Misdaad
in
Stockholm
I
De Loedemse Clubs houden de traditie
maar niet steeds even nauwöezet in ere
PANDA EN DE MEESTER-RIOLIST
I
KENNEDY'S DOOD - Het kon niet
waar zijn! En toch was het zo
O/is vervolgverhaal
4
Oeganda glijdt af
naar dictatuur
Impressies van een
Nederlander in de
Verenigde Staten
DONDERDAG 9 JANUARI 1964
vmmmmm
wmmmrmt
door N. Edward Werner
(naar het Zweeds)
i;
Off
Bloemstukken-Catalogus
een Fleurop-nieuwtje
i
i
1
I
46)
De inspecteur ging achter een bu
reau zitten. Hij wreef langs zijn kin
en trok een lelijk gezicht, terwijl hij
zijn horloge tevoorschijn haalde.
„Hoe laat 't is?" zei hij, „wel.
't is bijna half zeven."
„Zó laat?" riep Dahl uit. „Dan
moet ik een hele tijd geslapen heb
ben".
„Ongeveer vijf uur," zei de inspec
teur. „En wat Jensen betreft, het is
inderdaad Jensen. Juffrouw Millech
identificeerde hem. Verder was er de
foto in zijn paspoort, die een goede
gelijkenis vertoonde."
De inspecteur leunde achterover in
zijn stoel en sloot vermoeid zijn ogen.
„En Borgsten?"
„Borgsten zegt niets met betrek
king tot Jensen. We kunnen hem er
niet toe krijgen te zeggen of hij Jen
sen herkent of niet. Hij is over het
algemeen heel weinig spraakzaam.
Hij herhaalt alsmaar één zinnetje, en
dat brengt ons geen stap verder: 't
kan me allemaal niets schelen.
zegt hij voortdurend.
„Dat alléén?"
„Ja, dat is het enige."
Dahl keek voor zich naar de vloer.
„Nee, dat helpt u niet veel verder,"
gaf hij toe. „Waar is hij nu? Kan ik
hem spreken?"
„Nee, dat kan niet, althans nu nog
niet."
„Hoe moet ik dat opvatten?"
„Zoals u wilt," zei de inspecteur
op norse toon. „Ik kan u op dit mo
ment verder niets vertellen. Kom mee
naar mijn kamer. Er zijn nog enke
le dingen, die ik u wil zeggen."
Hij ging naar de deur en hield de
ze open.
Dahl stond op en voelde thans dui
delijk, hoe stijf hij was geworden.
Toen ze in de kamer van de inspec
teur kwamen,, kon Dahl in een com
fortabeler stoel plaats nemen. De in
specteur begon onmiddellijk te spre
ken.
„Zoals ik al zei, was het inderdaad
Jensen. Hij schijnt verbnden te zijn
geweest aan het Tone-Film-kantoor in
Kopenhagen. Daar ontmoette hij Ka
de met Karin Hjerte en bracht haar
hier. Jensen vergat zijn oude liefde
echter niet en werd zelf ook niet door
Karin vergeten. HÜ kwam hier, ont
moette haar, fn.aar Bofgsten kwam
eraéhler. Er was een enorme rel en
Borgsten liet Karin beloven dat ze
Jensen niet meer zou ontmoeten.
Maar nu schijnt ze dat onlangs tóch
weer gedaan te hebben. We zijn hier
niet helemaal' zeker' van. Misséhien
is het Borgsten ter ore gekomen, mis
schien ook niet. We weten 't niet.
We kregen deze inlichtingen van juf
frouw Millech, zoals u ook wel ver
moed zult hebben.
Zij is van mening dat Jensen ver
schillende redenen had om Borgsten
niet te mogen. Het was niet alléén,
dat Borgsten hem het meisje, waar
hij van hield, had afgenomen, maar
Borgsten trof ook maatregelen, waar
door Jensen op het Kopenhaagse kan
toor ontslagen werd. Juffrouw Millech
meent bovendien dat Borgsten om de
een of andere reden bang was voor
Jensen, hetgeen zou kunnen verkla
ren waarom hij hem uit de weg wil
de hebben. Juffrouw Millech vertel
de verder dat haar vader er eens- op
gezinspeeld had dat Borgsten betrok
ken was geweest bij een of andere
duistere affaire op het Tone-Film-kan
toor, in de tijd dat de Duitsers ca
pituleerden. Hij bevond zich in die da
gen juist in Kopenhagen. Er is toen
heel wat gebeurd, dat het daglicht
niet kon verdragen, dat wéten we.
Sommige mensen kwamen plotseling
in het bezit van een aanzienlijk for
tuin, terwijl er nog andere vreemde
dingen gebeurden, welke nooit nader
zijn verklaard. Juffrouw Millech zegt
dat haar vader op de hoogte was van
Borgstens optreden en dat dit de re
den was. waarom de beide mannen
elkaar vijandig gezind waren. Mis
schien weet u hier iets van?"
„Ik weet niet of het vijandigheid
gertoemd zou moeten worden. Daar
van heb ik nooit iets gemerkt. Ze had
den een zeker zakelijk contact met el
kaar, maar waren in hun privé-leven
geen vrienden."
De inspecteur maakte enkele noti
ties en knikte.
„Misschien wordt een en ander na
derhand wel duidelijker", merkte hij
op. „Weet u nog méér over de ver
houding tussen die beide mannen? Be
sef goed dat u niets achter mag hou
den."
Dahl haalde even diep adem.
„Borgsten vertelde mij dat Millech
in een bepaalde aangelegenheid zijn
diensten had aangeboden. Millech
schijnt hierop vrij kras gereageerd te
hebben, hij zei zo iets als: d.op
met je voorstellen, waarop Borgsten
zich ook niet onbetuigd liet en zei,
dat hij hem de nek zou omdraaien.
De inspecteur knikte en schreef een
en ander op. „Juist, en weet u wat
dat aanbod inhield? Wat Borgsten
daaruit zou krijgen?"
Dahl aarzelde héél even.
„Ja, ik weet 't", zei hij dan. „Het
was een verkoop-transactie, waarbij
Borgsten een aardige provisie zou
krijgen.
De inspecteur knikte weer. Hij
wendde zijn hoofd af en staarde door
het open raam naar buiten. Hij zat
doodstil en scheen met zijn gedach
ten heel ver weg te zijn. Dahl
keek naar zijn scherpbesneden ge
zicht, waarop het tekort aan slaap en
het harde werken sporen hadden ach
ter gelaten.
Hij verbrak het stilzwijgen.
„De dingen, die Moirazei juf
rouw Millech u vertelt heeft, behoe
ven natuurlijk niet de absolute waar
heid te zijn. Borgsten moet een kans
krijgen om ook zijn verhaal te ver
tellen".
De inspecteur keek Dahl aan en zei
ernstig: „Hij heeft die kans al ge
had en zal nog diverse andere kan
sen krijgen. Maar tot nu toe heeft
hij niets losgelaten en weet hij al
leen maar te zeggen, dat 't hem al
lemaal niéts kan schelen. We hebben
hem echter nauwkeurig gadegesla
gen en er is geen twijfel mogelijk,
dat hij heel goed begrijpt waarover
het allemaal gaat."
„Dat kan wel zijn, maar het is geen
bewijs dat de theorieën van juf
frouw Millech in overeenstemming
met de waarheid zijn", zei Dahl met
enige nadruk.
„Nee, natuurlijk niet", gaf de in
specteur toe," maar ik vind Borg
stens gedrag wel heel vreemd."
Op dat moment waren er= voetstap
pen in de gang hoorbaar, en een ogen
blik later ging de deür open. Het
was een werkvrouw, die verwonderd
opkeek, toen ze zag dat er op dat
uur nog mensen in de kamer aanwe
zig waren.
„We zijn over vijf minuten klaar,"
zei de inspecteur, maar hij maakte
geen aanstalten om op te breken.
Dahl keek hem verwonderd aan.
„Is er geen wapen gevonden, toen
mevrouw Borgsten vermoord werd
aangetroffen?"
„Nee, we hebben geen wapen ge
vonden", antwoordde de inspecteur
met een door vermoeidheid mat-klin-
kende stem. „Er is geen wapen in
de flat en geen van hen tegen wie we
een zekere verdenking koesteren, be
zit een wapen. Maar we hebben wel
een interessante ontdekking gedaan:
we zijn er voor 99 percent zeker van
dat mevrouw Borgsten en Millech
met hetzelfde wapen zijn doodgescho
ten."
Dahl staarde de politie-inspecteur
met open mond aan.
„Wel, allemensen", bracht hij er
tenslotte met enige moeite uit.
De inspecteur stond op.
„Ik geloof dat u nu wel kunt ver
trekken. Ik kan u ditmaal niet aan
bieden naar huis te rijden. Maar ik
neem aan dat u er op andere wijze
ook wel komt".
Dahl stond op. „O, dat komt zeker
in orde", zei hij, terwijl hij naar de
deur liep.
„Maar u denkt toch niet dat u zó
kunt vertrekken?"
Dahl bleef stilstaan en draaide zich
om.
„Wat bedoelt u?" vroeg hij met
hese stem.
HET WOORD CLUB is een van die Engelse woorden,
die in tal van andere talen zijn ingeburgerd. Gewoonlijk doet
het woord club denken aan sport of andere verenigingen,
maar in Londen heeft het woord een typisch Engelse be
tekenis. Als een man het over mijn club heeft, met de nadruk
op het bezittelijk voornaamwoord, of de club, alsof er maar
één in de hele wereld bestaat, kunt u er zeker van zijn dat
hij lid is van één van die bekende clubs uit het Londense
West End, die al lang een traditionele rol in het stadsleven
spelen. De meeste clubs zijn gevestigd in het kleine stads
deel, dat bekend is onder de naam St. James's. Omstreeks
het middaguur ziet. men de clubleden lopen, doelbewust en
met ernstige gezichten alsof ze naar de kerk gaan. Inderdaad
behoort het clublidmaatschap min of meer tot het credo van
de Engelse zakenman. Een lid van een van de exclusieve
West-End clubs wordt beschouwd als een man van aanzien.
Is men lid van meer dan een club, des te beter.
HET ZIJN VEELAL oude clubs. De
oudste begint zijn geschiedenis in 1693 in
een koffiehuis. Op het einde van de zeven
tiende eeuw en in het begin van de acht
tiende eeuw waren de koffiehuizen, even
als in Wenen en andere Europese hoofd
steden, trefpunten van sociale groepen.
Ook waren het de koffiehuizen en herber
gen waar de Londenaren hun goklust bot
vierden.
Aanleiding tot de vorming van clubs
was het verlangen van de adel en de ge
goeden naar meer selectieve speelgele-
genheid waar zij niet de aanwezigheid
hoefden te dulden van lieden die zij als
minderwaardig beschouwden. Aanvanke
lijk waren deze clubs het eigendom van
speculanten wier namen tot op heden
voortleven in clubs als White's, Boodle's,
Brook's. Er werd echter niet alleen maar
gegokt. Veel verwoede spelers bewogen
zich ook op politiek terrein en zo werden
sommige clubs tevens een centrum van
politieke activiteit.
DE NEGENTIENDE EEUW bracht de
ontwikkeling van de sociale club. Begin
1800, tijdens de oorlog tegen Napoleon,
kwam een aantal officieren bijeen en
stichtte te Londen een club waar zij hun
wapenbroeders die met verlof waren, kon
den ontmoeten zonder dat zij veel geld
zouden verspelen en waar zij op beschei
den voet konden eten en drinken en gas
ten ontvangen. Het waren offcieren van
de Brigade of Guards. De Guards Club
bloeit' nog altijd en met hetzelfde doel,
de officieren en ex-officieren te helpen, die
in tegenstelling tot de gangbare mening,
lang niet altijd in goede doen zijn.
Het voorbeeld van de Guards vond spoe
dig navolging en vele clubs voor officie
ren werden opgericht, zoals The Army
and Navy Club, The Naval and Military
Club en The United Services club. Maar
ook de burgers kregen hun clubs, veelal
met het doel mensen van hetzelfde beroep
tezamen te brengen. Zo ontstond bijvoor
beeld de Garrick Club, genoemd naar de
beroemde acteur David Garrick en nog al
tijd bestaan de leden uit acteurs, schrij
vers, kunstenaars en advocaten.
DE TWEE VOORNAAMSTE politieke
partijen bleven niet achter. In de Carlton
club heeft de conservatieve partij dikwijls
geschiedenis gemaakt. De Liberalen hadden
de Reform club, die tegenwoordig echter
buiten de politiek staat. De Labour Party
heeft niet direct een eigen club, maar het
spreekt vanzelf, dat labourmensen lid zijn
van de verschillende sociale verenigingen.
Veel van de achttiende egyyrse clubs
hadden een eigen behuizing en inl, de ne
gentiende eeuw rezen door toedoen van Uit
nemende architecten de clubgebouwen als
paddestoelen uit de grónd. Kosten noch
moeiten werden gespaard om de leden
een vorstelijke ontvangst te bereiden in
ruime appartementen met trotse gevels.
Helaas hebben de bombardementen van
de tweede wereldoorlog hun tol geëist,
maar enkele oude clubgebouwen hebben
het geweld overleefd en prijken als oases
van schoonheid in de woestijn van wan
smaak, die het moderne centrum van Lon
den is.
WAREN DE CLUBS vroeger veelal het
eigendom van één man, in de negentien
de eeuw verdwenen deze eigenaars gelei
delijk van het toneel en kwam de leiding
in handen van de leden zelf. De financie
ring geschiedde uit de kosten van het
lidmaatschap. Nieuwe clubs stonden vanaf
de oprichting onder leiding van commis
sies van leden. Alle clubs lieten hun le
den slechts na verkiezing toe.
Dit procédé wordt nog steeds toegepast.
Namen van aspirant-leden komen op een
aankondigingenbord te staan naast die
van leden die hun toetreding steunen. Ieder
lid kan bezwaren tegen de nieuweling
naar voren brengen. In dat geval wordt
hij gedeballoteerd, dat wil zeggen niet ge
kozen. Het woord dateert uit vroeger tij
den toen de clubs nog een klein aantal
leden hadden, die allen aan de verkiezing
deelnamen. Wie vóór het nieuwe lid stem
de, deed een witte bal in de bus, terwijl
tegenstemmers er een zwarte in depo
neerden. Tegenwoordig berust de verkie
zing van een nieuw lid bij een commis
sie.
Iedere clubs is natuurlijk trots op zijn
geschiedenis en de tradities worden nauw
gezet in ere gehouden. De toetreding van
nieuwe leden wordt zorgvuldig overwogen
en er zijn clubs met lange wachtlijsten.
Ook mensen van buiten Londen kunnen
lid zijn. Veel clubs houden slaapkamers
beschikbaar voor buitenleden die naar
Londen komen en op de club willen over
nachten.
NA DE OORLOG ging het gerucht dat
de Londense clubs op hun retour waren
en er nooit meer bovenop zouden komen.
Ze hadden inderdaad met grote moeilijk
heden te kampen, zoals beschadigde ge
bouwen, gebrek aan leden en personeel.
Men is die echter nu te boven gekomen
en de West End clubs bloeien weer als
vanouds.
Zoals zo veel andere traditionele Engel
se instellingen hebben zij zich weten te
handhaven, omdat zij met hun tijd wis
ten mee te gaan.
Als treffend voorbeeld hiervan het vol
gende. Zestig jaar geleden waren de clubs
uitsluitend voor mannen toegankelijk. In
tal van music hall grapjes kwamen de
clubs ter sprake als oorden waar de man
het vrouwvolk kon ontlopen. Begin van
deze eeuw echter richtten sommige clubs
een damesafdeling op, maar de grote om
mezwaai van een specifieke herenaange
legenheid naar een instelling voor beider
lei kunne komt pas na de oorlog. Om
aan alle smaken tegemoet te komen zijn
er vertrekken, allfyjn voor hejen, echter
ook kamers voor dames en heren en al
leen Voor dames.
EEN ANDER TEKEN des tijds. In vroe
ger dagen werd de club tijdens het etens
uur druk bezocht. Nu er veel zakenmen
sen buiten Londen wonen en dagelijks
heen en weer moeten reizen, zijn clubs
om een uur of zeven half leeg. De grote
drukte komt nu rond lunchtijd. De clubs
hebben zich op deze verandering ingesteld.
Al te vaak wordt de clubs verweten dat
zij haarden van politieke kuiperijen zou
den zijn. Maar als de leden zich voor
politiek interesseren, ligt het voor de hand
dat zij erover praten. Evenmin kan men
een zakenman verwijten dat hij op de club
zaken doet. De atmosfeer daar leent zich
nu eenmaal veel beter voor een verhelde
rende gedachtenwisseling dan die van een
De Atheneum Club in Londen
I
's:
(Wordt vervolgd
61. „Ei, ei, ei, baaske vat ge wel dat we héél
trots op u zijn; ik, uw leermeester persoonlijk, en
uw speelkameraadje Blub ook?" riep Joris Goedbloed
opgetogen uit. „Toen ik u, beticht van jeugdmisdadig
heid, uit het politiebureau haalde, wie had toen kunnen
vermoeden dat ge u al zo snel een vertrouwenspositie
bij het rijk zoudt verwervenGij zijt een levende aan
beveling voor mijn instituut en een inspirerend voor
beeld voor uw mede-leerlingen! Per aspera ad persona
grata, is wat wij Latinisten, van zo'n schitterende loop
baan zeggén. Maar zet u toch, bid ik u, en vertel ons
van uw ervaringen! Wij willen alles horen Blub ook!"
Nu panda liet zich niet bidden. Hij voelde zich
eigenlijk nogal gewichtig in zijn nieuwe betrekking, en
vertelde dus graag alles van wat hij op het Ministerie
gehoord had; van de prullemand, de vogelkooi, de doof
pot, de fruitmand, de spaarpot en de mottezak, van
de brieven, de aanvraagformulieren, de klachten, het
protocol, de misverstanden en de bewapening en
zelfs ook van de brandkast die het onbekende aller-
nationaalste geheimgeheim bevatte. Hij had meer
luisteraars dan hij wist, vmnt de beroeps-sluipers Slin-
kovitch en Binkovitch waren er de personen niet naar
om zich snel te laten ontmoedigen. „Impörtantisk",
meende Slinkovitch, fluisterend; „kluisnik secreetof!"
„Da," knikte Binkovitch, „moeten koop of steelskoi."
KAMPALA (Reuter) In Oeganda zal
men het vormen van nieuwe politieke par
tijen tegengaan. Het land zal zich ontwik
kelen In de richting van een socialistische
staat met één partij. Dat heeft premier dr.
Milton Obote dinsdag gezegd.
In Lango in Noord-Oeganda sprak hij
over de dringende noodzaak het nationaal
bewustzijn te ontwikkelen en te streven
naar nationale partijen „in tegenstelling
tot de huidige stammen- en fractie-groe
peringen".
Dr. Obote zei dat de oppositieleiders in
Oeganda het respect van het volk nog
moeten winnen en dat oppositieleiders
buiten 't parlement zich onverantwoorde
lijk, opportunistisch en revolutionair heb
ben gedragen.
De huidige politiek wordt door hen al
leen maar becritiseerd en afgewezen en
nooit beoordeeld naar de mate waarin de
ze juist was voor het oplossen van de
moeilijkheden van het land. „Een éénpar-
tijstaat verschaft collectieve zelfcritiek en
onderzoek, in tegenstelling tot de georga
niseerde oppositie buiten de partij zelf",
aldus Obote.
kantoor. Dat clubs vaak te exclusief zou
den zijn en standsprincipes zouden huldi
gen, druist in tegen het fundamentele
doel van de vereniging die mensen van
dezelfde smaak wil tezamen brengen. De
grote dr. Johnson heeft eens opgemerkt
dat een vriend van hem een zeer
„clubachtig" man was. De „clubachtig-
heid" van de leden voor elkaar is bepa
lend voor de club. Deze clubachtigheid op
zijn best wordt in de traditionele Londen
se clubs levend gehouden.
Charles Dimont
(Uit „London Calling Europe")
„Een salon in Boodle's met een door
Adam ontworpen en in wit marmer
uitgevoerde schoorsteenmantel".
Wij ontvingen een fragment uit een
brief van een onzer vroegere typo
grafische medewerkers, die een
twaalftal jaren geledpn met zijn gezin
naar de Verenigde Staten emigreerde
en nu in Californië aan een dagblad
werkzaam is. Hij beschrijft de reactie
in zijn woonplaats, Ventura, op de
laffe moord op Kennedy. Het frag
ment luidt als volgt:
„Ons leven en werken, onze dagelijkse
belevenissen, geven ons altijd grote vol
doening en blijheid dat wij in dit mooie
en grootse land mogen wonen. Het is
daarom dubbel erg, als wij van zo dicht
bij het grote verdriet meemaken om
de laffe moordaanslag op onze jonge pre
sident. Die vier dagen, nog zo vers in ons
geheugen, zijn als een lange nachtmerrie
geweest,die we niet gauw zullen vergeten.
De schok was zó hevig, toen die vrij
dagmorgen de eerste ontstellende berich
ten binnenkwamen, dat wij het nog in ons
navoelen. Slechts één keer tevoren had
den we zoiets meegemaakt, het gevoel
van: het kan niet waar zijn; o, laat het
een nachtmerrie zijn, waaruit wij zo dade
lijk zullen ontwaken. Dat was de dag, dat
Nederland aangevallen werd en de radio
zei: Als nu de sirenes gaan, is het geen
oefening meer, maar werkelijkheid
En ook sinds de Duitse bezetters ons land
binnen trokken die stralende dag hebben
wij niet meer zó veel mensen gezien, stil
staande, met betraande gezichten
Het kón niet waar zijn En toch was
het zo. De televisie, de radio, onmiddellijk
onderbraken zij alle muziekprogramma's.
Het was zowat half elf. Overal liepen de
mensen naar buiten, dan weer naar bin
nen. Overal stonden groepjes. Op de zet
terij werd iedereen meteen aan extra
werk gezet.de hele krant werd „omge
gooid", iedereen moest doorwerken tij
dens de lunchpauze, dat terwijl je je aan
dacht er juist helemaal niet bij kon hou
den. Toen ik even vrij kreeg liep ik naar
buiten. Daar gingen de vlaggen: halfstok.-
Het was dus waar. Verkeer stond stil;
groepjes mensen luisterden bij auto's naar
de radio's. Televisiezaken reden hun toe
stellen op de trottoirs. En daar zaïg ik Dal
las, in volle kleuren, de films al van de
aanslag; en toen, opeens de omroeper met
een extra bericht: „Het is nu officieel"
„our president is dead". Meer kon hij niet
zeggen, hij boog zijn hoofd in de handen.
Hij was de enige niet die zijn ontroe
ring niet baas kon. Overal stonden men
sen te huilen. In de restaurants lag het
eten onaangeroerd op de borden, terwijl
de gasten naar buiten staarden.
Wat was er gebeurd opeens, met dit vro
lijke, levendige Amerika? In de school
klassen zaten de kinderen als met stom
heid geslagen, in doodse stilte, alleen hier
en daar was het zachte snikken te horen,
dat dagen zou blijven.
Een natie in verdriet, maar dan volko
men. Een verdriet gemengd met. machte
loze woede. Een grenzeloze beschaamd
heid, dat we zo staan moesten, voor de
wereld.
We voelden ons ellendig, 's Nachts kon
den we niet slapen, lagen te woelen, waak
ten op uit nachtmerries. De gedachte
schoot dan in je: het is gelukkig maar
een droom! En dan ineens: o, nee, het is
geen droom, het is echt gebeurd.
Als je weet welk een belangrijke rol de
televisie speelt in het dagelijkse leven van
de Amerikaan, dan begrijp je de verbijs
terende indruk, die het feit maakte: voor
vier dagen en nachten, aan één stuk door,
op alle acht stations.nieuw, nieuws,
nieuws. Verslagen, films, bulletins, oog
getuigen-interviews, weer films, weer
nieuws, straattaferelen in Dallas, New
York, San Francisco, Los Angeles, en toen
Telstar in gunstige positie was, beelden
van straten in Rome, Parijs, Londen,
waar we de mensen met ongelovige ge
zichten de kranten zagen kopen en ver
slinden. Soms onderbroken voor een con
cert van serieuze muziek, Bach, Requiem
Dan declamatie, een kerkdienst, Bil-
lie Graham.Ieder sprak met diepe ont
roering over John Fitzgerald Kennedy.
De zaterdag ging traag voorbij; we za
gen het vliegtuig met de kist in Washing
ton terugkomen, en de tocht naar het Ca
pitol. Toen kwam zondagmorgen. Aan het
ontbijt hadden we alweer de televisie aan.
Want wat kon je anders doen? We zaten
als vastgenageld voor het televisietoestel,
nu al twee dagen. En daar, terwijl we
aan tafel zaten, zagen we voor onze ver
bijsterde ogen hoe de moordenaar in koe
len bloede neergeschoten werd. In het
volle aanzicht van miljoenen toeschou
wers
Het eten bleef ons in de keel steken; we
konden zo niet doorgaan. Maar welke
keus hadden we? Het leven ging door. We
probeerden wat te doen rond het huis.
Maar steeds trok de televisie weer. Daar
zagen we hoe de kist opgebaard werd,
Jacqueline, John en Caroline. En hoe de
mensen in de rij stonden voor een laat
ste blik op de baar, 12 rijen dik, 32 huizen
blokken lang.En we dachten aan jul
lie in Holland, die dit ook zouden zien en
veel bekende plekjes zouden herkennen in
Washington
Maandag was de officiële rouwdag. Al
les was gesloten, behalve de krant na
tuurlijk. Maar de stad was dood, uitge
storven. Zelfs geen kinderen speelden op
straat.
Akelig, naar, stil, onwezenlijk. De wei
nige mensen die je zag hadden rode be
huilde ogen. Maar je behoefde je er niet
voor te schamen. Wij hadden ook hoofd
pijn, van het dagen' lang vechten tegen
je tranen. Ik, op het werk, moest al die
verslagen zetten en corrigeren, en kon tel
kens niet verder.
Daar liepen al die keizers, koninginnen,
prinsen en prinsessen Bernhard en Bea
trix duidelijk te herkennen, achter de
baar. En dat jeugdige, levenslustige paard
zonder ruiter juist symbool van de jon
ge president in de volle bloei van zijn le
ven. En de vijftig straaljagers er boven,
in machtige formatie, en toen.alleen,
zijn eigen vliegtuig, als laatste groet.
En John, met zijn handje saluerend.
het was zijn verjaardag.
Het was alles diep ontroerend, en on
begrijpelijk, dat alles zo gauw gegaan was.
Hij was ook erg geliefd hij was als
één van ons. En nu was er alleen maar
een graf, en een vlam.
Die avond zagen we een zonsondergang
zóals we nog nooit gezien hadden. De
lucht was diep gloeiend rood. Duizenden
kleine schapewolkjes gloeiden als kool
tjes vuur met hier en daar" nog zachtgroe
ne luchtplekjes er tussen door. Oranje
kleurige lichtstralen van de ondergaande
zon schoten er stervormig tussendoor. Het
was al even onwezenlijk als al het ande
re van de afgelopen dagen. Het was schit
terend, overweldigend. De mensen kwa
men, voor het eerst weer, naar buiten, om
dit toch te aanschouwen. Je voelde wat
in hen omging.En na lange tijd, ver
vaagde het rood;... alles was voorbij..
REEDS SEDERT vele jaren is hel
mogelijk, uw relaties, vrienden en fa
milieleden in het buitenland een bloe-
mengroet te sturen via de internationale
bloemistenorganisatie Fleurop-lnterflora.
Men bestelt dan bij een plaatselijke bloe
mist een boeket of een „stukje" en deze
telegrafeert een collega in het land van
bestemming, die vervolgens uw bestel
ling uitvoert en te bestemder plaatse
aflevert.
Van deze mogelijkheid wordt veel ge
bruik gemaakt. Toch vond men het een
gemis, dat de klant nooit kon zien, hoe
zijn bloemenhulde er uitziet en in welke
vorm zij de geadresseerde bereikt.
Daarom is Fleurop-lnterflora thans over
gegaan tot het gebruik van een catalogus
waarin een aantal bloemstukken en rui
kers in kleuren afgebeeld is. De klant kan
dus kiezen wat hem bet meest geschikt
ïykt
De catalogus is sinds 2 januari in ge
bruik bij 1300 Nederlandse bloemisten en
bij duizenden van hun collega's in nog
twaalf Europese landen, in Australië,
Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika. Bij elk
land zijn een zevental voor dit land speci
fieke bloemenarrangementen afgebeeld,
onderverdeeld voor vreugdevolle of droe
vige gebeurtenissen. Elke afbeelding
draagt een codenummer, hetgeen het tele
graferen vergemakkelijkt en de opdracht
gever kosten bespaart. Behalve de klant
is ook de bloemist met het nieuwe .systeem
gebaat: de catalogus betekent voor hem
een aanzienlijke vereenvoudiging van zija
administratie.