zeven takken van sport vertegenwoordigd Peter Post rijdt in de Keulse zesdaagse als wielerkoning 196 uit en 1964 in VOLLEYBAL VOETBAL ZEILEN KANO BOKSEN Voetballers van Oud-Oranje weer op bezoek bij HFC-ers r Brunt enkele dagen naar Mexico Drietal leidt in Hoogezand NAUWELAERTS DE AGÉ s p rtaca demie DINSDAG 31 DECEMBER 1963 23 Tegen Italië Pessimistisch Klein kansje In drie klassen In de clinch Roes Zujrieden? Te vaak gemist Jan Dassen BloemendaaUeweg 152, Overveen Doe iéts voor uw gezondheid, levenskracht en goed humeur! Laat U nü inschrijven voor 'n U passende sportcursus. Bel nü direct om inlichtingen 53256 (02500) jeugd-, privé- en clublessen Pools team voor wedstrijd op 3 januari in Haarlem VAN DE OLYMPISCHE ZOMERSPELEN oefenwedstrijden en interlandwedstrijden De kandidaten voor de uit 11 spelers uit te zenden ploeg zijn: Hermsen (Rob ben), De Vries (Neptunus, Amersfoort), Geutjes (Neptunus, Amersfoort), Vriend (IJ), Van Dorp (AZPC), Muller (AZPC), Van de Hoofdakker (AZPC), Wormgoor (UZSC), Van der Voet (Zian), Leenards (Zian), Van Spingelen (HZPC), Van der Kolk (HZPC), Aalberts (DZV), Ouwer- kerk (LZC), Bultman (Gooi), Wouda (Meeuwen). Voorts een aantal spelers in de B-selectie, bij wie Stam (Nereus), Van der Zwan (DZV) en Van Berkel (Zian). Is „Tokio" al voor zovele sportlieden in Nederland een magisch woord, voor de Nederlandse volleybalpioeg geldt dat wel in het bijzonder. Immers, wanneer de herenploeg voor uitzending in aanmer king zou komen, dan is dat tevens de laatste maal. De Japanse organisatoren hebben volleybal als Olympische sport uitverkoren, doch dit jaar besloot het In ternationaal Olympisch Comité in Baden Baden deze tak van sport voor 1968 te schrappen. Hoe staan de kansen van de Nederland se volleyballers tegen de Olympische ach tergrond gezien? Tien herenploegen en zes damesploegen zullen mogen deelne men aan de Spelen. Tot dusver werden via de wereldkampioenschappen 1962 en de Europese kampioenschappen 1963 zeven herenteams geselecteerd, name lijk: Japan, Rusland, Tsjechoslowakije, Roemenië, Brazilië, Verenigde Staten en Hongarije. Drie landen zouden via kwalificatie toernooien hieraan worden toegevoegd: een uit Zuid-Amerika, een uit Zuid-Afrika en een land uit West-Europa. Het kwa lificatietoernooi tussen Nederland, Frank rijk, Italië en Turkije voor een plaats in het eindtoernooi, ging, omdat zowel Turkije als Frankrijk zich terugtrokken, niet door, zodat alleen een uit- en thuis wedstrijd tegen Italië voor onze landge noten de beslissing kan brengen. Downs bleven de Nederlandse volley- balsport niet bespaard. Op organisato risch gebied, door trainerswisseling van Cees van Zweden, Hoogerwaard en Henk Blok ontstond er enige verwarring rond de leiding van de Nederlandse ploeg. Zonder Gertie Goedhals en Hans Jansen, zonder twijfel de grote aanval lers, werd er onder leiding van Blok tweemaal in de week getraind. Indien het Nederlandsch Olympisch Comité gunstig beschikt over uitzending naar de Spelen in Japan de behaalde resultaten zullen een maatstaf vormen, waarbij de score wel eens van doorslag gevende betekenis zou kunnen zijn dan staan in de zomer van 1964 enkele oefen wedstrijden op het programma o.a. hoogstwaarschijnlijk tegen het al „ge plaatste" Tsjechoslowakije. werd een nederlaag met 0-2. Daarna kwamen onze amateurs uit in het jubi- leumtoernooi van de Engelse voetbal bond voor landenploegen. Wederom ver loor het oranje-elftal van Frankrijk bovendien met dezelfde cijfers: en deze nederlaag werd omlijst door wed strijden tegen West-Duitsland en Enge land. die ook beide verloren gingen, res pectievelijk met 0-1 en 0-3. De oefencampagne ging voort, gericht op de wedstrijden, die het Nederlandse amateur-elftal in de voorronden van het Olympische voetbaltoernooi moet spelen tegen Oost-Duitsland. Het ziet er naar uit dat de starre NAVO-bepalingen, die overigens wel mogelijkheden bieden voor handelsmissies e.d., inreisvisa voor de Oost-Duitsers in de weg zullen staan. In dat geval zullen beide ontmoetingen in Oost-Duitsland worden gespeeld. Het („echte") Nederlandse elftal heeft de kracht ondervonden van het Oostduit- se voetbal en nemen wij deze kracht meting als maatstaf, dan hebben wij voor onze amateurs weinig hoop. Stel echter het geval, dat zij deze hindernis met succes zouden nemen, dan wacht nog Rusland, dat in de voorronden Fin land uitschakelde. En dat onze amateur- ploeg ook de Russen zou kunnen weer staan, neen, zelfs de grootste optimist gelooft hierin niet. Slechts zestien van de 57 ingeschreven landen zullen in het Olympisch voetbal toernooi in Tokio kunnen uitkomen en het ziet er op dit moment niet naar uit, dat Nederland hierbij «al zijn, alle voor bereidingen onder leiding van de speciaal voor de amateurs aangetrokken bonds- ciach Piet de Wolff ten spijt. Het talent blijkt bij de amateurs zeer gering en zo het er was, legden de semi-profclubs er de hand op. De vier wedstrijden, die het Nederlandse amateur-elftal in 1963 speel de, gingen alle verloren. De serie werd geopend met de wed strijd tegen Frankrijk in Rotterdam. Het van de vijf Olympische klassen te weten in de FD-klasse, de Finnjollen- klasse en de Draken-klasse vertegen woordigd zal zijn. Drie FD-zeilers (Ui- rik Jager, Jan Schoneveldt en Ben Ver hagen), drie Finnjollen-zeilers (Wim Maarse, Dik Waijboer en Hans Wil- lems), alsmede twee Draken-zeilers (Jan Bier en Wim van Duyl) vormen deze voorlaatste selectiegroep. Het ligt niet in de bedoeling, bijzonde re omstandigheden voorbehouden, nog zeilers aan deze groep toe te voegen. Aangezien het verbond er naar streeft naast de drie Olympische deelnemers ook in alle drie boottypen een reserve aan te wijzen die de reis naar het land van de rijzende zon zal meemaken, zul len van de acht „voorlopigen" waar schijnlijk slechts twee de baai van Eno- shima niet zien. Aangenomen tenminste dat het Nederlandsch Olympisch Comité met de suggesties van de KVNWV ak koord zal gaan. Geheel in overeenstemming met het ruim anderhalf jaar geleden vastge stelde schema heeft de zeilwedstrijd commissie van de Koninklijk Verbon den Nederlandsche Watersportvereeni gingen (KVNWV) eind november 1963 al de voorlaatste selectie voor de Olympische zeilwedstrijden gemaakt. Verwacht wordt dat Nederland in drie Van de drie „varende watersporten" heeft de kanosport de moeilijkste en twij felachtigste Olympische toekomst. De re sultaten die de vertegenwoordigers van de Nederlandse Kanobond in 1963 hebben bereikt in internationale wedstrijden en de wereldkampioenschappen op het Pliva meer zijn ronduit teleurstellend. Slechts de 20-jarige Theo Duif verraste haar sup porters door de junioren-wereldtitel in de K 1-klasse te winnen. De uitzending van kanovaarders en -vaarsters uiteraard is dan ook geheel afhankelijk van de resultaten die in juni en juli van volgend jaar in belangrijke internationale ontmoetingen worden be reikt in Polen, Oost-Duitsland en West- Duitsland en in de 12-landenwedstrijd van Kopenhagen. Half juli zal worden beslist of Nederland ook bij de Olympische kanowedstrijden vertegenwoordigd zal zijn. De commandowisseling in de top van de Nederlandse boksbond voorzitter Onrust vertrok en werd opgevolgd door de Groninger Kregel is waarschijnlijk mede oorzaak geweest van de geringe voor-Olympische activiteit na de Euro pese kampioenschappen, die in mei van dit jaar in Moskou zijn gehouden. Pas enkele weken geleden heeft het bestuur van de NBB het oog weer op Tokio ge richt, ook al is men er lang niet zeker van, dat er boksers naar Japan zullen gaan. Een dertigtal boksers werd aange wezen als voorlopige sectieploeg, die on der leiding van oud-kampioen Willie Schagen en instructeur Van Sinderen deze maand al eenmaal In Amsterdam bijeen is geweest. Over de uitzendingsmogelijkheden naar de Zomerspelen zou natuurlijk nog heel veel geschreven kunnen worden, maar het komt verder steeds vrijwel op hetzelfde neer: geen volwaardige pres taties, geen uitzending! De sportminnaars uit Haarlem en verre omgeving weten het zo langzamerhand al wel wat er voor hen te koop is op nieuw jaarsdag. Natuurlijk: HFC-Oud Interna tionals, of wel de jeugd tegen de oudjes. Ook morgen staat de match weer op het programma en het wordt dit keer een on deronsje want de televisiecamera's blijven in Bussum. Goede wijn behoeft geen krans en de voetbalkijker uit deze streken weet zo langzamerhand al wel wat hij aan deze traditionele wedstrijd heeft. Hij weet dat de oud-spelers van het Nederlands voet balelftal er nog altijd een eer in stellen te laten zien dat zij nog lang niet al hun talenten kwijt zijn en dat zij zich zeker niet zonder meer door een elftal jeugdige knapen naar een nederlaag laten spelen. Anders gezegd, het is vooral na de eerste januari van dit jaar duidelijk geworden dat oud-oranje vooreerst als favoriet start tegen de amateurploeg van de oudste ver eniging in Nederland. En daar is wel een reden voor ook. Want dacht men dat spe lers als Boskamp, Kuys, Van Schijndel, Appel en Lenstra soms onder deden voor de HFC-ers? Dacht men soms dat de Old Internationals helemaal onvoorbereid de wei aan de Spanjaardslaan in Haarlem in gaan? Het lijkt uiterst waarschijnlijk dat de vroegere spelers van het nationaal elftal morgen tegen vier uur met een warm ap plaus van het publiek het veld zullen ver laten. Met andere woorden: het lijkt waar schijnlijk dat de HFC-ers niet de kans A be Lenstra morgenmiddag ook van de partij tegen HFC is een expert in het vissen en laten vissen. krijgen zich te wreken voor de smadelij ke nederlaag van 1 januari van 1963 toen de gasten met 8-2 aan de winnende hand bleven. Het doelgemiddelde van de laatste drie jaren viel bijzonder ongunstig uit voor de jongeren getuige de 146 voordelige doel- cijfers voor oud-oranje. De stand in de gehele serie wedstrijden is als volgt: HFC 16 5 12 129—124 Old Int12 5 16 124—129 De opstelling van de Old Internationals is als volgt voor morgenmiddag twee uur: doel: Steiger (PSV); achter Schaap ('t Gooi) en Boskamp (DWSA); midden: Van Schijndel (SVV), Kuys (NAC) en Van Staffelen (Ajax); voor: Biesbrouck (RCH), Appel (Fortuna), Heinen (HVC) Lenstra (Enschede) en Groeneveld (Haar lem). „Jij zal wel de enige Nederlander zijn, 'die. hard het oude jaar uit en het nieuwe jaar infietst." -Feter Post glim lacht om mijn woorden. Even is het stil. Tenminste voor zover het stil kan zijn in een cabine aan de rand van de Keul se wielerbaan waarover een twintigtal renners draaien, aangemoedigd door een achtduizend over-luidruchtige toe schouwers en gecontroleerd door een knerpende luidsprekerstem, die tegen een met bolle wangen blazend orkest inschreewt. „Tja, gek eigenlijk, hèzegt de languit liggende Amstelvener. „Er zijn piloten die van het ene in het andere jaar vliegen, treinbestuurders die dat rij dend doen, vrachtwagenchauffeurs die boven hun banden oud-en-nieuw beleven en nog veel meer mensen die geen tijd hebben om bij de twaalf laatste kloksla gen even stil te staan, hun ogen te slui ten en het moment te overdenken dat er weer een jaar voorbij is. Dat laat hun werk niet toe. Mijn werk geeft me die gelegenheid ook niet. Nu je me daar zo over laat denken, moet ik je zeggen, dat ik als beroepsrenner het woord be roep ineens met grote letters zie staan." Om me dat begrijpen makkelijker te maken ratelt er ineens een kleine wek ker. Peter springt op, de jonge Udo houdt hem de rennershandschoentjes voor, soigneur Piet Liebrechts zet hem de valhelm op, Pierre de Bruin helpt hem op de fiets en duwt hem de baan in. „Discipline", zegt de kleine fietsen maker uit Antwerpen, die Peter al jaren als mecano terzijde staat. „Zo gauw dat ding roept is het huphoch!" En zijn arm zwaait in de richting van de steile bocht van de baan. „Fruitcocktail klaarmaken", beval Liebrechts zijn 19-jarige Berlijnse hulpje Udo Schulz. Pierre de Bruin pakt de uit gestoken hand van de free-wheelende Pfenninger. Fritz stapt af en laat zich op de rustbank vallen. Zijn gezicht is strak. Voor hem duurt deze Keulse zes daagse zes volle dagen, zes dagen van willen, maar niet kunnen, zes volle dagen van kansloos rijden. Terwijl Pierre met een natte lap de bandjes van Pfenningers fiets schoonveegt en controleert op zwak ke plekken, mompelt hij: „Der Fritz viert geen vrolijke jaarwisseling. Die Wolfs hohl rijdt als een stukgeprikte ballon." Later verduidelijkt Piet Liebrechts dat het koppel Post/Pfenninger voor deze zes daagse is gesplitst om de beide Duitse renners Junkermann en Wolfshohl een sterke ploegmaat te geven. Vooral Rolf Wolfshohl, de kampioen cross-country- rijder is in zijn geboorteplaats erg popu lair. Als hij zo nu en dan vooraan fietst bij een klassementssprint staat het pu bliek op en schallen de juichkreten door de rokerige hal. Maar om voortdurend sterk te rijden, vooraan te blijven in de allesvergende jachten, in alle sprints en in de temporonden komt hij te kort, heeft de „modder-zwoeger" de goede tred niet en doet hij het klassewerk van zijn ploeg maat Pfenninger teniet. Voor „der Fritz" is het bitter te ervaren hoe hij die normaal met Post iedere zesdaagse mee- dicteert ronden wordt teruggeworpen. In cabine 1 haalt net Junkermann zijn hoofd uit een bak water. „Was ein Ren ner!" zegt hij als hij Post weer aan de kop van de groep over de baan ziet gaan. „Hennes", zoals iedereen Hans Junkermann noemt, rijdt elke dag met schitterende ogen over de baan, ziet of hoort geen publiek, vergeet vermoeidheid, kijkt alleen maar naar zijn maat, die Nederlandse zesdaagsekoning, die hem opzweept, die hem mee voorin houdt. „Hennes" rijdt in een roes, rijdt boven zijn krachten, heeft een moraal die hij zelf nooit voor mogelijk had gehouden. Op de weg maakte hij naam door twee keer de ronde van Zwitserland te win nen, door enkele keren in de Tour de France voorin te eindigen, maar op de houten latjes van de winterbanen is Jun kermann geen ster. Nu echter vliegt Hennes het nieuwe jaar in, tot het eindschot zijn roes stuk zal schieten. Wat zal die Hennes daarna moe zijnVoor het wekkertje kans heeft hem op de verstreken tien minuten rust te attenderen staat hij al weer fris gewassen en gekleed naast zijn fiets en probeert in de ogen van zijn voorbijfiet- sende baas te lezen wat er moet gebeu ren Hans springt op zijn fiets, duwt zich met enkele forse trappen tussen de ande re stoom afblazende renners, loert naar zijn maat, versnelt als die hem achterop komt en wordt door Post in de jagende groep geduwd. Dan stapt Peter weer af, grist de fruitcocktail uit handen van Udo, stopt zoveel mogelijk in zijn mond, springt weer op de fiets Geen tijd om te praten, de jachten be ginnen! Een uur lang cirkelen ze dan rond, jagend, elkaar afmattend, elkaar tot het uiterste dwingend. Bugdahl-Renz, de sterkste concurrenten van Post-Jun- kermann nemen een ronde voorsprong, de rood-wit getruide Peter en Hans pak ken die ronde terug. Weer zijn Klaus en Sigi weg, weer wordt hun ronde inge haald. Het is een machtsstrijd tussen die twee koppels, waarin alleen de aller- sterksten meekunnen. Koppels als Kil- lian-Marsell en Tüller-Preusz worden in dat ene uur elf ronden verder terug geworpen. Enorm is de overgave waarmee de zwakkere Junkermann zijn deel doet, al les uit zijn magere body rijdt om de steeds weer aanvallende Post te volgen. Bugdahl-Renz winnen dat jachtuur met een ronde voorsprong. „Als die zo sterk blijven rijden als vanavond winnen ze de ze zesdaagse," zegt kenner Piet Lie brechts. „Bugdahl is een constante ren ner, Renz draait vanavond bijzonder goed, maar of ie dat zo houdt.Trou wens 't is ook de vraag of hij het houdt," mompelt hij ineens, wijzend op Junker mann, die kletsnat van het zweet en met van vermoeidheid diepliggende ogen, in de armen van zijn soigneur glijdt. Maar die ogen glinsteren als hij Piet toeroept: „Zufrieden?" Liebrechts reageert snel: „Der Peter hat mich gesagt, dasz er nie gedacht ha- be dasz du so rennen könntest". Met een gelukkige glimlach, die nog sterker de glimmende jukbeenderen in het magere gezicht van de Duitser accentueren, hapt hij van het hem door Liebrechts toege stoken bakje met fruitblokjes Elf renners rijden nu in een lange sliert rond, hun benen malen minder snel, de strijd is voorlopig gestreden. In de ca bines liggen hun koppelgenoten, worden gewassen, verschoond, eten of drinken. De soigneurs hebben het nu druk. Op het middenterrein speelt het orkest „mee- zingmelodieën", verdringt het publiek zich om de grote vierkante bar. Op de tribunes zijn nu lange rijen leeg. Wat voor de renners een adempauze is, is voor de Keulse toeschouwers een bier pauze „Nu heb ik meer tijd om te praten," zegt Peter Post als Junkermann zijn plaats in het nog steeds gestaag rond- peddelend peloton heeft overgenomen. „Dit- is de vierde keer dat ik oud-op- nieuw op deze Keulse baanmeemaak.- Toch wel iets aparts. Een soort traditie. Duizenden toeschouwers verslijten hier de laatste uren en minuten van het jaar. Iedereen drinkt dan champagne, veel champagne. Iedereen is dan vrolijk. Om half twaalf wordt de strijd geneutrali seerd. Van elk koppel gaat er een uit de baan, poetst zich zo mooi mogelijk op en krijgt van de directie champagne aangeboden. Er ontstaat een oorverdo vend lawaai wanneer de laatste klokslag uit de luidsprekers is geklonken. Men zingt, schreeuwteen carnaval. Ja, een carnaval op het hoogtepunt, daar kun je het het beste mee vergelijken. „Zou jij als je straks niet meer rijdt oud-en-nieuw gaan vieren in een sport hal als toeschouwer van een zesdaagse?", onderbreek ik. Even aarzelt de vlotpra- tende Peter. Even moet hij denken over die vraag. Dan komt zijn antwoord, spon taan als altijd: „Nee.... kijk es.... dit is mijn beroep, dit hardfietsen. Ik heb er alles voor over om in mijn beroep iets te bereiken. Daardoor heb ik iets bereikt, verdien ik goed, krijg ik de meeste contracten. Als toprenner heb ik nooit geaarzeld hier het oude jaar uit en het nieuwe in te rijden. In dit beroep kun je niet sentimenteel zijn. Vanzelf sprekend denk ik, als die laatste klok slagen klinken aan mijn ouders, familie, vrienden en supporters, aan Nederland en Amstelveen." „Vanzelfsprekend denk ik dan aan het feit, dat ze in Nederland op dat moment bij elkaar in gezellige huiskamers zijn. Lekker eten en drinken. Vanzelfsprekend mis ik die intieme sfeer, dat bij elkaar zijn van mensen die bij elkaar willen zijn, dat niet te omschrijven warme ge voel van verwantschap en vriendschap. Maar die gedachten zijn nooit zo sterk, dat ik medelijden met mezelf krijg, dat ik er graag bij zou zijn in Nederland, dat ik heimwee heb. Ik leef voor mijn vak, ik denk het sterkst en het meest aan mijn werk. Daarom overheersen die gedachten aan het rijden alle andere ge dachten. Dat zal wel zo blijven zolang ik renner ben. Maar als ik de fiets op zolder zet, needan heb ik het feest thuis te vaak gemist om me door een wielerbaan te laten verleiden.Daar ben ik vast van overtuigd. „Maar dat zal nog wel even duren. Voorlopig overpeins ik bij elke jaarwis seling nog: wat heeft het oude jaar me gebracht aan successen? 1963 was voor mij geen slecht jaar: kampioen van Ne derland op de weg, Ronde van België gewonnen, vooraan in klassiekers... maar het nieuwe jaar moet me nog meer brengen: een overwinning in een weg- klassieker, een goede plaatst in de Tour de France. Dat is mijn vurigste wens een goede Tour te rijden. Het nieuwe jaar moet me successen leveren op de weg." Als de luidsprekerstem de temporon den aankondigt, springt hij op. Zijn rust is voorbij. Een minuut later is hij weer het witte nummer vijf. „Der lange Peter aus Amsterdam, der Sechstagekönig" staat in het programma. Hij rijdt als „koning" 1963 uit en 1964 in... als een „koning" echter die knecht is van die duizenden die fluiten en jouwen zodra de renners wat langzamer willen om nieu we krachten te verzamelen voor die lan ge uren tot vijf uur 's morgens, elke dag, zes dagen lang™ judo - jiu jitsu - boksen bodybuilding - indoortraining Op uitnodiging van de Mexicaanse voet balbond, die zich kandidaat heeft gesteld voor de organisatie van het toernooi om het wereldkampioenschap 1970, brengt de secretaris-penningmeester van de KNVB, de heer Lo Brunt, deze week een bezoek aan Mexico City. De heer Brunt ontving de invitatie in zijn functie als penning meester van de UEFA (Europese voetbal organisatie). Voor dit oriëntatie-bezoek zijn tevens uitgenodigd sir Stanley Rous en dr. O. Ba- rassi (It.), respectievelijk president en vice- president van de FIFA en Gustave Wieder- kehr (Zwits), president van de UEFA. In het internationaal damtoernooi in Hoogezand-Sappemeer staan Baba Sy, Bergsma en Wim de Jong (allen 8 punten) na 5 ronden nog steeds aan de kop. Van Dijk, Konate en Roozenburg volgen daar na inet 7 punten. Het Poolse basketbalteam dat op 3 en 4 januari in Haarlem en Amsterdam tegen Nederland uitkomt, is samengesteld uit de volgende dames: Janina Urbaniak, Alina Szostak, Barbara Szydlowski, Kritstina Likszo, Irene Gorka en Zdzislawa Pa- bianezyk. De sterkste speelster is Janina Urbaniak, die al 103 maal uitkwam voor het Poolse nationale team. Alina Szostak speelde 82 interlands. Het Nederlands team is als volgt samen gesteld: Jeanne Knoop, Janny Westen brink, Annie Koper, Els de Groot, Lenie Renout, Lenv Remeyer, Ria Schouten (allen Blue Stars). Hilde Draak (AGOH), Thelma van der Neut (HAV), Jenny Sie- benlist (Westerkwartier), Els van der Hey- den en Greetje Duyf (beiden AMVJ). Als coach zal de heer Jan Burgert optreden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 23