flr. Fuad Hamxeh,
De Congolees en
Minja uit Taganjika
Fernando de NadatSpaanse batting
lijks toegevoegd aan alle edities van
Dagblad/Oprechte Haarlemsdhe Courant
en IJmuider Courant
HET KERSTFEEST is een gebeur
tenis waarvan de strekking niet buiten
de begripssfeer van een Moslim valt.
Christus is niet de zoon van God, zo
meent de Mohammedaan. Maar de
historiciteit van Christus staat vast.
Worden Hij en de Maagd Maria niet in
de Heilige Koran genoemd? Stellig was
hij een voorstreffelijk mens en een be
langrijk profeet. Zoals Mozes er één
was en in later tijd de grote Mohammed.
Al heeft Christus voor hem dan niet een
centrale plaats als Heiland en Verlosser,
het christelijk kerstfeest komt de Mos
lim geenszins onbegrijpelijk voor. En
zeker niet een Jordaniër als de 36-jarige
dr. Fuad S. Hamzeh werkzaam bij de
Arabische afdeling van de Wereldom
roep. Want in Jordanië is Christus' ge
boorteplaats gelegen. En dr. Hamzeh
en zijn vrouw, nu eveneens in Hilver
sum werkzaam, hebben enkele malen
de nachtelijke mis in de Bethlehemse
geboortekerk bijgewoond. „Een indruk
wekkend gebeuren". Dr. Hamzeh zegt
dat zonder ironie. En dat terwijl het
voor buitenstaanders een drievoudige
en daardoor ietwat verwarrende plech
tigheid betreft. In die kerk staan drie
altaren. Voor de Rooms-Katholieken, de
Grieks-orthodoxen en de Armeense
kerk. Drie christelijke richtingen in één
en hetzelfde gebouw, niet zonder luid
ruchtigheid elkaar overtroevend in de
toewijding aan één en hetzelfde Chris
tuskind.
Drie maal buitenlanders en de Nederlandse Kerst
IN DE MEER WERELDSE kant van
de feestelijkheden willen de Jordaanse
Moslims trouwens wel delen. Dr. Ham
zeh zegt, dat de verdraagzaamheid in
zijn land groot is. „Ik heb veel chris
telijke vrienden, er komen gemengde
huwelijken voor, een van mijn broers
is getrouwd met een christin." Het Jor
daanse kerstfeest wordt gekenmerkt
door een grote openheid, gerichtheid
naar buiten. „De mensen lopen op
straat, zitten bij de kerstbomen in de
restaurants, gaan bij elkaar op bezoek
zonder dat je eerst een afspraak moet
maken."
Zes jaar geleden kwam het toen pas
getrouwde echtpaar Hamzeh naar Ne
derland om bij de Wereldomroep te
werken. In Hilversum bewoonden zij
aanvankelijk gemeubileerde kamers. Ze
waren er omgeven door een grote een
zaamheid, deze mensen, plotseling over
geplaatst uit een open„ over-gastvrije
Arabische wereld naar de benepen
knusheid van de Hollandse binnenka
mer. Zonder vrienden, slechts in moei
zaam contact met Nederlanders wier
(gaarne getoonde) kennis van het En
gels vaak niet veel verder ïeikte dan
yes en no en right en left.
Vooral die eerste Kerstmis-1957
staat in hun herinnering als een mo
nument van kilte en verlaten-zijn.
HET IS DUIDELIJK: dit oergezelli
ge vaderlandse kerstfeest vormde voor
dr. Hamzeh het tegendeel van wat hij
in Jordanië gewoon was. En zijn vrouw
zegt, onafhankelijk van haar man, met
andere woorden hetzelfde: „Nederlan
ders vieren 't kerstfeest in afzondering,
zij sluiten zich op in hun huizen, de
straten zijn leeg.wat een verschil
met Jeruzalem...." En hij: „Met oud
jaar precies hetzelfde. Mijn vrouw
had toen niet gekookt, we wilden er
gens gaan eten, alles was dicht of ge
reserveerd. Met een lege maag moesten
we het nieuwe jaar in."
In zeven jaar tijd zijn zij steeds
meer Nederlander onder de Nederlan
ders géworden. De vriendenkringgroei
de, zij ontvangen nu bij eigen huiselijke
haard en worden ontvangen. En natuur
lijk branden zij met Kerstmis kaarsen,
tuigen een kerstboom op, eten het kerst
maal en drinken een glas met de be
zoekers (een intellectuele Jordaniër
gaat wat dat glas betreft verder dan
een woestijn-Arabier uit het land van
Ib'n Saoed).
De weemoed om Jordanië is dus
zachtjes verdampt in de warmte van
de Hollandse vriendenkring. Die beslo
tenheid van het leefklimaat hier heeft
trouwens positieve kanten, zo heeft
Fuad Hamzeh ervaren. Want is de al
les omvattende en alle huizen doordrin
gende broederlijkheid der Arabieren
niet tevens een voortdurende aanslag
op de privacy? De Jordaniër, bij wie
een vriend zonder kloppen of afspraak
komt oplopen, is geen meester meer
van zijn tijd. Werk, studie, uitstapje
'zij moeten "wachten zolang het de
gast belieft te toeven. Gastvrijheid is
naast deugd ook volstrekte plicht, met
alles wat er bijstaat.
HET BASTION van het privé-leven,
in Nederland zo sterk, stelde deze ju
rist van de universiteit van Jeruzalem
bij al zijn werk voor de radio in staat
tot voortgezette studie. Hij schreef een
proefschrift over internationale arbi
trage, waarop hij in Amsterdam bij
prof. Tammes is gepromoveerd.
Fuad Hamzeh en zijn vrouw zijn Jor
daans gebleven maar ook Nederlands
geworden. Tussen deze twee zal hun
hart steeds balanceren. Ook als zij naar
Jordanië terugkeren waar juristen
schaars zijn. Dat is het klimaat van
mensen, die het vermogen bezitten zich
in meer levensverbanden thuis te voe
len.. Deze Kerstmis vieren zij nog in
Hilversum, zo Nederlanders als 't maar
'kan.
Dr. Fuad Hamzeh uit Jordanië en zijn echtgenote.
IN HET INTERNATIONAAL
Luchtkarteringscentrum te Delft wer
ken studenten uit twintig, overwegend
jonge, landen. Een zestigtal studenten
woont intern in het nieuwe gebouw
van het centrum aan de Kanaalweg.
Als daar 's ochtends de binnenge
komen post wordt gesorteerd ligt er
een rijke collectie postzegels over de
tafel. Enkele van de kleurrijkst gepa-
voiseerde enveloppen zijn bestemd
voor de 24-jarige student A. Ondima
uit Congo-Brazzaville. Al meer dan
een jaar heeft hij de wamte van zijn
equatoriaal vaderland verwisseld voor
de grijsheid van die oer-Hollandse
Kanaalweg. Kerstmis heeft Ondima
hier ook al gevierd. Hij is rooms-
katholiek, deze Congolees, en maakt
dat het hele probleem van de kerst
viering niet bijzonder eenvoudig?
Voor hem is het vooral een christelijk
feest, zo zegt hij, „de viering van de
blijde gebeurtenis is overal ter wereld
hetzelfde, n'est-ce pas?" „Het was net
als thuisOp kerstavond ben ik
naar de mis gegaan.Alleen ja.
Dat wéék wel af van wat in Congo-
Brazzaville gebruikelijk is. Als daar
de klokken hebben geluid, verzame
len zich familieleden en vrienden in
de straten en trekken zingend op naar
de kerk. „Steeds meer mensen sluiten
zich daar bij aan, zo gaat dat in de
steden en dorpen.
ZE MARCHEREN DUS op in een
sfeer van grote broederlijkheid en aan
zoiets zal Ondima dan wel eens den
ken als hij tijdens kerstavond de en
kele honderden meters door de kou af
legt van het Luchtkarteringscentrum
naar de kerk. Niet alleen zingende
rooms-katholieken vullen de straten van
Brazzaville. Ook protestanten doen dat
en mensen, die niet gedoopt zijn en
dus niet tot een kerk behoren scharen
zich onder de zangers. „Want kerstfeest
is voor alle mensen," verklaart de klei
ne student van de Congo.
Ondina (tweede van links) en Minja
(tweede van rechts) met enkele collega's.
„Geen spoor van discriminatie in
Holland".
De volgende dag zetten zich de kerst
feestvierders in gezinsverband om het
diner. „Nee, een kerstboom kennen wij
in de huizen niet, da» is niet de ge
woonte. Wel zie je ze op de scholen,
voor de kinderen, die ook kleine ge
schenken krijgen.
Noël in Nederland..ja, het is toch
wel anders. Maar eenzaam is Ondima
hier toch niet. Hij moet glimlachen als
men daarvan spreekt. „Pas de solitu
de, non.Op de 25e december wordt
in het centrum een diner gegeven. De
contacten met de mede-studenten zijn
talrijk. Afrikanen, Aziaten, Europeanen
zitten om de Hollandse kerstboom in een
sfeer, die aan het „alle mensen wor
den broeders" de ironische bijklank
ontneemt.
JA, JE MIST natuurlijk de familie
wel", zegt de 25-jarige heer S. N. J. Min
ja uit Tanganyika, die hier in anderhalf
jaar zijn studie fotogrammetrie vol
tooit. „De gezinsleden in mijn land rei
zen uren of dagen om het kerstfeest
thuis te kunnen bijwonen. Jawel, bij de
kerstboom, maar we tuigen hem niet
op als u in Nederland doet. Veel kaar
sen, maar weinig van die bonte versie
ringen. Well, hier hebben wij ook een
groot kerstdiner, eerlijk gezegd is- er
niet zoveel verschil, it's quite all
right".
Als zijn collega uit Congo-Brazzaville
gaat ook hij naar de mis in de nabijge
legen kerk. Een plechtigheid, die in
alle landen gelijk is. En voor hem, de
donkere Afrikaan, is Nederland zelfs
een goed land om Kerstmis te vieren.
„Ik heb geprobeerd om met Nederlan
ders in contact te komen. Dat is toch
de enige manier om een land te leren
kennen, nietwaar? Erg eenvoudig is dat
niet, ook al vanwege de taal.Maar
behulpzaam is iedereen. En nergens,
nergens heb ik iets van discrimina
tie ondervonden.
Enkele medestudenten, eveneens uit
het andere werelddeel, veren op bij
deze mededeling. Ze knikken, vallen
hem bij. Nederland mag een land zijn
van kille najaarsstormen en koude win
ters het maatschappelijk klimaat is
er een van grote verdraagzaamheid.
Daarover zijn ze het zeer eens, Ondima,
Minja en de anderen, die om een tafel
in de recreatiezaal zijn gezeten.
KERSTLIED zegt hij, als hij de gi
taar zwijgt. Die simpele mededeling
heeft iets veelbetekenends. Heeft hij
bij het maken van een afspraak al
niet dadelijk gezegd, dat hij Spaanse
kerstmuziek zou draaien? Dan be
grijpt u beter.Ja, dit is stellig
geheel andere muziek dan „De Her
dertjes lagen bij Nachte". Fernando de
Nadal zal nooit Nederlander zijn, laat
staan wennen aan onze voorzichtige,
huiselijke, brave Kerstmis. Bij het pas
send geluidsdecor van nieuwe flamen
co-klanken zegt hij: „Kerstfeest bij
ons is ongedwongener, o ja. Als om
12 uur de klokken luiden, begint het
eigenlijke feest. Wij komen bijeen,
zingtn, drinken wijn. Bij ons is
de familie wat anders dan bij
u, daar zijn oudooms bij en opa-ooms.
en neven en nichten tot in de tiende
graad, wel 150 mensen soms. Nee, niet
alleen vader, moeder, de kinderen.
En als je genoeg hebt van de familie,
ja, dan ga je weg, dan neemt niemand
je kwalijk als je bij een onbekende
binnenstapt. We zijn broeders, het is
Kerstmis, we hebben een godsdienstig
bewustzijn, maar dat remt niet de le
vensvreugde.
TWEE WERELDEN. „Uw calvinis
me maakt alles zo monotoon, zo grijs.
Spanje heeft een slechte regering,
maar de mensen zijn vrolijk ge
bleven. zij genieten het leven, hel
pen elkaar. Wij kunnen discussiëren,
elkaar beledigen, de neus kapot ma
ken. Maar daarna drinken wij een bor
rel". Als om dat te onderstrepen schenkt
hij nog eens in jenever,cognac,
sherry? zijn gastvrijheid slaat als
een stormwind om de gast. („Volgend
jaar gaan wij wat zuiniger doen", zegt
zijn Nederlandse vrouw niet zonder
blijmoedig zelfbedrog, „met drie kin
deren is het uitkijken").
Neen, Fernando de Nadal is geen
man van voorzichtige diplomatieke be
woordingen. Zijn oordeel over Nederland
se kerstviering is onbewimpeld. Waar
om ook niet? Hij geeft ieder het recht
daar een ander oordeel even onbewim
peld tegenover te stellen Met een kapot
te neus kun je nog in alle vriendschap
een ..borrel" drinken, want de geest is
onbeschadigd.
Met Kerstmis vermoedelijk niet. Ver
schillende jaren is het gezin De Nadal
de laatste decemberweek naar Parijs
getrokken, waar vrienden wonen en
leden van de grote familie, voor een
kerstfeest met minder remmingen en
meer vervoering. In januari keert het
gezin dan terug naar het gareel van
Nederland waar men tot Fernando's
stomme verbazing met waterkanonnen
schiet op baldadige feestgangers. „Is
toch onzin" zegt hij. Een kleine man,
„terribly alive", seherp zonder kwaad
aardigheid en tot de rand gevuld met
leven.
FERNANDO DE NADAL, 40-jarige Aragonees en leraar Spaans, heeft het in
Nederlandse kring dikwijls gezégd, met alle heftigheid en directheid, aan zijn
primair reagerend wezen eigen. Nu zegt hij het weer. „Jullie Nederlanders kunnen
niet feestvieren. Zo netjes, zo uitgerekend zijn jullieZijn Nederlands is een
krachtig staccato vol Spaanse accenten. „Nooit komen jullie los van de dagelijkse
zorgen. Nee, zelfs met Kerstmis zitten jullie nog vol reservesEen tengere
beweeglijke man met verwarde haardos en zwarte snor en sik, waartussen een
veel te grote sigaar als een loop naar voren steekt. Zo netjes en uitgerekend
„Vorig jaar hebben wij kerstfeest bij jouw ouders gevierd, dit keer gaan we
naar de jouwe
Fernando de Nadal uit Spanje met zijn
Nederlandse vrouw.
(jongste l'/i, oudste 6), en geeft nu
Spaanse lessen. Ook is hij een verdien
stelijk kunstschilder. Omgeven door zijn
doeken vol felle roden draait hij 's
avonds in zijn bovenhuis vaak gram
mofoonplaten met titels als La Zam-
bra en Flamenca. Zijn donkere ogen
krijgen dan een zachte uitdrukking.
Zijn lichaam schokt een Dionysi
sche balling in een veel te keurige Haag
se buitenwijk.
Fernando de Nadal
schudt het hoofd,
gromt, trekt aan de
sigaar die het bij
deze woordenstroom
heeft laten afweten.
Deze geladen man ge
niet gastvrijheid in
Nederland. Hij waar
deert dat, maar niet
temin verstout hij
zich van zijn hart
geen moordkuil te
maken. En kijk, dat
vinden veel Neder
landers niet gepast.
Zo'n gast moet zijn
praatjes voor zich
nouden en „anders
gaat-ie maar terug
naar zijn land". Een
:rieste glimlach. Want
als deze schilderach
tige leraar iets ver
langt is het terug te
keren naar het Ibe
rische schiereiland.
Maar hij is een Span-
aard-in-ballingschap.
In 1952, toen er spra
ke was van een grote
amnestie, waagde hij
zich in zijn vader
land. Binnen tien mi
nuten was hij ge
arresteerd. Slechts
met moeite wist hij te
ontkomen. Dat was
voorlopig de laat
ste aanraking met
Spanje, waar hij,
16 jaar oud, in de
burgeroorlog vocht
aan republikeinse kant, evenals zijn va
der, een socialist, die door de Franco
aanhangers werd vermoord. De zoon
werd gewond (draagt daarvan nog de
tekenen), studeerde na de burgeroorlog
in Zaragossa letteren, werd toen ook al
eens in arrest genomen, deed later toch
examen, werkte in 1940-1945 onder
gronds op de ontsnappingslijn voor ge
allieerde piloten.
Later woonde hij in Parijs, kreeg een
baan als bankbediende, en studeerde
tegelijkertijd. In 1956 kwam hij naar
Den Haag. Hij is er met een Neder
landse getrouwd, heeft drie kinderen