Misdaad in Stockholm i I I 1 I I PANDA EN DE MEESTEÏURIOL1ST NEDERLANDER DENKT UITSLUITEND AAN VERDIENEN VAN VEEL GELD 1 Ons vervolgverhaal Juwelenbal Gaullistisch weekblad: 5 door N. Edward Werner (naar het Zweeds) I l i 47) De inspecteur keek hem onderzoe kend aan. Tenslotte zei hij: „Zó maar, zónder mij behoorlijk goedendag te zeggen." Dahl haalde even diep adem. „Ik had natuurlijk de bedoeling u goedendag te zeggen", zei hij, terwijl hij een poging deed zijn stem zelf verzekerd te doen klinken. Hij hield zijn hand op de deurknop. „Dat is dan aardig van u," zei de inspecteur. „Er is nog één ding. Als u thuis komt, zult u merken dat er een nieuwe bewoner in de lfat beneden de uwe is getrokken. Juf frouw Miilech wilde niet in Borgstens flat blijven en we konden dat ook niet goedvinden, omdat het onderzoek nog niet beëindigd is. Ze is daarheen gegaan om haar spullen te halen. Kei ler en de verpleegster begeleiden haar. Ze hebben intussen het meisje waarschijnlijk al wel in haar vaders fiat geïnstalleerd. Ik vertel u dit, op dat u zich niet verbaast, als u ge luiden in Millechs flat hoort. Ik zou u ook willen vragen. Hij werd onderbroken door de te lefoon en nam de hoorn op. „O, ben jij 't? Goed, goed. En werd er niets aangeraakt? Heb je haar tas nog eens doorzocht? Nauwelijks nodig, vind je wel?" Hij luisterde nog even, zei dan goe dendag en legde de hoorn op de haak. ..Dat was Keiler", legde hij uit. „Het meisje is in haar vaders flat ge arriveerd. Ze wilde Borgstens flat niet meer betreden en Keiler haal de haar bagage daar. Wel dat is dat dan." De inspecteur liep in de richting van de deur en duwde Dahl bijna de kamer uit. In de gang waren werk vrouwen bezig de vloer te dweilen en in de andere kamers, waarvan de deuren openstonden, waren werk vrouwen druk in de weer. Dahl nam voor het politiebureau een tram en liet zich naar het cen trum rijden. Hij stapte uit op Nybro ten; kijkend naar het op dat uur steeds drukker wordende verkeer, dacht hij na over alles wat er de laatste 24 uur was voorgevallen. Hij was zo in gedachten verdiept dat hij niet merkte dat er een kleine man naar hem toe kwam. Dahl ontdekte hem pas, toen hij vlak vóór hem stond. Het was detective Carl Marsh, uit Los Angeles. „Goedemorgen, meneer Dahl. U bent er al vroeg bij." „Goedemorgen! Ja, inderdaad, vroeg opstaan en vroeg naar bed gaan hou den een raens' gezond-, -niet <Vaa"r? „U ziet er overigens allesbehalve blakend van gezondheid uit, meneer Dahl. U maakt een zéér vermoeide indruk. En bovendien hebt u zich nog niet geschoren. Ik wens u nogmaals goedemorgen." Voordat Dahl iets kon zeggen, wan delde de Amerikaan verder. „Wel allemensen," mompelde hij verbouwereerd, terwijl hij Marsh boos nakeek. Hij voelde met zijn hand langs zijn kin. Ja, hij was inderdaad noh niet geschoren. Hij trachtte ver der na te denken, maar het lukte hem niet zich te concentreren. Hij moest toegeven, dat de Amerikaan gelijk had: hij was doodmoe. Langzaam stond hij op en begon in de richting van Karlavagen te wandelen. Hij zou blij zijn als hij de deur van zijn .flat achter zich dicht kon trekken. HOOFDSTUK XIX Dahl was niet langer dan een kwar tier thuis en was juist bezig zich een tweede kop sterke koffie in te schen ken, toén er gebeld werd. Hij ging na'ar de voordeur en toen hij deze onende, zag hij tot zijn verbazing Moira Miilech voor zich staan. Ze was geheel in het zwart gekleed. Ze woof even met haar hand en hij moest vaststellen, dat ze er helemaal niet vermoeid uitzag. Integendeel, ze maakte op hem een zakelijke efficiën te indruk, welke indruk waarschijn lijk nog verhoogd werd door de ak- tentas, die ze in haar hand had. „Goedemorgen," zei ze bijna vro lijk, „ik hoop dat ik je niet té vroeg stoor. Ik zou willen vragen, of je mis schien een schrijfmachine hebt, die ik een paar minuten kan lenen. Ik heb een brief, die zo spoedig moge lijk getikt en verzonden moet wor den." „Ik heb een schrijfmachine", ant woordde Dahl, „ik kan het ding wel even voor je naar beneden brengen". „O nee," zei ze haastig," dat is veel te veel moeite. Ik kan die brief hier wel even tikken, als dat mag." „Natuurlijk", zei Dahl, terwijl hij de deur voor haar open hield. Moira Miilech kwam de flat binnen en keek om zich heen, zoals iemand dat doet in een onbekende omgeving. Dahl ging haar voor naar zijn zitka mer en verzocht haar te gaan zitten, terwijl hij zijn draagbare schrijfma chine te voorschijn haalde en op de tafel voor haar klaarzette. Ze had eni ge paperassen uit haar aktentas ge haald. „Heb je papier?" vroeg ze. „Natuurlijk." Hij trok een la van zijn schrijftafel open en overhandigde haar een bun del papier. „Er is hier nog méér, voor het géval je het nodig mocht hebben." „Hartelijk dank", zei ze. „Ik zal mijn best doen niet veel lawaai te maken." „O, trek je van mij niets aan. Ik ga» een douche nemen en me scheren. Wil je straks een kop koffie?" „Graag, zeer bedankt," zei het meisje en ging achter de schrijfma chine zitten. Vanuit de badkamer hoorde Dahl vaag het getik van de machine. Moira was stellig geen geroutineerde typis te. Met een resoluut gebaar begon hij zijn kin- in te zepen. Het scheren duur de langer dan gewoonlijk, aangezien hij een scheerapparaat moest gebrui ken, dat hij slechts zelden gebruikte. Zijn gewone apparaat zat nog in de weekendtas in Borgstens auto. Toen hij ten slotte uit de badkamer te voor schijn kwam, vond hij Moira Miilech op de bank in zijn zitkamer. Er was geen papier meer in de schrijfmachi ne. Het meisje fronste en scheen over iets te piekeren. „Is er iets aan de hand met mijn machine?" vroeg hij. „Nee, ik ben klaar. Ik zat me af te vragen, of er in het Zweeds een zin is, waarin alle letters van het al fabet voorkomen. In het Engels be staat zo'n zin, weet je wel?" Dahl fronste thans op zijn beurt. „Nu je 't vraagt," zei hij, „meen ik me te herinneren dat er zo'n zin bestaat." Hij ging achter de schrijfmachine zitten, dacht nog even na, draaide dan een -stuk papier in de machine en begon te tikken. ,',Ik héb die zin!" riep hij even ia- ter triomfantelijk uit. Moira Miilech stond op van de bank, kwam achter hem staan en las: „Flygande backa- siner söka hvila pamjuka tuvor" (Vliegende snippen gaan rusten op zachte bosjes). „De spelling is niet helemaal mo dern en de q, x en z ontbreken," zei Dahl, „maar er is, meen ik, nog een andere zin." Hij begon weer op de machine te hameren en scheen zijn bezoekster te vergeten. „Noemde iemand daarnet niet het woord koffie?" zei het meisje, toen hij even ophield met tikken, om na te denken. „Och natuurlijk, het spijt me." Dahl sprong op, wierp nog een blik op het papier in de schrijfmachine en haastte zich naar de keuken. Het zette twee kopjes, een kannetje room, suiker en een blikje met bis cuits op een blaadje en stond te wach ten tot het water zou koken, toen Moira Miilech in de deuropening ver scheen. „Laten we 't ons gemakkelijk ma ken," zei ze, toen ze het blad zag staan. „Laten we hiér koffie drinken Wat een leuk keukentje." Ze ging aan de keukentafel zitten en hield de aktentas op haar schoot. Dahi wijdde zijp aandacht aan 't kof fiezetten en had geen bezwaar om in de keuken te blijven. Hij schonk even later de koffie in en hield zijn gast hét geopende blik biscuits voor. Het meisje bedankte echter. Ze dronk een slokje koffie, zette haar kopje neer, dronk vervolgens nog een slokje en zette het kopje weer op de tafel. (Wordt vervolgd) 62. Toen Panda helemaal verteld had wat er in het Ministerie van Nationale Geheimen allemaal te zien was en wat de aardige Referendaris Vergeel hem verteld had, sprong Joris Goedbloed geestdriftig overeind. „Als oprichter en directeur van het Opvoedkundig Instituut hen ik met dankbaarheid en trots vervuld," zo riep hij uit, „maar tevens zie ik in dat al die nieuwe en aan grijpende ervaringen uiterst vermoeiend geweest moe ten Zijn voor uw jong gestel. Komt, vent voordat ge naar dat Ministerie terugkeert om uw verantwoordelijke nachttaak aan te vangen, moet ge een kleine verver sing gebruiken. Ha! Ik weet het al! Een fris lïmo-, naadje, dat zal u verkwikken!" „Nou, graag," zei Panda dankbaar, en hij dronk met diepe teugen. (Hij kon niet weten, dat Joris iets meer dan limonadesiroop in het mengsel had gedaan). „Dank je wel, Joris! Erg lekker! En voorlopig krijg ik niet veel meer, ivant zo'n nacht is heel lang.en ik moet.de hele nacht. goed opletten.m-m-m-maar ik k-k-k-krijg.zo'n slaapenn ik mmmag niet zzzlaapen.ik mmoet mmmijn p-p-licht-plicht toch gggaan dddddoen maar.grrrrgrrrrEn zo ging zijn gestamel over in gesnurk, terwijl hij in diepe slaap verzonk. „Och, och," prevelde Joris meewarig. „Ons baaske heeft zijn krachten overschat! Of zou de fijne limonade hem niet goed vallen? Het is anders toch een gerenom meerde grenadine! Neen, dit is de oververmoeidheid van een zwak gestel, en men moet hem rustig laten slapen, zoals de geneesheren der Oudheid reeds zo kun dig tot uitdrukking brachten in hun stelregel: de re- quiescat non est disputandum". VOOR SUE vensvreugde en zonneschijn in de huize Schlamp aan Ruckle Street in Indianapo lis en Sue zelf is vol energie bezig „de ver loren jaren in te halen". „Ik heb ervaren dat alles mógelijk is in deze wereld, als je iets werkelijk wilt, er hard voor werkt en nooit opgeeft. En natuurlijk: als er men sen zijn zoals mijn ouders en vrienden, die je daarbij steunen en helpen. Denk niet dat het makkelijk is, ik ben maar al te dikwijls de wanhoop nabij geweest. Maar als je dan uiteindelijk toch slaagt, dan denk je: hel was de prijs waard!" Restaurant TER BURG Beverwijk Waar u „heerlijk" eet en drinkt Honderden flessen Franse champagne zijn in de nacht van dinsdag op woens dag uitgeschonken op het „Madame- bal", in München, het dure openings feest van het Beierse carnavalseizoen, dat georganiseerd wordt door de „Club Madame-', waar het peperduur is. On der de -feestgangers bevonden zich en kele uit het buitenland geïmporteerde nniijonnairs maan een prominent club lid ontbrak: de vroegere nazi-rijks bankpresident Hjalmar Schacht. Weel derig gevormde sterren uit de ver-, maakssector met gedurfde décolletés mengden zich onder de statusbezitsters in japonnen van Fath en Dior. Een deskundige schatte dat de waarde van de juwelen die werden gedragen ten minste 20 miljoen mark was. Alleen leden van „Madame" hadden toegang en moesten dan 100 mark betalen. Maar als een vrouw er aantrekelijk genoeg uitzag, kon ze gemakkelijk naar binnen. Elke bezoeker kreeg een zakje met Ge schenken: Schotse whisky, Franse par fum, kousen en oesters. In één oester was de hoofdprijs verborgen: een reis naar de Verenigde Staten. Vergeleken met vorige jaren was dit weinig. Zou den de rijken aan het bezuinigen zijn? Balveteranen herinneren zich dat in roeger jaren de hoofdprijzen be tonden uit een volbloed renpaard, een sportwagen van 40.000 mark en een stuk grond aan de Franse Rivièra van 80.000 mark. Er is zelfs een keer sprake geweest dat men een meisje als hoofd prijszou uitloven, maar dit plan liet men varen na perscritiek. Te uwer geruststelling dit plaatje, waaruit blijkt dat ook president Lyn don Johnson zich 's morgens met grote zorg pleegt te scheren. Mis schien dacht u dat wel, maar het is altijd plezierig, in zulke belangrijke zaken zekerheid te hebben. Vandaar dan ook dat de persfotografen zelfs tot in de slaapkamers van de Groten der Aarde doordringen om ons die zekerheid te verschaffen. Misschien komt er ook nog wel eens een plaatje van Nikita Kroesjtsjev in bad. Daar hopen we dan maar op. NIEUWE HANDEN (Van onze correspondent) PARIJS DË NEDERLANDER DENKT uitsluitend aan heel veel geld ver dienen. Een groot fortuin vergaren is zijn enige doel en ideaal. Daarom leidt hij een uiterst zuinig leven. Een puriteinse opvoe ding en een krachtige religieuze invloed behoeden hem daarenboven nog voor iede re verleiding. Behalve op zaterdagavond, wanneer zelfs hij zich niet beheersen kan en zich een flink stuk in de kraag drinkt. De Nederlander leeft van aardappelen en van kaas en alleen met Kerstmis ver oorlooft hij zich de luxe van ook nog een konijneboutje en een chocoladetoetje. 94 van de honderd Nederlanders eten alleen maar margarine en nooit roombo ter. In die vreemde voorkeur moet men ook de verklaring zoeken van het laatste offensief van de ministers Luns en Bies heuvel op de landbouwconferentie van Brussel tegen de Europese plannen van generaal De Gaulle. Deze onthullingen, plus nog een royaal aantal andere wetenswaardigheden, heeft het Gaullistische weekblad Candide dezer dagen zijn lezers voorgeschoteld op een speciale pagina, die geheel aan de „wil den van de Euromarkt, die verduvelde Hollanders" was gewijd. De schrijver van het artikel, Philippe Alexandre, verzekert met heel veel Neder landers gesproken te hebben. Met boeren, met grote zakenlieden van de Unilever, die hem op een ietwat Ku Klux Klanach- tige wijze ontvangen hebben, en ook met minister Biesheuvel, die hij ten tonele voert als „een 44-jarige atleet, een vurig Calvinist, melomaan, een kampioen van de Europese gedachte en natuurlijk als een exclusief liefhebber van de nationale margarine. Wanneer de Franse journalist voor zijn persoonlijke documentatie dus voor geen enkele inspanning of démarche is terugge- deinst, dan mag men zich toch wel afvra gen of hij de conversatie ook altijd vlot heeft kunnen volgen. Zo schrijft hij over het dorp Hoogovens, vijftig kilometer ten noorden van Amster dam, waar hij een grote en hnoderne melk fabriek bezocht, terwijl hij de badplaats Egmond in de noordelijke polders situeert. Ook spreekt hij opgewekt van een syndi caat van vrije boeren, dat de bijnaam van Kook-Kook draagt en dat als protest tegen het landbouwschap was opgericht. Tijdens een uitvoerig gesprek in een Haags hotel met een Unileverbons, wiens naam vooral niet genoemd mocht wo'rden, heeft Alexandre ontdekt welke slimmig heid zich achter het Nederlandse compro mis van de B) usselse conferentie ver schuilt. De Nederlandse margarine mag, zo legt hij uit, vooral geen cent duurder worden en daarom zal vanaf 1 november 1964 de verplichte bijstand van Nederland aan de Italiaanse olijvenkwekers uit de staatskas worden gestort. Maar na twee jaren zul len, zo voorspelt hij sinister, toch ook de Hollandse margarine-eters zelf over de brug moeten komen en de prijs van hun lekkernij met een paar centen belasting zien stijgen. Uit de mond van minister Biesheuvel heeft Candide voorts nog vernomen, dat de jongste moeilijkheden in Brussel nog maar kinderspel zijn vergeleken bij d e mara thons die de zes landen naar aanleiding van de graanprijzen nog staan te wach ten. Overigens is het weer de oud-minister Mansholt die ook voor die graanproblemen al een eigen plannetje heeft uitgebroed. Een plan dat de Hollandse boeren echter allerminst tegemoet moet komen. Maar ziedaar nu juist, aldus minister Biesheu vel volgens het Parijse weekblad, een voorbeeld van „democratie made in Ne derland". En ziedaar, zouden wij aan dat laatste citaat dan weer willen toevoegen, een voorbeeld van Franse voorlichting over een volk waarvan de journalist zelf tot zijn verwondering getuigt, dat zijn landge noten het nog altijd helemaal niet kennen. „O, MAMMIE, HELP me toch!" snikte de veertienjarige Sue Schlamp. „Haal die ijzeren ringen van mijn armen; ik houd het niet meer uit!" Dat was zes jaar geleden. Sue leed aan een hevige aanval van poliomyelitis, die in haar bovenarmen begon en langzaam naar haar handen afdaalde. Niemand kon haar hel pen, huisarts en specialisten waren alleen in staat, de aanval tot staan te brengen. Maar Sue's armen, handen en vingers bleven verlamd; er was geen enkele spiercontrole of reactie meer in een van haar bovenste ledematen. „Het was een hel, zei Sue's moeder, mevrouw Schlamp uit Indianapolis in de Amerikaanse staat Indiana. We moesten machteloos toezien hoe ons kind invalide werd". Hierboven: Zelfs schilderen kan Sue weer met haar kunsthand. De twee voetpedalen besturen het penseel. Links: Voor het eten met mes en vork zijn 2 „distaffs" nodig. Onder: Sue's grootste prestatie is machineschrijven; met het een (kunst)vingersysteem be reikt zjj een snelheid van 30 woorden per minuut. De „distaff" kan overigens met tientallen verschillende hulpstuk ken worden uitgerust, zodat Sue nog lang niet „uitgestudeerd" is. VOOR SUE ZELF was het een nog ergere beproeving. Zij was totaal afhankelijk van anderer hulp. Zij moest gevoed en aangekleed worden. Haar moeder hielp haar zoveel zij kon, maar een jaar later trof haar een nieuwe slag: haar man werd gedood bij een verkeersongeluk. Mevrouw Schlamp moest in een kantoorbetrekking wat bijverdienen om het gezin op gang te houden en bijgevolg kon zij des middags niet thuis zijn. Vrienden en buren hielpen de kleine Sue, geïnspireerd door de moed waarmee het meisje haar droevig lot onder ogen zag. Zij bezocht trouw het revalidatiecentrum en probeerde ook zelf on ophoudelijk, haar verlamde spieren te oefenen. Maar helaas zonder resultaat. Zij volgde normaal onderwijs maar daar zij uiteraard niet schrijven kon, moest zij alles onthouden. Zo ont wikkelde zij uit harde noodzaak een verbazingwekkend geheugen, waarvan zij gaarne in de kennissenkring sterke staaltjes ten beste geeft. De jaren verstreken, maar Sue bleef onder medische controle. „Lichamelijk is zij in prima conditie met uitzondering van haar armen en handen. Maar met al onze wetenschap kunnen wij haar niet helpen, dit gebrek te over winnen," zegt de huisarts. „We kunnen alleen proberen haar lot een beetje dragelijker te maken". Eind 1962 hoorde een Amerikaanse meisjesstudenten-organisatie, de Omega Nu Tau, van Sue's geval. Enkele bestuursleden van deze vereniging die elk jaar een mens in nood „adopteert" kwamen haar op zoeken en besloten, zich haar lot aan te trekken. Een medische faculteit werd ingeschakeld om een marktonderzoek te ver richten naar de beschikbare prothesen. Geen van de bestaande instrumenten bleek echter geschikt voor Sue, hoewel er vele tientallen modellen getest werden. Maar toen kwam men in contact met een medisch vorsingsteam in Nieuw Zeeland dat zojuist een kunsthand met-voetbediening ontwikkeld had. Dit leek precies wat Sue nodig had. Het appa raat waarvan toen nog slechts een pro totype bestond werd gekopieerd en na gemaakt op kosten van Omega Nu Tau en aan Sue ten geschenke gegeven. „IK ZAG er eerst niet veel in", herinnert de nu 20-jarige Sue zich. „Ik vond het maar een mal geval, maar natuurlijk pro beerde ik het. En ik ben blij dat ik dat deed, want al oefenend leerde ik het ge bruiken. En wat niemand durfde hopen, gebeurde. Langzaam maar zeker teerde ik mijn kunsthand gebruiken. En nu kan ik weer zelf eten en drinken, schilderen, ko ken, lezen (en bladzijden omslaan), schrij ven, mezelf opmaken en nog een hele massa andere dingen. Ja, ik kan zelfs mijn tanden poetsen", zegt zij met een trotse glimlach. MEDIO 1963 was Sue zo ver, dat zij een betrekking als typiste kon aanvaarden, in het Crossroads Rehabilitatiecentrum in In dianapolis. Haar snelheid: dertig woorden per minuut. Nu werkte zij al enkele maan den als tijdschrijfster bij de programma staf van het plaatselijke radiostation WIBC, waar zij een volledige dagtaak en een goed salaris heeft. Ér is nu weer le- i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 9