zeven takken van sport vertegenwoordigd
Peter Post rijdt in de Keulse zesdaagse
als wielerkoning 196 uit en 1964 in
VOLLEYBAL
VOETBAL
ZEILEN
KANO
BOKSEN
Voetballers van
Oud-Oranje
weer op bezoek
bij HFC-ers
r
Brunt enkele dagen
naar Mexico
Drietal leidt in
Hoogezand
NAUWELAERTS DE AGÉ
s p rtaca demie
DINSDAG 31 DECEMBER 1963
23
Tegen Italië
Pessimistisch
Klein kansje
In drie klassen
In de clinch
Roes
Zujrieden?
Te vaak gemist
Jan Dassen
BloemendaaUeweg 152, Overveen
Doe iéts voor uw gezondheid,
levenskracht en goed humeur!
Laat U nü inschrijven voor 'n U
passende sportcursus.
Bel nü direct om inlichtingen
53256 (02500)
jeugd-, privé- en clublessen
Pools team voor wedstrijd
op 3 januari in Haarlem
VAN DE OLYMPISCHE ZOMERSPELEN
oefenwedstrijden en interlandwedstrijden
De kandidaten voor de uit 11 spelers
uit te zenden ploeg zijn: Hermsen (Rob
ben), De Vries (Neptunus, Amersfoort),
Geutjes (Neptunus, Amersfoort), Vriend
(IJ), Van Dorp (AZPC), Muller (AZPC),
Van de Hoofdakker (AZPC), Wormgoor
(UZSC), Van der Voet (Zian), Leenards
(Zian), Van Spingelen (HZPC), Van der
Kolk (HZPC), Aalberts (DZV), Ouwer-
kerk (LZC), Bultman (Gooi), Wouda
(Meeuwen). Voorts een aantal spelers in
de B-selectie, bij wie Stam (Nereus), Van
der Zwan (DZV) en Van Berkel (Zian).
Is „Tokio" al voor zovele sportlieden
in Nederland een magisch woord, voor
de Nederlandse volleybalpioeg geldt dat
wel in het bijzonder. Immers, wanneer
de herenploeg voor uitzending in aanmer
king zou komen, dan is dat tevens de
laatste maal. De Japanse organisatoren
hebben volleybal als Olympische sport
uitverkoren, doch dit jaar besloot het In
ternationaal Olympisch Comité in Baden
Baden deze tak van sport voor 1968 te
schrappen.
Hoe staan de kansen van de Nederland
se volleyballers tegen de Olympische ach
tergrond gezien? Tien herenploegen en
zes damesploegen zullen mogen deelne
men aan de Spelen. Tot dusver werden
via de wereldkampioenschappen 1962
en de Europese kampioenschappen 1963
zeven herenteams geselecteerd, name
lijk: Japan, Rusland, Tsjechoslowakije,
Roemenië, Brazilië, Verenigde Staten en
Hongarije.
Drie landen zouden via kwalificatie
toernooien hieraan worden toegevoegd:
een uit Zuid-Amerika, een uit Zuid-Afrika
en een land uit West-Europa. Het kwa
lificatietoernooi tussen Nederland, Frank
rijk, Italië en Turkije voor een plaats
in het eindtoernooi, ging, omdat zowel
Turkije als Frankrijk zich terugtrokken,
niet door, zodat alleen een uit- en thuis
wedstrijd tegen Italië voor onze landge
noten de beslissing kan brengen.
Downs bleven de Nederlandse volley-
balsport niet bespaard. Op organisato
risch gebied, door trainerswisseling van
Cees van Zweden, Hoogerwaard en
Henk Blok ontstond er enige verwarring
rond de leiding van de Nederlandse
ploeg. Zonder Gertie Goedhals en Hans
Jansen, zonder twijfel de grote aanval
lers, werd er onder leiding van Blok
tweemaal in de week getraind.
Indien het Nederlandsch Olympisch
Comité gunstig beschikt over uitzending
naar de Spelen in Japan de behaalde
resultaten zullen een maatstaf vormen,
waarbij de score wel eens van doorslag
gevende betekenis zou kunnen zijn dan
staan in de zomer van 1964 enkele oefen
wedstrijden op het programma o.a.
hoogstwaarschijnlijk tegen het al „ge
plaatste" Tsjechoslowakije.
werd een nederlaag met 0-2. Daarna
kwamen onze amateurs uit in het jubi-
leumtoernooi van de Engelse voetbal
bond voor landenploegen. Wederom ver
loor het oranje-elftal van Frankrijk
bovendien met dezelfde cijfers: en
deze nederlaag werd omlijst door wed
strijden tegen West-Duitsland en Enge
land. die ook beide verloren gingen, res
pectievelijk met 0-1 en 0-3.
De oefencampagne ging voort, gericht
op de wedstrijden, die het Nederlandse
amateur-elftal in de voorronden van het
Olympische voetbaltoernooi moet spelen
tegen Oost-Duitsland. Het ziet er naar uit
dat de starre NAVO-bepalingen, die
overigens wel mogelijkheden bieden voor
handelsmissies e.d., inreisvisa voor de
Oost-Duitsers in de weg zullen staan. In
dat geval zullen beide ontmoetingen in
Oost-Duitsland worden gespeeld.
Het („echte") Nederlandse elftal heeft
de kracht ondervonden van het Oostduit-
se voetbal en nemen wij deze kracht
meting als maatstaf, dan hebben wij
voor onze amateurs weinig hoop. Stel
echter het geval, dat zij deze hindernis
met succes zouden nemen, dan wacht
nog Rusland, dat in de voorronden Fin
land uitschakelde. En dat onze amateur-
ploeg ook de Russen zou kunnen weer
staan, neen, zelfs de grootste optimist
gelooft hierin niet.
Slechts zestien van de 57 ingeschreven
landen zullen in het Olympisch voetbal
toernooi in Tokio kunnen uitkomen en
het ziet er op dit moment niet naar uit,
dat Nederland hierbij «al zijn, alle voor
bereidingen onder leiding van de speciaal
voor de amateurs aangetrokken bonds-
ciach Piet de Wolff ten spijt. Het talent
blijkt bij de amateurs zeer gering en zo
het er was, legden de semi-profclubs er
de hand op. De vier wedstrijden, die het
Nederlandse amateur-elftal in 1963 speel
de, gingen alle verloren.
De serie werd geopend met de wed
strijd tegen Frankrijk in Rotterdam. Het
van de vijf Olympische klassen te
weten in de FD-klasse, de Finnjollen-
klasse en de Draken-klasse vertegen
woordigd zal zijn. Drie FD-zeilers (Ui-
rik Jager, Jan Schoneveldt en Ben Ver
hagen), drie Finnjollen-zeilers (Wim
Maarse, Dik Waijboer en Hans Wil-
lems), alsmede twee Draken-zeilers
(Jan Bier en Wim van Duyl) vormen
deze voorlaatste selectiegroep.
Het ligt niet in de bedoeling, bijzonde
re omstandigheden voorbehouden, nog
zeilers aan deze groep toe te voegen.
Aangezien het verbond er naar streeft
naast de drie Olympische deelnemers
ook in alle drie boottypen een reserve
aan te wijzen die de reis naar het land
van de rijzende zon zal meemaken, zul
len van de acht „voorlopigen" waar
schijnlijk slechts twee de baai van Eno-
shima niet zien. Aangenomen tenminste
dat het Nederlandsch Olympisch Comité
met de suggesties van de KVNWV ak
koord zal gaan.
Geheel in overeenstemming met het
ruim anderhalf jaar geleden vastge
stelde schema heeft de zeilwedstrijd
commissie van de Koninklijk Verbon
den Nederlandsche Watersportvereeni
gingen (KVNWV) eind november 1963
al de voorlaatste selectie voor de
Olympische zeilwedstrijden gemaakt.
Verwacht wordt dat Nederland in drie
Van de drie „varende watersporten"
heeft de kanosport de moeilijkste en twij
felachtigste Olympische toekomst. De re
sultaten die de vertegenwoordigers van
de Nederlandse Kanobond in 1963 hebben
bereikt in internationale wedstrijden en
de wereldkampioenschappen op het Pliva
meer zijn ronduit teleurstellend. Slechts
de 20-jarige Theo Duif verraste haar sup
porters door de junioren-wereldtitel in de
K 1-klasse te winnen.
De uitzending van kanovaarders en
-vaarsters uiteraard is dan ook geheel
afhankelijk van de resultaten die in juni
en juli van volgend jaar in belangrijke
internationale ontmoetingen worden be
reikt in Polen, Oost-Duitsland en West-
Duitsland en in de 12-landenwedstrijd van
Kopenhagen. Half juli zal worden beslist
of Nederland ook bij de Olympische
kanowedstrijden vertegenwoordigd zal
zijn.
De commandowisseling in de top van
de Nederlandse boksbond voorzitter
Onrust vertrok en werd opgevolgd door
de Groninger Kregel is waarschijnlijk
mede oorzaak geweest van de geringe
voor-Olympische activiteit na de Euro
pese kampioenschappen, die in mei van
dit jaar in Moskou zijn gehouden. Pas
enkele weken geleden heeft het bestuur
van de NBB het oog weer op Tokio ge
richt, ook al is men er lang niet zeker
van, dat er boksers naar Japan zullen
gaan. Een dertigtal boksers werd aange
wezen als voorlopige sectieploeg, die on
der leiding van oud-kampioen Willie
Schagen en instructeur Van Sinderen
deze maand al eenmaal In Amsterdam
bijeen is geweest.
Over de uitzendingsmogelijkheden
naar de Zomerspelen zou natuurlijk nog
heel veel geschreven kunnen worden,
maar het komt verder steeds vrijwel op
hetzelfde neer: geen volwaardige pres
taties, geen uitzending!
De sportminnaars uit Haarlem en verre
omgeving weten het zo langzamerhand al
wel wat er voor hen te koop is op nieuw
jaarsdag. Natuurlijk: HFC-Oud Interna
tionals, of wel de jeugd tegen de oudjes.
Ook morgen staat de match weer op het
programma en het wordt dit keer een on
deronsje want de televisiecamera's blijven
in Bussum.
Goede wijn behoeft geen krans en de
voetbalkijker uit deze streken weet zo
langzamerhand al wel wat hij aan deze
traditionele wedstrijd heeft. Hij weet dat
de oud-spelers van het Nederlands voet
balelftal er nog altijd een eer in stellen
te laten zien dat zij nog lang niet al hun
talenten kwijt zijn en dat zij zich zeker
niet zonder meer door een elftal jeugdige
knapen naar een nederlaag laten spelen.
Anders gezegd, het is vooral na de eerste
januari van dit jaar duidelijk geworden
dat oud-oranje vooreerst als favoriet start
tegen de amateurploeg van de oudste ver
eniging in Nederland. En daar is wel een
reden voor ook. Want dacht men dat spe
lers als Boskamp, Kuys, Van Schijndel,
Appel en Lenstra soms onder deden voor
de HFC-ers? Dacht men soms dat de Old
Internationals helemaal onvoorbereid de
wei aan de Spanjaardslaan in Haarlem in
gaan?
Het lijkt uiterst waarschijnlijk dat de
vroegere spelers van het nationaal elftal
morgen tegen vier uur met een warm ap
plaus van het publiek het veld zullen ver
laten. Met andere woorden: het lijkt waar
schijnlijk dat de HFC-ers niet de kans
A be Lenstra morgenmiddag ook
van de partij tegen HFC is een
expert in het vissen en laten vissen.
krijgen zich te wreken voor de smadelij
ke nederlaag van 1 januari van 1963 toen
de gasten met 8-2 aan de winnende hand
bleven.
Het doelgemiddelde van de laatste drie
jaren viel bijzonder ongunstig uit voor de
jongeren getuige de 146 voordelige doel-
cijfers voor oud-oranje. De stand in de
gehele serie wedstrijden is als volgt:
HFC 16 5 12 129—124
Old Int12 5 16 124—129
De opstelling van de Old Internationals
is als volgt voor morgenmiddag twee uur:
doel: Steiger (PSV); achter Schaap
('t Gooi) en Boskamp (DWSA); midden:
Van Schijndel (SVV), Kuys (NAC) en
Van Staffelen (Ajax); voor: Biesbrouck
(RCH), Appel (Fortuna), Heinen (HVC)
Lenstra (Enschede) en Groeneveld (Haar
lem).
„Jij zal wel de enige Nederlander
zijn, 'die. hard het oude jaar uit en het
nieuwe jaar infietst." -Feter Post glim
lacht om mijn woorden. Even is het stil.
Tenminste voor zover het stil kan zijn
in een cabine aan de rand van de Keul
se wielerbaan waarover een twintigtal
renners draaien, aangemoedigd door
een achtduizend over-luidruchtige toe
schouwers en gecontroleerd door een
knerpende luidsprekerstem, die tegen
een met bolle wangen blazend orkest
inschreewt.
„Tja, gek eigenlijk, hèzegt de
languit liggende Amstelvener. „Er zijn
piloten die van het ene in het andere
jaar vliegen, treinbestuurders die dat rij
dend doen, vrachtwagenchauffeurs die
boven hun banden oud-en-nieuw beleven
en nog veel meer mensen die geen tijd
hebben om bij de twaalf laatste kloksla
gen even stil te staan, hun ogen te slui
ten en het moment te overdenken dat
er weer een jaar voorbij is. Dat laat
hun werk niet toe. Mijn werk geeft me
die gelegenheid ook niet. Nu je me daar
zo over laat denken, moet ik je zeggen,
dat ik als beroepsrenner het woord be
roep ineens met grote letters zie staan."
Om me dat begrijpen makkelijker te
maken ratelt er ineens een kleine wek
ker. Peter springt op, de jonge Udo
houdt hem de rennershandschoentjes
voor, soigneur Piet Liebrechts zet hem
de valhelm op, Pierre de Bruin helpt
hem op de fiets en duwt hem de baan
in. „Discipline", zegt de kleine fietsen
maker uit Antwerpen, die Peter al jaren
als mecano terzijde staat. „Zo gauw dat
ding roept is het huphoch!" En
zijn arm zwaait in de richting van de
steile bocht van de baan.
„Fruitcocktail klaarmaken", beval
Liebrechts zijn 19-jarige Berlijnse hulpje
Udo Schulz. Pierre de Bruin pakt de uit
gestoken hand van de free-wheelende
Pfenninger. Fritz stapt af en laat zich
op de rustbank vallen. Zijn gezicht is
strak. Voor hem duurt deze Keulse zes
daagse zes volle dagen, zes dagen van
willen, maar niet kunnen, zes volle dagen
van kansloos rijden. Terwijl Pierre met
een natte lap de bandjes van Pfenningers
fiets schoonveegt en controleert op zwak
ke plekken, mompelt hij: „Der Fritz viert
geen vrolijke jaarwisseling. Die Wolfs
hohl rijdt als een stukgeprikte ballon."
Later verduidelijkt Piet Liebrechts dat
het koppel Post/Pfenninger voor deze zes
daagse is gesplitst om de beide Duitse
renners Junkermann en Wolfshohl een
sterke ploegmaat te geven. Vooral Rolf
Wolfshohl, de kampioen cross-country-
rijder is in zijn geboorteplaats erg popu
lair. Als hij zo nu en dan vooraan fietst
bij een klassementssprint staat het pu
bliek op en schallen de juichkreten door
de rokerige hal. Maar om voortdurend
sterk te rijden, vooraan te blijven in de
allesvergende jachten, in alle sprints en
in de temporonden komt hij te kort, heeft
de „modder-zwoeger" de goede tred niet
en doet hij het klassewerk van zijn ploeg
maat Pfenninger teniet. Voor „der Fritz"
is het bitter te ervaren hoe hij die
normaal met Post iedere zesdaagse mee-
dicteert ronden wordt teruggeworpen.
In cabine 1 haalt net Junkermann zijn
hoofd uit een bak water. „Was ein Ren
ner!" zegt hij als hij Post weer aan de
kop van de groep over de baan ziet
gaan. „Hennes", zoals iedereen Hans
Junkermann noemt, rijdt elke dag met
schitterende ogen over de baan, ziet of
hoort geen publiek, vergeet vermoeidheid,
kijkt alleen maar naar zijn maat, die
Nederlandse zesdaagsekoning, die hem
opzweept, die hem mee voorin houdt.
„Hennes" rijdt in een roes, rijdt boven
zijn krachten, heeft een moraal die hij
zelf nooit voor mogelijk had gehouden.
Op de weg maakte hij naam door twee
keer de ronde van Zwitserland te win
nen, door enkele keren in de Tour de
France voorin te eindigen, maar op de
houten latjes van de winterbanen is Jun
kermann geen ster.
Nu echter vliegt Hennes het nieuwe
jaar in, tot het eindschot zijn roes stuk
zal schieten. Wat zal die Hennes daarna
moe zijnVoor het wekkertje kans
heeft hem op de verstreken tien minuten
rust te attenderen staat hij al weer fris
gewassen en gekleed naast zijn fiets en
probeert in de ogen van zijn voorbijfiet-
sende baas te lezen wat er moet gebeu
ren
Hans springt op zijn fiets, duwt zich
met enkele forse trappen tussen de ande
re stoom afblazende renners, loert naar
zijn maat, versnelt als die hem achterop
komt en wordt door Post in de jagende
groep geduwd. Dan stapt Peter weer af,
grist de fruitcocktail uit handen van Udo,
stopt zoveel mogelijk in zijn mond,
springt weer op de fiets
Geen tijd om te praten, de jachten be
ginnen! Een uur lang cirkelen ze dan
rond, jagend, elkaar afmattend, elkaar
tot het uiterste dwingend. Bugdahl-Renz,
de sterkste concurrenten van Post-Jun-
kermann nemen een ronde voorsprong,
de rood-wit getruide Peter en Hans pak
ken die ronde terug. Weer zijn Klaus en
Sigi weg, weer wordt hun ronde inge
haald. Het is een machtsstrijd tussen die
twee koppels, waarin alleen de aller-
sterksten meekunnen. Koppels als Kil-
lian-Marsell en Tüller-Preusz worden in
dat ene uur elf ronden verder terug
geworpen.
Enorm is de overgave waarmee de
zwakkere Junkermann zijn deel doet, al
les uit zijn magere body rijdt om de
steeds weer aanvallende Post te volgen.
Bugdahl-Renz winnen dat jachtuur met
een ronde voorsprong. „Als die zo sterk
blijven rijden als vanavond winnen ze de
ze zesdaagse," zegt kenner Piet Lie
brechts. „Bugdahl is een constante ren
ner, Renz draait vanavond bijzonder
goed, maar of ie dat zo houdt.Trou
wens 't is ook de vraag of hij het houdt,"
mompelt hij ineens, wijzend op Junker
mann, die kletsnat van het zweet en met
van vermoeidheid diepliggende ogen, in
de armen van zijn soigneur glijdt. Maar
die ogen glinsteren als hij Piet toeroept:
„Zufrieden?"
Liebrechts reageert snel: „Der Peter
hat mich gesagt, dasz er nie gedacht ha-
be dasz du so rennen könntest". Met een
gelukkige glimlach, die nog sterker de
glimmende jukbeenderen in het magere
gezicht van de Duitser accentueren, hapt
hij van het hem door Liebrechts toege
stoken bakje met fruitblokjes
Elf renners rijden nu in een lange sliert
rond, hun benen malen minder snel, de
strijd is voorlopig gestreden. In de ca
bines liggen hun koppelgenoten, worden
gewassen, verschoond, eten of drinken.
De soigneurs hebben het nu druk. Op
het middenterrein speelt het orkest „mee-
zingmelodieën", verdringt het publiek
zich om de grote vierkante bar. Op de
tribunes zijn nu lange rijen leeg. Wat
voor de renners een adempauze is, is
voor de Keulse toeschouwers een bier
pauze
„Nu heb ik meer tijd om te praten,"
zegt Peter Post als Junkermann zijn
plaats in het nog steeds gestaag rond-
peddelend peloton heeft overgenomen.
„Dit- is de vierde keer dat ik oud-op-
nieuw op deze Keulse baanmeemaak.-
Toch wel iets aparts. Een soort traditie.
Duizenden toeschouwers verslijten hier
de laatste uren en minuten van het jaar.
Iedereen drinkt dan champagne, veel
champagne. Iedereen is dan vrolijk. Om
half twaalf wordt de strijd geneutrali
seerd. Van elk koppel gaat er een uit
de baan, poetst zich zo mooi mogelijk
op en krijgt van de directie champagne
aangeboden. Er ontstaat een oorverdo
vend lawaai wanneer de laatste klokslag
uit de luidsprekers is geklonken. Men
zingt, schreeuwteen carnaval. Ja,
een carnaval op het hoogtepunt, daar kun
je het het beste mee vergelijken.
„Zou jij als je straks niet meer rijdt
oud-en-nieuw gaan vieren in een sport
hal als toeschouwer van een zesdaagse?",
onderbreek ik. Even aarzelt de vlotpra-
tende Peter. Even moet hij denken over
die vraag. Dan komt zijn antwoord, spon
taan als altijd: „Nee.... kijk es.... dit
is mijn beroep, dit hardfietsen. Ik heb
er alles voor over om in mijn beroep
iets te bereiken. Daardoor heb ik iets
bereikt, verdien ik goed, krijg ik de
meeste contracten. Als toprenner heb ik
nooit geaarzeld hier het oude jaar uit en
het nieuwe in te rijden. In dit beroep
kun je niet sentimenteel zijn. Vanzelf
sprekend denk ik, als die laatste klok
slagen klinken aan mijn ouders, familie,
vrienden en supporters, aan Nederland
en Amstelveen."
„Vanzelfsprekend denk ik dan aan het
feit, dat ze in Nederland op dat moment
bij elkaar in gezellige huiskamers zijn.
Lekker eten en drinken. Vanzelfsprekend
mis ik die intieme sfeer, dat bij elkaar
zijn van mensen die bij elkaar willen
zijn, dat niet te omschrijven warme ge
voel van verwantschap en vriendschap.
Maar die gedachten zijn nooit zo sterk,
dat ik medelijden met mezelf krijg, dat
ik er graag bij zou zijn in Nederland,
dat ik heimwee heb. Ik leef voor mijn
vak, ik denk het sterkst en het meest
aan mijn werk. Daarom overheersen die
gedachten aan het rijden alle andere ge
dachten. Dat zal wel zo blijven zolang
ik renner ben. Maar als ik de fiets op
zolder zet, needan heb ik het feest
thuis te vaak gemist om me door een
wielerbaan te laten verleiden.Daar
ben ik vast van overtuigd.
„Maar dat zal nog wel even duren.
Voorlopig overpeins ik bij elke jaarwis
seling nog: wat heeft het oude jaar me
gebracht aan successen? 1963 was voor
mij geen slecht jaar: kampioen van Ne
derland op de weg, Ronde van België
gewonnen, vooraan in klassiekers... maar
het nieuwe jaar moet me nog meer
brengen: een overwinning in een weg-
klassieker, een goede plaatst in de Tour
de France. Dat is mijn vurigste wens een
goede Tour te rijden. Het nieuwe jaar
moet me successen leveren op de weg."
Als de luidsprekerstem de temporon
den aankondigt, springt hij op. Zijn rust
is voorbij. Een minuut later is hij weer
het witte nummer vijf. „Der lange Peter
aus Amsterdam, der Sechstagekönig"
staat in het programma. Hij rijdt als
„koning" 1963 uit en 1964 in... als een
„koning" echter die knecht is van die
duizenden die fluiten en jouwen zodra de
renners wat langzamer willen om nieu
we krachten te verzamelen voor die lan
ge uren tot vijf uur 's morgens, elke
dag, zes dagen lang™
judo - jiu jitsu - boksen
bodybuilding - indoortraining
Op uitnodiging van de Mexicaanse voet
balbond, die zich kandidaat heeft gesteld
voor de organisatie van het toernooi om
het wereldkampioenschap 1970, brengt de
secretaris-penningmeester van de KNVB,
de heer Lo Brunt, deze week een bezoek
aan Mexico City. De heer Brunt ontving
de invitatie in zijn functie als penning
meester van de UEFA (Europese voetbal
organisatie).
Voor dit oriëntatie-bezoek zijn tevens
uitgenodigd sir Stanley Rous en dr. O. Ba-
rassi (It.), respectievelijk president en vice-
president van de FIFA en Gustave Wieder-
kehr (Zwits), president van de UEFA.
In het internationaal damtoernooi in
Hoogezand-Sappemeer staan Baba Sy,
Bergsma en Wim de Jong (allen 8 punten)
na 5 ronden nog steeds aan de kop. Van
Dijk, Konate en Roozenburg volgen daar
na inet 7 punten.
Het Poolse basketbalteam dat op 3 en 4
januari in Haarlem en Amsterdam tegen
Nederland uitkomt, is samengesteld uit de
volgende dames: Janina Urbaniak, Alina
Szostak, Barbara Szydlowski, Kritstina
Likszo, Irene Gorka en Zdzislawa Pa-
bianezyk. De sterkste speelster is Janina
Urbaniak, die al 103 maal uitkwam voor
het Poolse nationale team. Alina Szostak
speelde 82 interlands.
Het Nederlands team is als volgt samen
gesteld: Jeanne Knoop, Janny Westen
brink, Annie Koper, Els de Groot, Lenie
Renout, Lenv Remeyer, Ria Schouten
(allen Blue Stars). Hilde Draak (AGOH),
Thelma van der Neut (HAV), Jenny Sie-
benlist (Westerkwartier), Els van der Hey-
den en Greetje Duyf (beiden AMVJ). Als
coach zal de heer Jan Burgert optreden.