Wat de katoenmode brengt De hond van Fiubberflub Zo maar eens een babbeltje.. JE ROENTJE Liefdes-telegram MET OF ZONDER SCHOOLMELK PAGINA ZES Erbij Jan Nelissen Marjon Koch Ketelaar ZATERDAG 18 JANUARI 1964 Dit zijn de Kosters Combinatie? Toch wat leuk Kabouter Fiubberflub was in de stad van de mensen geweest, heel stilletjes en toen het donker was. Hij had een klein meisje geholpen en dat hoefde niemand te weten. Maar nu was Fiub berflub klaar en de volgende morgen zou het meisje voor haar verjaardag een paar schitterende schoentjes vinden die het kaboutertje gemaakt had voor het arme kind. Het kleine mannetje floot heel zachtjes een aardig kabouter liedje en liep met korte dribbelpasjes door de stille straten weer terug naar het kabouterbos. Hij ging een hoek om en boem! daar liep hij met een harde klap te gen een harig ding op dat meteen be gon te grommen. Het kaboutertje was heel hard op de straat gevallen en wist helemaal niet wat er nu eigenlijk gebeurd was. Maar daar begon het beest met haren te blaf fen en de kabouter schrok zo van dat rare geluid, dat hij zijn vingers in z'n oren stopte en zijn hoedje over z'n ogen liet zakken. Gelukkig hield het blaffen weer gauw op en daarom durfde Fiub berflub weer even te kijken. Brr, wat een eng, griezelig beest stond daar voor hem. Het was veel groter dan de eek hoorn en kleiner dan de beer, het had meer haar dan de haas en zijn staart was dikker dan de staart van de rat. Eigenlijk leek het beest nog het mees te op de vos, maar die was weer een beetje groter en veel en veel mooier. En de hond keek vol verbazing naar het kleine mannetje voor hem. „Daar Fiubberflub keek erg bedremmeld, want hij vond dat het juist zo leuk ging dat rijden op dat blafding. Verdrietig liet hij zich van de rug van de hond glijden en zachtjes riep hij te gen het dier: „Ga maar weer weg blaf ding! Gauw, je hebt mijn vrienden bang gemaakt, jeMaar daar schreeuwde opeens een paar stemmen tegelijk: „Daar is Bul Bunzing, klim vlug in een boom Fiubberflub, gauw, schiet op!' O, wat schrok me daar die arme Fiubberflub, want de bunzing dat was de ergste vijand van de bosdieren en de kabouters, een echte gemenerd en een nare plaaggeest! Zo vlug hij kon klom hij in een boom en gelukkig trokken een paar van zijn vrienden die al in de boom zaten hem aan zijn armen naar boven, anders had Bul Bunzing hem toch nog kunnen pakken. Heel angstig keken de kabouters naar beneden. Zou die gemene Bul naar bo ven proberen te klimmen? Maar daar gebeurde opeens iets raars! Het blafding begon vreselijk te grommen en al zijn haren gingen recht overeind staan. Hij rende naar Bul Bunzing en die schrok daar zo van, dat hij maar niet bleef staan en er zo snel als de wind vandoor ging. Even bleven de kabouters stil, want ze waren erg verbaasd. Ze hadden al tijd gedacht dat Bul nergens bang voor was. Maar opeens begonnen ze alle maal tegelijk te juichen en de koning riep: „Dat blafding van Fiubberflub is he lemaal niet gevaarlijk voor ons. Nee wil ik wat meer van weten", dacht het dier, „wat zullen mijn vrienden opkij ken als ik ze vertel dat ik een klein mannetje heb gezien dat nog niet eens over mij heen kan kijken. Hahahahaha, wat een leuk dingselding is dat!" De hond begon zo hard te lachen, dat de tranen hem over de snuit liepen en daarvan schrok Fiubberflub weer zo, dat hij er met een vaartje vandoor ging! Hij rende op zijn korte beentjes zoals hij het nog nooit had gedaan, maar wat een schrik, de hond liep opeens weer naast hem! Angstig keek de kabouter naar de hond, maar toen het dier helemaal niet lelijk deed werd het mannetje toch een beetje dapperder en opeens durfde hij heel zachtjes over de harde vacht van het beest te aaien. O, wat vond de hond dat heerlijk, hij begon van blijd schap met zijn staart te kwispelen en gromde tevreden. Toen kwam er op eens een heel stout plannetje in het kleine kabouterbolletje.als, als hij eens op de rug van dat blafding ging zitten! Zou hij het durven, of.Maar daar zat hij al voor hij het wist op de rug van de hond en die vond het zo leuk dat hij allerlei kunstjes ging uithalen. Hij draaide steeds harder om zijn staart heen en rende dan weer een heel eind door de straat en het kaboutertje moest zich heel goed vasthouden anders kon hij wel eens heel hard op de grond val len. Eindelijk hield de hond op met het dolle rennen en Fiubberflub kreeg weer een ander stout plannetje: de andere kabouters moesten ook eens zien dat hij op een groot blafding durfde te rij den! „Naar het bos!", riep hij tegen de hond en warempel, het beest draafde meteen in de richting van het bos. Af en toe moest het 'dier een beetje naar rechts of een stukje naar links, maar daar zorgde Fiubberflub wel voor, want dan trok hij de hond eenvoudig even aan een van zijn lange krullen. Het werd al lichter toen ze aan de rand van het bos kwamen en opeens hoorden de kabouters boven zich de stem van Krelis Kraai die verschrikt riep: „Oe toch, oe toch, Fiubberflub rijdt op een lelijk veel-schrik-blaf-beest!" Meteen vloog de vogel snel door het bos om overalvhet nieuws te gaan ver tellen. Toen Fiubberflub dan ook op zijn hond het kabouterdorp kwam binnenrijden, zaten al zijn vrienden in de takken van de bomen en midden in de struiken ver scholen, want de kraai had ze echt bang gemaakt. „Stuur dat gevaarlijke beest weg", riep de kabouterkoning die in het huis van Eekie Eekhoorn gevlucht was en hoor, hij helpt ons juist. Fiubberflub, vraag maar of hij misschien bij ons wil blijven wonen, dan durft die nare Bul Bunzing misschien nooit meer hier te komen!" O, wat was Fiubberflub blij, hij liet zich snel naar beneden glijden en rende naar het blafding. „Je mag blijven, je mag blijven!", riep hij opgewonden. Misschien begreep, hef blafding hem wel, want in ieder geval is hij nooit meer weggegaan. Maar Bul Bunzing ging wél weg, want die voelde zich he lemaal niet meer prettig in het kabou terbos... Een jongetje uit Amsterdam, Zei steeds als hij in Artis kwam: „Dat kleine aapje is van mij. Dat beestje is mijn eigendom, Want ik kijk altijd naar hem om, Als hij me ziet dan is hij blij. Dat aapje heet Jeroentje. Ik geef hem vaak een zoentje, Zó door de tralies heen. De oppasser vindt dat niet goed, Hij zegt dat ik dat laten moet. Maar dat vind ik gemeen. Jeroentje vindt het vast niet fijn, Steeds in een hok te moeten zijn. Als niemand kijkt, neem ik hem mee. Hij nam het aapje mee naar huis. Toevallig was er niemand thuis, Want moeder zei natuurlijk „nee!" In Artis was Jeroentje zoek. Men zocht op straat, op elke hoek. Niemand had hem gevonden! De directeur werd vrééslijk kwaad. De oppasser wist zich geen raad. „Een leeuw heeft hem verslonden!" Het grote nieuws stond in de krapt. En alle mensen uit het land, Die hebben het gelezen. En het jongetje uit Amsterdam, Dat heel erg vaak in Artis kwam, Zijn de haren te berge gerezen. Hij bracht Jeroentje toen héél vlug Naar de oppasser in Artis terug. Die zette hem snel waar hij hoort. Er werd nog een boos woord gezegd, Maar ach. Jeroentje was terecht... En alles ging gewoon weer voort!! Frans Koster: de voormalige le raar m.o. lichamelijke opvoeding die uiteindelijk capituleerde voor zijn artistieke aspiraties en caba retier werd. Fiet Koster: heeft altijd „in het cabaret gezeten". Ze speelde onder andere bij Rudi Carrell, onder VVim Sonneveld en won eens een tweede prijs van het BUMA-cultuurfonds. Het echtpaar Koster exploiteert sinds mei 1962 het café-chantant „Adam en Eva" aan de Raamvest In Haarlem. Beiden fungeren tussen de nummers van het programma (nu: -,'t Is zonde"), daarvoor en daarna, als gastheer en gastvrouw: Fiet Koster bedient, Frans Koster staat achter de bar (met diploma!). Met ingang van 1 januari is de rijks subsidie voor de sehoolmelkvoorziening vervallen. Dit betekent niet dat er een eind komt aan deze voorziening. We zul len er alleen rekening mee moeten hou den, dat de schoolmelk wat duurder zal worden. Op de scholen waar schoolmelk wordt gebruikt, zijn ouders en onder wijzend personeel overtuigd van het be lang van melk-in-de-loop-van-de-och- tend. Bekijkt u eens hoeveel geld aan snoep en ander lekkers voor en door de schooljeugd wordt besteed. Kan dat, tussen haakjes, meteen niet wat min der worden? Misschien wordt er in uw gemeente geen melk op de scholen verstrekt. In dat geval is het helemaal van belang dat de kinderen een goed ontbijt nutti gen. Cijfers wijzen uit dat in de helft van de gezinnen onvoldoende ontbeten wordt. Dit „onvoldoende" slaat dan niet zozeer op de grootte dan wel op de samenstelling van onze eerste maaltijd. Hoe is het bij u? Geeft u bij het ont bijt melk, karnemelk of yoghurt (het zij als drank, hetzij als pap) of geeft u kaas op de boterham, dan kan de eiwitvoorziening wel in orde zijn. Geeft u alleen zoet beleg en thee, dan behoort u tot degenen die een verkeerd ontbijt op tafel zetten. Krijgen de kinderen geen schoolmelk, geef ze dan melk of chocolademelk mee van huis of een hompje kaas of brood met kaas. Koeken, zuurtjes e.d heb ben veel minder voedingswaarde en zijn slecht voor het gebit. Aangezien een kind overdag zijn tanden niet poetst is het achter elkaar door snoepen niet minder dan funest. Veel beter dan zoe tigheid, ook voor tanden en kiezen, is fruit, waarop flink gekauwd moet wor den. Het kan echter melk bij het ont bijt of in de loop van de ochtend niet vervangen. met Fiet „Eva Koster over haar huishouding begint met een telefoontje naar huize Koster waar we eerst contaot krijgen met Frans „Adam" Koster. „Fiet thuis? „Nee. Kan IK de boodschap overbrengenF' „Ja en nee. 'k Wil een afspraak met r maken om eens te horen hoe ze haar huishouden met het artieste-zijn combineert „Dat kan niet"„Kan nietF' ,JtJee, ze combineert nietZe heeft de hele week televisierepetities". De week daarop werd de middagafspraak uitgesteld omdat een verkoudheid Fiet parten speelde. „Als k nu naar bed ga^, zei „Eva", ben 'k vanavond weer wat mens. Ik moet nu eenmaal optreden Dat zijn zo haar professionele zorgen. -rin-rij.1n-ri-^T|-r-f|-r-|lninrrr,in-nnTHir.TTjr_nn i Zo maar een zak doekje cadeau krij gen, daar is niet veel aan. Een zak doekje bedrukt met een persoonlijke wens van de gever maakt het geschenk meteen een stuk waardevoller. Zo moet ongeveer de gedachtengang zijn geweest van een Zwitserse firma, die zakdoekjes liet ver vaardigen bedrukt met een telegram, dat zelfs door mid del van twee blan co gegomde papier tjes kan ingevuld worden. Vooral bij wat romantisch aangelegde gelief den zal dit nieuw tje zeker inslaan. Weer een week later liet Elly. de 20-jarige assistente in de Koster-huis- houding (later zegt Fiet: „Schrijf maar dat ze een lief meisje is aan wie je al les kan overlaten") ons binnen en bracht ons koffie. Het gezin Koster was nog in de stad voor wat boodschappen. Toen we Elly zagen, begrepen we dat zij een groot deel van het huishouden uit Fiet's handen nam en dat er voor Fiet niet veel te combineren overbleef. Na een kwartier kwam de familie thuis. De vierjarige Mascha die binnenhup- pelt is trots op haar witte cowboylaars- jes-met-figuren en de poncho die ze met haar vader, moeder en oma heeft ge kocht. 'n Grappig meisje is Mascha, met blond lang haar, dat de nodige aan dacht van haar ouders op een niet-hin- derlijke manier eist. Ze babbelt bijna non-stop. Een rijke woordenvloed die maar al te graag' door de wereld-der- volwassenen wordt beantwoord. Deze maand heeft het meisje zich tussen de mensjes van haar eigen leeftijd ge mengd: ze ging naar de kleuterschool. Een dood-ernstige zaak, want, zegt Mascha„Je komt er om te werken". ..Eet je mee?" vraagt Frans ons. We móeten een boterham met paté of ca membert wel afslaan ('t is zonde!) want we hebben net de lunch achter de rug. Fiet gaat intussen verder met haar huishoudbabbeltje-op-verzoek. Het combinatie-huishouden blijkt niet zoveel hoofdbrekens met zich mee te .bedden opmaken: verschrikkelijk.,. brengen. Het is inderdaad Elly die zorgt dat de huishoudelijke zaakjes mar cheren. Fiet zegt van zichzelf: „Ik ben zeer onhuishoudelijk", 't Enige wat ik leuk vind is koken, als ik er de tijd voör heb. En wat ik verschrikkelijk vind is bedden op maken. Heel erg. ik doe het alleen 's zondags. O ja, bood schappen doen. Da's leuk. 'k Hou van kopen. Koken, kopen en alles wat met m'n dochter te maken heeft. Dieren- parkjes bezoeken, de bossen en duinen in, naar het strand en voorlezen. Ik concentreer me liever op het kind dan op het huishouden. Het dagelijks 's avonds optreden (soms de maandag vrij) houdt een uit- gaansisolement in. Maar kennissenbe- zoek interesseert de Kosters' niet zó. Ze genieten bij voorbaat al van de lange twee tot drie maands vakantie die ze zich dit jaar willen permitteren. De eerste helft wordt een echte vakantie („Naar Engeland, fijn musicals zien. Iets anders dan wat je zelf doet"), de tweede helft is bestemd-om het-nieuwe programma in te studeren. Dan is het huishouden helemaal taboe, want dan wordt er gerepeteerd. Van tien tot drie of van één tot vijf. De rest van de tijd is voor wandelingetjes met Mascha. Overigens komt Fiet Koster dit jaar weer voor de televisie „Ik vermijd een zijdigheid in m'n beroep. Er is me wel gevraagd om maandelijks op te treden, maar die televisie.-repetities nemen zo veel tijd dat ik het aanbod heb afgesla gen. Je moet niet alles aanpakken wat je aangeboden krijgt. Is het iets niet leuks, dan doe ik het niet. In maart ga ik een eigen televisie-programma doen met songs, Engelse en vertaalde. Iets anders dus, want je krijgt zo gauw een stempel". Henny G. C. Schoute Ieder jaar weer opnieuw is het de ka toenshow van het Nederlands Katoen- instituut te Arnhem beschoren om, heel vroeg in het jaar, aan de Nederlandse vrouw de nieuwe katoenmode te tonen. De katoenshow 1964 heeft een dezer dagen zijn première beleefd, in Am sterdam en zal binnen enkele weken een tournee door het land gaan maken, op 19 maart is Haarlem aan de beurt. Deze show biedt de vrouw binnen de tijd van een uur een duidelijk overzicht van hetgeen 19 Nederlandse katoenfa- brikanren voor de komende zomer heb ben bedacht. In de katoenshow zijn bijna 60 verschillende soorten stoffen gebruikt in 50 modellen, afkomstig uit de ateliers van grote mannen op dit gebied: Ernst Jan Beeuwkes, Arnould Diepeveen, Ferry Offerman, Dick Holt- haus en Peter Jongmans, die respec tievelijk, het strand, de fotostudio, het park het casino en de straat tot thema hadden gekregen. Een aardig nieuwtje uit de stoffen- collecties is de zogenaamde „Flued Print", een druktechniek, waarbij foto grafisch op koperplaten overgebrachte dessins gereproduceerd kunnen worden. Op deze wijze zijn 'als zeer verdienste lijk bekende schilderijen op het doek gebracht. Verder zijn de abstracte bloemmotieven alweer op de terugtocht. De bloemen zijn romantischer, echter, rozen schijnen de voorkeur te hebben. De „panels" zullen het ook dit jaar weer goed doen. Het zijn de kant-en- klare helften van jurken, die men maar aan elkaar hoeft te zetten om er een compleet jurkje van te maken. Dan zijn er de bedrukte linnenstructuren, deni-composés en lichtgewicht-stoffen, bedrukt met fijne pasteltinten. Als het aan Peter Jongmans ligt lo pen de dames er deze zomer op straat wat stijfjes bij in stemmige jurkjes en ensembles, die veelal met eindeloze rijen knopen worden gesloten. Ferry Offerman stortte zich in de droomwe reld van het tuinfeest dat gezien de Nederlandse zomers wel een droom zal blijven. Jammer, want van zijn hand zijn feestelijke toiletten gekomen met speelse oplossingen voor rugdecolleté's. Arnould Diepenveen kon met zijn op dracht vele kanten uit. Zijn meest ge slaagde ontwerpen waren de namiddag ensembles „Black and white" waarbij als voering van de jassen hanen veren zijn gebruikt. Met grote fantasie heeft Ernst Jan Beeuwkes zich geworpen op de strandkleding die daardoor meer elegant dan practisch tevoorschijn kwam. Bijzonder aardig is zijn Chinese strandpakje en in overeeristemmng met de ocelotrage een badmantel met ocelot-print. Dick Holthaus zorgde voor een sterke finale met zijn opvatting hoe de mondaine vrouw gekleed kan gaan. Hij koos onbedrukt, wit katoen in een grote variatie van structuren die werden verwerkt tot enige stijlvolle avondmantels. De katoen-show 1964 biedt uitsluitend zeer exclusieve ontwerpen. Het is te hopen dat de ideeën van de vijf ont werpers de confectiefabrieken zullen in spireren katoenen stoffen op dezelfde smaakvolle wijze aan te wenden in hun zomercollecties. leder jaar weer brengt de mode-ont werper Dick Holthaus een spectaculaire verrassing in de Katoenshow. In die van dit jaar heeft hij al zijn modellen in wit gehouden. WIJN-KAAS-KEUR Vorige week werd bij de opening van de Horecava 64 in het RAI-gebouw te Amsterdam een „wijn-kaas-keur" ge houden, waaraan journalisten en res taurateurs deelnamen. Gezocht werd naar de smakelijkste combinaties van vijf Europese wijnen en zes Nederland se kaassoorten. De uitslag luidt als volgt: Bij de dames: Bij Rijnwijn past het beste Kernhem- mer. Bij de Zwitserse Fendant de Valais Kernhemmer en boeren Leidse. Bij Chianti een Edammer. Bij Médoc uit de groep der Bordeaux- wijnen Bluefort. Bij rode Port een Edammer. Bij de heren: Kernhemmer bij de Rijnwijn. Boeren Leidse bij Fendant de Valais. Edammer bij Chianti. Edammer bij Médoc. Edammer bij rode Port. De totaaluitslag gaf tenslotte aan, dat Kernhemmer bij de Rijnwijn werd gekozen; bij de Zwitserse Fendant de Valais is boeren Leidse het meest op zijn plaats; Edammer komt het bes te uit bij Chianti; Médoc en weer Edam mer horen goed bij elkaar; tenslotte zijn rode Port en nogmaals Edammer goede partners.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 16