„KONFRONTASI DE TWEEDE RONDE III
Racisme vormt in Maleisië een groot gevaar
Vijftien miljoen Chinezen in Zuidoost-Azië hebben
hun eigen Israel met de hoofdstad: Peking
Commissaris M. J. Prinsen kreeg
bij zijn afscheid bank en zuil
P. v. d. A. dringt aan op verbetering
van de externe voorlichting
Kleine nieuwsbloempjes, geplukt
uit onze eigen Nederlandse hof
Algemene beschouwingen provinciale begroting
Jk ben dankbaar
dat ik deze taak heb
mogen vervullen7
WOENSDAG 8 JANUARI 1964
4
Zwaar probleem
Niet geslaagd
Scheepstoeter
Nachtwacht
Hondemeppers
Gebeurd
Signalement
Clochemerle
A mbtenarenkorps krijgt
veel lof toegezwaaid
N oordzeekanaalgebied
Rapporten
Spijkers
(Van onze reisredacteur W. L. Brugsma)
SINGAPORE. „Dat de Chinezen gelijke rechten hebben gekregen met de
Maleiers, is al een groot wonder", zei de Maleisische diplomaat, „dat zo'n var
kens etende ongelovige eens minister-president van Maleisië zal worden is voor
de mohammedanen nog ondenkbaar. Maar wie weet, misschien over tien jaar.
Als Maleisië dan tenminste nog bestaat".
Een welgestelde Chinese bankier in Singapore had er dit over te zeggen: „Toen
de Spanjaarden in de zeventiende eeuw op de Philippijnen 30.000 Chinezen ver
moordden, stuurde de toenmalige Manchoekeizer geen troepen of oorlogs
schepen. Hij zei: „Dat komt ervan als je de graven van de voorouders verlaat".
De bankier vervolgde bedaard: „Deze geschiedenis zal zich niet herhalen.
Wij zullen ons niet, zoals de joden in Europa, ter slachtbank laten leiden. Wij
hebben al een Israel. En de hoofdstad van óns Israel heet Peking!"
Voor de vijftien mil
joen Chinezen in de
„Nanyang" zoals
;ij hun uitzwermings-
gebied in Zuidoost-
Azië door de eeuwen
/an hun emigratie
hebben genoemd is
de vraag „liever rood
of dood" volstrekt
geen vraag. Ook niet
voor de rijken, die als
het even kan noch
lood noch rood willen
wezen. Zoals er in
Europa meer arme
dan rijke joden wa
ren, zo zijn er trou
wens in de Nanyang
meer arme dan rijke
Chinezen en die ar
men zijn al meer of
minder rood. Daar
houdt de parallel op.
Er heeft in Europa
nooit een joods pro
bleem bestaan, alleen
sen probleem van
anti-semitisme. Maar in Zuidoost-Azië be
staat wel een Chinees probleem: dat van
vijftien miljoen intelligente, mateloos ijve
rige en schijnbaar niet asimileerbare men
sen, die vaak een politieke en altijd een
patriottische binding hebben met een
wereldmacht in opkomst.
In geen ander land in Zuidoost-Azië
weegt dit probleem zó zwaar als in de
jonge Federatie Maleisië. Twaalf jaar lang
hebben de Chinese communistische guer
rilla's van Chin Peng op het schiereiland
Malakka een meedogenloze guerrilla ge
voerd. Het Chinese probleem heeft zelfs
tot de vorming van Maleisië geleid: de
Noordbomeose gebieden werden binnenge
haald om te vermijden dat het een Chinees
Cuba zou worden.
Het Chinese probleem is ook medeoor
zaak van Soekarno's confrontatiepolitiek:
generaal Nasoetion heeft zo'n lage dunk
van zijn Maleise broeders, dat hij gelooft
dat Maleisië uiteindelijk toch een Chinees
bastion zal worden, hetgeen hem niet be
let Chinese communisten uit Serawak tot
infiltranten op te leiden.
Maar de Indonesiërs die bereid zijn met
hun eigen Chinezen korte metten te ma
ken, geloven de vier miljoen Chinezen van
Maleisië ook wel aan te kunnen, als het
eens tot een Groot-Indonesië zou komen.
Inmiddels weegt het interne Chinese
probleem even zwaar op Maleisië als de
externe bedreiging van Soekarno's con
frontatie. De Communistische Partij is
verboden, maar zij bestaat voort en heeft
haar sterke arm in een gewapende clan
destiene órganisatie in Serawak en de res
tanten van Chin Pengs guerrilla's aan de
Thaise grens.
Het accen*' van de communistische tac
tiek ligt toch in het politieke vlak, in Mao's
aanbeveling van het „Verenigd Front". De
communisten proberen met niet-commu-
nistische maar wel progressieve krachten
„open organisaties" te vormen, ook poli
tieke partijen waarin zij achter de scher
men aan de touwtjes kunnen trekken. Er
zijn in Maleisië twee van die, vrijwel ge
heel Chinese, partijen, de SUPP Sera
waks Verenigde Volkspartij en Singa
pores PAP Volks Actie Partij.
j monstreerd wordt als in Maleisië, hetgeen
voor Koeala Loempoers democratische im
stelling pleit. Maar steeds weer mengen
sociale en politieke stromingen zich met
de raciale onderstromingen tot levensge
vaarlijk vaarwater.
Het is tot nu toe in Maleisië niemand
gelukt een wezenlijk inter-raciale partij
te vormen. De „Alliantie" van premier
Toengkoe Abdoel Rahman telt conserva
tieve Chinezen in haar gelederen, die te
vreden zijn met de tweede viool. De Chi
nese partijen hebben een paar verziende
Maleiërs in hun rangen, maar toch lopen
de politieke scheidslijnen in eerste instan
tie langs de raciale grenzen.
Toen ik de premier van Serawak, de
Dayak Stephen Kalong Ningkan, vroeg of
het niet gezonder zou zijn om conserva
tieve, vooruitstrevende en liberale partij
en te hebben, zei hij: „maar wij hebben
in Serawak een conservatieve en een Da-
yak-partij. Ik ben overigens van allebei de
baas".
Toch zullen alleen interraciale partijen
uiteindelijk de jonge staat Maleisië le
vensvatbaarheid kunnen geven. Er zijn de
laatste tijd tekenen dat Maleiërs, wier
enige politiek instinct uit anti-Chineeshéid
bestond, waardering beginnen te krijgen
voor een moderne politiek a la Lee Kuan
Yew. Misschien zal die tendens zich voort
zetten en in een jaar of tien tot normaler
politieke verhoudingen leiden. Als Malei
sië dan tenminste nog bestaat.
Het opvallende is, dat de communisti
sche opzet niet is geslaagd. In beide ge
vallen zijn het niet de communisten, maar
de progressieve krachten, sociaal-demo
craten naar westers model, die tenslotte
de leiding in handen hebben gekregen. In
Serawak bestaat de ongemakkelijke alli
antie nog voort. In Singapore, waar de
PAP eens een links-extremistisch schrik
beeld was, heeft de premier van de deel
staat, Lee Kuan Yew, zijn communistische
medestanders schaakmat gezet met een
politiek van progressief bestuur en hard
handig optreden tegen „illoyale elemen
ten", zodat de communisten naar een an
dere Verenigd-Front-organisatie hebben
moeten omzien: De „Barisan Sodalis".
De rol van deze kleine groep moderne
Chinezen geen staatsman ter wereld
heeft zo wanhopige verklaring bij Kenne
dy's dood afgelegd als Lee Kuan Yew
is niet makkelijk: zij moeten strijd leveren
op alle fronten tegelijk. Tegen het Maleise
racisme en tegen de Chinese reacties daar
op. Tegen de communisten die de massa's
van hun partijen in hun greep proberen
te krijgen en tegen de machtige feodale
elementen in Maleisië, de sultans en ge
vestigde buitenlandse belangen, die deze
massa's in de armen van de communisten
drijven.
Zij moeten, zonder het stigma van ra
dale politiek op zich te laden. Chinese
belangen beschermen in een land waar de
Chinezen weliswaar gelijke rechten heb
ben. maar waar in leger en bureaucratie
de balans van één Chinees op drie Malei
ers nauwkeurig wordt gehandhaafd.
De vader en de zoon van de Fede
ratie Maleisië: premier Toengko Ab
doel Rahman en de minister-presi
dent van de deelstaat Singapore, de
Chinees Lee Kuan Yew'.
En de zetelverdeling van de deelstaten
in het federale Parlement heeft niets
evenredigs, de gebieden met niet-Chinese
meerderheden zijn er sterk bevoordeeld.
Tegen zulke discriminatie moeten leiders
ails Lee Kuan Yew protesteren.
Maar zij moeten die protesten ook voor
zichtig doseren om te voorkomen dat hun
grieven worden rechtgezet, voordat het
communistische gevaar geweken is. De
vooruitstrevende Chinese leiders zitten
iedere minuut van iedere dag aan de vei
ligheidsklep van een staat, waarin ondanks
de idyllische voorstellingen van welvaart
en raciale harmonie, hevige sociale en ra
ciale spanningen heersen.
Maleisië is niet onwelvarend, maar de
rijkdommen zijn er minder eerlijk ver
deeld dan de armoede in andere jonge
staten. Er is geen land in Zuidoost-Azië
waar zoveel gezaakt en progressief gede-
De scheidende commissaris van de
Koningin in Noord-Holland dr. M. J.
Prinsen, kreeg dinsdag tijdens zijn
afscheid van de staten een maquette
aangeboden waarop het uitgebreide
provinciehuis staat afgebeeld als
mede de bank en de zuil waarop de
naam van dr. Prinsen zal worden
aangebracht. De commissaris van de
koningin en zijn dochter buigen zich
over de maquette die de heer Roelse,
fractievoorzitter van de Partij van de
Arbeid even daarvoor overhandigd
had.
„Wij spreken de hoop uit dat het u goed moge gaan. Wij weten dat uw hart
voor onze provincie zal blijven kloppen". Met deze woorden drukte het lid van
Gedeputeerde Staten en waarnemend voorzitter van het college van G.S. van
Noord-Holland de heer H. Westermann de hand van de scheidende commissaris
der koningin in de provincie Noord-Holland, dr. M. J. Prinsen. Terwijl de tele
visiecamera's het gebeurde op het celluloid vastlegden, nam dr. Prinsen dinsdag
tijdens de vergadering van de Provinciale Staten afscheid. Vorige week vrijdag
hield de commissaris een afscheidsreceptie voor de burgemeesters van de
Noordhollandse gemeenten en zaterdag was er een openbare receptie.
De heer Westermann begon zijn speech met stil te staan bij de eerste redevoering
die de scheidende commissaris bij zijn installatie op 6 juli 1954 in de Statenvergadering
had gesproken. „U zei destijds dat u het als een plicht van eerste orde beschouwde
de belangen van de provincie te dienen", aldus de heer Westermann.
De gedeputeerde herhaalde in zijn rede
voering wat hij enkele dagen geleden in
het college van G.S. reeds had gesteld,
namelijk dat de commissaris zijn taak
niet als een rijksambtenaar had vervuld
maar als een dienaar van de provincie.
„Het kan zonder enige overdrijving ge
zegd worden dat u een commissaris van
de Koningin van en vóór de provincie
Noord-Holland bent geweesf'aldus de heer
Westermann.
DE PROVINCIALE STATEN van Noord-Holland zijn dinsdagmorgen in
vergadering bijeengekomen voor de behandeling van de provinciale begroting
voor 1964. De fractievoorzitters en enkele andere Statenleden hebben gisteren
uitvoerige algemene beschouwingen gehouden. De gedeputeerde, drs. W. A.
van der Donk van de K.V.P. kreeg gistermiddag slechts even de gelegen
heid te antwoorden. Het huishoudelijk deel van de vergadering moest al spoedig
hierna worden afgebroken voor het afscheid van de commissaris van de koningin
in de provincie Noord-Holland, dr. M. J. Prinsen, dat om half vier begon. Dr.
Prinsen zal voorlopig worden vervangen door de gedeputeerde mr Westermann,
tot de nieuwe commissaris der koningin op 1 februari in functie treedt.
In zijn algemene beschouwingen stelde dinsdagmorgen de heer Roelse, fractie
voorzitter van de Partij van de Arbeid die als eerste het woord voerde, dat de Staten
leden de vertrouwde figuur van de commissaris als voorzitter van de Staten zuilen
missen. De heer Roelse verdiepte zich in de nationale politiek en ten aanzien van
de nieuwe aanpak door minister Bogaers van de woningbouwproblematiek stelde hij,
dat het eerste optreden van de bewindsman een frisse indruk had gemaakt.
Naast al die belangrijke ge
beurtenissen, die in buiten- en
binnenland gebeuren en die
ons door de televisie trouw
worden voorgeschoteld komen
er toch ook vaak van die din
gen voor, die te onbelangrijk
zijn om in de grote pers te
belanden, maar toch een goed
beeld geven van wat er in
ons volk leeft.
Zo ontdekten we in de Zwol
se Courant, dat daar een mo
len staat, die de schone naam
Passiebloem" draagt. Er
zal een restauratieplan voor
deze molen worden gemaakt,
zodat er weer olie kan wor
den geproduceerd. Weinig
schokkend, maar voor de be
woners van de stad toch een
verblijdend bericht.
Maar in dezelfde plaats
blijkt ook een misstand te be
staan: de nieuwe etagewonin
gen aan de Hogenkampsweg,
Schutkenstraat en Jan Busch-
straat zijn niet voorzien van
een bel aan de benedendeur.
Onder het motto „trappen lo
pen is gezond" heeft de bou
wer de bellen alleen aange
bracht bij de huisdeur. De
melkslijter heeft nu terugge
grepen naar een oud middel:
hij kondigt zijn komst aan met
een scheepstoeter.
De Zwolse Courant tekent
hierbij aan, dat het volgend
plan van de onbekende archi
tect voorziet in de bouw van
etagewoningen zonder trappen
zodat men langs touwen om
hoog kan klauteren.
Neen, dan Enschede! Daar
is een foto gemaakt van het
muziekkorps van de voormali
ge schutterij, die het op sta
pel staande boekje over de
cultuur in Enschede zal sie
ren. Het kwam er maar
steeds niet van, en daarom ge
beurde het tenslotte in de
avond in het stadion Diek-
man, toen daar nog sneeuw
lag. Tubantia vertelt het roe
rende verhaal van deze nacht
wacht van Ab Klaster en Jan
Weissink:
„Het was een spookachtige
gebeurtenis in de met mist ge
vulde kuip met rondom prik-
lichtjes in de nevelbrij en
maagdelijke sneeuw op de tri
bunes. Ab Klaster, die de foto
nam, „dirigeerde" het korps,
dat met tromgeroffel de
drumband was er bij ver
trok, maar Jan Weissink had
al verteld dat de instrumen
ten niet allemaal werkten,
omdat de ventielen waren be
vroren. Zo begon de mars op
de ijsbaan.
Maar de blazers voelden er
niets voor om de koude in
strumenten alleen maar aan
hun lippen te zetten en begon
nen spontaan wat te blazen.
Het klonk wat scheurderig met
felle uithalen als de dooi zich
als gevolg van de warme
adem uitstrekte over de zo
even genoemde ventielen en
zo konden we terugge
kaatst tegen de holle tribunes
horen, dat Marie nog steeds
vrijt met een soldaat en dat
vervolgens „daar moet op ge
dronken worden" en het
kon niet missen „Oh was
ik maar bij moeder thuis ge
bleven," ten gehore werden
gebracht.
Het spookkorps loste zich
soms op in de mist en even
spookachtig was het moment
als die sombere compacte
schuttersmassa in de bocht te
voorschijn kwam. Tot slot,
voor een detailopname, nog
even een nummertje van de
drumband, maar een mars
van Kenneth Alford kwam er
bijna onherkenbaar uit, al de
den de jongens nog zo hun
best. Tenslotte kwam er uit
een trompet nog een laatste
rauwe kreet. Toen waren al
le ventielen bevroren.
Wat moet je doen als een
hond wild wordt? Voor de
Spakenburgers blijkt dat vol
gens de Gooi- en Eemlander
geen gemakkelijke opgave te
zijn, want toen daar een hond
je wild werd het was door
kinderen in het water gegooid,
aan een hek gebonden en met
stokken getreiterd kon men
de politie niet tot ingrijpen
bewegen. „We zijn geen hon
demeppers" zei men, maar la
ter stuurde de burgemeester
toch twee agenten. Zij deden
echter niets, omdat het hun
taak niet zou zijn honden te
vangen. Toen heeft een jongen
de hond, die al tien kinderen
had gebeten (hoe bestaat
het!) gevangen en aan een
paal vastgebonden. De Spa-
kenburgse politie is dus niet
erg goed in hondemeppen. De
jeugd blijkbaar wel.
We hebben nu al weer we
kenlang genoten van de steek
spelen tussen de burgemees
ters van Amsterdam en Rot
terdam. Maar de Rotterdam
se burgervader heeft het heus
niet alleen met zijn collega
Van Hall wel eens aan de
stok. Toen het raadslid Groe
nendijk (CPN) in een raads
vergadering de hem toegeme
ten spreektijd had volgemaakt
greep mr. Van Walsum on
middellijk in. Mevrouw Steke
lenburg - Kwawegen (PSP)
riep volgens het Rotterdams
Nieuwsblad de verbouwereer
de CPN-afgevaardigde prompt
toe: ,,'t Is gebeurd met je,
Groenendijk!" Een daverend
gelach klonk door de zaal
Maar Groenendijk bekende
eerlijk: „Ik heb liever dat u
het zegt dan de dokter!"
In Dieren is de burgemees
ter altijd gemakkelijk te her
kennen, getuige een onder
schrift in de Arnhemse Cou
rant: „Ds. Simoons, eveneens
uit Dieren, feliciteert ds. Kol
man met het gerestaureer
de kerkgebouw waarin deze
voortaan zal preken. Als u
goed kijkt, ziet u op de voor
grond het kale achterhoofd
van burgervader mr. J. P.
Drost."
Eerlijk gezegd hoefden we
niet eens zo goed te kijken.
Een dan natuurlijk Eindho
ven, de plaats, waar altijd
wat gebeurt. Uit het Eindho
vens Dagblad lezen we nu, dat
de inwoners van de stad van
de bekende gloeilampenfa
briek in het zuiden des lands
weinig behoefte hebben aan
meer openbare toiletten.
Wethouder Van Vliet heeft
uitgelegd waarom: „Voor de
genen, die in het centrum in
nood komen, is het bereiken
van de openbare gelegenheid
op de Markt een haalbare
kaart. Talrijke Eindhovenaren
blijken vóór zij van huis gaan
hun behoefte te doen. Krijgen
zij na verloop van tijd de nei
ging weer iets kwijt te moe
ten raken, dan spoeden zij
zich naar huis. Velen geven
er ook de voorkeur aan een
gelegenheid binnen te vluch
ten, waar het noodzakelijke
verenigd kan worden met het
inklaren van nieuw materiaal
Stel u gerust, meestal spreekt
de raad er over andere zaken.
W9V "»b r i' -!■»<■
De heer Roelse sprak zijn waardering
uit voor de wijze waarop het ambtenaren
korps van de provinciale griffie de elk
jaar meeromvattende taak opvat en uit
voert. „De provinciale begroting is een
uitstekend stuk interne voorlichting" al
dus de heer Reolse, „maar ik zou ook
graag zien dat de voorlichting van de pro
vincie naar buiten wat soepeler zou wor
den".
De fractievoorzitter van de Partij van
de Arbeid deed de suggestie te komen tot
de aanstelling van een provinciaal voor
lichtingsambtenaar. „Voorlichten is een
vak" zo stelde het statenlid, dat niet elke
ambtenaar verstaat".
De heer Roelse liet zijn gedachten gaan
over de ontwikkeling van het Noordzee
kanaalgebied en hij gaf een overzicht van
de consequenties die de industriële ont
wikkeling van dit gebied voor het overige
deel van de provincie zouden hebben.
Het ontplooien van initiatieven tot
streekplannen noemde de heer Roelse zeer
juist. Hij sprak zijn verontrusting uit over
de speculatie die ontstaat in onroerend
goed. „Het provinciaal bestuur zal te dien
aanzien een zeer slagvaardig beleid moe
ten voeren" aldus de fractievoorzitter van
de Partij van de Arbeid.
Na hem was het woord aan de fractie
voorzitter van de Katholieke Volkspartij,
de heer Th. Laan. Hij toonde zich er
dankbaar voor dat het college van Ge
deputeerde Staten zijn veelomvattende
taak zo goed opvat. Hij vergeleek de werk
zaamheden van het college en van de grif
fie met die van 1952 en toonde daardoor
aan hoeveel werk er sindsdien meer ver
richt moet worden.
De rapporten die verschenen of verschij
nen over recreatie, verkeersplanologie in
Noord-Holland, volksgezondheid etcetera
noemde de heer Th. Laan een zeer goede
voorlichting van de Staten. Hij verzocht
het college te bewerkstelligen dat ten aan
zien van woningbouwproblemen waarin de
provincie verlichting zou kunnen brengen
snel te handelen. Indien dat binnen zijn
competentie ligt moet het provinciaal be
stuur zoveel mógelijk ontevredenheid op
dit gebied wegnemen", aldus de heer
Laan.
Enige critiek uitte de heer Laan op het
feit, dat vele statenleden niet of veel te
laat worden' betrokken bij bestuurlijke
aangelegenheden in de provincie of bij
aangelegenheden waarbij zij betrokken of
geïnteresseerd zijn. De heer Laan maak
te zich zorgen over de begrotingstekorten
van de Noordhollandse gemeenten. Hij zei
dat van de 109 gemeenten in Nederland
die een tekort op de begroting hebben er
ruim dertig in Noord-Holland liggen. Ook
was in Noord-Holland het totale bedrag
van het tekort groter.
De andere fractievoorzitters roerden na
genoeg identieke problemen aan. De heer
R. D u f o u r (V.V.D.) gaf ook beschou
wingen over de ontwikkeling van het
Noordzeekanaalgebied. Ook vestigde hij de
aandacht op de bejaardenzorg in de pro
vincie. Verder drong de heer Dufour erop
.yy
De gedeputeerde belichtte de veelzij
dige taak van de commissaris en hij gaf
n overzicht van de veelomvattende werk
zaamheden van deze functie. Hij tekende
de commissaris als een figuur die goed
leiding kon geven zonder dat die leiding
nadrukkelijk gevoerd werd. De heer Wes
termann gaf een overzicht van de wer
ken die onder de leiding van de heer Prin
sen tot stand gekomen waren of die wer
den aangepakt.
Na zijn speech diende de gedeputeerde
een voorstel in tot een nieuwe aanleg
van de tuin rond het provinciehuis in
Haarlem. In de tuin zou als afscheids
geschenk aan de heer Prinsen een bank
van hout en natuursteen en een zuil wor
den geplaatst waarin de naam van de
com.missaris en het tijdvak gedurende wel
ke hij zijn functie heeft vervuld zouden
worden gebeiteld. Voorgesteld werd voor
dit doel een krediet van f 47.000,- te vo
teren. Het voorstel werd zonder stemming
of discussie aanvaard.
De heer J. Roelse, Statenlid van de
Partij van de Arbeid voerde hierna na
mens de provinciale staten het woord.
Ook hij releveerde de vele verdiensten van
de scheidende commissaris. De heer Roel
se zei respect te hebben voor het beleid
dat de commissaris in de afgelopen tien
jaar heeft gevoerd.
„In de provinciale Staten van Noord-
Holland zijn vele leden die dagelijks zelf
gewend zijn leiding te geven. Desondanks
bent u er voortreffelijk in geslaagd de
vergaderingen tot zeer prettige en vrucht
bare te maken" aldus de heer Roelse.
Ook wijlen mevrouw Prinsen werd in.
de lovende wóórden van het Statenlid be
trokken. „Zij is u vele jaren tot grote
steun geweest bij de uitoefening van uw
prachtige, maar moeilijke ambt".
Namens de staten bood hij de com
missaris van de Koningin een maquette
aan waarop de nieuwe vleugel van het
provinciehuis en natuurlijk de nieuwe tuin
met bank stonden afgebeeld.
Dr. Prinsen sprak hierna het dank
woord. Hij zei ervan overtuigd te zijn
straks met weemoed terug te denken aan
zijn tijd toen hij aan het hoofd van het
provinciaal bestuur van Noord-Holland
stond. Ook zei de heer Prinsen dankbaar
te zijn deze mooie taak te hebben mo
gen vervullen. Het cadeau vond hij prach
tig. „U hebt mij hier een zeer groot
genoegen mee gedaan" sprak de heer Prin
sen geroerd. De commissaris bracht hul
de aan het ambtenarenkorps dat even
als hij voor het behoud van de tuin
had gevochten.
Het huishoudelijk deel van de Staten
vergadering is vandaag voortgezet.
aan spoedig tot een beslissing te komen
waar de Technische Hogeschool in de pro
vincie moest komen. „Het touwtrekken
tussen de diverse belanghebbenden is niet
gunstig", aldus de heer Dufour. Ook roer
de hij het probleem van de luchtveront
reiniging even aan.
De heer A. W e n s i n g van de prote
stants-christelijke fractie zei dat de over
heid het voorbeeld zou moeten geven en
zeker niet zou moeten overgaan tot het
verhogen van gas-, water- of elektrici
teitstarieven. Verder drong de heer Wen
sing er op aan, dat in de provincie niet
alleen de tertiaire wegen zouden worden
verbeterd maar dat er ook nieuwe wegen
in deze categorie zouden worden aange
legd. Tenslotte drong de heer Wensing aan
op het tijdig ingrijpen van de provincie bij
geschillen tussen gemeenten of groepen
van gemeenten, zoals dat bijvoorbeeld bij
het structuurplan van de Zaanstreek het
geval is.
De heer Tromp (Vrije Burgers) was
van mening dat er niet zoveel verordenin
gen moesten komen. „Daardoor komen er
teveel ambtenaren en worden er teveel
spijkers op laag water gezocht" was zijn
opinie. De aanstelling van een voorlich
tingsambtenaar bij de provincie juichte de
vrije burger beslist niet toe. „We hebben
gezien hoe belachelijk de rijksvoorlich
tingsdienst zich gedragen heeft" aldus de
heer Tromp. „Voor zo'n functionaris moet
een schaap met vijf poten gezocht wor
den" aldus het Statenlid. Hij besloot met
te zeggen dat de leden van het college van
G.S. toch zelf wel competent waren om
goede voorlichting te verstrekken.
Hierna voerden nog de heren O. Noor
denbos (P.S.P.), die vooral inging op
datgene wat de fractievoorzitter van de
Partij van de Arbeid over de nationale
politiek had geponeerd, en de heer
M. D. Proper van de C.P.N. het woord.
In de middagvergadering gaf de gedepu
teerde drs. Van der Donk een sum
mier antwoord waarin hij onder meer zei
dat ook het college van G.S. zich zorgen
maakte over het grondprijsbeleid en dat
de aanstelling van een voorlichtingsamb
tenaar in dienst van de provincie over
wogen wordt.
De heer Van der Donk maakte vanmid
dag zijn antwoord af,