Massada bij de Dode Zee is een
ideaal oord voor archeologen
Anglicaanse kerk streeft naar
een nieuw uiterlijk
Kerkelijke begrafenis van
onkerkelijken een probleem
Nieuwe uitgaven
Leken krijgen meer zeggenschap
Eén vertaling
van de bijbel
Oecumenische
activiteit
Symbool van het Joodse verzet
en pelgrimsoord voor velen
Minimumleeftijd?
ZATERDAG 11 JANUARI 1964
Erbij
PAGINA TWEE
Predikanten moeten
televisie zien
Onneembaar
Liever dood
Stille hoop
Baptisten in Rusland
Parlement
Herziening
f/WWiU&4%!
Interessante vondsten geleid. Een tien
tal jaren geleden werden de Dode-Zee
rollen gevonden, goed geconserveerd in
houders van klei. De ontoegankelijk
heid van het woestijngebied en de dro
ge atmosfeer zijn factoren, die een
lang behoud zeer ten goede komen.
In 1960 vond een expeditie onder lei
ding van prof. Jadin de overblijfse
len en geschriften van een andere
joodse verzetsgroep, uit de jaren 132
na Chr., die onder aanvoering van Bar
Kochba ook naar dit woestijngebied
was gevlucht.
Of Massada ook zulke waardevolle
schatten verbergt zal moeten blijken
en is totnutoe slechts een droom der
archeologen. Doch voor Israël is er alle
reden de resultaten van deze opgravin
gen met spanning te volgen.
Het Nederlands Bijbelgenootschap
heeft weer een nieuwe leesgids uitge
geven onder de naam „Met de Bijbel
tussen kerstfeest en de paastijd". Deze
gids loopt van de eerste Tcerstdag tot
het begin van de lijdenstijd. Begin fe
bruari zal een nieuwe leesgids ver
schijnen, die loopt tot en met stille
zaterdag.
De gids is zo samengesteld, dat men
's morgens het dagmotto en de dag
tekst kan lezen en 's avonds het aan
gegeven schriftgedeelte, dat verband
houdt met het weekthema.
De NOVIB heeft een overdruk uitge
geven van „Wereld-in-formatie" vijfde
jaargang, nummer vier. De inhoud be
staat geheel uit artikelen betreffende
het vraagstuk van de ondersteuning
met overheidsmiddelen van ontwik
kelingswerk door particuliere organi
satie, in casu missie en zending.
In een bijeenkomst van experts op
het gebied van radio en televisie in de
kerkelijke Kreis Rheinland van de
evangelische kerk is onder meer het
woord gevoerd door de vertegenwoor
diger van de kerk bij de televisie-af
deling van de Westduitse radio, domi
nee Heinz Knorr. Hij sprak over het
onderwerp: Acht miljoen televisietoe
stellen in hoeverre gaat dat ons
aan?
„Vele predikanten zijn tegen de tele
visie", zo stelde hij. „vanuit een pes
simistische kijk op de grote vooruitgang
van deze tijd. Dit is een miskenning
van wat er technisch bereikt is, maar
ook van de mensen die erbij betrokken
zijn. Wij moeten er niet over verwon
derd zijn, als ten gevolge van deze con
servatieve houding de gemeenten ach
teruitgaan. „Als wij willen preken, moe
ten wij televisie zien."
De televisie spreekt de enkeling aan
en is een belangrijke factor voor de
vorming, bevordert de kritiek en be
kwaamheid tot kritiseren. De kerk heeft
een positieve taak tot beoordeling van
de uitzendingen en om haar standpunt
er tegenover te bepalen. De mensen
verwachten hulp, een antwoord van de
kerk. Als laatste stelling poneerde pfar-
rer Knorr: Vanuit het Evangelie moet
de televisie verklaard worden.
Op vele manieren tracht men in Enge
land de kerkdiensten vooral voor jon
geren aantrekkelijk te makenDominee
Vernon Mitchell van de St. Philipskerk
in Norbury, Londen, ridiculiseerde on
der andere tijdens één van zijn avond
diensten de zogenoemde „girlie adver
tisements", de advertenties met als
blikvanger jonge meisjes.
De „girl" was in dit geval de 27-jarige
mevrouw Claire Showring, vrouw van
een architect, dat het model voorstelde,
bij dominee's satire op advertenties.
Archeologie is in Israel een popu
laire wetenschap, waarin iedereen be
lang stelt. Aan de Hebreeuwse univer
siteit in Jeruzalem zijn heel wat stu
denten in de archeologie en over het
gehele land verspreid vindt men tal
loze amateurs op dit gebied, die zelf
kleine opgravingen doen. Dit is be
paald niet verwonderlijk, want Israel
is een archeologisch paradijs.
Waar men ook de spade in de
grond steekt, altijd vindt men wel iets,
dat getuigt van de oude geschiedenis
van dit land. Soms zijn het voorwer
pen uit de Kanaanitische of een nog
oudere periode, veel vaker zijn ze uit
de Romeinse of de Byzantijnse tijd.
Deze belangstelling voor de archeolo
gie heeft ook een sterk ideologische
zijde: het aan de oppervlakte brengen
van Israels geschiedenis slaat immers
een brug tussen verleden en heden en
verbindt het tegenwoordige Israël met
dat van twintig eeuwen geleden. Dat
heeft dan ook weer praktische voorde
len. Men maakt namelijk veelvuldig
gebruik van gegevens uit de bijbel en
oude steden, die daarin worden ge
noemd, komen weer tot leven. Legt
men de fundamenten van een oude
stad in de woestijn bloot, dan is dat
een bewijs, dat er leven mogelijk is.
Een onderzoek naar de middelen van
deze vroege nederzetting kan een waar
devolle aanwijzing zijn voor de opbouw
van een nieuwe. Zo verrijzen thans
vlak bij het bijbelse Tel Arad, in het
noordelijk gedeelte van het woestijn
landschap van de Negeb, de eerste flat
gebouwen van de nieuwe stad Arad!
Niet ver van de betonskeletten van
Arad bevindt zich de snikhete vallei
van de Dode Zee, een gebied, dat bij
na vierhonderd meter onder de zeespie
gel ligt. De naam Dode Zee is met
recht gekozen, want door het hoge zout
gehalte is er geen enkel organisch le
ven in mogelijk. Ook de omgeving is
een dood gebied. Slechts een enkele
boom of struik vindt in een wadi (tij-
delijk-droge rivierbedding) genoeg zoet
water om in leven te blijven, maar
van een fauna is nauwelijks sprake.
Een deel van de rotswand langs het
zuidelijkste gedeelte van de Dode Zee
bestaat uit zoutkristallen. Vroeger moe
ten hier de verdorven steden Sodom en
Gomorra hebben gelegen en verander
de de vrouw van Lot in een zoutpi
laar, omdat zij haar nieuwsgierigheid
niet kon bedwingen en achterom keek.
Bij de enkele barakken waaruit Sodom
thans bestaat, bevindt zich een café
dat de welluidende naam draagt van
„Lot's Wife Inn".
Ongeveer 30 km. noordelijker in dit
geelbruine, grillig-gevormde landschap
de berg Massada, die deel uitmaakt
van de rotswand langs de Dode Zee.
Als een onneembare vesting steekt
Massada hier op 300 meter omhoog,
door wadi's van het overige bergpla
teau gescheiden. Slechts twee slinge
rende paden aan de west- en oostzij
de van de berg geven toegang tot het
plateau, dat eens het schouwspel was
van een heroïsche opstand van joodse
verzetsstrijders tegen hun Romeinse
onderdrukkers. Daarom is deze plaats
sinds het streven naar een eigen
onafhankelijke staat het symbool
voor velen.
Onder leiding van prof. Jigael Jadin
van de Hebreeuwse universiteit is thans
een grootscheepse expeditie aan de
gang om de joodse en Romeinse kam
pementen op en rondom deze rots bloot
te leggen. Gedurende het winterseizoen,
zes maanden lang, is zijn staf van vijf
tig man (geholpen door 150 vrijwilli
gers) aan het werk met de opgravin
gen. Het doel: onthulling van de ge
beurtenissen, die zich hier in Massa
da, bijna tweeduizend jaar geleden heb
ben afgespeeld.
Over de geschiedenis van Massada
is betrekkelijk veel bekend, voor
namelijk door de nauwkeurige ge
schiedschrijving van Flavius Jose-
phus. Deze historicus van joodse af
komst en later aan de zijde der Ro
meinen strijdende burger van Rome
geeft in zijn bekende boek „De jood
se oorlog" een verslag van wat zich
omstreeks het begin van de christe
lijke jaartelling in Palestina afspeel
de en hij verhaalt daarin ook over
de gebeurtenissen in Massada.
Het was de hogepriester Jonathan,
die hier voor het eerst een vesting liet
bouwen. In de jaren 30 v. Chr. bouw
de Herodes, de gevreesde koning over
Judea, op dit punt een toevluchtsoord,
beducht als hij was voor zijn troon. Hij
liet het gehele rotsplateau, ongeveer
een kilometer in omtrek, ommuren. Er
werden talloze uitkijktorens opgericht.
Voor de watervoorziening werd 'n dam
aangelegd in een hoger gelegen wadi,
die het water, dat in dit gebied slechts
enkele weken in het jaar in geweldi
ge stortbuien neervalt, moest verzame
len. Dit water werd via een aquaduct
naar twee grote cisternen (putten) op
het plateau geleid.
Deze gigantische arbeid in dit droge
ongecultiveerde gebied kon slechts uit
gevoerd worden ten koste van honder
den slavenlevens. Een aantal grote
voedsel-opslagruimten werd volge
stouwd met graan, olijven en wijn om
het hoofd te kunnen bieden in moeilij
ke tijden. Het paleis van Herodes, aan
de noordzijde van de berg in de rot
sen uitgehakt, bevatte o.a. een prach
tig paviljoen, vanwaar de melancholie
ke heerser kon genieten van een schit
terend uitzicht over de Dode-Zeevallei
en het in de verte gelegen bergland
van Moab. Vooral aan het einde van
de middag, als de laatste zonnestralen
over het grijs-blauwe stille meer schij
nen, staan de dode rotsen en bergen
rondom in een onvergetelijk mooie
roodbruine gloed.
Na de dood van Herodes bleef een
Romeins garnizoen in Massada achter
totdat een groep joodse verzetsstrijders
gedurende de val van Jeruzalem en
de verwoesting van de tempel (in 70
na Chr.) zich van de vesting mees
ter maakte. In het totaal verschans
ten zich hier 967 mannen, vrouwen en
kinderen. Een groot Romeins leger, het
tiende legioen, aangevuld met talloze
joodse slaven trok op naar haar enig
overgebleven verzetshaard.
Talloze kampementen werden opge
richt en om de gehele berg werd een
muur gelegd, zodat niemand zou kun
nen ontsnappen. Nog zijn deze muur
en de Romeinse kampen vanaf het
plateau duidelijk te zien.
Drie jaar lang. van 70 tot 73 na Chr.
duurde de belegering. Voor de ingeslo
ten joden op het rotsplateau kwamen
de grote voedselvoorraden van Hero
des, goed van pas. Dank zij de droge
en zuivere atmosfeer in deze streken
waren zij ondanks hun ouderdom in
redelijke staat gebleven.
Om de weerstand te breken wierpen
de Romeinen aan de westzijde een ho
ge wal op waar het verschil tussen de
voet van de berg en het plateau
„slechts" 100 meter is. Die was daar
hoog genoeg om met belegeringswerk
tuigen de muur van de vesting effec
tief te bedreigen.
In de nacht voordat de fatale aan
val zou geschieden, hield Eleazer, de
aanvoerder der belegerde joden, een
toespraak, waarin hij zijn medestrij
ders ervan overtuigde dat het eervol
ler was nu de dood te kiezen dan in
handen der Romeinen te vallen en sla
ven te worden. Een massale zelfmoord
was het gevolg. De mannen doodden
hun families en het lot besliste wie
elkaar zouden doden, nadat zij eerst
alles in brand hadden gestoken, behal
ve echter de voedselvoorraden als te
ken, dat men vrijwillig de dood had
gekozen en niet uit nood. In één nacht
vonden 960 mensen de dood. Twee
vrouwen en vijf kinderen hadden zich
verborgen. Toen de Romeinen de vol
gende ochtend de muur doorbraken en
de vesting binnentrokken vonden zij
tot hun verbazing geen weerstand
maar een doodse stilte. Op hun ge-
schreew kwamen de overgebleven vrou
wen en kinderen te voorschijn en ver
haalden van de toespraak van. Eleazer
en de verschrikkelijke gebeurtenissen,
die zich daarna hadden afgespeeld.
Nadien is Massada een verlaten on
toegankelijk oord gebleven. Enkele
eeuwen later bouwden monniken er een
kleine christelijke kerk. De ruïnes hier
van zijn nog in het midden van het
plateau aanwezig.
Dit is geen hooiberg met een dak, dat
op en neer kan, maar een moderne
kerk, die uit „pre-fab"-onderdelen wordt
opgetrokken in dé Duitse plaats Gelsen-
kirchen. Eerst is het dak op palen vast
gezet, daarna worden de muren van
ruwe baksteen onder het dak gepast.
Nog geen twee miljoen van de
zevenentwintig miljoen gedoopte
Britten vertonen zich, al is het maar
eenmaal per jaar, in de kerk en daar
om doet de Anglicaanse kerk wan
hopige pogingen om zich een nieuw
uiterlijk te geven, teneinde meer men
sen aan te trekken.
Niet alleen dat afzonderlijke dominees
allerlei probeersels bedenken van
kerkdiensten met jazzmuziek voor tie
ners tot het vieren van het avondmaal
bij gelovigen aan huis ook de kerk
op hoog niveau streeft ernaar van ge
daante te veranderen.
Goedkeuring is bij voorbeeld gehecht
aan een nieuwe vorm van bestuur,
waardoor gewone leken meer zeggen
schap in de leiding van de kerk zullen
krijgen. In deze organisatie zullen de
eeuwenoude convocaties (provinciale
synoden) van Canterbury en York wor
den gecombineerd met een nieuwe Ka
mer voor leken.
Het nieuwe lichaam zal bekend zi.in
als de generale synode van de kerk
van Engeland. Het treedt in de plaats
van de bestaande kerkvergadering,
maar bisschoppen en geestelijkheid zul
len nog afzonderlijk vergaderen en ten
De Baptistenkerlc in Rusland heeft
onlangs haar eerste congres sinds 1944
gehouden; 250 gedelegeerden en 200
gasten uit alle streken van het land
namen hieraan deel. De Baptistenkerk
en de grote Russisch-orthodoxe kerk zij
de enige kerkgenootschappen, die door
de Sovjetautoriteiten erkend worden.
Het congres nam een zeer liberale
kerkorde aan, die, in verhouding tot
de vroegere, de leden van het kerk
genootschap bijzonder vrij laat. Aan de
gemeenten afzonderlijk werd meer zelf
bestuur toegestaan, en de voorschriften
aangaande beperkte deelname van kin
deren aan de godsdienstoefeningen wer
den afgeschaft. Een van de vooraan
staande sprekers op dit congres ver
klaarde dat de nieuwe kerkorde een
„democratisch karakter" had,
slotte hun veto over beslissingen van
de synode kunnen uitspreken.
Aangezien de kerk van Engeland
een staatskerk is heeft het parlement
het laatste woord over alle belangrij
ke hervormingen, die zij overweegt.
Het kan beslissingen nemen over de
liturgie en het prayerbook, het ritua-
le, waarin deze zijn vervat.
De aartsbisschop van Canterbury
heeft als zijn mening uitgesproken dat
de kerk van Engeland grotere vrijheid
behoeft om haar eigen zaken te behar
tigen, in het bijzonder om haar vormen
van eredienst te herzien. „Dat behoort
mogelijk te zijn binnen de bestaande
staatskerkelijke opzet. Maar het is vol
strekt noodzakelijk dat de kerk grotere
vrijheid verwerft."
Voor kort heeft het Britse parlement
een door de aartsbisschop geïnspireer
de wettelijke maatregel aangenomen,
krachtens welke tegen de uitspraken
van kerkelijke rechtbanken niet meer
in hoogste instantie beroep kan worden
aangetekend bij de kroonraad.
De aartsbisschop werkt thans aan een
herziening van het kerkelijk recht, dat
het laatst is gecodificeerd in 1604.
Twee doelstellingen op lange termijn
zijn:
Een herzien prayer book, dat het ex
perimenteren met nieuwe liturgische
vormen mogelijk zal maken (bij de
jongste poging in 1926 door het parle
ment verworpen) en:
De verkiezing van bisschoppen en de
kens van kathedralen door de geeste
lijkheid in plaats van de Kroon.
Dit laatste acht men vooral belang
rijk omdat er gestreefd wordt naar een
unie met de methodisten, waarvan men
enkelen tot bisschop wil benoemen.
Voor de eerste maal zullen protes
tanten en katholieken van één en de
zelfde bijbelvertaling gebruik gaan ma
ken. De eerwaarde dr. Luther A. Weig-
le, emeritus deken van de theologi
sche faculteit van Yale, die elf jaar
geleden de zogenoemde „revised stan
dard version" vertaalde, zegt dat vol
gend jaar een speciale uitgave van de
bijbel het licht zal zien bij de Schot
se firma Thomas Nelson and Sons.
Deze bijbel zal door de katholieken
van Groot-Brittannië met kerkelijke
goedkeuring mogen worden gebruikt.
„Deze bijbel", aldus dr. Weigle, „is
de eerste r.k. bijbel, die in het Engels
is vertaald uit de oorspronkelijke He
breeuwse en Griekse teksten".
„De bijbel wordt daardoor zoals het
behoort een band van christelijke een
heid in plaats van een instrument van
verdeeldheid" aldus dr. Weigle, „en
het verheugt mij dat de rsv een flink
aandeel krijgt in de beweging naar een
vollediger verwezenlijking van onze
eenheid in Jezus Christus".
Het Noorse kerkelijke blad „Var Kir-
ke" heeft als zijn mening uitgesproken,
dat in een wetsontwerp met betrekking
tot de confirmatie in de lutherse staats
kerk geen minimumleeftijd voor de
confirmatie mag worden vastgesteld.
Een bepaling over de leeftijd om te
mogen deelnemen aan het Avondmaal
is een zaak van de kerk zonder dat
daarbij van enige wettelijke maatre
gel sprake mag zijn.
De Leeuwarder hervormde predikant
dr. L. G. Wagenaar is van mening dat
kerkeraden hun predikant op het gebied
van begrafenissen voor onkerkelijken
te veel alleen laten modderen. In Woord
en Dienst schrijft de predikant dat de
kwestie van een kerkelijke begrafenis
voor een onkerkelijke een problema
tische zaak is voor veel predikanten.
„Wie gelooft in het herstel van alle
dingen namelijk dat ieder wel goed
bij God terecht komt zal hiér geen
problemen zien. Wie meent, dat een be
grafenis een prachtige gelegenheid is
om een evangelisatietoespraak te hou
den, evenmin. Wie deze mening niet is
toegedaan, maar voor wie heil en ge
loof bij elkaar horen is dit een netelige
kwestie".
De schrijver vraagt zich af of het
aangrijpen van de begrafenissituatie
om buitenkerkelijken te „strikken" niet
een degradatie van de verkondiging is.
„De familie is verplicht aanwezig. Zij
wenst geen verkondiging, maar wat re
ligieuze wijding. Zij wil graag dat de
dode de hemel in gepraat wordt. Welke
troost kan de pastor bieden, als er
geen enkele troost is? Niet dat wij het
recht hebben een oordeel uit te spre
ken. Gods oordeel is het laatste. Daar
van hebben wij onze handen af te hou
den. Maar het maakt toch een groot
verschil, o feen leven in geloof geleefd
is of niet. In het laatste geval wordt
het spreken over het eeuwige leven een
goedkope frase en een misleidende al
gemeenheid".
Dr. Wagenaar meent dat een ker-
keraad zijn predikant deze onmoge
lijke situaties kan besparen door een
richtlijn vast te stellen waarop de
predikant zich kan beroepen. Als
voorbeeld geeft hij dat voor een ker
kelijke begrafenis alleen in aanmer
king komen zij, die door de doop tot
de gemeente behoren en zich tijdens
hun leven niet van haar duidelijk
hebben afgezonderd.
„Zo alleen komt tot uitdrukking, dat
de kerkelijke begrafenis een zaak van
de kerk is en niet een privézaak van
de dominee".
Een andere weg tot klaarheid zou kun
nen zijn, dat het college van kerkvoog
den een bepaald tarief vaststelt voor de
begrafenis van ieder of alleen van hen,
die geen kerkelijke bijdrage hebben be
taald. Dit laatste is zeker niet onbillijk.
Men legt immers beslag op de tijd van
de pastoor meestal een halve dag
die daardoor aan gemeentewerk ont
trokken wordt. In elk geval zal dit
een rem zijn voor hen, die de predi
kant alleen als ornament willen laten
optreden.
Tal van activiteiten zijn er weer te
melden van oecumenische zijde. Zo
heeft in Nijmegen een gecombineerd
r.k.-protestants werkcomité voor bij
belverkoop veel succes. Opmerkelijk is
dat de protestanten veel de vertaling
van de Sint Willibrordstichting kopen
en dat de verkoop van protestantse
kinderbijbels aan de rooms-katholieke
groot is.
In Zaltbommel is een hagepreek ge
organiseerd door de interkerkelijke
werkgroep. Pater en dominee spraken
op de vroege morgen bij een rivier.
Daarna was er tijd om naar de eigen
of naar de kerk van de ander te gaan.
Het resultaat van de opgravingen
is niet te voorspellen. Het paleis van
Herodes, waarvan reeds enkele mooie
mozaiekwanden zijn gevonden, de
Romeinse kampementen, de voedsel-
opslagruimten, dit alles zal worden
opgegraven en gedeeltelijk gerestau
reerd.
Er is echter meer, zij het dan al
leen een stille hoop: mogelijk hebben
Eleazer en zijn volgelingen geschriften
achtergelaten, verborgen in de vele ho
len en spelonken waaraan de rots zo
rijk is. Dit zou niet zo verwonderlijk
zijn, want het was noch is de gewoon
te der joden heilige geschriften of ge
bedsrollen te vernietigen of te ver
branden. In vroeger tijden was het ge
bruik, dat heilige geschriften even
zorgvuldig werden begraven als het li
chaam van een mens. Tot tweemaal
toe heeft deze zorgvuldigheid reeds tot