ffi Veroudering van de samenleving vormt onontkoombaar dilemma Verbijsterend Keuze van stad is geen toeva Iti 2000 is de meerderheid van de wereldbevolking ouder dan zestig PAGINA ZES Unieke tentoonstelling over de geschiedenis en de cultuur van de joden aan de Rijn in de stad Keulen, die vier maanden duurt mmm Geen slagzin Niet te overzien MONUMENTA JUDAICA De Davidsster op de omslag van het Handboek is het enige voorbeeld van echte joodse kunst onder de vele af beeldingen. (Van onze correspondent) BONN Nog tot 15 februari 1954 (sinds 15 oktober 1963) is in het Keulse Stadtmuseum een tentoonstelling te zien, die instructief, boeiend en vaak ontroerend is. „Monumenta Judaica, 2000 Jahre Geschichte und Kultur der Juden am Rhein" is de titel van de expositie, die 708 cata logusnummers heeft en die urenlang genot voor de aandachtige be schouwer biedt. Vijf afdelingen bevat de „Monumenta Judaica", die is samengesteld uit bezittingen van particulieren en musea uit vele landen van de wereld, ook uit Nederland. In de eerste plaats is er een kort en wellicht een beetje overbodig overzicht van oud-testamentische invloeden op de christelijke kunst. Daarop volgt een hoogst Interessante en door zjjn thema explosief beeld van de politieke, juridische, sociale en economische geschiedenis van de joden in Duitsland. De derde afdeling bevat een aantal voorbeelden van joodse bijdragen aan de kunst, de litteratuur en de wetenschap in Duitsland, de vierde een overzicht van het geestelijke leven der joden ln het Rijnland en de laatste een boeiend beeld van het joodse leven, zoals dit zich afspeelt in de huizen van de gelovigen. Het is geen toeval dat deze tentoon stelling in Keulen wordt gehouden. De bisschopsstad aan de Rijn had in de Romeinse.tijd, kort na het begin van de jaartelling, al een vrij belangrijk joods volksdeel. Het oudste document, dat op de expositie te zien is, is dan ook een bekendmaking in Keulen van een decreet van keizer Konstantijn uit 321 over de positie van de joden. Uit latere documenten blijkt steeds weer dat de in Duitsland levende joden wel iswaar niet gelijkgesteld waren aan de autochtone bevolking, maar dat zij vaak privileges bezaten en zich in geval van nood meestal met succes op de keizer konden beroepen. In de tijd van de kruistochten duiken dan de eerste vervolgingen van en gruwelverhalen over de joden op. Als de pest Europa teistert in de veertien de eeuw, komt het onder meer in Keu len tot moorden op de joden, die dan, mede door het christelijke verbod geld tegen rente uit te lenen en door de uitsluiting van de joden uit de gilden, een sterke positie hebben weten te verwerven in handel en bankwezen. In de daarop volgende eeuwen vergaat het de Duitse joden al niet veel beter, ook al weten zij zich vaak economisch te handhaven. Pas door het humanisme en de be langstelling van mensen als Reuchlin voor het Hebreeuws en het Oude Tes tament ontstond een beter geestelijk klimaat. Documenten bewijzen het: in de achttiende eeuw krijgen de joden in Pruisen en Baden eindelijk een enigszins rechtszekere positie. In het begin van de volgende eeuw gebeurt dat ook in de andere Duitse staten, ook al roert zich hier en daar een oppositie, die zich kennelijk nog niet heeft kunnen bevrijden van de oude gruwelverhalen dat joden het christe lijke sacrament schenden en rituele moorden plegen. Op de tentoonstelling zijn pijnlijke voorbeelden te zien van oude karika turen van joden en gruwelijke beeld romans uit de late middeleeuwen over heiligschennis door joden, die vooruit lopen op de walgelijke hetze in woord en beeld van het naziblad Der Stiirmer. In het politiek, juridisch, sociaal- economische deel van de tentoonstel ling volgt op de periode in de negen tiende eeuw en begin twintigste eeuw, waarin vele joden in Duitsland gelijke rechten hadden gekregen en ook kans hadden gezien door vermogen en adel lijke titels sociaal aanvaard te worden, het gruwelijkste tijdperk uit de ge schiedenis van het jodendom in de diaspora: de nazivervolging. In Keulen wordt de Duitse bezoeker, die wellicht graag vergeet wat er ge beurd is, niets besnaard. Documenten over de onmenselijke vervolgingen, evenals foto's van deportaties en moor den informeren kort, maar duidelijk over dit dieptepunt van de Duitse historie. Daarbij valt op dat het nazis tische antisemitisme wel voorgangers had in de loop der eeuwen en dat moorden op joden meermalen zijn voor gekomen, maar dat de Duitse autori teiten tot aan het Derde Riik als uiter ste maatregel tegen de joden verban ning hanteerden. Door de overheid georganiseerde massamoord op het sinds 2000 jaar op Duitse bodem leven de joodse bevolkingsdeel bleef voor behouden aan de nazi's. Het deel van de tentoonstelling, dat gewijd is aan de culturele bijdrage van het joodse bevolkingsdeel stelt de niet- Rijnlandse bezoeker een beetje teleur, omdat het zich bepaalt tot het Rijn gebied en daarbij het voor de joodse cultuur zo belangrijke Frankfort nog uitsluit. Daardoor blijft dit onderdeel enigszins provinciaal, al zijn er goede stalen van de schilders Oppenheim en Midner te zien. Maar het zwaarste accent van de joodse cultuur lag in Berlijn en figuren van de genialiteit van Liebermann. Tucholsky, Rhein- hardt, mist men in Keulen.. Volledige compensatie krijgt men evenwel in de slotafdeling van de ex positie, waarin het joodse leven van elke dag werkelijkheid wordt. Alle attributen van de religieuze feesten treft men hier aan, chanoeka-kande- laars, gebedsrollen, messen voor de besnijdenis, trouwringen, alles wat de wet, de thora, siert enzovoort. Een wereld van een intensieve, traditiona listische, maar ook zeer intieme reli gieuze cultuur komt tot leven. De voor buitenstaanders vaak onbe grijpelijke joodse gebruiken worden duidelijk terwijl de afkomst ervan uit de oud-testamentische geschiedenis van het joodse volk wordt verhelderd door de uitmuntende catalogus, die dik maar niet duur is. Diegenen, die zich thuis nog verder willen verdiepen in het fascinerende, vaak zo tragische maar ook lichtende verleden van de joden in Duitsland, in het bijzonder aan de Rijn, kunnen in het museum een hand boek kopen, waarin de resultaten van het wetenschappelijke onderzoek, dat voor de tentoonstelling nodig was, zijn neergelegd. De schuld, die de Duitsers op zich laadden tegenover de joden is niet te delgen, noch met herstelbetalingen, noch met herdenkingen en eretentoon- stellingen. De expositie in Keulen moet men dan ook niet in dit verband zetten of zien. Zeker is echter dat zij een waardig monument vormt ter nage dachtenis aan het joodse volksdeel, dat vroeger in het Rijnland woonde, en een eerbewijs is aan de ruim 22.000 joden, die nu nog in de Bondsrepubliek en West-Berlijn wonen. Gedenkteken van Bernhard Marcks te Mannheim met de tekst „Es mahnen die Toten" („De doden waarschuwen"). *0000000000000000000000000000*00000000000000001^*000000000000*000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000 Gedenkteken voor de joodse slachtoffers van de concentratiekampen te Dortmund. van het geboortecijfer en West- Duitsland van 14.7 tot 19,6 door de immigratie van volwassenen van 1955 tot 1960. In de Verenigde Staten zal het percentage stijgen van 12,6 tot 14. zijn, zeker landen. in de hoogontwikkelde De gevangenen, beeld van Otto Zadkine op het Westkerkhof te Keulen. Gymnastiek voor bejaarden: Gezonder leven Het aantal bejaarden neemt toe. Het gaat in vele landen een steeds hoger percentage van de totale bevolking uitmaken. Dat schept een bevolkings vraagstuk en plaatst die landen voor een dilemma dat onontkoombaar is. Weinigen zijn zich nu nog bewust van de vraagstukken die moeten worden opgelost door het „verouderen" van de bevolking. De Unesco heeft aan dit gecompliceerde vraagstuk uitvoerig aandacht ge schonken. Ze heeft in het jongste nummer van het viermaandelijkse tijdschrift „International Social Science Journal" geleerden van naam allerlei aspecten van de „ouderdom" laten belichten. Dat brengt met zich mee, dat bij voorbeeld de bevolking van de lan den van West-Europa bijna tweeëneen half maal zo talrijk zal worden dan nu 't geval is. België zal dan 22 miljoen in woners hebben. Frankrijk 113 miljoen, Groot-Brittannië 127 miljoen en Neder land 25 miljoen. De gevolgen van zulk een ontwikke ling zijn niet te overzien. „Niet alleen zal er dan op allerlei gebieden een te kort gaan optreden men denke aan de voorziening van zulke mensenmassa's met drinkwater, recreatieruimte en het beschikbaar houden van land- en tuin- bouwgronden maar ook zal een on gekend ernstig economisch probleem niet te vermijden zijn". Sauvy schrijft dan: „De enige manier om daaraan te ontkomen zou zijn de ouden van dagen te doden, of het sterf- te-tempo van de mensen boven de der tig jaar te versnellen". Hij voegt er onmiddellijk aan toe dat dit natuurlijk twee uiterste maatregelen zijn. „Maar binnen die twee uitersten zijn talloze tussenoplossingen mogelijk". Hij stelt het kennelijk zo scherp, omdat hij verontrust is over het feit dat aan de ontwikkeling die hij schetst vrijwel geen aandacht wordt geschonken. Uiteraard wordt nergens in deze we tenschappelijke studie gewerkt met de slagzin „het leven begint bij zestig". Maar wel is het zeer duidelijk dat de dertien deskundigen die over de „ouder dom" hun gedachten lieten gaan, van mening zijn dat de bejaarde op vrijwel alle terreinen van het sociale, econo mische en politieke leven een steeds minder te verwaarlozen factor aan het worden is. Een hunner noemt de periode van de ouderdom „de tweede jeugd", in Frank rijk spreekt men van „de derde leeftijd" en in de Verenigde Staten ziet men haar bij uitstek als de tijd voor het beoefenen van allerlei liefhebberijen. In dit verband is de opmerking van Hans Thomae van de universiteit van Bonn interessant. Hij zegt dat de mens De toeneming van het aantal bejaar den tegenover de stijging van de pro- duktie is misschien wel het belangrijk ste verschijnsel van de moderne tijd. Dat is de mening van Alfred Sau- v y, een deskundige verbonden aan het Collége de France. Het speelt zich onder onze ogen af, maar vrijwel niemand ziet het. Men staat er niet bij stil. Het vraagstuk is ontstaan doordat aan de ene kant het aantal geboorten afneemt en aan de an dere kant de mensen steeds ouder worden. Als die lijn niet wordt omgebogen en er is geen reden om aan te nemen dat dit zal gebeuren moet men er rekening mee houden dat na het jaar 2000 de meerderheid van de bevolking van de wereld ouder dan zestig jaar zal Sauvy geeft cijfers over de toeneming van het aantal ouden van dagen in een aantal Europese landen tot 1976. Zijn berekeningen zijn gebaseerd op een ont wikkeling die nu in die landen aan de gang is. Omstreeks genoemd jaar zal het per centage mensen boven de zestig jaar in Oost-Duitsland de recordhoogte van 21,3 bereiken tegen 13,5 in 1960. In Zweden zal dit percentage van 15,9 in 1956 in 1976 waarschijnlijk gestegen zijn tot 21, in België van 17,2 tot 20,4. in Oostenrijk van 16,7 tot 19,7, in Groot- Brittannië van 16,2 tot 19,6 en in Neder land van 12,4 tot 16,4. De stijging zal volgens*Sauvy het ge.- ringste zijn in Frankrijk, namelijk van 16,2 tot 17,3 ten gevolge van de stij ging van het aantal geboorten en op Oost-Duitsland na het hoogst in Italië van 12,6 tot 17,1 door de daling Het is verbijsterend dat in het hand boek ons aangeboden door de West- duitse ambassade van meer dan achthonderd bladzijden niet meer dan zes bladzijden zijn gewijd aan de joden vervolging en van die zes nog geen volle bladzijde aan de massale uitmoor ding van de joden in het Derde Rijk. Nog verbijstender is het dat dit hoofd stuk met opzet zo kort is gehouden met deze motivering: Het economische lot van de joden in het Rijnland, zomede in het gehele Duitse rijk tijdens de na- tionaal-socialistische tijd is zo bekend, dat het niet nodig is daarbij uitvoerig stil te staan. In dit handboek dat de naam draagt van een tentoonstelling die vier maanden duurt om zoveel mogelijk Duitsers met de neus op de feiten van een ver en nabij verleden te drukken, had dit hoofdstuk niet overgeslagen mogen worden. Schuldgevoelens kan men niet uitdrukken met groots opge zette tentoonstellingen die maanden duren en dikke handboeken die de eeuwen trotseren, waarin voor het nageslacht de eigenlijke aanleiding voor dit „monument" wordt afgedaan met een paar regels over de „economische" ondergang van enkele miljoenen land genoten. 'fnnrff/nn/nnffwnMfmmf/nxH) moet leren oud te worden. Hij moet weten op welke wijze hij zich aan zijn stijgende leeftijd kan aanpassen. Daar mee moet eigenlijk al in de jeugd, bij onderwijs en opvoeding, worden be gonnen. Er komt immers een ogenblik dat een mens door zijn leeftijd zich moet los maken uit allerlei maatschappelijke bindingen. Als hij dat niet geleerd heeft, niet weet, dat zijn leven niet voorbij is en dat er nog vele zinvolle mogelijk heden voor hem zijn om als een vol waardig mens te leven, zal zijn ouder dom niets anders kunnen zijn dan een droefgeestig wachten op de dood. De sociale wetenschappen zullen zich veel meer dan tot nu toe dienen bezig te houden met de ontwikkeling die de bevolkingsdeskundigen als onvermijde lijk schetsen. Die ontwikkeling immers (Zie verder pag. 7) Verkeersles voor bejaarden: Veiliger leven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 19