Misdaad in Stockholm I De Loedemse Clubs houden de traditie maar niet steeds even nauwöezet in ere PANDA EN DE MEESTER-RIOLIST I KENNEDY'S DOOD - Het kon niet waar zijn! En toch was het zo O/is vervolgverhaal 4 Oeganda glijdt af naar dictatuur Impressies van een Nederlander in de Verenigde Staten DONDERDAG 9 JANUARI 1964 vmmmmm wmmmrmt door N. Edward Werner (naar het Zweeds) i; Off Bloemstukken-Catalogus een Fleurop-nieuwtje i i 1 I 46) De inspecteur ging achter een bu reau zitten. Hij wreef langs zijn kin en trok een lelijk gezicht, terwijl hij zijn horloge tevoorschijn haalde. „Hoe laat 't is?" zei hij, „wel. 't is bijna half zeven." „Zó laat?" riep Dahl uit. „Dan moet ik een hele tijd geslapen heb ben". „Ongeveer vijf uur," zei de inspec teur. „En wat Jensen betreft, het is inderdaad Jensen. Juffrouw Millech identificeerde hem. Verder was er de foto in zijn paspoort, die een goede gelijkenis vertoonde." De inspecteur leunde achterover in zijn stoel en sloot vermoeid zijn ogen. „En Borgsten?" „Borgsten zegt niets met betrek king tot Jensen. We kunnen hem er niet toe krijgen te zeggen of hij Jen sen herkent of niet. Hij is over het algemeen heel weinig spraakzaam. Hij herhaalt alsmaar één zinnetje, en dat brengt ons geen stap verder: 't kan me allemaal niets schelen. zegt hij voortdurend. „Dat alléén?" „Ja, dat is het enige." Dahl keek voor zich naar de vloer. „Nee, dat helpt u niet veel verder," gaf hij toe. „Waar is hij nu? Kan ik hem spreken?" „Nee, dat kan niet, althans nu nog niet." „Hoe moet ik dat opvatten?" „Zoals u wilt," zei de inspecteur op norse toon. „Ik kan u op dit mo ment verder niets vertellen. Kom mee naar mijn kamer. Er zijn nog enke le dingen, die ik u wil zeggen." Hij ging naar de deur en hield de ze open. Dahl stond op en voelde thans dui delijk, hoe stijf hij was geworden. Toen ze in de kamer van de inspec teur kwamen,, kon Dahl in een com fortabeler stoel plaats nemen. De in specteur begon onmiddellijk te spre ken. „Zoals ik al zei, was het inderdaad Jensen. Hij schijnt verbnden te zijn geweest aan het Tone-Film-kantoor in Kopenhagen. Daar ontmoette hij Ka de met Karin Hjerte en bracht haar hier. Jensen vergat zijn oude liefde echter niet en werd zelf ook niet door Karin vergeten. HÜ kwam hier, ont moette haar, fn.aar Bofgsten kwam eraéhler. Er was een enorme rel en Borgsten liet Karin beloven dat ze Jensen niet meer zou ontmoeten. Maar nu schijnt ze dat onlangs tóch weer gedaan te hebben. We zijn hier niet helemaal' zeker' van. Misséhien is het Borgsten ter ore gekomen, mis schien ook niet. We weten 't niet. We kregen deze inlichtingen van juf frouw Millech, zoals u ook wel ver moed zult hebben. Zij is van mening dat Jensen ver schillende redenen had om Borgsten niet te mogen. Het was niet alléén, dat Borgsten hem het meisje, waar hij van hield, had afgenomen, maar Borgsten trof ook maatregelen, waar door Jensen op het Kopenhaagse kan toor ontslagen werd. Juffrouw Millech meent bovendien dat Borgsten om de een of andere reden bang was voor Jensen, hetgeen zou kunnen verkla ren waarom hij hem uit de weg wil de hebben. Juffrouw Millech vertel de verder dat haar vader er eens- op gezinspeeld had dat Borgsten betrok ken was geweest bij een of andere duistere affaire op het Tone-Film-kan toor, in de tijd dat de Duitsers ca pituleerden. Hij bevond zich in die da gen juist in Kopenhagen. Er is toen heel wat gebeurd, dat het daglicht niet kon verdragen, dat wéten we. Sommige mensen kwamen plotseling in het bezit van een aanzienlijk for tuin, terwijl er nog andere vreemde dingen gebeurden, welke nooit nader zijn verklaard. Juffrouw Millech zegt dat haar vader op de hoogte was van Borgstens optreden en dat dit de re den was. waarom de beide mannen elkaar vijandig gezind waren. Mis schien weet u hier iets van?" „Ik weet niet of het vijandigheid gertoemd zou moeten worden. Daar van heb ik nooit iets gemerkt. Ze had den een zeker zakelijk contact met el kaar, maar waren in hun privé-leven geen vrienden." De inspecteur maakte enkele noti ties en knikte. „Misschien wordt een en ander na derhand wel duidelijker", merkte hij op. „Weet u nog méér over de ver houding tussen die beide mannen? Be sef goed dat u niets achter mag hou den." Dahl haalde even diep adem. „Borgsten vertelde mij dat Millech in een bepaalde aangelegenheid zijn diensten had aangeboden. Millech schijnt hierop vrij kras gereageerd te hebben, hij zei zo iets als: d.op met je voorstellen, waarop Borgsten zich ook niet onbetuigd liet en zei, dat hij hem de nek zou omdraaien. De inspecteur knikte en schreef een en ander op. „Juist, en weet u wat dat aanbod inhield? Wat Borgsten daaruit zou krijgen?" Dahl aarzelde héél even. „Ja, ik weet 't", zei hij dan. „Het was een verkoop-transactie, waarbij Borgsten een aardige provisie zou krijgen. De inspecteur knikte weer. Hij wendde zijn hoofd af en staarde door het open raam naar buiten. Hij zat doodstil en scheen met zijn gedach ten heel ver weg te zijn. Dahl keek naar zijn scherpbesneden ge zicht, waarop het tekort aan slaap en het harde werken sporen hadden ach ter gelaten. Hij verbrak het stilzwijgen. „De dingen, die Moirazei juf rouw Millech u vertelt heeft, behoe ven natuurlijk niet de absolute waar heid te zijn. Borgsten moet een kans krijgen om ook zijn verhaal te ver tellen". De inspecteur keek Dahl aan en zei ernstig: „Hij heeft die kans al ge had en zal nog diverse andere kan sen krijgen. Maar tot nu toe heeft hij niets losgelaten en weet hij al leen maar te zeggen, dat 't hem al lemaal niéts kan schelen. We hebben hem echter nauwkeurig gadegesla gen en er is geen twijfel mogelijk, dat hij heel goed begrijpt waarover het allemaal gaat." „Dat kan wel zijn, maar het is geen bewijs dat de theorieën van juf frouw Millech in overeenstemming met de waarheid zijn", zei Dahl met enige nadruk. „Nee, natuurlijk niet", gaf de in specteur toe," maar ik vind Borg stens gedrag wel heel vreemd." Op dat moment waren er= voetstap pen in de gang hoorbaar, en een ogen blik later ging de deür open. Het was een werkvrouw, die verwonderd opkeek, toen ze zag dat er op dat uur nog mensen in de kamer aanwe zig waren. „We zijn over vijf minuten klaar," zei de inspecteur, maar hij maakte geen aanstalten om op te breken. Dahl keek hem verwonderd aan. „Is er geen wapen gevonden, toen mevrouw Borgsten vermoord werd aangetroffen?" „Nee, we hebben geen wapen ge vonden", antwoordde de inspecteur met een door vermoeidheid mat-klin- kende stem. „Er is geen wapen in de flat en geen van hen tegen wie we een zekere verdenking koesteren, be zit een wapen. Maar we hebben wel een interessante ontdekking gedaan: we zijn er voor 99 percent zeker van dat mevrouw Borgsten en Millech met hetzelfde wapen zijn doodgescho ten." Dahl staarde de politie-inspecteur met open mond aan. „Wel, allemensen", bracht hij er tenslotte met enige moeite uit. De inspecteur stond op. „Ik geloof dat u nu wel kunt ver trekken. Ik kan u ditmaal niet aan bieden naar huis te rijden. Maar ik neem aan dat u er op andere wijze ook wel komt". Dahl stond op. „O, dat komt zeker in orde", zei hij, terwijl hij naar de deur liep. „Maar u denkt toch niet dat u zó kunt vertrekken?" Dahl bleef stilstaan en draaide zich om. „Wat bedoelt u?" vroeg hij met hese stem. HET WOORD CLUB is een van die Engelse woorden, die in tal van andere talen zijn ingeburgerd. Gewoonlijk doet het woord club denken aan sport of andere verenigingen, maar in Londen heeft het woord een typisch Engelse be tekenis. Als een man het over mijn club heeft, met de nadruk op het bezittelijk voornaamwoord, of de club, alsof er maar één in de hele wereld bestaat, kunt u er zeker van zijn dat hij lid is van één van die bekende clubs uit het Londense West End, die al lang een traditionele rol in het stadsleven spelen. De meeste clubs zijn gevestigd in het kleine stads deel, dat bekend is onder de naam St. James's. Omstreeks het middaguur ziet. men de clubleden lopen, doelbewust en met ernstige gezichten alsof ze naar de kerk gaan. Inderdaad behoort het clublidmaatschap min of meer tot het credo van de Engelse zakenman. Een lid van een van de exclusieve West-End clubs wordt beschouwd als een man van aanzien. Is men lid van meer dan een club, des te beter. HET ZIJN VEELAL oude clubs. De oudste begint zijn geschiedenis in 1693 in een koffiehuis. Op het einde van de zeven tiende eeuw en in het begin van de acht tiende eeuw waren de koffiehuizen, even als in Wenen en andere Europese hoofd steden, trefpunten van sociale groepen. Ook waren het de koffiehuizen en herber gen waar de Londenaren hun goklust bot vierden. Aanleiding tot de vorming van clubs was het verlangen van de adel en de ge goeden naar meer selectieve speelgele- genheid waar zij niet de aanwezigheid hoefden te dulden van lieden die zij als minderwaardig beschouwden. Aanvanke lijk waren deze clubs het eigendom van speculanten wier namen tot op heden voortleven in clubs als White's, Boodle's, Brook's. Er werd echter niet alleen maar gegokt. Veel verwoede spelers bewogen zich ook op politiek terrein en zo werden sommige clubs tevens een centrum van politieke activiteit. DE NEGENTIENDE EEUW bracht de ontwikkeling van de sociale club. Begin 1800, tijdens de oorlog tegen Napoleon, kwam een aantal officieren bijeen en stichtte te Londen een club waar zij hun wapenbroeders die met verlof waren, kon den ontmoeten zonder dat zij veel geld zouden verspelen en waar zij op beschei den voet konden eten en drinken en gas ten ontvangen. Het waren offcieren van de Brigade of Guards. De Guards Club bloeit' nog altijd en met hetzelfde doel, de officieren en ex-officieren te helpen, die in tegenstelling tot de gangbare mening, lang niet altijd in goede doen zijn. Het voorbeeld van de Guards vond spoe dig navolging en vele clubs voor officie ren werden opgericht, zoals The Army and Navy Club, The Naval and Military Club en The United Services club. Maar ook de burgers kregen hun clubs, veelal met het doel mensen van hetzelfde beroep tezamen te brengen. Zo ontstond bijvoor beeld de Garrick Club, genoemd naar de beroemde acteur David Garrick en nog al tijd bestaan de leden uit acteurs, schrij vers, kunstenaars en advocaten. DE TWEE VOORNAAMSTE politieke partijen bleven niet achter. In de Carlton club heeft de conservatieve partij dikwijls geschiedenis gemaakt. De Liberalen hadden de Reform club, die tegenwoordig echter buiten de politiek staat. De Labour Party heeft niet direct een eigen club, maar het spreekt vanzelf, dat labourmensen lid zijn van de verschillende sociale verenigingen. Veel van de achttiende egyyrse clubs hadden een eigen behuizing en inl, de ne gentiende eeuw rezen door toedoen van Uit nemende architecten de clubgebouwen als paddestoelen uit de grónd. Kosten noch moeiten werden gespaard om de leden een vorstelijke ontvangst te bereiden in ruime appartementen met trotse gevels. Helaas hebben de bombardementen van de tweede wereldoorlog hun tol geëist, maar enkele oude clubgebouwen hebben het geweld overleefd en prijken als oases van schoonheid in de woestijn van wan smaak, die het moderne centrum van Lon den is. WAREN DE CLUBS vroeger veelal het eigendom van één man, in de negentien de eeuw verdwenen deze eigenaars gelei delijk van het toneel en kwam de leiding in handen van de leden zelf. De financie ring geschiedde uit de kosten van het lidmaatschap. Nieuwe clubs stonden vanaf de oprichting onder leiding van commis sies van leden. Alle clubs lieten hun le den slechts na verkiezing toe. Dit procédé wordt nog steeds toegepast. Namen van aspirant-leden komen op een aankondigingenbord te staan naast die van leden die hun toetreding steunen. Ieder lid kan bezwaren tegen de nieuweling naar voren brengen. In dat geval wordt hij gedeballoteerd, dat wil zeggen niet ge kozen. Het woord dateert uit vroeger tij den toen de clubs nog een klein aantal leden hadden, die allen aan de verkiezing deelnamen. Wie vóór het nieuwe lid stem de, deed een witte bal in de bus, terwijl tegenstemmers er een zwarte in depo neerden. Tegenwoordig berust de verkie zing van een nieuw lid bij een commis sie. Iedere clubs is natuurlijk trots op zijn geschiedenis en de tradities worden nauw gezet in ere gehouden. De toetreding van nieuwe leden wordt zorgvuldig overwogen en er zijn clubs met lange wachtlijsten. Ook mensen van buiten Londen kunnen lid zijn. Veel clubs houden slaapkamers beschikbaar voor buitenleden die naar Londen komen en op de club willen over nachten. NA DE OORLOG ging het gerucht dat de Londense clubs op hun retour waren en er nooit meer bovenop zouden komen. Ze hadden inderdaad met grote moeilijk heden te kampen, zoals beschadigde ge bouwen, gebrek aan leden en personeel. Men is die echter nu te boven gekomen en de West End clubs bloeien weer als vanouds. Zoals zo veel andere traditionele Engel se instellingen hebben zij zich weten te handhaven, omdat zij met hun tijd wis ten mee te gaan. Als treffend voorbeeld hiervan het vol gende. Zestig jaar geleden waren de clubs uitsluitend voor mannen toegankelijk. In tal van music hall grapjes kwamen de clubs ter sprake als oorden waar de man het vrouwvolk kon ontlopen. Begin van deze eeuw echter richtten sommige clubs een damesafdeling op, maar de grote om mezwaai van een specifieke herenaange legenheid naar een instelling voor beider lei kunne komt pas na de oorlog. Om aan alle smaken tegemoet te komen zijn er vertrekken, allfyjn voor hejen, echter ook kamers voor dames en heren en al leen Voor dames. EEN ANDER TEKEN des tijds. In vroe ger dagen werd de club tijdens het etens uur druk bezocht. Nu er veel zakenmen sen buiten Londen wonen en dagelijks heen en weer moeten reizen, zijn clubs om een uur of zeven half leeg. De grote drukte komt nu rond lunchtijd. De clubs hebben zich op deze verandering ingesteld. Al te vaak wordt de clubs verweten dat zij haarden van politieke kuiperijen zou den zijn. Maar als de leden zich voor politiek interesseren, ligt het voor de hand dat zij erover praten. Evenmin kan men een zakenman verwijten dat hij op de club zaken doet. De atmosfeer daar leent zich nu eenmaal veel beter voor een verhelde rende gedachtenwisseling dan die van een De Atheneum Club in Londen I 's: (Wordt vervolgd 61. „Ei, ei, ei, baaske vat ge wel dat we héél trots op u zijn; ik, uw leermeester persoonlijk, en uw speelkameraadje Blub ook?" riep Joris Goedbloed opgetogen uit. „Toen ik u, beticht van jeugdmisdadig heid, uit het politiebureau haalde, wie had toen kunnen vermoeden dat ge u al zo snel een vertrouwenspositie bij het rijk zoudt verwervenGij zijt een levende aan beveling voor mijn instituut en een inspirerend voor beeld voor uw mede-leerlingen! Per aspera ad persona grata, is wat wij Latinisten, van zo'n schitterende loop baan zeggén. Maar zet u toch, bid ik u, en vertel ons van uw ervaringen! Wij willen alles horen Blub ook!" Nu panda liet zich niet bidden. Hij voelde zich eigenlijk nogal gewichtig in zijn nieuwe betrekking, en vertelde dus graag alles van wat hij op het Ministerie gehoord had; van de prullemand, de vogelkooi, de doof pot, de fruitmand, de spaarpot en de mottezak, van de brieven, de aanvraagformulieren, de klachten, het protocol, de misverstanden en de bewapening en zelfs ook van de brandkast die het onbekende aller- nationaalste geheimgeheim bevatte. Hij had meer luisteraars dan hij wist, vmnt de beroeps-sluipers Slin- kovitch en Binkovitch waren er de personen niet naar om zich snel te laten ontmoedigen. „Impörtantisk", meende Slinkovitch, fluisterend; „kluisnik secreetof!" „Da," knikte Binkovitch, „moeten koop of steelskoi." KAMPALA (Reuter) In Oeganda zal men het vormen van nieuwe politieke par tijen tegengaan. Het land zal zich ontwik kelen In de richting van een socialistische staat met één partij. Dat heeft premier dr. Milton Obote dinsdag gezegd. In Lango in Noord-Oeganda sprak hij over de dringende noodzaak het nationaal bewustzijn te ontwikkelen en te streven naar nationale partijen „in tegenstelling tot de huidige stammen- en fractie-groe peringen". Dr. Obote zei dat de oppositieleiders in Oeganda het respect van het volk nog moeten winnen en dat oppositieleiders buiten 't parlement zich onverantwoorde lijk, opportunistisch en revolutionair heb ben gedragen. De huidige politiek wordt door hen al leen maar becritiseerd en afgewezen en nooit beoordeeld naar de mate waarin de ze juist was voor het oplossen van de moeilijkheden van het land. „Een éénpar- tijstaat verschaft collectieve zelfcritiek en onderzoek, in tegenstelling tot de georga niseerde oppositie buiten de partij zelf", aldus Obote. kantoor. Dat clubs vaak te exclusief zou den zijn en standsprincipes zouden huldi gen, druist in tegen het fundamentele doel van de vereniging die mensen van dezelfde smaak wil tezamen brengen. De grote dr. Johnson heeft eens opgemerkt dat een vriend van hem een zeer „clubachtig" man was. De „clubachtig- heid" van de leden voor elkaar is bepa lend voor de club. Deze clubachtigheid op zijn best wordt in de traditionele Londen se clubs levend gehouden. Charles Dimont (Uit „London Calling Europe") „Een salon in Boodle's met een door Adam ontworpen en in wit marmer uitgevoerde schoorsteenmantel". Wij ontvingen een fragment uit een brief van een onzer vroegere typo grafische medewerkers, die een twaalftal jaren geledpn met zijn gezin naar de Verenigde Staten emigreerde en nu in Californië aan een dagblad werkzaam is. Hij beschrijft de reactie in zijn woonplaats, Ventura, op de laffe moord op Kennedy. Het frag ment luidt als volgt: „Ons leven en werken, onze dagelijkse belevenissen, geven ons altijd grote vol doening en blijheid dat wij in dit mooie en grootse land mogen wonen. Het is daarom dubbel erg, als wij van zo dicht bij het grote verdriet meemaken om de laffe moordaanslag op onze jonge pre sident. Die vier dagen, nog zo vers in ons geheugen, zijn als een lange nachtmerrie geweest,die we niet gauw zullen vergeten. De schok was zó hevig, toen die vrij dagmorgen de eerste ontstellende berich ten binnenkwamen, dat wij het nog in ons navoelen. Slechts één keer tevoren had den we zoiets meegemaakt, het gevoel van: het kan niet waar zijn; o, laat het een nachtmerrie zijn, waaruit wij zo dade lijk zullen ontwaken. Dat was de dag, dat Nederland aangevallen werd en de radio zei: Als nu de sirenes gaan, is het geen oefening meer, maar werkelijkheid En ook sinds de Duitse bezetters ons land binnen trokken die stralende dag hebben wij niet meer zó veel mensen gezien, stil staande, met betraande gezichten Het kón niet waar zijn En toch was het zo. De televisie, de radio, onmiddellijk onderbraken zij alle muziekprogramma's. Het was zowat half elf. Overal liepen de mensen naar buiten, dan weer naar bin nen. Overal stonden groepjes. Op de zet terij werd iedereen meteen aan extra werk gezet.de hele krant werd „omge gooid", iedereen moest doorwerken tij dens de lunchpauze, dat terwijl je je aan dacht er juist helemaal niet bij kon hou den. Toen ik even vrij kreeg liep ik naar buiten. Daar gingen de vlaggen: halfstok.- Het was dus waar. Verkeer stond stil; groepjes mensen luisterden bij auto's naar de radio's. Televisiezaken reden hun toe stellen op de trottoirs. En daar zaïg ik Dal las, in volle kleuren, de films al van de aanslag; en toen, opeens de omroeper met een extra bericht: „Het is nu officieel" „our president is dead". Meer kon hij niet zeggen, hij boog zijn hoofd in de handen. Hij was de enige niet die zijn ontroe ring niet baas kon. Overal stonden men sen te huilen. In de restaurants lag het eten onaangeroerd op de borden, terwijl de gasten naar buiten staarden. Wat was er gebeurd opeens, met dit vro lijke, levendige Amerika? In de school klassen zaten de kinderen als met stom heid geslagen, in doodse stilte, alleen hier en daar was het zachte snikken te horen, dat dagen zou blijven. Een natie in verdriet, maar dan volko men. Een verdriet gemengd met. machte loze woede. Een grenzeloze beschaamd heid, dat we zo staan moesten, voor de wereld. We voelden ons ellendig, 's Nachts kon den we niet slapen, lagen te woelen, waak ten op uit nachtmerries. De gedachte schoot dan in je: het is gelukkig maar een droom! En dan ineens: o, nee, het is geen droom, het is echt gebeurd. Als je weet welk een belangrijke rol de televisie speelt in het dagelijkse leven van de Amerikaan, dan begrijp je de verbijs terende indruk, die het feit maakte: voor vier dagen en nachten, aan één stuk door, op alle acht stations.nieuw, nieuws, nieuws. Verslagen, films, bulletins, oog getuigen-interviews, weer films, weer nieuws, straattaferelen in Dallas, New York, San Francisco, Los Angeles, en toen Telstar in gunstige positie was, beelden van straten in Rome, Parijs, Londen, waar we de mensen met ongelovige ge zichten de kranten zagen kopen en ver slinden. Soms onderbroken voor een con cert van serieuze muziek, Bach, Requiem Dan declamatie, een kerkdienst, Bil- lie Graham.Ieder sprak met diepe ont roering over John Fitzgerald Kennedy. De zaterdag ging traag voorbij; we za gen het vliegtuig met de kist in Washing ton terugkomen, en de tocht naar het Ca pitol. Toen kwam zondagmorgen. Aan het ontbijt hadden we alweer de televisie aan. Want wat kon je anders doen? We zaten als vastgenageld voor het televisietoestel, nu al twee dagen. En daar, terwijl we aan tafel zaten, zagen we voor onze ver bijsterde ogen hoe de moordenaar in koe len bloede neergeschoten werd. In het volle aanzicht van miljoenen toeschou wers Het eten bleef ons in de keel steken; we konden zo niet doorgaan. Maar welke keus hadden we? Het leven ging door. We probeerden wat te doen rond het huis. Maar steeds trok de televisie weer. Daar zagen we hoe de kist opgebaard werd, Jacqueline, John en Caroline. En hoe de mensen in de rij stonden voor een laat ste blik op de baar, 12 rijen dik, 32 huizen blokken lang.En we dachten aan jul lie in Holland, die dit ook zouden zien en veel bekende plekjes zouden herkennen in Washington Maandag was de officiële rouwdag. Al les was gesloten, behalve de krant na tuurlijk. Maar de stad was dood, uitge storven. Zelfs geen kinderen speelden op straat. Akelig, naar, stil, onwezenlijk. De wei nige mensen die je zag hadden rode be huilde ogen. Maar je behoefde je er niet voor te schamen. Wij hadden ook hoofd pijn, van het dagen' lang vechten tegen je tranen. Ik, op het werk, moest al die verslagen zetten en corrigeren, en kon tel kens niet verder. Daar liepen al die keizers, koninginnen, prinsen en prinsessen Bernhard en Bea trix duidelijk te herkennen, achter de baar. En dat jeugdige, levenslustige paard zonder ruiter juist symbool van de jon ge president in de volle bloei van zijn le ven. En de vijftig straaljagers er boven, in machtige formatie, en toen.alleen, zijn eigen vliegtuig, als laatste groet. En John, met zijn handje saluerend. het was zijn verjaardag. Het was alles diep ontroerend, en on begrijpelijk, dat alles zo gauw gegaan was. Hij was ook erg geliefd hij was als één van ons. En nu was er alleen maar een graf, en een vlam. Die avond zagen we een zonsondergang zóals we nog nooit gezien hadden. De lucht was diep gloeiend rood. Duizenden kleine schapewolkjes gloeiden als kool tjes vuur met hier en daar" nog zachtgroe ne luchtplekjes er tussen door. Oranje kleurige lichtstralen van de ondergaande zon schoten er stervormig tussendoor. Het was al even onwezenlijk als al het ande re van de afgelopen dagen. Het was schit terend, overweldigend. De mensen kwa men, voor het eerst weer, naar buiten, om dit toch te aanschouwen. Je voelde wat in hen omging.En na lange tijd, ver vaagde het rood;... alles was voorbij.. REEDS SEDERT vele jaren is hel mogelijk, uw relaties, vrienden en fa milieleden in het buitenland een bloe- mengroet te sturen via de internationale bloemistenorganisatie Fleurop-lnterflora. Men bestelt dan bij een plaatselijke bloe mist een boeket of een „stukje" en deze telegrafeert een collega in het land van bestemming, die vervolgens uw bestel ling uitvoert en te bestemder plaatse aflevert. Van deze mogelijkheid wordt veel ge bruik gemaakt. Toch vond men het een gemis, dat de klant nooit kon zien, hoe zijn bloemenhulde er uitziet en in welke vorm zij de geadresseerde bereikt. Daarom is Fleurop-lnterflora thans over gegaan tot het gebruik van een catalogus waarin een aantal bloemstukken en rui kers in kleuren afgebeeld is. De klant kan dus kiezen wat hem bet meest geschikt ïykt De catalogus is sinds 2 januari in ge bruik bij 1300 Nederlandse bloemisten en bij duizenden van hun collega's in nog twaalf Europese landen, in Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. Bij elk land zijn een zevental voor dit land speci fieke bloemenarrangementen afgebeeld, onderverdeeld voor vreugdevolle of droe vige gebeurtenissen. Elke afbeelding draagt een codenummer, hetgeen het tele graferen vergemakkelijkt en de opdracht gever kosten bespaart. Behalve de klant is ook de bloemist met het nieuwe .systeem gebaat: de catalogus betekent voor hem een aanzienlijke vereenvoudiging van zija administratie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 9