t ERICH SALOMON portret van een tijdperk lü m Wekelijks aarlems Dagblad Bij de foto's ■BELZll iii I ••--.j.a. bw«&pbs,t" BI] DE BEZIGE BIJ is een fotoboek verschenen van uitzonderlijke allure. Het draagt tot titel „Erich Salomon portret van een tijdperk". Erich Salomon is de (meester lijke) fotograaf. Het tijdperk is dat tussen de beide wereld oorlogen, en het portret waar de titel van gewaagt, is een portret van de diplomatieke geschiedenis van die jaren. Want het waren de diplomatieke vergaderzalen en mi nisteriële kabinetten, waar de politici van het toenmalige Europa hun „topconferenties" hielden, die in het bijzonder HET BRITSE weekblad „The Gra phic" vond voor Salomons werk de nu algemeen bekende term „candid camera" uit. En Aristide Briand, de Franse minister van Buitenlandse Zaken, noemde hem „le roi des in- discrets" (de koning der indiscreten), en karakteriseerde hem eens, met spot maar niet zonder waardering, ah „le terrible docteur" (de verschrikkelijke doctor). HET ZIJN gecompliceerde gevoelens, die boven komen bij het bekijken van de 190 foto's uit dit boek. Allereerst is daar de verrassing van het herkennen van de „groten" van toen, betrapt in de intimiteit van hun diplomatiek sa menzijn, een intimiteit die ons des tijds, als de krantenlezers die wij toen waren, is onthouden. Maar er is méér dan alleen de verrassing van het her kennen en de bewondering voor de meesterfotograaf. In het licht van de verstreken jaren rijst ook het onbeha gen en de wrevel. Wrevel over de hoog moed, de zelfingenomenheid en het evi dente gebrek aan fantasie van al deze mannen met grote namen, met hun snorren, baarden, lorgnetten, zwarte pakken en stijve boorden, in antieke salons, statige parlementen en Volken bondszalen, pratend, orerend, fluiste rend, betogend, geeuwend of slapend bijeen, in goed vertrouwen dat de mensheid het lot der wereld met gerust hart aah hen kon overlaten. Hoe hebben zij dit vertrouwen be schaamd. Wat een wereld van „klein heid" heeft de geschiedenis tevoor schijn gehaald achter hun imposante facade. Wat een ontmaskering heeft zich sindsdien voltrokken. PROF. DR. J. PRESSER, die dit fo toboek een boeiende historische inlei ding heeft meegegeven, brengt het on behagen dat de lezer van dit boek be kruipt, onder woorden als hij schrijft, dat Salomon „onbewust de dodelijke dreiging heeft meegefotografeerd, die hem naar de gaskamer zou voeren. En miljoenen met hem". Presser laat niet veel heel van de grote mannen van toen van Briand, Laval, Herriot, Stresemann, MacDo- nald en de talloze andere Europese (ook Nederlandse) ministers, premiers, gezanten en diplomaten uit het tijdperk, dat de geschiedschrijvers inmiddels hebben geboekstaafd als „het failliet van de vrede". Presser schrijft: „De opgeblazen po ses zijn doorgeprikt, de duistere intri ges onthuld, de leugens, de bluf, de prietpraat doorschouwd; een vaalt, een ruïne, een lijkenveld. In dit boek staan ze nog vóór dat grote démasqué, gan nef naast halvegare, zuiplap naast ze nuwlijder, huisjesmelker naast vrou wenjager, Piet Snot naast Spek-en-Bo- nen, langspeelplaat naast repeterende breuk, de gewichtigaards, de profeten, de zieners in hun onberispelijke avond- kledij, in het onbarmhartige licht, door Salomon op hen geworpen". Cliché-automaten en schertsfiguren. Het is een hard oordeel. Hoe zou het oordeel uitvallen over de „mannen die" och ja, zegt Presser: „geschiedenis maken" van thans?, vraagt men zich onwillekeurig af. Maar dan volgt ook direct de vraag: waar is heden de ta lentvolle fotograaf die zich zo zeer „his toricus" voelde als dr. Erich Salomon dat deed? Wij zien hem niet; en wij misten hem met name op de tentoon stelling World Press Photo, die onlangs weer in Den Haag viel te bekijken. De foto's van het politieke gebeuren zo het jachtterrein vormden voor de Duitser dr. Erich Salo mon en zijn camera. Hij maakte er fascinerende foto's. Fascinerend vooral door de manier waarop hij zijn sujetten ongezien wist te betrappen. Fascinerend óók door zijn sublieme gevoel voor het juiste moment, voor dat éne enig juiste onder deel van een seconde waarin de sfeer van een situatie „betrapt" ligt. De foto rechts (boven) maakte Salomon tijdens een repetitie van de dirigent Toscanini met het Residentie Orkest in Den Haag, 1937. Daaronder: Tijdens een ontvangst die de Franse regering in 1931 enige Duitse ministers aanbood werden geen fotografen toegelaten. Briand echter ontdekte er toch een: „Kijk, dr. Salomon is er toch", wees hij zijn gasten die veel plezier in „de verschrikkelijke doctor" hadden. Onder deze plaat een foto van prinses Ju liana op een receptie bij de Nederlandse gezant in Londen. Geheel onder: Minister-presi dent dr. H. Colijn (midden, met sigaar) ontvangt Oswald Pirow (geheel onder links), die de „Hitier van Zuid-Afrika" hoopte te worden, in gezelschap van enkele diplomaten. De foto links toont de vermaarde zan geres Elisabeth Schumann tij dens een recital in Londen voor hoge gasten, waaronder (op de eerste rij) ex-koningin Victoria van Spanje, de hertogin van Kent, prinses Marina en prinses Helena Victoria, zuster van koning George V van Engeland. overheersend in het krantennieuws van alledag waren er nauwelijks verte genwoordigd. ERICH SALOMON werd in 1886 in Berlijn geboren, als zoon van een wel gestelde bankier. Het familiekapitaal ging door de eerste wereldoorlog ver loren en Salomon probeerde met aller lei baantjes aan de kost te komen. In 1927 kwam hij in aanraking met de fotografie en maakte hij, met een licht sterke Emox-camera, door een gat in zijn hoed een serie dramatische foto's van 'n opzienbarend strafproces. Daar mee was zijn carrière als persfotograaf begonnen. In de jaren die volgden verwierf Sa lomon zich een weergaloze faam, door dat hij met grote vindingrijkheid wist binnen te dringen in bijna alle belang rijke vergaderingen van staatslieden uit die jaren. Zijn foto's verschenen in weekbladen in Europa en Amerika. Hij maakte foto's van plaatsen die een fo tograaf nog nimmer had durven te be treden. Hij ging daarbij zo onopvallend te werk, dat de betrokkenen het vaak niet geloofden als Salomon hen vertel de, dat hij hen had gefotografeerd. Van een minister uit die tijd stamt het gezegde; „Je kunt tegenwoordig wel een conferentie houden zonder minis ters, maar niet zonder dr. Salomon". IN EEN NAWOORD bij dit fotoboek vertelt Salomons zoon (zich noemende Peter Hunter) iets over het leven van zijn vader en over de legende die rond hem is ontstaan. In zijn bagage bevon den zich de meest wonderlijke zaken: van 'n paar klimijzers om in telegraaf palen te klimmen, tot een ouderwets gehoorapparaat dat hij had ingericht om zijn camera in te verbergen. Op talloze van dergelijke manieren wist hij zijn camera listig verborgen te hante ren, want Salomon was bij al 't andere een verwoed knutselaar. ZIJN VERMOGEN om zich op discre te wijze toegang te verschaffen tot be sloten gebeurtenissen waar de aandacht van de wereld op was gericht, is le gendarisch geworden. En als het hem wérkelijk niet lukte, maakte hij sym bolische foto's, zoals de bekende plaat van de suppoost die 's avonds laat de hoeden bewaakt van de deelnemers aan de tweede Haagse conferentie over de Duitse herstelbetalingen. En dat alles deed hij dan met de nog maar zeer be scheiden technische middelen die de fotograaf van die jaren ten dienste ston den. OP DE EERSTE pagina van dit fo toboek zien wij dr. Erich Salomon af gebeeld: een ernstige man in rokkos- tuum, een bebrilde ihtellectueel met ka lende schedel, met zijn kléine camera in de hand, onopvallend-teruggetreden opgesteld in een deuropening. Het is een intrigerende foto. Het nazisme liet voor dr. Erich Sa lomon geen plaats meer in Duitsland, de discretie van zijn optreden ten spijt. In 1933 vestigt hij zich in Den Haag (hij was getrouwd met een Nederland se). Bij de Duitse overval van 1940 duikt hij onder, maar in 1943 wordt hij door verraad gepakt. In 1944 vindt hij zijn einde in de gaskamers van Ausch witz. Zijn zoon Peter Hunter, die als enige van de familie de oorlog in Londen overleefde, heeft sindsdien de nalaten schap van zijn vader beheerd. Salomon was zo voorzichtig geweest een deel van zijn negatieven te begraven onder het kippenhok van een vriend in Heelsum; een ander deel gaf hij in bewaring bij de bibliotheek van de Staten-Generaal in Den Haag; een derde deel van zijn archief overleefde de oorlog onder de hoede van zijn zoon in Engeland. EEN SELECTIE uit dit rijke mate riaal is nu dus verzameld in dit mooi uitgevoerde boek. De bijschriften bij de foto's munten uit door doeltreffendheid en rijkdom aan relevante details. Het zijn vaak kleine anecdoten op zichzelf. Een namenregister op de afgebeelde personen, dat het boek completeert, is kenmerkend voor de liefdevolle toewij ding waarmee het is samengesteld. C. Sorgdrager m iHbbp

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1964 | | pagina 13