Het leven in de IJmuidense vishal begint 's nachts om 2 uur feaii DINSDAG 17 DECEMBER 1963 ReportageGé van Berkel Foto'sTheo Kühbauch Honderden bakkies Drukste dagen Zwijgend - VIS "'''Ml*!!!" WÊKi Sfl,!: .„J, VIS IS HUN BROOD HET IS DRIE MINUTEN over half een in de nacht als Maarten de Vries, een van de twee IJmuidense porders, bij zijn eerste klant ergens in IJmuiden aanbelt. Wachtend totdat op de slaapverdieping het licht aanfloept, slaat Maarten de Vries zijn gehandschoeide handen tegen elkaar. Het is koud. Boven wordt een gordijn opzij geschoven. „Kom je, Kees", roept de rustverstoorder, die het antwoord niet afwacht. Hij is alweer op zijn bromfiets gestapt, op weg naar de volgende visknecht die hij moet wekken. Behalve op zaterdag maken de porders Chiel Mertens en Maarten de Vries elke nacht hun „sterrit door donker IJmuiden. Gemiddeld zijn in de vishallen tweehonderd man nodig om de nieuwe aanvoer op de markt te brengen. Elke nacht stapt Maarten de Vries om half een op zijn bromfiets om zijn wijk te doen. Eentonig werk? „Ik zou niets anders willen", zegt hij. „Het is niet alleen maar de mensen uit hun bed halen. Je moet de hele nacht en de ochtend daarna zorgen dat er altijd voldoende mensen zijn om de schepen te lossen. Als ie als porder niet voldoet, als je de boel in de soep laat lopen, gooien ze je d'r uit en nemen ze een ander". Maarten de Vries rustverstoorder van beroep In IJmuiden worden elke nacht velerlei soorten vis op de markt ge bracht. Voor het begin van de afslag worden de partijen terdege door de handelaren bekeken Dicht opeen wachten de vissers schepen langs de vishal tot hun los- uur heeft geslagen. De heer De Boer is in feite de man die aan de touwtjes van het IJmuidense vis- losbedri.jf trekt. Hij moet zich voortdurend op de hoogte stellen van het aantal sche pen dat in IJmuiden kan worden ver wacht en van de grootte van hun vang sten. Aan de hand van die gegevens laat hij de nodige havenarbeiders porren en deelt hij de losploegen in. De arbeiders zien op lijsten welke schepen zij moeten lossen en in welke ploeg zij zijn ingedeeld. Elke man of hij nu op het schip, op de wal of in de hal werkt, maakt deel uit van een goedgesmeerde machinerie. Daarom moeten steeds arbeiders in re- voor de eerste afslag om 7 uur klaar te zetten. Haring, schol, tong, wijting, kabel jauw, schelvis, heilbot en andere zeebe woners vullen de duizenden kisten. De sorteerders weten er wel raad mee. Blin delings werpen ze de platvis meters ver weg kletsend in de bakken, groot bij groot, klein bij klein. Honderderf kleine haaien grijnzen naar netjes op rijen gelegde schelvissen. Bergen haring, glinsteren met blauwe en rode weerschijn in het lamp licht. Hier en daar kijkt een reder bij het sor teren toe. „Als het even kan ben ik er altijd bij," zegt een ronde Katwijker. ..Nee niet om te kijken of de vangst meegeval len is, maar om een oogje in het zeil te houden dat er geen partijtje zo maar verdwijnt. Tja, dat gebeurt hier nog al eens een keertje Of hij niet liever zou willen dat Kat wijk een eigen haven had, vragen we. „He lemaal niet," krijgen we ten antwoord. „Kijk 'ns, hier in IJmuiden liggen we best naar ons zin We gaan zo nu en dan eens kijken hoe de schuit er bij ligt en daar mee is de kous af. Als Katwijk zelf een Overzicht van de drukte in de IJmui dense vishal tijdens een afslag. De vis in de IJmuidense haven wordt nog altijd gelost met de mand die over de losplank wordt gesleept. haven had, waren de eigenaren en schip pers bij wijze van spreken niet van hun schip weg te slaan. We hebben het nu veel rustiger zo, ons schip hier in de ha ven en wij in Katwijk. Wat mij betreft, houwen zo. en zo denken de meeste Kat wijker vissers er over." DE VISHAL heeft twee kantines, een oude en een nieuwe. In de oude kantine is het altijd het drukst. Er zijn nooit ver veloze banken genoeg om ieder die tij dens de schaft bij een kop koffie zijn brood komt opeten een zitplaats te bie den. Buffetchef Ben Oldenburg tapt in een nacht honderden „bakkies" en hij doet dat zonder een druppel en een seconde te verliezen. Toch is er tussen het vullen van de kopjes door altijd nog wel tijd over voor een kwinkslag. In de hal ligt de vis op de afslagers en kopers te wachten. De handelaren heb ben hun ogen al lang te voren over de verschillende partijen laten gaan. Hoeveel heden en prijzen spelen door hun hoofd. Ze maken bedekte notities in boekjes en groeten terloops een concurrent. „Die hangt natuurlijk weer bij de tong rond waar ik wel wat van kan maken". De afslag zelf is voor de niet ingewij de een gebeurtenis waaraan hij geen touw kan vastknopen. HET BRABBELTAALTJE van de af slager in de hal zijn er verscheidene tegelijk bezig is voor de kooplieden echter even duidelijk als waren de prij zen met krijt op het bord geschreven. Alleen gaat het met de mond heel wat sneller. De handelaren mijnen met een bijna onmerkbare hoofdbeweging. En mochten er twee of meer gegadigden voor een partij gelijktijdig gemijnd hebben dan beslist de marktmeester wie de eerste was. Geprotesteerd wordt er vrijwel nooit. Op 't ogenblik worden in de IJmuidense vishal proeven genomen met een elektri sche mijntoestel, zoals ook bij bloemen en groenteveilingen wordt gebruikt. Vele vishandelaren die op de IJmuidense af- De grotere vissen worden zorgvuldig gesorteerd. Hier laat een visknecht een flink exemplaar een luchtreisje maken naar de kist waarin hij hoort. Ben Oldenburg honderden warme „bakkies" per nacht slag kopen hebben het nog niet erg op de ze moderne manier van mijnen begrepen. Het mondelinge afslaan zoals dat jaar en dag in de vishal gebeurt, paste echte- volgens het Staatsvissershavenbedrijf niet meer in deze tijd, al zou het alleen maar zijn omdat elke afslag met al die door elkaar lcpende afslagers, havenarbeiders, halpolitie, handelaren en visknechten af en aan rijdende transportwagens en het gesleep en gesjouw met kisten vis, bepaald een chaotische aanblik biedt. En dat het niet alleen de buitenstaanders zijn die de ze indruk krijgen bewijst de kernachtige karakteristiek die een tussen de vis ver grijsde koopman van de IJmuidense vis hal gaf: „Een gekkenhuis is 't. Maar de vis is nu eenmaal mijn brood. En zo den ken ze er hier allemaal over. Maar een gekkenhuis blijft 't." DE MAANDAG en de vrijdag zijn voor ons de drukste dagen. Dan komen ruim honderd schepen aan de markt. Op ande re dagen ligt het aantal schepen dat ge lost moet worden tussen de dertig en veertig." Dat zegt de heer Lykele de Boer, de bedrijfsleider van de vislossers. De heer De Boer is vroeger ook porder ge weest. „Voor elke man die je toen porde kreeg je een kwartje in de week. Al die sociale voorzieningen van tegenwoordig waren er niet bij. Nu krijgen de porders zelfs vakantiegeld." ELKE NACHT begint het leven van de IJmuidens vishal om klokslag twee uur De vuurtoren maait zijn lichtbundels door de met nevels gevulde nacht. De lampen op de afgemeerde schepen werpen lange schaduwen op de dekken en de loskade. De masten dragen een koepel van zwart fluweel. Zo nu en dan ploft een ongedul dige motor door de stilte. Aan de loswal is voor het kleinste scheepje geen gaatje meer vrij. De eerste beurt is volgeboekt. Maar geen seconde vroeger of later dan de twee uur die de klok in de vishal aan wijst worden de losplanken aan boord ge schoven. En meteen ook is de vishal, zo even nog leeg en verlaten, vol bedrijvig heid. Op de trawlers en loggers worden de luiken opengetrokken. De winchmannen op de wal laten hun eerste mand door het gat zakken en de reepmannen geven het teken „Halen maar". Meer glijdend dan lopend op hun klompen slepen de lossers de meer dan volle vismanden achter zich aan over de losplank de vishal in. Een schol zo groot als een dienblad tuimelt tussen schip en wal en zigzagt langzaam in de diepte. Hoe meer vissersschepen ge lost worden, hoe hoger de verdiensten. In de scheepsruimen waar het koud is als in een koelcel wordt de vangst met grote schoppen in de manden geschept. Ook hier wordt arbeidsvermogen in guldens geme ten. Jaagden pas nog de vissers op de vis sen. nu jaagt de vis de lossers op naar een nog hoger werktempo. serve worden gehouden om zo nodig direct te kunnen invallen. De heer De Boer is dan ook overal in de hal of op de kade aanwezig om bij elke hapering in het los- apparaat te kunnen ingrijpen. IN DE KILOMETERLANGE hal wordt hard maar zwijgend gewerkt om de vis

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 6