Misdaad in Stockholm I TOKIO kampt met ruimtegebrek Amerikanen zetten door met Saturnus-satelliet PANDA EN DE MEESTER^RIOLIST 6000 woningen gesloopt voor Olympische bouw Ons vervolgverhaal 1 A NU AR 1 1964 li wmmm/m door N. Edward Werner (naar het Zweeds) DE STAD TOKIO telt bijna evenveel inwoners als heel Nederland: 10.500.000. In 1975 zullen het er waarschijnlijk '26.000.000 zijn. Wie over deze, voor een stad haast astro nomische getallen nadenkt, zal begrijpen, dat het gebrek aan ruimte in deze reuzenbijenkorf een van de dringendste pro blemen is. Er bestaat in de Japanse hoofdstad een nijpend tekort aan woningen. Een heel huis is nergens meer te krij gen; jongegehuwden moeten zich tevreden stellen met één of hoogstens twee kamers en het is lang niet uitgesloten, dat ze over tien, twintig jaar nog steeds in diezelfde kamer(s) zullen huizen. Er wordt wel gebouwd, maar het volume is ternauwernood voldoende als compensatie voor de krot- opruiming en kan bij lange na niet de bevolkingsaanwas en de stijgende vraag naar huizen bijhouden. Daar komt nog bij, dat jaarlijks 300.000 mensen uit de provincie naar de hoofdstand emigreren, omdat ze er werk en betere levens omstandigheden hopen te vinden. Henri Hymans Kiosk-houdster Officier Légion d'Honneur i*-i m. 40) Even later vervolgde inspecteur Berg: „Misschien zal 't u interesse ren te horen, dat uw baas, meneer Borgsten, vorige zondag meneer Mil- lech opbelde en bij die gelegenheid iets zei in de trant van: „ik zou je graag je nek omdraaien.We kre gen deze mededeling van Borgstens buurman, Knut Norman, een boer, wiens telefoon Borgsten gebruikte, omdat hij zelf in zijn zomerhuis geen telefoon heeft. Borgsten sprak zó luid, dat Norman er niets aan kon doen dat hij zijn woorden hoorde. Borgsten sprak Engels, maar Nor man is in zijn jonge jaren matroos goed. Zijn dochter heeft enkele ja ren Engelse les op een school gege ven en hoorde ook wat Borgsten zei. Beiden zijn bereid als getuigen op te treden". „Maar wat heeft dat allemaal hier mee te maken?" vroeg Dahl. „Kort nadat Borgsten bij zijn buurman was vertrokken, hoorde Norman Borgstens kleine boot met de buitenboordmotor uitvaren en wel in zuidelijke richting, naar Vaxholm." „En wat wilt u daarmee zeggen?" vroeg Dahl weer. „U zult zich herinneren dat Millech in de nacht van zondag op maandag werd vermoord. Borgsten had tijd ge noeg om naar Vaxholm te gaar, daar een wagen te nemen om naar Stock holm te rijden, Millech te vermoor den en terug te keren. Millech werd om ca vier uur in de morgen ge dood." „Merkwaardig", zei Dahl. „Wat is merkwaardig?" „Ik vind 't merkwaardig dat u plotseling zeker schijnt te weten dat Millech om vier uur 's morgens werd vermoord. Ik heb dat nog nooit eer der gehoord." „We behoeven u niet alles te ver tellen wat wij weten. We kregen ech ter de kelner te pakken, die Millech en die twee onbekende mannen op zondagavond in de bar van Grand Hotel had bediend. Hij kon ons mee delen, wanneer en wat Millech had gegeten. Het was toen voor onze ex perts niet moeilijk het tijdstip van Millechs dood vast te stellen". „Wel, allemensen!" Dahl kon deze S uitroep van verwondering niet onder S drukken. Bovendien voelde hij iet; I iets van bewondering. Hoewel met tegen zin, moest hij toegeven, dat de politie intussen niet stil had gezeten. „En wat zegt Borgsten over zijn nachtelijke boottochtje?" vroeg Dahl. „Hetzelfde als u over uw wande ling, meneer Dahl. Maar in tegenstel- hoe 't er in de ogen van andere men sen uitzag; de andere mogelijkheid is, dat u 't niet was, en dan is er geen reden waarom 't u niet verteld zou worden." De inspecteur stond op uit zijn stoel en begon op en neer te lopen, waar bij hij zijn benen nadrukkelijk boog en strekte, alsof hij de stijfheid eruit wilde lopen. „De Borgstens en Moira Millech gingen na het onderhoud hier op het bureau terug naar de flat in Kungs- holmstrand. Borgsten kwam tot de ontdekking dat ze geen sigaretten hadden. Hij verdween, maar ging niet naar de sigarettenwinkel op de hoek; hij begaf zich naar het Sportpa- latset-restaurant, waar hij op het ter ras iets dronk, na een paar pakjes sigaretten gekocht te hebben. Na een poosje keerde hij terug naar huis. We vingen hem daar op, op dat mo ment had de moord zeker al een half uur eerder plaats gevonden." De inspecteur had klaarblijkelijk zijn benen voldoende gestrekt, ging weer achter zijn bureau zitten en vervolg de: „Juffrouw Millech, die in de flat aanwezig was, toen de moord plaats vond, kreeg een hevige shock en werd naar een ziekenhuis gebracht. Borg sten kreeg ook een shock, toen hem werd verteld wat er gebeurd was, maar hij werd hierheen gebracht. Het personeel van het restaurant kan ge tuigen dat Borgsten daar is geweest. Ze herkenden hem, omdat hij en zijn vrouw daar zo nu en dan dineer den. Hij deed er echter bijna een uur over om naar huis terug te keren. Het was een buurvrouw, die ontdek te wat er in de flat van Borgsten had plaatsgevonden en die de politie waarschuwde. Zij opende de deur van de flat en keek naar binnen. Het be vreemdde haar namelijk, dat de deur op een kier stond. Daar zag ze me vrouw Borgsten en juffrouw Millech op de grond liggen, de laatste alleen maar in een toestand van bezwijming. Toen Borgsten enige tijd later terug kwam, wandelde hij recht in onze armen." „Wat zegt Moira Millech?" „Ze heeft ons tot dusver niet veel kunnen vertellen, maar we hebben wel een vage indruk van wat er ge beurd is. De dames zaten op het bal kon, toen ze aan de voordeur hoor den bellen. Mevrouw Borgsten ging kijken, wie het was. Daarna hoorde juffrouw Millech even niets. Maar dan opeens hoorde ze het gedempte geluid van twee schoten. Ze riep luid, wat er aan de hand was, maar ling tot u .kon hij zich niet precies kreeg "geen antwoord. Ze holde naar Uii rtctirnnpf I1T1P T-Ti 1 i J _1T.TT~>-r herinneren, waar hij geweest was. Hij vertelde dat hij eerder op die dag nogal wat gedronken had." „Ja, dat vertelde hij mij ook", zei Dahl. Hij zag dat Berg en Keiler snel een blik wisselden. „Vertelde hij u dat? Wanneer was dat?" „In zijn zomerhuis, toen we samen zaten te praten". „Hoe kwam hij daarop?" De stem van de inspecteur klonk zijdezacht. „Hij zei dat hij me op de hoogte wilde stellen van zijn telefoongesprek met Millech, om zijn geweten te sus sen. Hij vertelde me toen ook, dat hij tevoren nogal wat gedronken had Hij vertelde me echter niets over een boottochtje." Dahl aarzelde even, voordat hij ver volgde: „Hij wilde niet dat ik u iets over ons gesprek zou vertellen, toen we hier bij u moesten komen. En ik vertelde niets, omdat er geen aanlei ding toe was. De zaak kwam eenvou dig niet aan de orde." „Ik geloof dat er nog wel meer is, dat u achterhoudt en dat ik graag uit u zou persen," merkte de inspecteur met een onverwacht scherpe klank in zijn stem op. Dahl keek de inspecteur strak aan. Even zwegen beiden. „Is het mogelijk mee te delen, hoe mevrouw Borgsten werd vermoord?" vi'Dahl een ogenblik lat°r. „Dat is inderdaad mogelijk", ant woordde de inspecteur, die zich weer scheen te beheersen. „Er zijn twee mogelijkheden: de ene mogelijkheid is, dat u het deed en in dat geval zou de voordeur en vond daar Karin Borg sten op de vloer. Ze wilde haar over eind helpen, maar ontdekte dat me vrouw Borgsten was neergeschoten. Juffrouw Millech viel flauw en kwam pas bij, toen een ziekenauto haar naar het ziekenhuis vervoerde." „En die buurvrouw?" vroeg Dahl. „Hoorde zij niets?" ,',Nee, zij hoorde niets om de een voudige reden dat ze pas ten tonele verscheen, toen het hele drama zich al had afgespeeld. Er zijn slechts twee flats op de bovenste verdieping en de families beneden zijn met va kantie uit de stad. De familie van de portier woont helemaal beneden en hoorde niets. Degene, die de scho ten gelost heeft, schijnt de deur ge sloten te hebben, voordat hij schoot. „En waarom daarna niet?" vroeg Dahl. De inspecteur keek Dahl peinzend aan. „Ik heb mezelf die vraag natuur lijk ook gesteld. Misschien was die deur wel gesloten, maar opende Moi ra Millech de deur om hulp te zoeken en viel ze flauw, voordat ze hem weer kon sluiten." „Maar waarom kan dit gebeurd zijn?" riep Dahl uit. „Waarom zou iemand Karin Borgsten uit de weg willen ruimen? Het is mogelijk om ie in te donken dat de één of andere maniak Millech vermoordde om zich meester te rmken van zijn patent rechten, of zo iets uit wanhoop deed, omdat hij die rechten maar niet te pakken kon krijgen. (Wordt vervolgd I I sen, omdat het verkeer voortdurend te kampen heeft met enorme opstoppingen. In verhouding tot het aantal auto s heeft Tokio het grootste aantal verkeersongeluk ken per jaar. Taxi's zijn er in de stad veel, maar het is lang geen onverdeeld genoe gen er gebruik van te maken. De taxi chauffeurs (de goede hiet te na gespro ken) zijn berucht om hun luiheid, onbe leefdheid en hun gebrek aan service. Het is niet ongewoon, dat een chauffeur wei gert te rijden als de passagier niet pre cies de weg naar een bepaald adres weet. De man is niet bereid tijd te spenderen met zoeken of kaarten te raadplegen. Ten slotte zijn er genoeg andere liefhebbers die de weg wél weten. IN TEGENSTELLING tot de taxichauf- Een luchtfoto van Tokio met het cen trale station in het hart van de stad. HET GEVOLG VAN het woningpro bleem (éénkamerwoningen, dunne wan den van hout en papier, weinig privacy) is dat men zoveel mogelijk buitenshuis vertoeft. En dat is weer een van de re denen waarom Tokio zo ontzaglijk veel café's, bars, restaurants, eet- en drink- huisjes en nachtclubs telt: 60.000 in totaal. Het is algemeen gewoonte geworden zijn gasten en vrienden niet thuis, maar in openbare gelegenheden te ontvangen. De meeste bars en restaurants gaan 's mor gens om tien uur open en er zijn er ook, die doorlopend dag en nacht geopend zijn. De Ginza, de „pleasure"straat van Tokio, telt alleen al 20.000 eet- en dnnkgelegen- heden, variërend van peperduur tot spot goedkoop. De inwoners van Tokio, die graag uitgaan, maken van deze gelegen heden een druk gebruik. Tokio is ook voor westerse begrip pen niet goedkoop. De prijzen van hui zen en hotels liggen over het algemeen hoger dan in het westen, openbaar ver voer en andere diensten kosten ongeveer hetzelfde, terwijl eten en drinken belang rijk goedkoper zijn: meer dan de helft van wat wij gewoon zijn uit te geven. Wie in deze stad wil uitgaan, heeft een gewel dige keus. Er zijn luxueuze nachtclubs, waar de prijzen even gepeperd zijn als in Londen en Parijs, maar het wemelt ook van kleine, intieme en goedkope bars, waar een whisky niet meer kost dan 40 yen (44 ct). Overal wordt men geholpen met de stralende vriendelijkheid, die het Japanse bedieningspersoneel (meestal vrouwelijk; er werken in Tokio 250.000 vrouwen en meisjes als kelnerin of dien ster) eigen is. HET GEBREK AAN ruimte in deze miljoenenstad komt ook tot uiting in het verkeer en het openbaar vervoer. Om bij het laatste te beginnen: dit is waarschijn lijk het snelste en best georganiseerde ter wereld. Het treinverkeer tussen het centrum en de voorsteden is zeer frequent (treinen om de drie minuten), maar des ondanks kan men de reizigersstroom (vooral in de spitsuren) slechts met grote moeite verwerken. Wie 's morgens tussen zeven en negen uur op het Shinjuku-statio komt (het grootste station van Tokio; het Centraal station is kleiner), zit midden in een onvoorstelbare drukte. In die twee uur voeren treinen uit alle richtingen ge zamenlijk anderhalf miljoen reizigers aan. Per dag verwerkt dit reusachtige sta tion ruim 2,5 miljoen reizigers. De Japanse treinen zijn overvol; op de stations heerst een enorm gedrang, ieder een probeert koortsachtig een plaatsje te bemachtigen. Dat het daarbij allesbehalve zachtzinnig toegaat bewijst het cijfer van het gemiddelde aantal ongevallen in de forensentreinen: honderd per dag. De spoorwegen hebben employé's in dienst, die speciaal zijn belast met het „opdu wen" van reizigers; wanneer er vlak voor het vertrek van een trein nog mensen uit de deuren naar buiten puilen, duwen zij net zo lang tot iedereen binnen is en de deuren dicht kunnen. Onnodig te zeggen dat men tijdens de ritten letterlijk op el kaar gepakt zit of staat (of hangt). Bij dit alles valt het de westerling op, dat de Japanners een sterk dualistische inslag hebben. Enerzijds (vooral thuis) zijn het de vriendelijkste, zachtste en voorkomend- ste mensen die men zich denken kan, an derzijds (op stations, in het verkeer) geldt bij hen maar één recht: dat van de sterkste. Bij de stadsbussen is het al precies een der als bij de treinen. Ook daar overvolle voertuigen, enorm gedrang bij de haltes. De bussen kunnen zich niet snel verplaat- (Van speciale medewerker) 't u misschien interesseren te weten, De Russen, die tot nu toe heer en mees ter zijn geweest op het gebied van de zware raketten, zullen die heerschappij moeten afstaan als het de Amerikanen lukt, de satelliet op te laten die nu „op stapel" staat, d.w.z. voor lancering gereed op de top van een zware Saturnusraket. Dze satelliet weegt 15.000 kilo. Dat is rond driemaal het gewicht van de Wos- tok-ruimteschepen van de Russen. De Saturnus-satelliet eigenlijk: de laatste trap van de raket, de Douglas S-4 heeft, zamen met een loos model van de Apollomaancabine, imponerende afmetingen: 22 meter lang bij een diame ter van 6,5 meter. Op hoogten tussen 200 en 400 kilometer zal dit gevaarte om de aarde draaien. Om die baan te bereiken is 385.000 kilo brand stof nodig voor de eerste trap en 45.000 kilo voor de tweede. De eerste trap ge bruikt vloeibare zuurstof en petroleum, de tweede vloeibare zuurstof en vloeibare wa terstof als aandrijvingsmiddel. Het Amerikaanse experiment heeft twee- 55. Uit Joris Goedbloèds eenvoudige demonstratie was Harry Hobbe's totale ongeschiktheid voor nacht waker zonneklaar gebleken. „Gij zult er goed aan doen, kwant, uw eigendommen beter te bewaken," sprak Joris op hoge toon, terwijl hij hem het horloge weer ter hand stelde. „En maak u nu uit de smadelijke voeten terwijl wij, heren, ons onderhouden over de belangen der nachtwakersbranche." Toen de indringer verdwe nen was, herstelde Refendaris Vergeel zich van zijn verbazing, en zei prijzend: „Aardig, heel aardig. Ik zal dit noteren en aan een ambtelijke studie-commis sie voorleggen voor nader advies, want het departe- r.-.üit zoekt al jaren naar een rijksmethodiek voor be trouwbaarheidsonderzoek van nachtwakers-sollicitan ten. Maar als één uwer nu ook komt solliciteren, zo als ik meen te begrijpen," zo voegde hij er scherpzin nig aan toe, „hoe weet ik dan dat u de u nu bekende be- kwaamheidsproef doorstaan zoudt hebben als hij u on bekend was geweest?" Panda begreep de vraag niet helemaal, maar Joris (die enige ervaring had met belastingformulieren) glimlachte fijntjes en zei: „Hoog- welzeergeboren heer refendaris er is geen reden voor bezorgdheid. Deze jongeman is de sollicitant, en hij kan in deze proef nooit falen aangezien hij geen horloge heeft." erlei doel: ten eerste technisch het beproeven van de raketmotoren van de tweede trap en het fungeren van de in strumenten van de Saturnus-Apollo-com- binatie. Ten tweede politiek het leveren van het bewijs dat het Westen nu draag- raketten heeft, die ten minste even krach tig zijn als de Russische. Wat er vóór de lancering aan proble men komt kijken, blijkt uit het feit dat voor het vervoer van de tweede trap een stratocruiser-verkeersvliegtuig moest wor den verbouwd, dat nog niet zo lang gele-' den dienst deed tussen Europa en Ameri ka. De romp ervan is vergroot en doet nu denken aan een peer. Het transport van de raket vereist dat men de romp in het midden moet losschroeven. Ondanks deze technische problemen is de lucht de beste vervoersweg. Transport over land zou betekenen, dat de meeste bruggen, tunnels, verkeersknooppunten, te legraafpalen en verkeerslichten verbouwd of gesloopt zouden moeten worden. Vervoer te water brengt weer andere complicaties met zich: men zou hiervoor het Panamakanaal moeten gebruiken en de'regering van Panama redeneert: „kun nen er raketten naar de maan worden ge zonden, dan kan er ook behoorlijk worden betaald voor het transport van die raket ten door ons kanaal Het transportprobleem is er maar één Saturnus C-l raket compleet met S-4 en Apollo-cabine is 56 meter hoog. Dit, is te vergelijken met een acht tien-étage-flat. Gewicht totaal is 453 ton. uit vele. Niettemin zetten de Amerikanen door om de voorsprong van de Russen te niet te doen. feurs zijn dc politieagenten over het alge meen behulpzaam, vriendelijk en bereid een vreemdeling op de goede weg te hel pen. Dat is overigens geen eenvoudige zaak, want in Tokio dragen veel straten geen naam en het systeem van wijken, districten en sub-districten is zó ingewik keld, dat zelfs geboren en getogen inwo ners er vaak geen weg mee weten. Het Tokiose verkeer wordt elk jaar drukker en gevaarlijker. Tijdens de Aziatische Spelen die in 1958 hier werden gehouden, kwamen veel sportmensen regelmatig te laat in de verschillende stadions aan als gevolg van het chaotische verkeer. In dat jaar waren er in de stad 420.000 auto's, nu zijn er bijna een miljoen en voor mid den 1964 rekent men op een aantal van 1,2 miljoen. MET DE OLYMPISCHE SPELEN voor de deur is men druk bezig aan de bouw van nieuwe wegen (er zijn 23 grote auto wegen gepland), hotels (om een deel van de 30.000 verwachte gasten onder te bren gen) en stadions. Om deze bouw mogelijk te maken moesten eerst 6.000 woningen worden afgebroken. De autoriteiten hopen dat met de drastische aanpak van de we genbouw het verkeersprobleem voorgoed zal zijn opgelost. Het gebrek aan ruimte manifesteert zich natuurlijk nog in veel meer zaken. We noemen één voorbeeld: de sportaccom modatie. Japanners in het algemeen en „Tokioënaars" in het bijzonder zijn zeer sportief. Bijna iedereen heeft wel een tak van sport, die hij met bijzondere voorlief de beoefent. Het meeest in trek zijn base ball, judo, tennis en schaatsen. Voor het beoefenen van al deze sporten door grote aantallen mensen is veel ruimte nodig. De schaatsers bijvoorbeeld kunnen terecht op overdekte kunstijsbanen, waar de stad er enkele van heeft. Op weekends zijn deze banen zó overvol, dat er van werkelijk schaatsen geen sprake kan zijn. Om de twee uur wordt iedereen van het ijs ge stuurd, omdat het dan door de lichaams warmte van zoveel mensen zogoed als ge smolten is. Men laat de baan opnieuw be vriezen, waarna de liefhebbers weer wor den toegelaten. De sportieve inwoners van Tokio hopen vurig, dat de sportruimten, die nu voor de Olympische Spelen ge bouwd worden, straks al hun ruimtepro blemen zullen oplossen. Denise Morin, 65 jaar, exploiteert een krantenkiosk aan de Avenue Marceau in Parijs. Haar kiosk is ver sierd met een rood lint, dat nu echter vervangen wordt door een rosette, want „Mémé", zoals zij door haar klanten wordt genoemd, is Officier de la Légion d'Honneur geworden. Mme Morin maakte met haar man en dochter in 1941 deel uit van de ver zetsgroep „Vengeance-Action". Zij deed dienst als verbindingsvrouw en verborg talloze geallieerde militairen. In 1944 werd de gehele familie gepakt en naar Ravensbrück gedeporteerd. Zij kwam geheel invalide uit het concentratiekamp terug, evenals haar dochter. Haar man stierf in het kamp Dora. Zij zijn nu overgebleven met talloze decoraties, maar ook met veel vrienden. Foto: Mme Morin in haar kiosk. f I'iilsit iOM -Ja

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 11