijke avondmaalsvie
ring te overwegen.
„VOGELS DER WERELD" door Hans
Hvass (Moussault's uitgeverijen n.v.,
Amsterdam).
De serie natuurgidsen van Moussault
is een welkome aanvulling op de reeds
bestaande populaire werken over onze
dierenwereld. In deze kolommen heb
ben we al eens een lovend oordeel ge
geven over het eerste werk in deze
serie, dat aan de prehistorische die
ren was gewijd. In dit boek over vo
gels mist men de dimensie van de tijd,
die aan het werk over de oertijd en
de ontwikkeling van de dierenwereld
zijn eigen fascinerende karakter geeft,
maar ook hier is de gebruikte formu
le toch weer zeer dankbaar: duidelij
ke gekleurde tekeningen, die de ver
schillen tussen de soorten goed laten
zien. De illustraties van Wilhelm Ei
gener zijn aantrekkelijk en zeer be
langrijk is de rol, die Rinke Tolman
bij het totstandkomen van de Neder
landse uitgave heeft gespeeld: niet al
leen heeft hij de vertaling verzorgd,
maar hij heeft het boek ook aange
past aan de Nederlandse omstandighe
den.
W000000000000W00000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000'
Bij Van Gorkum in Assen is een
bo'ekje verschenen van dr. Benigho
van Luijk o.s.a. over „Voorspel, ont
wikkeling, oordeel rondom Luther". De
schrijver zegt in de inleiding te stre
ven naar een objectief beeld, maar de
tekst van het boekje wijst helaas in
een andere richting. De schrijver werkt
namelijk regelmatig met waarde-oorde-
len, die het boek een nadrukkelijk
rooms-katholiek stempel geven.
Het boek geeft een handzaam over
zicht van een bewogen tijd, compleet
met een chronologisch register. Maar
het zou meer waarde hebben gehad als
de schrijver inderdaad objectief de ver
schillende standpunten tegenover elkaar
had gezet. Nu blijft het bij een opper
vlakkige beschouwing, waarin de leer-
verschillen eigenlijk maar een zeer klei
ne plaats innemen.
..Les Eglises Wallonnes des Pays-
Bas" is een uitgave van L'Echo
des églises wallonnes. Voorafgegaan
door boodschappen van pasteur P.
Bourguet, president van de nationale
raad van de hervormde kerk in Frank
rijk en van dominee P. G- van den
Hooff, president van de Nederlandse
hervormde synode, biedt dit boekje in
formerende artikelen over de Waalse
gemeenten in ons land, die zijn opgeno
men in het hervormde kerkverband.
„De Waalse gemeenten hebben in de
eeuw van het ontstaan van de Gerefor
meerde Kerk in de Nederlanden een
belangrijke invloed gehad op het be
lijden en de ordening van het kerkelijke
leven.
Het is ook aan hen te danken, dat
naast de Heidelbergse Catechismus die
van Genève in ons land de hem toe
komende plaats heeft" schrijft ds. Van
den Hooff. Men kan in het boekje
lezen hoe in 1586 in Haarlem de Waal
se gemeente werd gesticht met als
voorganger de uit Antwerpen gevlucht-
te Jean Taffin.
In een slotbeschouwing wordt opge
merkt dat de Walen geen „snobs" zijn
omdat ze een kerk bezoeken, waar
Frans wordt gesproken, hoewel ze Ne
derlanders zijn. Zij herinneren zich dat
deze kerk „de moederkerk" van de her
vorming in de lage landen is ge
weest en zij hebben ook gemerkt dat
de nauwkeurigheid en de helderheid
van de Franse taal, gecombineerd met
de grote aandacht, die zij vereist, hen
heeft geleid tot een verdieping van hun
gedachten en geloof.
Het eerste Kerstnummer ligt ook al
weer voor ons: „De Strijdkreet" van
het Leger des Heils. Een zeer opmer
kelijk onderdeel in de weer rijk ver
zorgde uitgave is een serie bijdragen
van bekende Nederlanders, aan wie de
vraag was voorgelegd: „Wat is uw
meest geliefde Bijbeltekst?" Een merk
waardige bijzonderheid in deze serie
bijdragen, waarbij een zeer treffende
van Godfried Bomans, is dat mgr.
Bekkers als enige, zich niet alleen bij
de bijbel houdt. Hij noemt nog een ci
taat, namelijk van Teilhard de
Chardin.
Het hoofdbestuur van de Vereniging
van Kerkvoogdyen in da Nadariandee
hervormde kerk heeft een aardig boek
je samengesteld onder de titel „Ru'ith-
te", dat de jonge leden een inzicht
geeft in de organisatie van de kerk.
Dat daarbij veel aandacht komt te val
len op het werk van de kerkvoogdij is
in dit kader natuurlijk met verwonder
lijk. Alleen hebben we een uiteenzet
ting over de taak van de ouderlingen
gemist.
OP HET GEBIED van de archeo
logie bestaat een duidelijke wissel
werking: de belangstelling ervoor
neemt sterk toe, hetgeen leidt tot het
ontstaan van nieuwe boeken over dit
onderwerp, die op hun beurt de be
langstelling weer stimuleren. Het is
verheugend dat naast de grote stroom
van werken over de historie van oude
volken in oost en west nu ook de
oudste geschiedenis van onze eigen
streek steeds meer in de belangstel
ling komt. In het zojuist verschenen
werk van L. Th. Lehmann en Bert
Schierbeek 1) kunnen wij een boek
begroeten, dat niet alleen een uit
stekend overzicht geeft van wat wij
op dit moment van onze eigen pre
historie weten, maar ook boeiend is
geschreven
SPELENDERWIJS LEERT men „ar
cheologisch denken", hetgeen heel vaak
betekent dat men niet te snel conclu
sies moet trekken. Men ontdekt, dat
de vondst van een enkele vaas of beker,
van een enkel graf of paalgat er soms
toe kan leiden, dat men een gevestigde
opvatting geheel moet herzien. Dat men
een onderwerp als dat van dit boek
nooit precies kan begrenzen komt door
lopend tot uiting. De schrijvers voeren
de lezers mee naar Canada om te de
monstreren hoe onze „rendierjagers"
zullen hebben geleefd en zij besteden
grote aandacht aan de verhalen van
Herodotus over de „Scythen", die door
zijn eigen tijdgenoten niet werden ge
loofd, maar nu nog erg bescheiden blij
ken te zijn geweest, want dit volk moet
zelfs in onze streken hebben geleefd.
Het ls een merkwaardige sensatie
te lezen hoe de Oostenrijkers ook al in
de grijze oudheid in korte broekjes lie
pen, kleine hoedjes op hun hoofd zet
ten en waarschijnlijk al jodelden. Al
leen waren het toen grote vechtersba
zen, die met strijdwagens ook onze
streken onveilig hebben gemaakt.
..MENS EN GRONDSPOOR" is een
Ideaal boek voor diegenen, die ook eens
wat over archeologie willen weten.
Maar de kans is zeer groot, dat het
voor hen dan een begin zal blijken te
zijn van een verdere verdieping van de
zojuist opgedane wetenschap. Want de
prehistorie van Nederland is een uiter
mate boeiend onderwerp. Dat laten
Lehmann en Schierbeek in dit boek
wel duidelijk zien, ook door middel van
treffende foto's.
1) „Mens en grondspoor", silhouetten der
Nederlandse prehistorie, door L. Th. Leh
mann en Bert Schierbeek (Heijnis n.v., Am-
„EXOTISCHE VOLlèRE-VOGELS en
CACTUSSEN EN VETPLANTEN in
kleur. De n.v. uitgeversmij Kosmos, Am-
ster dam-Antwerpen, heeft de liefhebbers
zeer aan zich verplicht met deze twee
stevige boekjes, waarin een keur van
kleurenfoto's over de genoemde onder
werpen is opgenomen.
M. Legendre schreef de tekst over
de vogels, waarbij J. Niepce de illu
straties verzorgde en R. R. P. van der
Mark de Nederlandse bewerking, H.
Rose die over de vetplanten, waarbij
G. D. Duursma de tekst bewerkte. Ook
hier zijn de foto's van Niepce, die een
groot liefhebber blijkt te zijn van kleu
rige achtergronden.
„DE SLAG IN DE JAVAZEE" door Oli
ver L. Gordon. Prisma-pocket. Vertaling:
Ton Stam.
De commandant van het Britse oor
logsschip Exeter Oliver L. Gordon
beschrijft na zijn pensionering de
slag in de Javazee. Aan de hand van
zijn-dagboek verhaalt hij wat hem en
zijn kameraden te wachten stond in de
Japanse concentratiekampen.
„DE FUNCTIE VAN DE KUNST in
onze tijd', een serie voordrachten (Ser-
vire-pocket, Den Haag).
Dit boekje bundelt de tekst van een
reeks voordrachten, gehouden tijdens
een symposion van de Sociëteit voor
Culturele Samenwerking te Den Haag.
De functie van de litteratuur wordt be
handeld in een uitvoerig essay van prof.
dr. J. M. M. Aler, hoogleraar te Leiden,
waarbij dr. V. E. van Vriesland en
Hella S Haasse korte co-referaten le-
vepen- Prof. dr. H. Hungerland, hoog
leraar aan de Universiteit van San
Francisco, schrijft over de functie van
de beeldende kunst in onze tijd, waar
bij als co-referenten optreden J. B. Ba-
kema, architect, en dr. H. R. Rookma-
ker, wetenschappelijk hoofdambtenaar
aan de Leidse universiteit. Bertus van
Lier besluit de rij met een opstel over
de functie van de muziek.
Eén der beroemde Italiaanse renais
sanceschilders: Leonardo da Vinei.
„GROTE SCHILDERS van de Renais
sance in Italië" door Berenson (Elsevier-
pockets, Amsterdam).
De Italiaanse Renaissance is een der
grootste cultuurtijdperken in Europa
geweest. In algemene zin heeft Burck-
hardt er reeds in de vorige eeuw hét
standaardwerk over geschreven en Be
renson mag als de tweede worden ge
noemd, maar dan speciaal waar het de
beeldende kunsten betreft. Ook zijn
boeken dateren van voor de eeuwwisse
ling, maar overtroffen is hij door late
re onderzoekers niet. Deze pocket be
vat vier herdrukken van essays van
Berenson, nog altijd zeer lezenswaard
en voor iedere leek begrijpelijk, vooral
omdat veel uitstekende illustraties de
tekst vergezellen.
JEZUS VAN NAZARETH" door prof.
dr. G. Bornkamm (W. de Haan, Zeist-
Antwerpen, Phoenixpocket).
Professor Bornkamm geeft in dit
boek een overzicht van wat er zuiver
Zo zag Rembrandt in een ets het „Ecce
Homo". Heeft Pilatus Jezus echt aan
het volk getoond of is het legendeHet
is één der vragen, die door prof. Born
kamm in het boek „Jezus van Nazareth"
worden besproken.
historisch nu eigenlijk vgn de figuur
Jezus van Nazareth bekend is. Hij
komt tot de conclusie dat veel beschrij
vingen en citaten in de bijbel pas la
ter door een gelovige overlevering in
de voornamelijk door de schrijver be
handelde synoptische evangeliën zijn
opgenomen. De beschrijving van het
leven van Jezus is dienstbaar gemaakt
aan zijn verkondiging, de volgorde van
bepaalde episoden wisselt vaak, omdat
de evangelisten een bepaalde gebeur
tenis vaak gebruikten ter illustratie
van een woord van Jezus.
De schrijver meent dat aan het wer
kelijk bestaan van Jezus niet getwij
feld kan worden evenmin als aan zijn
sterven en opstanding. Maar terwijl
Jezus' verkondiging vaak berustte op
wat hij- was, hebben de evangelisten
dit duidelijker willen maken voor hun
leerlingen door Jezus titels te geven,
die hij zelf niet heeft gebruikt, maar
waarvan de toepasselijkheid op Jezus
de evangelisten pas na zijn dood en
opstanding is duidelijk geworden.
Het door A. Reisig goed vertaalde
boek is sober geïllustreerd.
De Gotiek is ten onrechte veelal de
meest bewonderde Middeleeuwse cul
tuurperiode en men is daarom wel eens
geneigd de voorafgaande periode te
veronachtzamen. Het is de verdienste
van deze schrijfster, dat zij haar licht
laat vallen op de Romaanse kunst, die
veel meer was dan alleen maar een
aan de Gotiek voorafgaand verschijn
sel. Vooral in Frankrijk heeft de Ro
maanse periode schatten voortgebracht
De schrijfster is geen kunsthistorica in
de engere zin, maar toch een goede
gids langs de Romaanse monumenten,
waarvan men de belangrijkste in de
illustraties opgenomen vindt
„DOKTER IN ALASKA" door A. Co-
mandini (H. Meulenhoff, Amsterdam
Dit is de levensbeschrijving van dok
ter Grafton Burke, de „Schweitzer van
Alaska", door zijn echtgenote, een uit
stekende biografie over een der eerste
Amerikaanse dokters, die zijn leven of
ferde ten bate van Indianen en Eskimo's
boven de poolcirkel. Het is ook een ont
roerend relaas, door zijn vrouw, die
hem in alles terzijde stond en een uit
voerige beschrijving geeft van de pri
mitieve. omstandigheden, die in de eer
ste helft van deze eeuw in dit onherberg
zame land voorkwamen'n doktersecht
paar, dat strijdt tegen onkunde, mis
verstand. tegenwerking, verschrikkelij
ke ziekten, de duisternis van de pool
nacht, de verschrikkelijke koude, de al
even verschrikkelijke gebruiken van de
primitieve bevolking, die bovendien van
de blanke goudzoekers langs de Yukon
weinig goed heeft geleerd.
Dit is een zeer waarachtig geschre
ven boek, honderdmaal beter dan de
stroom van romantische doktersro
mans en -verhalen die vanaf „Het red
dende mes" door George Sava nu al
jarenlang een volkomen vals beeld ge
ven van wat het betekent een dokter te
zijn, vooral als men de praktizerende
damesbladhelden-in-witte-jas plaatst
tegenover een werkelijke figuur als een
Grafton Burke is geweest.
De oorspronkelijke titel Mr. Hare and
the honey bees, is niet zo gelukkig ver
taald want „het hazepad kiezen" is een
gevestigde uitdrukking en we moeten
de jongelui niet in de war brengen, om
dat blijkt dat heer Haas nu net nooit
of te nimmer het hazepad kiest. In
tegendeel hij is een machtig zelfinge
nomen beestje, dat er altijd weer in
slaagt zijn mede-dieren op min of meer
aardige wijze voor schut te zetten. Ook
dit boekje zou nooit geschreven zijn als
de auteur Winnie the Pooh niet kende,
wat niet zo'n bezwaar is daar het toch
wel een aardig produkt in het genre
werd. Heel leuke plaatjes. Voor beneden
de acht ja ar.
<S