„KONFRONTASI DE TWEEDE RONDE III Racisme vormt in Maleisië een groot gevaar Vijftien miljoen Chinezen in Zuidoost-Azië hebben hun eigen Israel met de hoofdstad: Peking Commissaris M. J. Prinsen kreeg bij zijn afscheid bank en zuil P. v. d. A. dringt aan op verbetering van de externe voorlichting Kleine nieuwsbloempjes, geplukt uit onze eigen Nederlandse hof Algemene beschouwingen provinciale begroting Jk ben dankbaar dat ik deze taak heb mogen vervullen7 WOENSDAG 8 JANUARI 1964 4 Zwaar probleem Niet geslaagd Scheepstoeter Nachtwacht Hondemeppers Gebeurd Signalement Clochemerle A mbtenarenkorps krijgt veel lof toegezwaaid N oordzeekanaalgebied Rapporten Spijkers (Van onze reisredacteur W. L. Brugsma) SINGAPORE. „Dat de Chinezen gelijke rechten hebben gekregen met de Maleiers, is al een groot wonder", zei de Maleisische diplomaat, „dat zo'n var kens etende ongelovige eens minister-president van Maleisië zal worden is voor de mohammedanen nog ondenkbaar. Maar wie weet, misschien over tien jaar. Als Maleisië dan tenminste nog bestaat". Een welgestelde Chinese bankier in Singapore had er dit over te zeggen: „Toen de Spanjaarden in de zeventiende eeuw op de Philippijnen 30.000 Chinezen ver moordden, stuurde de toenmalige Manchoekeizer geen troepen of oorlogs schepen. Hij zei: „Dat komt ervan als je de graven van de voorouders verlaat". De bankier vervolgde bedaard: „Deze geschiedenis zal zich niet herhalen. Wij zullen ons niet, zoals de joden in Europa, ter slachtbank laten leiden. Wij hebben al een Israel. En de hoofdstad van óns Israel heet Peking!" Voor de vijftien mil joen Chinezen in de „Nanyang" zoals ;ij hun uitzwermings- gebied in Zuidoost- Azië door de eeuwen /an hun emigratie hebben genoemd is de vraag „liever rood of dood" volstrekt geen vraag. Ook niet voor de rijken, die als het even kan noch lood noch rood willen wezen. Zoals er in Europa meer arme dan rijke joden wa ren, zo zijn er trou wens in de Nanyang meer arme dan rijke Chinezen en die ar men zijn al meer of minder rood. Daar houdt de parallel op. Er heeft in Europa nooit een joods pro bleem bestaan, alleen sen probleem van anti-semitisme. Maar in Zuidoost-Azië be staat wel een Chinees probleem: dat van vijftien miljoen intelligente, mateloos ijve rige en schijnbaar niet asimileerbare men sen, die vaak een politieke en altijd een patriottische binding hebben met een wereldmacht in opkomst. In geen ander land in Zuidoost-Azië weegt dit probleem zó zwaar als in de jonge Federatie Maleisië. Twaalf jaar lang hebben de Chinese communistische guer rilla's van Chin Peng op het schiereiland Malakka een meedogenloze guerrilla ge voerd. Het Chinese probleem heeft zelfs tot de vorming van Maleisië geleid: de Noordbomeose gebieden werden binnenge haald om te vermijden dat het een Chinees Cuba zou worden. Het Chinese probleem is ook medeoor zaak van Soekarno's confrontatiepolitiek: generaal Nasoetion heeft zo'n lage dunk van zijn Maleise broeders, dat hij gelooft dat Maleisië uiteindelijk toch een Chinees bastion zal worden, hetgeen hem niet be let Chinese communisten uit Serawak tot infiltranten op te leiden. Maar de Indonesiërs die bereid zijn met hun eigen Chinezen korte metten te ma ken, geloven de vier miljoen Chinezen van Maleisië ook wel aan te kunnen, als het eens tot een Groot-Indonesië zou komen. Inmiddels weegt het interne Chinese probleem even zwaar op Maleisië als de externe bedreiging van Soekarno's con frontatie. De Communistische Partij is verboden, maar zij bestaat voort en heeft haar sterke arm in een gewapende clan destiene órganisatie in Serawak en de res tanten van Chin Pengs guerrilla's aan de Thaise grens. Het accen*' van de communistische tac tiek ligt toch in het politieke vlak, in Mao's aanbeveling van het „Verenigd Front". De communisten proberen met niet-commu- nistische maar wel progressieve krachten „open organisaties" te vormen, ook poli tieke partijen waarin zij achter de scher men aan de touwtjes kunnen trekken. Er zijn in Maleisië twee van die, vrijwel ge heel Chinese, partijen, de SUPP Sera waks Verenigde Volkspartij en Singa pores PAP Volks Actie Partij. j monstreerd wordt als in Maleisië, hetgeen voor Koeala Loempoers democratische im stelling pleit. Maar steeds weer mengen sociale en politieke stromingen zich met de raciale onderstromingen tot levensge vaarlijk vaarwater. Het is tot nu toe in Maleisië niemand gelukt een wezenlijk inter-raciale partij te vormen. De „Alliantie" van premier Toengkoe Abdoel Rahman telt conserva tieve Chinezen in haar gelederen, die te vreden zijn met de tweede viool. De Chi nese partijen hebben een paar verziende Maleiërs in hun rangen, maar toch lopen de politieke scheidslijnen in eerste instan tie langs de raciale grenzen. Toen ik de premier van Serawak, de Dayak Stephen Kalong Ningkan, vroeg of het niet gezonder zou zijn om conserva tieve, vooruitstrevende en liberale partij en te hebben, zei hij: „maar wij hebben in Serawak een conservatieve en een Da- yak-partij. Ik ben overigens van allebei de baas". Toch zullen alleen interraciale partijen uiteindelijk de jonge staat Maleisië le vensvatbaarheid kunnen geven. Er zijn de laatste tijd tekenen dat Maleiërs, wier enige politiek instinct uit anti-Chineeshéid bestond, waardering beginnen te krijgen voor een moderne politiek a la Lee Kuan Yew. Misschien zal die tendens zich voort zetten en in een jaar of tien tot normaler politieke verhoudingen leiden. Als Malei sië dan tenminste nog bestaat. Het opvallende is, dat de communisti sche opzet niet is geslaagd. In beide ge vallen zijn het niet de communisten, maar de progressieve krachten, sociaal-demo craten naar westers model, die tenslotte de leiding in handen hebben gekregen. In Serawak bestaat de ongemakkelijke alli antie nog voort. In Singapore, waar de PAP eens een links-extremistisch schrik beeld was, heeft de premier van de deel staat, Lee Kuan Yew, zijn communistische medestanders schaakmat gezet met een politiek van progressief bestuur en hard handig optreden tegen „illoyale elemen ten", zodat de communisten naar een an dere Verenigd-Front-organisatie hebben moeten omzien: De „Barisan Sodalis". De rol van deze kleine groep moderne Chinezen geen staatsman ter wereld heeft zo wanhopige verklaring bij Kenne dy's dood afgelegd als Lee Kuan Yew is niet makkelijk: zij moeten strijd leveren op alle fronten tegelijk. Tegen het Maleise racisme en tegen de Chinese reacties daar op. Tegen de communisten die de massa's van hun partijen in hun greep proberen te krijgen en tegen de machtige feodale elementen in Maleisië, de sultans en ge vestigde buitenlandse belangen, die deze massa's in de armen van de communisten drijven. Zij moeten, zonder het stigma van ra dale politiek op zich te laden. Chinese belangen beschermen in een land waar de Chinezen weliswaar gelijke rechten heb ben. maar waar in leger en bureaucratie de balans van één Chinees op drie Malei ers nauwkeurig wordt gehandhaafd. De vader en de zoon van de Fede ratie Maleisië: premier Toengko Ab doel Rahman en de minister-presi dent van de deelstaat Singapore, de Chinees Lee Kuan Yew'. En de zetelverdeling van de deelstaten in het federale Parlement heeft niets evenredigs, de gebieden met niet-Chinese meerderheden zijn er sterk bevoordeeld. Tegen zulke discriminatie moeten leiders ails Lee Kuan Yew protesteren. Maar zij moeten die protesten ook voor zichtig doseren om te voorkomen dat hun grieven worden rechtgezet, voordat het communistische gevaar geweken is. De vooruitstrevende Chinese leiders zitten iedere minuut van iedere dag aan de vei ligheidsklep van een staat, waarin ondanks de idyllische voorstellingen van welvaart en raciale harmonie, hevige sociale en ra ciale spanningen heersen. Maleisië is niet onwelvarend, maar de rijkdommen zijn er minder eerlijk ver deeld dan de armoede in andere jonge staten. Er is geen land in Zuidoost-Azië waar zoveel gezaakt en progressief gede- De scheidende commissaris van de Koningin in Noord-Holland dr. M. J. Prinsen, kreeg dinsdag tijdens zijn afscheid van de staten een maquette aangeboden waarop het uitgebreide provinciehuis staat afgebeeld als mede de bank en de zuil waarop de naam van dr. Prinsen zal worden aangebracht. De commissaris van de koningin en zijn dochter buigen zich over de maquette die de heer Roelse, fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid even daarvoor overhandigd had. „Wij spreken de hoop uit dat het u goed moge gaan. Wij weten dat uw hart voor onze provincie zal blijven kloppen". Met deze woorden drukte het lid van Gedeputeerde Staten en waarnemend voorzitter van het college van G.S. van Noord-Holland de heer H. Westermann de hand van de scheidende commissaris der koningin in de provincie Noord-Holland, dr. M. J. Prinsen. Terwijl de tele visiecamera's het gebeurde op het celluloid vastlegden, nam dr. Prinsen dinsdag tijdens de vergadering van de Provinciale Staten afscheid. Vorige week vrijdag hield de commissaris een afscheidsreceptie voor de burgemeesters van de Noordhollandse gemeenten en zaterdag was er een openbare receptie. De heer Westermann begon zijn speech met stil te staan bij de eerste redevoering die de scheidende commissaris bij zijn installatie op 6 juli 1954 in de Statenvergadering had gesproken. „U zei destijds dat u het als een plicht van eerste orde beschouwde de belangen van de provincie te dienen", aldus de heer Westermann. De gedeputeerde herhaalde in zijn rede voering wat hij enkele dagen geleden in het college van G.S. reeds had gesteld, namelijk dat de commissaris zijn taak niet als een rijksambtenaar had vervuld maar als een dienaar van de provincie. „Het kan zonder enige overdrijving ge zegd worden dat u een commissaris van de Koningin van en vóór de provincie Noord-Holland bent geweesf'aldus de heer Westermann. DE PROVINCIALE STATEN van Noord-Holland zijn dinsdagmorgen in vergadering bijeengekomen voor de behandeling van de provinciale begroting voor 1964. De fractievoorzitters en enkele andere Statenleden hebben gisteren uitvoerige algemene beschouwingen gehouden. De gedeputeerde, drs. W. A. van der Donk van de K.V.P. kreeg gistermiddag slechts even de gelegen heid te antwoorden. Het huishoudelijk deel van de vergadering moest al spoedig hierna worden afgebroken voor het afscheid van de commissaris van de koningin in de provincie Noord-Holland, dr. M. J. Prinsen, dat om half vier begon. Dr. Prinsen zal voorlopig worden vervangen door de gedeputeerde mr Westermann, tot de nieuwe commissaris der koningin op 1 februari in functie treedt. In zijn algemene beschouwingen stelde dinsdagmorgen de heer Roelse, fractie voorzitter van de Partij van de Arbeid die als eerste het woord voerde, dat de Staten leden de vertrouwde figuur van de commissaris als voorzitter van de Staten zuilen missen. De heer Roelse verdiepte zich in de nationale politiek en ten aanzien van de nieuwe aanpak door minister Bogaers van de woningbouwproblematiek stelde hij, dat het eerste optreden van de bewindsman een frisse indruk had gemaakt. Naast al die belangrijke ge beurtenissen, die in buiten- en binnenland gebeuren en die ons door de televisie trouw worden voorgeschoteld komen er toch ook vaak van die din gen voor, die te onbelangrijk zijn om in de grote pers te belanden, maar toch een goed beeld geven van wat er in ons volk leeft. Zo ontdekten we in de Zwol se Courant, dat daar een mo len staat, die de schone naam Passiebloem" draagt. Er zal een restauratieplan voor deze molen worden gemaakt, zodat er weer olie kan wor den geproduceerd. Weinig schokkend, maar voor de be woners van de stad toch een verblijdend bericht. Maar in dezelfde plaats blijkt ook een misstand te be staan: de nieuwe etagewonin gen aan de Hogenkampsweg, Schutkenstraat en Jan Busch- straat zijn niet voorzien van een bel aan de benedendeur. Onder het motto „trappen lo pen is gezond" heeft de bou wer de bellen alleen aange bracht bij de huisdeur. De melkslijter heeft nu terugge grepen naar een oud middel: hij kondigt zijn komst aan met een scheepstoeter. De Zwolse Courant tekent hierbij aan, dat het volgend plan van de onbekende archi tect voorziet in de bouw van etagewoningen zonder trappen zodat men langs touwen om hoog kan klauteren. Neen, dan Enschede! Daar is een foto gemaakt van het muziekkorps van de voormali ge schutterij, die het op sta pel staande boekje over de cultuur in Enschede zal sie ren. Het kwam er maar steeds niet van, en daarom ge beurde het tenslotte in de avond in het stadion Diek- man, toen daar nog sneeuw lag. Tubantia vertelt het roe rende verhaal van deze nacht wacht van Ab Klaster en Jan Weissink: „Het was een spookachtige gebeurtenis in de met mist ge vulde kuip met rondom prik- lichtjes in de nevelbrij en maagdelijke sneeuw op de tri bunes. Ab Klaster, die de foto nam, „dirigeerde" het korps, dat met tromgeroffel de drumband was er bij ver trok, maar Jan Weissink had al verteld dat de instrumen ten niet allemaal werkten, omdat de ventielen waren be vroren. Zo begon de mars op de ijsbaan. Maar de blazers voelden er niets voor om de koude in strumenten alleen maar aan hun lippen te zetten en begon nen spontaan wat te blazen. Het klonk wat scheurderig met felle uithalen als de dooi zich als gevolg van de warme adem uitstrekte over de zo even genoemde ventielen en zo konden we terugge kaatst tegen de holle tribunes horen, dat Marie nog steeds vrijt met een soldaat en dat vervolgens „daar moet op ge dronken worden" en het kon niet missen „Oh was ik maar bij moeder thuis ge bleven," ten gehore werden gebracht. Het spookkorps loste zich soms op in de mist en even spookachtig was het moment als die sombere compacte schuttersmassa in de bocht te voorschijn kwam. Tot slot, voor een detailopname, nog even een nummertje van de drumband, maar een mars van Kenneth Alford kwam er bijna onherkenbaar uit, al de den de jongens nog zo hun best. Tenslotte kwam er uit een trompet nog een laatste rauwe kreet. Toen waren al le ventielen bevroren. Wat moet je doen als een hond wild wordt? Voor de Spakenburgers blijkt dat vol gens de Gooi- en Eemlander geen gemakkelijke opgave te zijn, want toen daar een hond je wild werd het was door kinderen in het water gegooid, aan een hek gebonden en met stokken getreiterd kon men de politie niet tot ingrijpen bewegen. „We zijn geen hon demeppers" zei men, maar la ter stuurde de burgemeester toch twee agenten. Zij deden echter niets, omdat het hun taak niet zou zijn honden te vangen. Toen heeft een jongen de hond, die al tien kinderen had gebeten (hoe bestaat het!) gevangen en aan een paal vastgebonden. De Spa- kenburgse politie is dus niet erg goed in hondemeppen. De jeugd blijkbaar wel. We hebben nu al weer we kenlang genoten van de steek spelen tussen de burgemees ters van Amsterdam en Rot terdam. Maar de Rotterdam se burgervader heeft het heus niet alleen met zijn collega Van Hall wel eens aan de stok. Toen het raadslid Groe nendijk (CPN) in een raads vergadering de hem toegeme ten spreektijd had volgemaakt greep mr. Van Walsum on middellijk in. Mevrouw Steke lenburg - Kwawegen (PSP) riep volgens het Rotterdams Nieuwsblad de verbouwereer de CPN-afgevaardigde prompt toe: ,,'t Is gebeurd met je, Groenendijk!" Een daverend gelach klonk door de zaal Maar Groenendijk bekende eerlijk: „Ik heb liever dat u het zegt dan de dokter!" In Dieren is de burgemees ter altijd gemakkelijk te her kennen, getuige een onder schrift in de Arnhemse Cou rant: „Ds. Simoons, eveneens uit Dieren, feliciteert ds. Kol man met het gerestaureer de kerkgebouw waarin deze voortaan zal preken. Als u goed kijkt, ziet u op de voor grond het kale achterhoofd van burgervader mr. J. P. Drost." Eerlijk gezegd hoefden we niet eens zo goed te kijken. Een dan natuurlijk Eindho ven, de plaats, waar altijd wat gebeurt. Uit het Eindho vens Dagblad lezen we nu, dat de inwoners van de stad van de bekende gloeilampenfa briek in het zuiden des lands weinig behoefte hebben aan meer openbare toiletten. Wethouder Van Vliet heeft uitgelegd waarom: „Voor de genen, die in het centrum in nood komen, is het bereiken van de openbare gelegenheid op de Markt een haalbare kaart. Talrijke Eindhovenaren blijken vóór zij van huis gaan hun behoefte te doen. Krijgen zij na verloop van tijd de nei ging weer iets kwijt te moe ten raken, dan spoeden zij zich naar huis. Velen geven er ook de voorkeur aan een gelegenheid binnen te vluch ten, waar het noodzakelijke verenigd kan worden met het inklaren van nieuw materiaal Stel u gerust, meestal spreekt de raad er over andere zaken. W9V "»b r i' -!■»<■ De heer Roelse sprak zijn waardering uit voor de wijze waarop het ambtenaren korps van de provinciale griffie de elk jaar meeromvattende taak opvat en uit voert. „De provinciale begroting is een uitstekend stuk interne voorlichting" al dus de heer Reolse, „maar ik zou ook graag zien dat de voorlichting van de pro vincie naar buiten wat soepeler zou wor den". De fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid deed de suggestie te komen tot de aanstelling van een provinciaal voor lichtingsambtenaar. „Voorlichten is een vak" zo stelde het statenlid, dat niet elke ambtenaar verstaat". De heer Roelse liet zijn gedachten gaan over de ontwikkeling van het Noordzee kanaalgebied en hij gaf een overzicht van de consequenties die de industriële ont wikkeling van dit gebied voor het overige deel van de provincie zouden hebben. Het ontplooien van initiatieven tot streekplannen noemde de heer Roelse zeer juist. Hij sprak zijn verontrusting uit over de speculatie die ontstaat in onroerend goed. „Het provinciaal bestuur zal te dien aanzien een zeer slagvaardig beleid moe ten voeren" aldus de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid. Na hem was het woord aan de fractie voorzitter van de Katholieke Volkspartij, de heer Th. Laan. Hij toonde zich er dankbaar voor dat het college van Ge deputeerde Staten zijn veelomvattende taak zo goed opvat. Hij vergeleek de werk zaamheden van het college en van de grif fie met die van 1952 en toonde daardoor aan hoeveel werk er sindsdien meer ver richt moet worden. De rapporten die verschenen of verschij nen over recreatie, verkeersplanologie in Noord-Holland, volksgezondheid etcetera noemde de heer Th. Laan een zeer goede voorlichting van de Staten. Hij verzocht het college te bewerkstelligen dat ten aan zien van woningbouwproblemen waarin de provincie verlichting zou kunnen brengen snel te handelen. Indien dat binnen zijn competentie ligt moet het provinciaal be stuur zoveel mógelijk ontevredenheid op dit gebied wegnemen", aldus de heer Laan. Enige critiek uitte de heer Laan op het feit, dat vele statenleden niet of veel te laat worden' betrokken bij bestuurlijke aangelegenheden in de provincie of bij aangelegenheden waarbij zij betrokken of geïnteresseerd zijn. De heer Laan maak te zich zorgen over de begrotingstekorten van de Noordhollandse gemeenten. Hij zei dat van de 109 gemeenten in Nederland die een tekort op de begroting hebben er ruim dertig in Noord-Holland liggen. Ook was in Noord-Holland het totale bedrag van het tekort groter. De andere fractievoorzitters roerden na genoeg identieke problemen aan. De heer R. D u f o u r (V.V.D.) gaf ook beschou wingen over de ontwikkeling van het Noordzeekanaalgebied. Ook vestigde hij de aandacht op de bejaardenzorg in de pro vincie. Verder drong de heer Dufour erop .yy De gedeputeerde belichtte de veelzij dige taak van de commissaris en hij gaf n overzicht van de veelomvattende werk zaamheden van deze functie. Hij tekende de commissaris als een figuur die goed leiding kon geven zonder dat die leiding nadrukkelijk gevoerd werd. De heer Wes termann gaf een overzicht van de wer ken die onder de leiding van de heer Prin sen tot stand gekomen waren of die wer den aangepakt. Na zijn speech diende de gedeputeerde een voorstel in tot een nieuwe aanleg van de tuin rond het provinciehuis in Haarlem. In de tuin zou als afscheids geschenk aan de heer Prinsen een bank van hout en natuursteen en een zuil wor den geplaatst waarin de naam van de com.missaris en het tijdvak gedurende wel ke hij zijn functie heeft vervuld zouden worden gebeiteld. Voorgesteld werd voor dit doel een krediet van f 47.000,- te vo teren. Het voorstel werd zonder stemming of discussie aanvaard. De heer J. Roelse, Statenlid van de Partij van de Arbeid voerde hierna na mens de provinciale staten het woord. Ook hij releveerde de vele verdiensten van de scheidende commissaris. De heer Roel se zei respect te hebben voor het beleid dat de commissaris in de afgelopen tien jaar heeft gevoerd. „In de provinciale Staten van Noord- Holland zijn vele leden die dagelijks zelf gewend zijn leiding te geven. Desondanks bent u er voortreffelijk in geslaagd de vergaderingen tot zeer prettige en vrucht bare te maken" aldus de heer Roelse. Ook wijlen mevrouw Prinsen werd in. de lovende wóórden van het Statenlid be trokken. „Zij is u vele jaren tot grote steun geweest bij de uitoefening van uw prachtige, maar moeilijke ambt". Namens de staten bood hij de com missaris van de Koningin een maquette aan waarop de nieuwe vleugel van het provinciehuis en natuurlijk de nieuwe tuin met bank stonden afgebeeld. Dr. Prinsen sprak hierna het dank woord. Hij zei ervan overtuigd te zijn straks met weemoed terug te denken aan zijn tijd toen hij aan het hoofd van het provinciaal bestuur van Noord-Holland stond. Ook zei de heer Prinsen dankbaar te zijn deze mooie taak te hebben mo gen vervullen. Het cadeau vond hij prach tig. „U hebt mij hier een zeer groot genoegen mee gedaan" sprak de heer Prin sen geroerd. De commissaris bracht hul de aan het ambtenarenkorps dat even als hij voor het behoud van de tuin had gevochten. Het huishoudelijk deel van de Staten vergadering is vandaag voortgezet. aan spoedig tot een beslissing te komen waar de Technische Hogeschool in de pro vincie moest komen. „Het touwtrekken tussen de diverse belanghebbenden is niet gunstig", aldus de heer Dufour. Ook roer de hij het probleem van de luchtveront reiniging even aan. De heer A. W e n s i n g van de prote stants-christelijke fractie zei dat de over heid het voorbeeld zou moeten geven en zeker niet zou moeten overgaan tot het verhogen van gas-, water- of elektrici teitstarieven. Verder drong de heer Wen sing er op aan, dat in de provincie niet alleen de tertiaire wegen zouden worden verbeterd maar dat er ook nieuwe wegen in deze categorie zouden worden aange legd. Tenslotte drong de heer Wensing aan op het tijdig ingrijpen van de provincie bij geschillen tussen gemeenten of groepen van gemeenten, zoals dat bijvoorbeeld bij het structuurplan van de Zaanstreek het geval is. De heer Tromp (Vrije Burgers) was van mening dat er niet zoveel verordenin gen moesten komen. „Daardoor komen er teveel ambtenaren en worden er teveel spijkers op laag water gezocht" was zijn opinie. De aanstelling van een voorlich tingsambtenaar bij de provincie juichte de vrije burger beslist niet toe. „We hebben gezien hoe belachelijk de rijksvoorlich tingsdienst zich gedragen heeft" aldus de heer Tromp. „Voor zo'n functionaris moet een schaap met vijf poten gezocht wor den" aldus het Statenlid. Hij besloot met te zeggen dat de leden van het college van G.S. toch zelf wel competent waren om goede voorlichting te verstrekken. Hierna voerden nog de heren O. Noor denbos (P.S.P.), die vooral inging op datgene wat de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid over de nationale politiek had geponeerd, en de heer M. D. Proper van de C.P.N. het woord. In de middagvergadering gaf de gedepu teerde drs. Van der Donk een sum mier antwoord waarin hij onder meer zei dat ook het college van G.S. zich zorgen maakte over het grondprijsbeleid en dat de aanstelling van een voorlichtingsamb tenaar in dienst van de provincie over wogen wordt. De heer Van der Donk maakte vanmid dag zijn antwoord af,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 4