Misdaad
in
Stockholm
Glorie en ondergang van de laatste
alleenheerser in de auto-industrie
PANDA EN DE MEESTER-RIOLIST
Dr Carl Borgward's einde was even tragisch
als dat van André Citroén en Louis Renault
Ons vervolgverhaal
door N. Edward Werner
(naar het Zweeds)
I
MAANDAG 13 JANUARI 1964
i
49) Borgsten kan je vader niet
vermoord hebben. En wat betreft je
liefde voor mij, geloof ik, dat je het
ook in dat opzicht bij het verkeerde
eind hebt. Misschien heb je wel
iemand nodig, die voor je zorgt, maar
ik ben daar niet de geschikte persoon
voor. De gevoelens, die je voor mij
koestert, hebben niets met liefde te
maken. Heus.
Bij zijn laatste woorden scheen ze
in elkaar te krimpen, alsof iemand
haar een slag toebracht. Er kwam
opnieuw een blos op haar wangen.
„Begrijp je dan niet, Gunnar, dat
ik je wil redden, dat ik wéét wie in
werkelijkheid vader vermoordde, Jen
sen doodschoot, omdat deze iets van
de waarheid doorgrondde, en tenslot
te door toeval of opzettelijk Karin
ombracht? Karin, die je niet binnen
wilde latenJe had 't echter op
mij gemunt hè, niet op Karin? Begrijp
je niet, dat ik het wéét?"
Dahl likte even langs zijn lippen,
voordat hij antwoordde.
„Maar het was Borgsten, dat zei je
enkele minuten geleden zelf".
„Ja... dat zei ik inderdaad. Maar
jij weet even goed als ik, dat hij 't
niet was".
„Wie is 't dan?"
Er kwam slechts één woord uit
Moira's welgevormde mond en het
leek op een kreun.
„Jij?"
Dahl was op het punt achterover in
zijn stoel te leunen en in een schater
lach uit te barsten, toen hij haar
hoorde zeggen:
„Beweeg niet!"
Ze sloeg hem met een vreemde, in
tense blik in haar ogen gade. Zo na
tuurlijk mogelijk vroeg hij: „Waarom
zou ik je vader doden?"
„Je wilde niet langer wachten op
het geld, dat hij je beloofd had. Geld
is niet alles, maar het helpt, niet
waar?"
„En waarom zou ik Jensen doden,
een man, die ik niet eens kende?"
„Ik ben wat dat betreft niet hele
maal zeker, maar ik vermoed, dat
Jensen er op de een of andere ma
nier misschien via vaders advo
caat in Kopenhagen achter was ge
komen, in hoeverre jij je in vaders
vertrouwen had weten in te dringen.
Jensen en vader waren oude vrienden
beiden hadden een hekel aan Borgsten
en wantrouwden hem".
Dahl knikte.
„Goed. maar Karin Borgsten? Wat
zou ik tegen haar hebben?"
„Niets! Maar zij liet Jensen over
komen en toen ze van Jensen niets
hoorde, nadat jullie tweeën elkaar
ontmoet zoudt hebben, kreeg ze arg
waan. Je had het echter niet op Ka
rin voorzien, maar op mij. Als ik uit
de weg geruimd was, zou vaders ver
mogen binnen jouw bereik komen,
tenminste zo zag jij het. Dat je Ka
rin doodschoot, was deels een onge-
S lukje, deels een gevolg van het feit
i dat je te veel gedronken had en in
i paniek verkeerde.
„En dat is dus de verklaring voor
alles wat er gebeurd is?"
„Ongeveer wel. En je hebt een en
ander al bekend, weet je".
„Ikbekend?" Er kwam een
glimlach om zijn lippen. „En waar
is die bekentenis als ik vragen mag?"
„Hij staat op het papier, dat in je
schrijfmachine zit".
De glimlach verdween van Dahls
gezicht. Hij fronste en mompelde in
zichzelf: „Die idiote zinnetjes..."
Hij keek Moira Millech verwonderd
aan. Ze stond daar tegenover hem,
volkomen zeker van zichzelf, met een
superieur airtje en doodrustig.
„Er staan geen idiote zinnetjes meer
op het papier, dat in je schrijfma
chine zit. Op dat papier staat een vol
ledige bekentenis, geschreven in jouw
gebrekkige Engels in de vorm van een
brief aan mij, en de inhoud geeft al
les weer zoals ik je vertelde".
Dahl glimlachte opnieuw, maar dit
maal was het een ironisch, berustend
lachje.
„Dat was dus de reden, dat ik die
zinnetjes moest tikken?"
Moira Millech knikte; er was geen
enkele emotie zichtbaar op haar ge
zicht.
„Ik tikte die bekentenis met mijn
handschoenen aan en daardoor moe
ten jouw vingerafdrukken op de toet
sen voldoende verwijderd of althans
onherkenbaar gemaakt zijn. Wat ik
nodig had, was een verse afdruk
van jouw vingers op de toetsen, en
liefst op allemaal".
Een gevoel van opwinding maakte
zich van Dahl meester; hij had een
geluid gehoord dat leek op het slui
ten van de voordeur.
Hij zei op gedecideerde toon: „En
wat zou mij beletten naar boven te
gaan en die zogenaamde bekentenis
te verscheuren?".
„Dit!"
Moira Millech hield een pistool in
haar rechterhand. Ze gooide haar ak-
tentas neer, terwijl ze Dahl geen
moment uit het oog verloor. Ze glim
lachte en het was alsof ze zich
thans, met het wapen in de hand en
alle kaarten open op tafel, pas hele
maal op haar gemak voelde. Dahl
merkte dat hij klamme handen had,
maar misschien kwam dat ook door
dat hij zo dodelijk vermoeid was. Hij
bevochtigde zijn lippen en proefde
een zoutig smaakje.
„Je vraagt niet, hoe je bekentenis
eindigt," zei Moira op kalme toon.
„Ik heb daarvoor fantasie genoeg.
Ik ben echter geïnteresseerd in een
paar andere punten. Hoe kwam er
bloed aan de deurknop die maandag-
morgen? Waarom moest Volmer Jen-
sen' uit de weg geruimd worden? En
waarom Karin? En waar werd het
wapen verborgen, nadat Karin was
neergeschoten? Ik neem aan, dat dit
wapen in je hand hetzelfde wapen is.
En tenslotte: wat is de noodzaak van
al deze brute gewelddaden, culmi-
nerend in de moord van een dochter
op haar eigen vader? Dit komt mij
volkomen onmenselijk voor."
Moira Millech maakte even een be
weging van ongeduld, maar verloor
haar slachtoffer geen seconde uit het
oog. Haar stem klonk kalm, toen ze
begon te praten.
„Denk vooral niet, dat je mij met
vragen en opmerkingen kunt afieiden
van datgene, wat ik van nlan ben te
doen. Er blijft niet veel tijd over.
Over ongeveer drie kwartier komt
mijn verpleegster terug. Het is mijn
bedoeling, dat zij jou hier vindt, in
vaders stoel, met dit wapen naast
je. Ik zal je vragen nu zoveel mo
gelijk beantwoorden, want niets van
wat ik je vertel zul je kunnen na
vertellen. Nog geen tien minuten ge
leden verkeerde ijc, ;in de wa^n, eU.t
we wel tot overeenstemming zóüdèn'
kunnen komen. Maar ik zie nu in
dat dat niet mogelijk is."
Dahl livsterde gesoannen naar
haar woorden. Ze vervolgde zakelijk.
„Denk vooral niet, dat er een kans
is dat je de dans ontspringt. Ik heb
met pistolen omgegaan, sinds ik hee!
jong was, en ik had al eerder iemand
doodgeschoten, voordat ik hier kwam.
Tijdens de bezetting schoot ik drie
Duitsers neer, onder wie een kapi
tein met zijn eigen dienstpistool. In
die tijd werd het beschouwd als va
derlandslievend en werd je erom ge
prezen, thans is het een misdaad,
waarop in dit land levenslang staat.
Toch is het motief nog steeds het
zelfde. .Te vroeg me welke dwang me
tot al dit brute geweld bracht. Het
is de drang, welke de mensen altijd
tot de nobelste daden en ook tot de
vreselijkste misdaden hééft gebracht
en eeuwig zal brengen: namelijk een
hartstochtelijk verlangen naar vrij
heid en onafhankelijkheid. Je zei dat
je het onmenselijk vond, dat een doch
ter haar vader vermoordde, en mis
schien heb je daarin gelijk. Erling
Millech was echter mijn vader niet.
Ik ben een wees, die door hem als
dochter werd aangenomen. Je vroeg
waarom ik Volmer Jensen doodde.
Omdat hij en Karin té veel over mij
wisten. Ik ontmoette hem die middag
in jouw plaats, nam hem mee naar
de zolder, waarvan de deur gelukkig
niet afgesloten bleek te zijn. Maar
ook boven aan de trap zou 't hebben
kunnen gebeuren. Ik vroeg hem wat
hij wilde. Hij zei dat het recht zijn
loop moest hebben. Ik wist toen dat
ik maar één ding kon doen. En ik
deed het."
(Wordt vervolgd)
(Van een medewerker
IN DEZELFDE WEEK dat de wereld de honderdste
verjaardag herdacht van de geboorte van de meest-
befaamde autobouwer ter wereld, Henrv Ford, overleed
te Bremen aan een hartverlamming dr. Carl. F. W. Borg-
ward. Deze dr. Borgward die in november I960 zijn 70ste
verjaardag vierde en toen nog „na Alfred Krupp de groot
ste ondernemer van Duitsland" heette, heeft het niet
overleefd dat de montageband en de matrijzen van zijn
„Isabella"-auto werden gedemonteerd omdat de curatoren
ze voor een vrij gunstige prijs in Mexico konden slijten.
Borgward, die het van eenvoudig ingenieur had gebracht
tot eigenaar van een complex van bedrijven, dat aan
23.000 personen werk verschafte, was de laatste „alleen
heerser" in de automobielindustrie. Hij is even droef, even
tragisch geëindigd als André Citroën en Lous Renault.
BIJ DE FOTO'S
Twee autokoningen, wier
carrière en échec vrijwel
parallel liepen: dr. Carl
Borgward (hierboven) en
André Citroën (rechts).
BEGIN JULI 1935, stierf André Citroën als een banneling in het rijk, dat hij
zelf had opgebouwd. Hij overleed op een ogenblik dat de fabriek van Javel nog
vervuld was van de traction avant", het model met voorwielaandrijving, dat een
der meest succesvolle auto's zou worden, die ooit gebouwd zijn. Is het niet tra
gisch dat deze auto, die zijn tijd zover vooruit was, nochtans te laat kwam, te laat
om het bankroet te voorkomen? Dat was de dood van de man die haar had ont
worpen terwijl anderen kort daarop en zowat twintig jaar lang de vruchten
hebben geplukt van de „traction avant".
KUNT U zich voorstellen wat het be
tekend heeft voor een man, die tijdens de
eerste wereldoorlog al een massaproduktie
had georganiseerd en die in 1919 met zijn
auto voor „monsieur-tout-le-monde", zijn
„volkswagen" op de markt kwam. Die ook
daarna steeds revolutionaire automodellen
uitbracht en tezelfdertijd zijn personeel
niet vergat. Kunt u zich voorstellen welk
een slag het was voor Citroën op het ogen
blik dat hij de vruchten zou gaan plukken,
te moeten vaststellen dat één der schuld
eisers niet meer wilde wachten en er het
gerecht bijriep?
Zo gebeurde het dat André Citroën in
december 1934 failliet werd verklaard. Er
kwam een nieuwe „baas", die zich instal
leerde in zijn kantoor. Naar de grote baas
ven vroeger scheen men niet meer om te
zien. Men liet hem nog wat rondscharrelen
in de fabriek tot op de dag dat de nieuwe
directeur aan André Citroën, als aan een
ongewenste vreemdeling vraagt. wat
hy daar eigenlijk nog te zoeken heeft...
Bhkele d^gep later werd hij ziek, een
ziek'-! wMYrrteê' hij normaal nog een hele
tijd had kunnen leven. Nauwelijks een half
jaar nadat het failliet werd uitgesproken
stierf André Citroën, 57 jaar oud.
VOOR LOUIS RENAULT was het einde
ook bijzonder tragischDe omstandig
heden schijnen anders .maar er is wel meer
overeenkomst dan men op het eerste ge
zicht zou vermoeden.
Enkele dagen na de bevrijding van Parijs
in augustus 1944 schreef Louis Renault:
„Geen enkele andere industrieel heeft meer
diensten bewezen aan zijn land dan ik. Ik
ben er trots op mijn naam aan Frankrijk
geschonken te hebben, want voor Frank
rijk ben ik Louis Renault geworden".
Dit schreef hij korte tijd nadat de com
munistische krant „l'Humanité" tegen de
„kapitalist" Renault een hetze was begon
nen, de man dus die zodra de Duitsers weg
waren, als eerste per fiets naar zijn fabriek
was gereden om opnieuw aan de slag te
gaan en de arbeiders weer werk te kunnen
geven.
Op dat ogenblik wist Louis Renault het
zeer goed: „Ik ben geslaagd omdat ik al
léén was. Ik ben verloren omdat ik alléén
sta en mijn publiciteit niet heb weten te
verzorgen
Renault werd in een gevangenis gezet,
waar niet het gerecht maar het gepeupel
heer en meester was. Hij moet er op een
nog altijd niet erg duidelijke manier
gemarteld zijn. („Zij komen 's nachts!",
is het enige dat hij heeft kunnen verklaren)
en wel zodanig, dat hij er uiteindelijk aan
is gestorven.
Renault werd door communisten voor
collaborateur uitgescholden. Maar het
werd bewezen dat hem niets ten laste
gelegd kon worden. Integendeel. Hij had
op zijn manier aan het verzet mee
geholpen door zijn produktie tot nagenoeg
tweevijfde te verminderen, maar terzelf-
dertijd 45.000 werknemers gedurende vier
64. Op weg naar het Ministerie van Nationale Gehei
men gaf Joris Goedbloed zijn metgezel een aantal aan
wijzingen en opdrachten; welke deze waren zullen we
spoedig zien. Voor het ogenblik kunnen we volstaan
met op te merken, dat de aandachtige Blub klaarblijke
lijk van plan ivas ze blindelings op te volgen.zo
zijn riolisten; ze vinden dit gemakkelijk omdat ze dan
zelf niet hoeven te denken. „Welnu, mijn best Blubke,"
besloot Joris toen ze hun bestemming naderden; „ge
begint dus u voor Panda uit te geven. Doet uw best, en
veel rauwe schelvis zal uw loon zijn. Uw komst wordt al
met ongeduld verbeid, zie ik." Inderdaad was de strik
te Referendaris Vergeel doende, zijn uurwerk te raad
plegen; en de hoge ambtenaar was aangenaam verrast
toen op slag van het gestelde uur zijn nieuwe nacht
waker zich kwam melden. „Blub," zei deze. „Inderdaad,
mijnheer Panda," beaamde de referendaris, „uw mel
ding spunctualiteit zal op uw arbeidsprestatiewaarde-
ringslijst een uitm,untende indruk maken!" Weinig ver
moedde de functionaris, dat hij met een dubbelganger
te maken had, terwijl de échte nachtwaker onder ver
doving in zijn legerstede lag, bespied door twee be
ruchte spionnen.' „Mot Blubnik zijnsk," meende Slinko-
vitch. En Binkovitch stelde voor„Pakkemnoutiemaft."
jaren in het leven te houden en voor
deportatie naar Duitsland te behoeden.
Door dagelijks in zijn kantines met
verlies 16.000 maaltijden te verstrek
ken, terwijl zijn vrouw Christiane meer
dan 200 miljoen francs uitgaf aan leer,
textiel en rubber, dat aldus aan de auto
produktie onttrokken werd om er schoei
sel en kleding van te maken voor per
soneelsleden. onderduikers en andere
goede Fransen.
Maar Renault stond altijd alleen. Hij
was er niet in geslaagd zich bemind te
maken bij zijn arbeiders. En over zijn
sociale voorzieningen sprak hij niet. Hij
bood weerstand aan de Duitsers zonder
er zich op te beroemen, maar hij probeerde
ook niet in het gevlei te komen van het
verzet. Hij heeft ook nooit beroep willen
doen op bankiers en steeds geweigerd
zijn winsten met hen te delen.
De arbeiders zowel als de bankiers
bleven dan ook onverschillig toen er ge
vaar dreigde. De communisten daaren
tegen wisten goed wat ze vroegen, toen
ze de nationalisatie van de fabriek van
Billancourt eisten.
TIEN JAAR nadat Citroën er het bijltje
bij neerlegde, werd Renault zonder vorm
van proces vermoord, terwijl de staat op
grond van een dubieuze beschuldiging
zijn fabrieken onteigende.
Er zijn maar weinig alleenheersers in
de automobielwereld geweest, die geen
dramatisch einde hebben gekend. Een uit
zondering is Henry Ford, maar ook voor
hem waren de laatste levensjaren niet
zoals hij ze zich gedroomd had. Immers
in 1943 stierf Edsel Ford, die zijn vader
was opgevolgd als hoofd van liet auto
imperium, zodat de versomberde tachtig
jarige Henry Ford zich genoodzaakt zag
gedurende de laatste twee oorlogsjaren
weer het presidentschap waar te nemen
alvorens hij het een tweede keer zou
kunnen neerleggen, nu ten gunste van
zijn kleinzoon, Henry II
DE LAATSTE absolute monarch in de
auto-industrie, dr. Carl F. W. Borgward
zou op 10 november 73 jaar geworden
zijn. Hij werd in Hamburg-Altena ge
boren als zoon van een kolenhandelaar,
Borgward is in een machinefabriek als
leerling-slotenmaker begonnen. Hij was
23 jaar toen hij als ingenieur afstudeerde
in Hannover.
Zes jaar later, in 1919, werd hij
dankzij wat spaargeld vennoot in de
Bremer Bandenindustrie". Voor de fa
bricage van autobanden had de jonge
man echter weinig belangstelling: hij
wenste auto's te bouwen. Daarom scha
kelde hij het bedrijf over op de fabricage
van radiatoren en spatborden en werd
leverancier van de „Hansa-Lloyd Auto-
fabrieken A.G."
In 1924 begon het succes met de con
structie van de driewielige transport
auto's, „Blitzkarfen" geheten, die twee
jaar later uitgroeide tot de goedkope
„Goliath"-driewieler.
De „Goliath-Werke Borgward und Co."
werd in 1928 opgericht. Toen het jaar
daarop de Lloyd-fabrieken een crisis door
maakten, wist Borgward de meerderheid
der aandelen te verwerven. Kort daarop
bracht hij de „Hansa-Lloyd Werke" en
„Goliath-Werke" onder in één firma en
wist door een goede afzet van de Goliath-
Rapid-personenwagen en de Hansa-Lloyd
1,25 ton vrachtwagen, de nieuwe firma
veilig door de algemene crisis in de auto
mobielindustrie te loodsen.
Op de internationale autotentoonstel
ling van 1934 te Berlijn baarde de nieuwe
Hansa 1100 groot opzien door de vooruit
strevende technische constructie en mo
derne vormgeving.
Daar de produktie van Lloyd en Go
liath bedrijfsauto's in 1938 grote vormen
begon aan te nemen, besloot Borgward
tot de oprichting van de fabriek in Bre-
men-Sebaldsbrück. Carl F. W. Borgward
was alleenbezitter van de onderneming.
In 1944 werd de fabriek te Sebalds-
brück voor tachtig percent door een bom
bardement verwoest.
BORGWARD WAS 58 JAAR toen hij in
in 1948 na drie jaar. lang met andere
industriëlen door de Engelsen te zijn vast
gehouden in zijn fabriek terugkeerde.
Slechts enkele honderden arbeiders waren
temidden van de ruïnes bezig van over-
ebleven onderdelen auto's te assembleren.
Borgward kon dus herbeginnen op een
leeftijd, dat de meeste mensen al aan
hun pensioen gaan denken. De manier
hoe hii daarin slaagde wekte algemene
zerhazina. Vooral daar hij, net als Re
nault, alle hulp van andere industrieën
van de hand wees. Hij was aldus een der
laatste alleenheersers in de automobiel
industrie geworden. Met al de voor- en
nadelen van dien, zoals Renault reeds had
ondervonden
In 1949 liep de Hansa 1500 als eerste
Duitse na-oorlogse auto van de band.
De z.g. pontonbouw werd het voorbeeld
van de „Europese lijn" in de autocon
structie.
Dat was mogelijk geweest doordat Borg
ward gedurende de drie jaren van zijn
gevangenschap met zijn hobby was bezig
geweest: het uitdenken van nieuwe mo
dellen en constructies.
Aan hem dankt de industrie diverse
gedurfde nieuwtjes. Hij was het die het
eerst met de luchtvering begon in Duits
land en met de (later weer verlaten)
benzine-inspuiting.
In de middenklasse had Borgward zich
in Duitsland een goede plaats verzekerd,
met de Isabella en de Arabella, terwijl
ook de Lloyd-wagens in de populaire
prijsklasse een soliede basis hadden
verworven.
DE TERUGGANG van de afzet in
Amerika werd het begin van de moeilijk
heden. Om aan deze exoort te kunnen
deelnemen moest de produktie ongevoerd
worden. Dit vergde een belangrijke
fabrieksuitbreiding en dus ook grote
kapitalen. Uit eigen middelen kon dr.
Borgward zowat 100 miljoen mark four
neren voor de vergroting van zijn bedrijfs
ruimten. Toen dit begin 1960 allemaal
klaar was, begon in de Verenigde Staten
de verkoop van ingevoerde wagens terug
te lopen onder invloed van de kleinere
Amerikaanse „comnact cars" die toen
allerwegen de Europese concurrentie de
wind uit de zeilen namen. Borgward vond
toen niet meteen andere afzetmogelijk
heden in verhouding tot zijn vergrote
produktie. Dit verplichtte hem tot op
stapelen, wat zeer veel ruimte vergde en
hee! wat geld om aan de lopende ver
plichtingen te kunnen voldoen.
Daarbij kwam dat Borgward in 1957
begonnen was met de ontwikkeling van
een helikopter, de Borgward-Kolibrl I,
die in 1958 zijn eerste vlucht maakte. Een
operatie die veel geld kostte en waar
voorlopig niets uitkwam. Er. waren ook
de moeilijkheden met de zes-cilinder-
auto's, die steeds mislukkingen bleken te
zijn op het commerciële vlak. Ook het
dure speurwerk voor het 2.3 liter model
met luchtvering is financieel een hang
ijzer geworden.
Al die zaken samen zijn tenslotte nood
lottig geworden voor deze man die ook
toen de nood zich aanmeldde alleen stond,
zoals Renault alleen stond. Alleen de stad
Bremen heeft hem willen helpen Maar
een stadsbestuur kan niet wat de finan
ciële wereld wel zou gekund hebben,
wanneer Borgward vroeger haar hulp had
willen aanvaarden
ZO EINDIGDE Borgward als een
balling in het imperium, dat hij zelf
tweemaal had weten op te bouwen in
het pijnlijk besef dat zijn grootse project
wellicht gedoemd was om door versnip
pering een langzame dood te sterven
of te worden opgeslorpt door een andere
zaak. En dat op een ogenblik dat het
bedrijf op het punt stónd, een nieuwe
sprong vooruit te maken. Wie weet zul
len hier anderen gedurende jaren de
vruchten plukken van de investeringen
die werden gedaan in ontwerpen zoals
de Borgward 2,3 liter met pneumatische
suspensie, waarover Carl Borgward ge
struikeld is, zoals André Citroën inder
tijd over zijn „traction avant".
Het Terkamerenbos aan de rand van
Brussel wordt doorkruist door een
drukke autosnelweg. Om de paard
rijders te gerieven is er thans op een
kruising van deze verkeersweg met
een ruiterpad een verkeerslicht aan
gebracht dat door de ruiter zelf be
diend moet worden. Door het indruk
ken van een knop op „man-en-paard-
hoogte" wordt het snelverkeer door
middel van rood. licht vijftien secon
den stopgezet: genoeg voor de paard
rijder om rustig over te steken.
;d.
'ge
vs.
n-
.00
Tg.
.00
>n-
je.
ek
en
la--
ip-
10-
ar!
;n-
en.
ma
lag
de
ns-
'.50
lu
ll te
;rs.
rot
.ter
ru-
tan
nt-
tei-
on-
26e
ijk.
er-
rne
De
nu-
2.20
.ws.
ird,
ers.
'UW
7.50
un
iek,
'ws.
un
iek,
ïer-
0.00
de
icht
len
gen
en-
3.15
am-
3.30
ten.
dio.
>ort,
Ne-
6.50
7.30
Jgd.
8.20
(oor
ge-
oor:
cen-
icht.
?ar-
;ren.
>.35-
fo-
10.20
sor-
zell-
1TS: